Afbeelding: Facebook/Bernard Quintin

Deze zomer keurde de Belgische regering, via haar minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR), een wetsontwerp goed dat tot doel heeft “radicale en extremistische” organisaties in België te verbieden. Quintin zei dat het wetsvoorstel een duidelijk doel had: “radicale of gevaarlijke organisaties neutraliseren.

Het advies van het FIRM

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) — een organisatie die vooralsnog niet geviseerd wordt — werd door de regering om advies gevraagd. Dat advies was zeer duidelijk negatief: het wetsvoorstel vormt een bedreiging voor de vrijheid van organisatie en meningsuiting.

Ten eerste is de definitie van wat de staat als ‘radicalisme’ beschouwt erg ruim. In de woorden van het FIRM:

“Dit gebrek aan duidelijkheid creëert een juridische onzekerheid die tegenstrijdig is met het legaliteitsprincipe. Iedereen moet op voorhand kunnen weten welke gedragingen verboden zijn en wat de mogelijke gevolgen daarvan zijn.”

Ten tweede:

“Een verbod zou niet enkel betrekking kunnen hebben op de activiteiten, plaatsen of goederen van een organisatie, maar ook op het gebruik van symbolen of slogans.”

Met andere woorden: het geeft de regering het recht om een zuiver politieke aanval een wettelijke basis te geven, zonder daarvoor veel bewijzen te moeten voorleggen. Dat maakt het FIRM ook in haar derde punt duidelijk: dit wetsvoorstel voorziet een aanvulling in het administratieve recht, terwijl terroristische handelingen vanuit juridisch oogpunt al strafrechtelijke inbreuken zijn.

Het voordeel voor de regering is dat ze via administratieve maatregelen veel sneller preventief te werk kan gaan. Er is geen bewijs, enkel een vaag ‘vermoeden’ nodig om organisaties illegaal te verklaren.

En dat is ook de expliciete bedoeling. Schaduwpremier en voorzitter van de MR Louis Bouchez viseerde expliciet de antifascistische beweging in een Trumpiaanse tirade:

“We zullen ook op regerings- en parlementair niveau werken aan de ontbinding van de ‘Antifa-structuur’. Deze structuur is zelf een structuur met fascistische methoden. Vandaag de dag vormt die zonder twijfel het grootste gevaar voor onze democratie, gezien het systematische gebruik van geweld om haar argumenten te laten horen.”

Daarnaast heeft de Arizona-regering ook Palestijnse organisaties aangevallen, zoals Samidoun (een solidariteitsnetwerk met Palestijnse gevangenen). Daarmee treedt ze in de voetsporen van de Britse regering, die Palestine Action verbood.

Na de betoging van 14 oktober openen de staatsveiligheid en het parket de rekeningen van verschillende bewegingen die voor directe actie staan. Onder meer Code Rood — dat directe blokkadeacties organiseert tegen de grootste vervuilers à la Total en tegen bedrijven die voor de zionistische oorlogsmachine produceren — werd vereenzelvigd met de bomaanslagen van de CCC in de jaren ‘80. De VRT vulde er een week lang zonder schroom alarmerende artikels en praatprogramma’s mee.

De staatsveiligheid verwoordt haar aantijging van de Secours Rouges als volgt:

“Een revolutionaire organisatie die niet vies is van materieel en fysiek geweld, en die banden heeft met gewapende of terroristische groeperingen.”

Om maar een idee te geven van die zogenaamde ‘terreur’: de Koerdische milities die Islamitische Staat overwonnen, en alle Palestijnse organisaties met een militie.

Wie natuurlijk níét op die lijst van terroristen figureert: de Israëlische staat, noch de zionistische lobby.

Achter repressie schuilt angst

Wat benadrukt werd in het panel van De Afspraak (15/10/2025), is dat militanten steeds minder terugdeinzen voor geweld. Daartegenover wordt er met geen woord gerept over het ingebakken geweld dat het Belgische kapitalisme en zijn staat organiseren — kijk naar de diplomatieke en logistieke steun aan Israël, of naar het bijzonder gewelddadige optreden van de politie tegen de vakbondsbetoging van 14 oktober.

Het is vooral de vastberadenheid en de wil tot directe actie die de mainstreamcommentatoren zorgen baart. Nog in het panel van De Afspraak werd de “analyse” gemaakt dat de jeugd:

“De pedalen en de grip verliest en sociale media spelen daar een grote rol in. (...) Mensen zoeken antwoorden op de vragen die ze hebben. [!] Het is niet de bedoeling om mensen te terroriseren met iets dat je zelf bezwaart.”

De verdraaide sociale media toch! De argumenten die steeds tegen stakers gebruikt worden… Het zijn klassieke ingrediënten uit het mediakeukenboek. Alleen blijken de buffers van weleer steeds minder impact te kunnen opvangen. De instellingen van het status quo verkeren in crisis.

En dat geldt ook voor de reformistische leiding van de arbeidersbeweging: het ‘in toom houden’ en ‘onderhandelen in de plaats van’ werpt geen vruchten af en verliest bijgevolg aan geloofwaardigheid.

Een nieuwe generatie radicaliseert in de zin dat ze een directe impact wil hebben. En dat bereik je niet met geklaag à la “de regering hoort ons niet”, maar door economische belangen pijn te doen. Dat pad is een laag van jongeren en werkenden ingeslagen.

Ook de massa van werkenden beweegt zich in die richting: mensen zoeken antwoorden op de fundamentele vragen die de kapitalistische ellende hen voorschotelt. De stijgende staatsrepressie duwt — vanuit een geheel andere invalshoek en zonder het te willen — mee in die richting.

Als communisten zijn we tegen elke aantasting van de meningsuiting en democratische rechten, en tekenen we solidair met organisaties die in het vizier komen. Tegelijkertijd zien we dit als een positief signaal: de staat is bang voor wat komt en maakt haar eigen ideologische buffers ongeloofwaardig onder invloed van de stijgende klassenstrijd. De toekomst is aan degenen met een revolutionair perspectief

Terwijl de crisis van het kapitalisme zich uitbreidt en in België, met een torenhoge staatsschuld, de levensstandaard blijft dalen, beweert de Arizona-regering dat brutale besparingen op kap van de arbeidersklasse de oplossing zijn. Van de aanval op pensioenen en de werkloosheidsuitkeringen tot arbeidshervormingen ten voordele van de bazen en grote bedrijven, de Arizona-coalitie heeft sinds haar start in februari geen tijd verspild om haar aanval op de arbeidersklasse in te zetten.

Maar deze maatregelen, in combinatie met de verontwaardiging over de Belgische medeplichtigheid aan de voortdurende genocide in Gaza, hebben massale sociale woede uitgelokt en de klassenstrijd in het hele land doen toenemen. Dit heeft het afgelopen jaar geleid tot enorme betogingen. Meer dan 110.000 mensen demonstreerden begin september tegen de genocide in Gaza en tijdens de nationale staking op 14 oktober waren de betogers met meer dan 150.000, tegen een regering die duidelijk alleen de belangen van de parasitaire kapitalistische klasse verdedigt ten nadele van de arbeiders.