Inhoudsopgave

Hoofdstuk 6: de weg naar de overwinning

Op het eerste zicht waren de juli-dagen een zware nederlaag voor de revolutie in het algemeen en voor de bolsjewieken in het bijzonder. Maar het was verbazend hoe vlug ze die te boven kwamen. Vlak na de nederlaag in het begin van Juli hadden ze wel wat leden verloren maar tegen het eind van de maand juni nam het ledenaantal stormachtig toe. Op hun zesde congres dat in semi-legaliteit doorging in Petersburg van 26 juli tot 3 augustus telden zij al 240.000 leden. Pas nu begonnen de bolsjewieken een meerderheid van de arbeiders en soldaten achter zich te krijgen. Nu de sovjets tijdelijk gedomineerd werden door krachten die de reactie steunden werkten de bolsjewieken meer in de fabriekscomités en de vakbonden. In Moskou hadden de bolsjewieken in beiden een ruime meerderheid. Zij beslisten een algemene staking te houden op 29 juli. De sovjet sprak zich hiertegen uit met een meerderheid van 364 tegen 304. Maar de dag van de staking was er geen licht, reden er geen trams, waren de fabrieken en de winkels gesloten net al de spoorwegstations; zelfs de kelners waren in staking. Op basis van dit succes eisten de bolsjewieken een herverkiezing van de sovjet van Moskou.

Schijnbaar waren de voorlopige regering en de rechtse leiding van de sovjets, de overwinnaar van de juli-dagen. Maar ze had die overwinning enkel kunnen behalen door te steunen op de ergste vijanden van de revolutie. Oppervlakkig gezien evolueerde de regering nog naar links. Prins Lvov werd als leider vervangen door Kerensky, voor het eerst was er een meerderheid van socialistische ministers. Op een pompeuze manier werd dit de regering ter redding van de revolutie genoemd. Maar wat de regering deed was belangrijker dan haar samenstelling: dat was “orde herstellen, na de periode van anarchie”. In praktijk betekende dat, behalve het al vermelde vervolgen van de bolsjewieken, toegeven aan de eisen van de geallieerden, herstel van de discipline in het leger, geen sociale hervormingen tot het bijeenroepen van de grondwetgevende vergadering, stopzetten van “alle illegale initiatieven in verband met het landeigendom” (bedoeld was de in beslagname en verdeling van het grootgrondbezit door de boeren), een strenge wet tegen “inbreuken tegen de discipline bij de spoorwegen”. Al deze maatregelen waren voorwaarden die de Cadetten stelden voor een verdere samenwerking in de regering. Dat ze daarna in een minderheidspositie in die regering terecht kwamen deerde hen natuurlijk niet. Dat was nog niet genoeg voor de nieuwe premier Kerensky. Hij stelde ook een nieuwe opperbevelhebber voor het leger aan: Kornilov. Deze generaal beloofde de ijzeren discipline te herstellen. Hij wilde slechts aantreden wanneer de doodstraf opnieuw ingevoerd werd, de regering niet tussenkwam bij de aanduiding van de generale staf en vergaderingen bij de troepen verboden waren.

Zo gedroegen deze “gematigde” socialisten zich in deze kritieke fase van de revolutie. In feite plaatsten zij zich aan het hoofd van de contrarevolutie, waarschijnlijk “om erger te voorkomen”. Maar zoals steeds werden zij daar geenszins voor beloond. Kornilov kwam tot de conclusie dat deze regering machteloos was en dat hij zelf veel beter dan Kerensky de rol van dictator zou kunnen spelen om de revolutie neer te slaan. Op 25 augustus rukte hij met een grote troepenmacht op naar Petersburg en eiste het aftreden van de regering. Pas op dat ogenblik deed de leiding van de sovjets een oproep aan de bevolking “om de revolutie te verdedigen”. Op zichzelf zouden deze leiders daartoe niet meer voldoende geloofwaardigheid gehad hebben. De belangrijkste kracht die Kerensky te hulp kwam waren de bolsjewieken. Ze getuigden daarmee van een verregaande politieke maturiteit. Kerensky had een groot deel van zijn eigen aanhang van zich vervreemd door zijn rechtse politiek, de bolsjewieken had hij zelfs belasterd en vervolgd. Maar het was vanzelfsprekend voor iedereen dat Kornilov tegenhouden de eerste prioriteit was. De bolsjewieken slaagden er in duidelijk te maken dat alhoewel ze samen streden met Kerensky, dat helemaal niet betekende dat ze hem steunden. Zij kwamen als de grote overwinnaars uit de episode omdat zij de beste en de meest talrijke verdedigers van de revolutie waren geweest. Overigens kwam het niet echt tot gevechten. Op papier beschikte Kornilov over een imposante troepenmacht. Hij had de Kozakken en de zogenoemde “wilde divisie” gerekruteerd uit bergbewoners in de Kaukasus. Maar de spoorwegarbeiders saboteerden de treinen door de wissels om te gooien en ze zo naar zijsporen af te leiden. Eens de opmars gestopt was benaderden de agitatoren van de bolsjewieken de troepen. Ze overtuigden zelfs de kozakken om niet te vechten. De “wilde divisie” werd over de streep getrokken in hun eigen taal door een delegatie van Kaukasische moslims die toevallig in Petersburg was voor een conferentie van de sovjets. Al vlug arresteerden de troepen van Kornilov hun eigen officieren. De opstand van Kornilov deinde uit zoals een golf die op een rots te pletter slaat.

