lgsm1De film Pride katapulteert ons terug naar de zomer van 1984. Engeland is in de ban van de grote mijnwerkersstaking. Thatcher zet alles op alles om de staking te breken en blokkeert de banktegoeden van de mijnwerkersvakbond. De stakende mijnwerkersfamilies leefden in grote armoede en waren aangewezen op schenkingen, voedselpakketten en geldinzamelingen om het vol te houden. Soms kwam de hulp uit wel heel onverwachte hoek. Een groep homos en lesbiennes richtten in Londen de actiegroep LGSM (Lesbians and Gays Support the Miners) op. Het inzamelen van geld voor de stakende mijnwerkers was voor hen ook een statement naar de overheid en Thatcher toe. Het zijn niet enkel de holebis die toen geviseerd werden door de politie en voor het minste werden opgepakt, ook andere groepen zoals de mijnwerkers kwamen in het verdomhoekje terecht! Ze slagen er tijdens de Gay Pride in om duizenden ponden in te zamelen maar de vakbondsleiding is gegeneerd en weigert het geld aan te nemen. Ze laten het niet aan hun hart komen en onder de leiding van de flamboyante Mark Ashton charteren ze een roze(!) minibusje en besluiten het geld persoonlijk te overhandigen aan de stakende mijnwerkers van een klein dorp in Wales. Dit waar gebeurde verhaal vormt de ruggengraat van de film.

Méér dan een goed geacteerde feelgood-movie

Bij aankomst in het dorpje worden ze met grote argwaan bekeken. De machomijnwerkers vinden de vreemd uitgedoste Londenaren maar een zooitje ongeregeld en de holebis op hun beurt denken diep in hun hart dat die Welshmen eigenlijk achterlijk zijn. Langzamerhand groeien ze naar elkaar toe en uiteindelijk blijkt dat beide groepen toch niet zoveel verschillen. Ze vinden elkaar in hun strijd tegen Thatcher en hun gedeeld gevoel van buiten de samenleving te vallen. De grimmige sfeer van de jaren 80 komt zeer goed tot uiting in de film. Wanneer de LGSM een groot optreden ten bate van de stakende mijnwerkers organiseert in een evenementenhall te Camden bloklettert de schandaalkrant The Sun Stakers en perverse homos voeren dezelfde strijd!.

De regisseur Matthew Warchus is er in geslaagd om zware themas zoals de diepe armoede van de mijnwerkers en het dreigende HIV en Aids gevaar voor de homo gemeenschap aan bod te laten komen zonder dat het hartverwarmende en humoristische karakter van zijn film er onder lijdt. De film heeft niet echt één hoofdpersonage, maar laat ons kennismaken met een bont gezelschap, vertolkt door een uitstekende cast. Naast de politieke strijd is er ook het verhaal van de jonge naïeve Joe die per ongeluk bij de LGSM verzeilt tot hij uiteindelijk genoeg moed bij elkaar raapt om uit de kast te komen. Precies omdat de beeldvorming van holebis in een positief daglicht wordt gesteld kreeg hij de Queer Palm 2014 te Cannes.

Het bondgenootschap tussen homoactivisten en mijnwerkers

Wie op de hoogte is van de geschiedenis van de mijnwerkersstaking en denkt dat hij de afloop van het verhaal reeds kent zal verrast worden. Weerom belicht de film een aspect dat veel te lang onder de radar bleef: de solidariteit die de mijnwerkers op hun beurt betoonden voor de strijd van de holebis. De Gay Pride in 1985 te Londen werd geopend door een massa delegatie van de mijnwerkersvakbond die vooraan liep. Al was het maar zoals een vakbondsman fijntjes opmerkte om hooligans die aan homo bashing willen doen te ontmoedigen!

Ook behaalde een motie die opriep om te ijveren voor gelijke rechten voor holebis enkel door de steun van de mijnwerkersvakbond een nipte meerderheid op het congres van Labour in 1985. Dit toont nog maar eens aan dat sommige intellectuele commentatoren het volledig verkeerd voorhebben wanneer ze beweren dat arbeiders sociaal-economisch links stemmen maar zich conservatief opstellen wanneer het over ethische kwesties gaat!

De figuur van Mark Ashton

Niet alleen het verhaal is echt gebeurd, de personages zijn ook gemodelleerd naar bestaande mensen. De belangrijkste is wel Mark Ashton. Hij was de medeoprichter van LGSM en een politieke activist. Hij militeerde in de Young Communist League dat wordt maar zijdelings vermeld in de film en was er reeds vroeg van overtuigd dat de holebi beweging zich moest verbinden met de arbeidersklasse om haar eisen op de politieke agenda te krijgen. De mijnwerkersstaking was dé gedroomde aanleiding hiervoor. Een toenmalige vriend en medestrijder James getuigt over hem in een artikel in The GuardianHij was een inspiratiebron voor ons allemaal. Boordevol leven en enthousiasme, hij was zeer toegewijd en stond 100% achter de zaak. Dankzij hem ontstond er een netwerk van 11 LGSM-kernen, verspreid over het gehele land. In de jaren 80 was Aids een politieke kwestie. Mensen werden ziek en stierven bij bosjes, niemand deed iets. Zowel Thatcher als Reagan weigerden te investeren in Aidsonderzoek, de homogemeenschap werd met de nek aangekeken. Het was van levensbelang voor ons om steun voor onze eisen te krijgen. Dat sommige personen het verschil kunnen maken, daar is Mark het bewijs van!

Mark Ashton zelf stierf jammer genoeg in 1987 aan de gevolgen van Aids.

De post punk groep The Communards droegen hun nummer For a friend aan hem op. Ik zal je nooit in de steek laten, noch het gevecht dat we samen begonnen. Alle dromen die we ooit hadden, zullen we samen laten uitkomen!