“Regeringsdeelname.” Het woord is gevallen. De PVDA is bereid deel te nemen aan regeringen, zowel federaal als regionaal, aldus de verschillende kopstukken van de partij. Zien we binnenkort ‘communistische’ ministers? De laatste keer dat er ‘communisten’ hebben deelgenomen aan een regering dateert van 1947. Dat was met de socialisten en de liberalen. En dat is niet goed afgelopen voor de communisten. De toetreding van de PVDA tot een regering zou natuurlijk een evenement vanjewelste zijn. Maar waarom zou de PVDA dat willen doen? En met welk regeringsprogramma?

"Ja we willen in Brussel mee regeren. Als de coalitiepartners voor een breuk met het verleden zorgen," hoorden we op de nieuwjaarsreceptie van de PVDA in Brussel.

“Op 9 juni bestaat er een echte mogelijkheid voor PVDA om in een regering te stappen”, verklaarde Hedebouw op de Franstalige nieuwszender ‘LN24'. De avond voordien klonk het op ‘RTL-TVi’ zelfs nog wat scherper: “PVDA heeft de roeping om deel te nemen aan een regering.”

Dat de vraag over een eventuele regeringsdeelname van de PVDA publiekelijk wordt gesteld heeft natuurlijk te maken met de steile opgang van de partij tijdens de verkiezingen van 2019 en sindsdien in de talrijke peilingen naar de kiesintenties. De partij zou in Vlaanderen dubbel zo groot worden (met 10 procent van de kiesintenties), de vierde partij in Wallonië en de eerste partij (met 1/5 van de stemmen) in het Brusselse gewest. In de Waalse regio zou een bondgenootschap van de PTB, Ecolo en de PS zelfs over een meerderheid beschikken in het parlement. De drang naar een linkse breuk met het gevoerde beleid is groter aan het worden, aan beide kanten van de taalgrens. Deze taalgrens wordt verkeerdelijk voorgesteld door de burgerlijke media als een absolute ‘culturele’ grens tussen links en rechts. De opgang van de PVDA in Vlaanderen is geen verrassing voor ons.

Er is een andere reden waarom de kwestie van de mogelijke regeringsdeelname van de PVDA op de voorgrond komt. De politieke tegenstanders, rechts en links (de Parti Socialiste en Vooruit), proberen de PVDA voor te stellen als een steriele partij. Een partij die kritiek geeft maar die ‘geen verantwoordelijkheid’ durft te nemen, versta deel te nemen aan de coalitie met andere partijen en in een regering te stappen. De PS en Vooruit, willen vooral hun eigen voorkeur om met rechtse partijen (de MR en de N-VA) in zee te gaan verborgen houden. De PVDA wordt verweten geen water bij hun rode wijn te willen doen. De PVDA is niet bereid tot compromissen is het refrein. België is toch het land van de compromissen, niet? De politieke krachten die op deze manier druk uitoefenen op de PVDA zijn geen vrienden van de partij. Zij proberen de PVDA nog voor eventuele regeringsonderhandelingen starten, te dwingen toegevingen te doen.

“Met een minder radicaal programma, kunnen jullie misschien wel in een regering stappen” is de subliminale boodschap.

Een PVDA ‘light’ zou dan wel kunnen rekenen op de welwillendheid van de editorialisten van de establishment media. Maar de partij zou op deze manier ‘harakiri’ plegen. De PVDA beseft dat wel, maar de druk in die richting is groot. Bij de vakbondsapparaten van ACV en ABVV, maar ook bij een gedeelte van de achterban die een nieuwe Parti Socialiste zoekt en denkt gevonden te hebben in de PVDA, d.w.z. een partij die sociale diensten levert.

De PVDA antwoordt hierop dat ze pas in een regering stapt als er een ‘breuk’ komt in het beleid. Ook benadrukt de partij terecht de nood aan extra-parlementaire sociale strijd (petities, protestacties, betogingen, stakingen). Raoul Hedebouw geeft twee zeer beperkte breekpunten voor een eventuele regeringsdeelname: de terugkeer naar de pensioenleeftijd op 65 jaar en de afschaffing van de loonnormwet van 1996 die de lonen in een ijzeren keurslijf houdt. ‘Dit zijn punten die in het memorandum staan van het ABVV’. Het stilzwijgen hierover van zowel de PS als Vooruit is sprekend. Zij willen geen breuk met het gevoerde beleid, laat staan met het kapitalisme.

Ook het ABVV, bij monde van federaal voorzitter Bodson, is voorstander van een regering met de PVDA samen met de PS en Ecolo. Ook hier wordt er druk uitgeoefend op de PVDA om in een volgende regering te stappen. Volgens Bodson zijn er:

“grote gemeenschappelijke punten te vinden in de drie partijprogramma’s, zoals de verdediging van de loonindexering, arbeidsduurverkorting, herfinanciering van de sociale zekerheid en belasting van de grote vermogens.” (Belga, 4 februari 2024)

Er is nood aan een andere regering, een federale regering die breekt, niet alleen met sommige emblematische asociale maatregelen van de laatste decennia, maar ook een einde maakt aan het soberheidsbeleid. De ervaring met de Syriza regering in Griekenland bijna 10 jaar geleden leert ons dat hiervoor radicale anti-kapitalistische maatregelen nodig zijn. Zoals de nationalisatie van de banken en de andere grote hefbomen van de economie. De leiders van de PS en Vooruit willen dit niet. Ecolo en Groen zeker niet. Een regering met de PS, Ecolo en de PTB zal onvermijdelijk een soberheidsregering zijn. De deelname van de PVDA/PTB aan zo een regering, zou fataal zijn voor de partij van Raoul Hedebouw.