De nederlaag van Kornilov gaf een krachtige nieuwe impuls aan de revolutie. Overal keerden soldaten zich tegen hun officieren. Velen werden gearresteerd, sommigen doodgeschoten. Vergaderingen van soldaten stemden overal voor een onmiddellijke vrede en voor alle macht aan de sovjets. De soldaten stemden ook met hun voeten. Hele eenheden ontbonden zich en gingen terug naar hun dorpen. Het is die influx van geradicaliseerde elementen die belangrijk zal zijn voor de opstanden die in september zullen uitbreken op het platteland. In de steden werden alle politieke gevangenen bevrijd.

Twee belangrijke boeken

Geheel augustus en september – een lange periode in tijden van revolutie – bevond Lenin zich in zijn schuilplaats in Finland. Tijdens die periode schreef hij twee klassiekers van het marxisme “Staat en revolutie” en “De nakende catastrofe en hoe ze te bestrijden”. In het eerste boek – wat moet er met de staat gebeuren in een revolutie – legt Lenin uit dat een revolutie zich niet mag beperken tot de overname van het bestaande staatsapparaat. Integendeel, ze moet dit breken en een nieuw apparaat uitbouwen. Dit moet steunen op een aantal eenvoudige principes die Marx al had ontdekt bij de bestudering van de Commune van Parijs (1871):

  • Afschaffing van de monarchie en vestiging van de republiek
  • Mandatarissen op alle niveaus worden verkozen en zijn permanent afzetbaar door degenen die hen hebben verkozen
  • Elke mandataris mag niet meer verdienen dan het gemiddeld loon van een geschoolde arbeider
  • Afschaffing van het staande leger en vervanging door het gewapende volk

Het is evident dat in de termen van die dagen de sovjets duidelijk de enige structuren waren die in aanmerking kwamen als organen van het nieuwe staatsapparaat. Ze hadden dat trouwens al in praktijk bewezen. Dat was de betekenis van de slogan “Alle macht aan de sovjets”. Lenin schreef deze tekst ook met een internationale socialistische revolutie in het achterhoofd. Welke vorm die zou aannemen zouden de revolutionairen van de andere landen wel bepalen. Maar wat met de bestaande structuren. Met het parlement bijvoorbeeld? Ik kan het niet laten de kritiek die Lenin hierop geeft te citeren:

“Men kijke maar eens naar onverschillig welk parlementair geregeerd land, van Amerika tot Zwitserland, van Frankrijk tot Engeland, Noorwegen enz.: de eigenlijke ‘staats’zaken worden achter de coulissen afgedaan door departementen, kanselarijen en staven. In de parlementen wordt slechts gekletst, speciaal met het doel het ‘eenvoudige volk’ te bedriegen. Dat is zó waar dat zelfs in de Russische republiek, in de burgerlijk-democratische republiek, nog vóór zij erin slaagde een werkelijk parlement te scheppen al deze zonden van het parlementarisme zich reeds onmiddellijk deden gevoelen.”

Hiermee stelde Lenin zich slechts in de voetsporen van Engels, die het nog korter en krachtiger formuleerde:

“Een keer in de zoveel jaren beslissen welk lid van de heersende klasse het volk in het parlement onder de duim zal houden en onderdrukken — daarin bestaat het wezen van het burgerlijke parlementarisme, niet alleen in de parlementair-constitutionele monarchieën, maar ook in de meest democratische republieken.”

“Onder de duim houden en onderdrukken[18]”, wie dat vandaag zou zeggen over onze parlementen zou ongetwijfeld voor populist uitgescholden worden. Geen erger verwijt wordt de socialisten aangewreven dan “dat zij de democratie willen vernietigen[19]”. Met democratie wordt dan bedoeld: de huidige parlementen, de huidige wetgeving, het huidige repressieapparaat. Precies alsof die eeuwigdurend zijn. Niets is minder waar. Wij socialisten willen precies een rechtvaardiger, democratischer en efficiënter staatsapparaat uitbouwen. De belangrijke verworvenheden die nu al bestaan in de burgerlijke parlementaire democratieën zullen behouden blijven. We denken bijvoorbeeld aan de vrije meningsuiting en de vrijheid van drukpers, de vrijheid van vereniging, het stakingsrecht . Maar de instellingen die daarvoor gebruikt zullen worden zullen grondig verschillen van wat er nu bestaat. In de periode die we nu beschreven werd de hoofdrol daarbij gespeeld door de sovjets. Wellicht zal iets dergelijks nog gebeuren in volgende revoluties, misschien komt men tot andere systemen. De sovjets werden trouwens niet uitgevonden door de bolsjewieken of door om het even welke partij, maar sproten voort uit de creativiteit van de Russische arbeiders zelf. Als er vandaag een socialistische revolutie zou ontstaan zal dat niet anders zijn. Welke vorm nieuwe staatsstructuren zullen aannemen valt niet vooraf te zeggen. Dat laten we best over aan degenen die de revolutie maken. Nu al kunnen we zien dat actiegroepen die zich bezighouden met concrete dossiers de overheden lessen geven in democratie, creativiteit en grondigheid. Door het internet is internationale samenwerking ook mogelijk geworden op een schaal die vroeger ondenkbaar was. Er is een wereld van onverhoopte opportuniteiten en kansen als we ons maar niet laten opsluiten in oude structuren. Zo gaat het in alle revoluties! De Franse burgerij heeft in haar revolutie van 1789 toch ook niet de parlementen van de koningen, met haar drie standen (adel, geestelijkheid en derde stand) overgenomen? Ze hebben andere systemen geprobeerd die, na veel tussenstadia, zijn uitgedraaid op een totale vernietiging van het staatsapparaat van de koningen en de vestiging van een burgerlijke parlementaire democratie.

Een wat minder gekend boek dat Lenin in deze periode schreef heeft de, niets aan duidelijkheid overlatende titel: “De dreigende catastrofe en hoe die te vermijden.” Hierin schetst Lenin de dreigingen die op Rusland afkomen. De kapitalisten saboteerden de economie, in de eerste plaats door op grote schaal de fabrieken sluiten. Er was een grote werkloosheid en een dreigende hongersnood. En de kapitalisten sloten hun bedrijven! En de regering deed niets! De leiding van de sovjets bleven de regering van kapitalisten steunen!

Lenin legt uitvoerig en punt voor punt uit dat er eenvoudige controlemaatregelen bestaan om deze catastrofe af te wenden. Wij citeren:

De belangrijkste maatregelen zijn:

De vereniging van alle banken tot een enkele bank en staatscontrole op haar operaties of nationalisatie van de banken.

Nationalisatie van de syndicaten, d.w.z. de grote, de monopolistische verbonden van kapitalisten (het suiker-, petroleum-, kolen-, ijzer- en staalsyndicaat enz.).

Opheffing van het zakengeheim.

Gedwongen syndicaatvorming (d.w.z. het gedwongen opgaan in verenigingen) van de industriëlen, handelaars en ondernemers in het algemeen.

Gedwongen vereniging van de bevolking in verbruikscoöperaties of het bevorderen van een dergelijke vereniging en controle daarop.

Deze maatregelen worden verklaard in het kader van een oorlogssituatie. Ook in kapitalistische landen speelt de staat in tijden van oorlog een grote rol, dicteert ze wat de bedrijven moeten produceren. Soms wordt dat (verkeerdelijk) aangeduid met de term oorlogssocialisme. Zoals Lenin aantoont betekent dat echter gegarandeerde winsten voor de kapitalisten en militaire dwangarbeid voor de arbeiders. Het zal er helemaal anders uitzien in een staat gecontroleerd door de arbeiders en boeren. Democratische controle op de economie zet belangrijke stappen in de richting van het socialisme. Wij citeren:

“Het komt steeds weer op hetzelfde neer: de heerschappij van de bourgeoisie is onverenigbaar met waarachtig revolutionaire, echte democratie. Men kan in de twintigste eeuw in een kapitalistisch land geen revolutionaire democraat zijn wanneer men bevreesd is naar het socialisme te gaan.”

In de periode waarin ze geschreven zijn zullen deze boeken nauwelijks enige invloed gehad hebben. Dit laatste boek werd slechts eind september in kleine oplage gedrukt. Staat en revolutie kwam pas in 1918 van de pers, na de revolutie. Maar ze zullen later duizenden revolutionairen inspireren. Hoogstwaarschijnlijk heeft Lenin ze deels voor zichzelf geschreven, om zijn ideeën ideologisch op punt te stellen. Daarna kon hij overgaan tot de revolutionaire praktijk. Ook daarin zal hij onmisbaar zijn.

Bolsjewistische meerderheid in de sovjets

In de eerste week van september droegen de bolsjewieken in de sovjet van Petersburg een resolutie voor die de vorming voorstelde van een regering enkel met vertegenwoordigers van de arbeiders en boeren. Ze haalden een meerderheid van 229 stemmen, tegen 115 met 51 onthoudingen. Hieruit bleek dat veel vertegenwoordigers van de mensjewieken en de sociaalrevolutionairen voor de bolsjewieken hadden gestemd. De verraste leiding van de sovjet gaf prompt haar ontslag. Gealarmeerd door het verlies van deze posities voerden de reformistische socialisten een campagne in Isvestia, het dagblad van de sovjet. Ze beweerden dat de stemming niet representatief was en riepen alle afgevaardigden op om naar de volgende zitting van de sovjet te komen om de stemming te herroepen. De bewuste zitting op 9 september stond dus bol van de spanning: iedereen besefte het enorme belang ervan. Er waren meer dan duizend afgevaardigden aanwezig.

De voornaamste spreker voor de bolsjewieken was Trotski, zijn eerste publieke optreden sinds hij uit de gevangenis was bevrijd. Hij richtte zijn aanvallen niet zozeer naar de reformisten, maar naar Kerensky. Het was ondertussen algemeen geweten dat Kerensky op de hoogte was geweest van de samenzwering van de generaals en dat hij er alleen niet had aan deelgenomen omdat Kornilov de alleenheerschappij voor zichzelf had geëist. De uitslag van de stemming was duidelijk: voor de coalitie 414, tegen 519 en 67 onthoudingen. De nederlaag in deze stemming waarvoor ze zo hardnekkig hadden gemobiliseerd ontmoedigde de reformisten volledig. Toen hun afgevaardigde Dan op 11 september nog eens de coalitie verdedigde kreeg hij slechts 10 stemmen voor, bij 7 onthoudingen.

Overal keerde het tij ten voordele van de bolsjewieken. Op 5 september haalden ze een solide meerderheid in het congres van de sovjets in centraal Siberië. In Moskou hadden ze de meerderheid, niet alleen in de sovjet, maar ook in het soldatencomité, dat apart ervan bestond. Bij het verkiezen van het bestuur van de Moskouse sovjet veroverden de bolsjewieken 32 zetels tegen 16 mensjewieken. Bij de executieve van de soldatensovjet moesten ze de meerderheid aan de sociaalrevolutionairen laten, die haalden 26 zetels tegen 16 bolsjewieken en 9 mensjewieken. De bolsjewieken hadden ook een verpletterende meerderheid in de noordelijke gebieden rond Petersburg. In de sovjet van Kronstad hadden ze 100 afgevaardigden, tegen 75 linkse sociaalrevolutionairen, 12 mensjewistische internationalisten en 7 anarchisten. Geen enkele openlijke reformist werd in deze sovjet verkozen. De linkse sociaalrevolutionairen waren op weg om zich af te splitsen van hun partij. Hun standpunten sloten steeds dichter aan bij die van de bolsjewieken. De mensjewistische verkozenen behoorden tot de groep van Martov, die altijd een internationalistisch standpunt had aangehangen, alhoewel ze hopeloos onbeslist waren als het op actie aankwam.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van wat er over heel Rusland gebeurde. Overal werden nieuwe verkiezingen gehouden, in de sovjets, in de fabriekscomités, in de vakbonden. Overal maakten de bolsjewieken spectaculaire vooruitgang.

De enige echte machtsbasis die nog overbleef voor de reformistische socialisten was het uitvoerend comité van de Al-Russische sovjets. Dat had nog altijd de- zelfde samenstelling, waarin mensjewieken en sociaalrevolutionairen almachtig waren. Onmiddellijk na de overwinning van de bolsjewieken in Petersburg pikten ze alle bezittingen van de sovjet in: auto’s, het blad Izvestia en haar drukpers Er was voorzien dat er in september een Al-Russisch congres van de sovjets zou worden gehouden, waar een nieuw executief moest gekozen worden. Maar de leiding van het executief haalde allerlei drogredenen aan om het congres uit te stellen. “Dat zou de politieke militanten weghouden van de verkiezingscampagne voor de grondwetgevende vergadering”. Die grondwetgevende vergadering, het eeuwig argument van de reformisten: alle hervormingen moesten worden uitgesteld tot die vergadering er zich over zou uitspreken. En diezelfde grondwetgevende vergadering werd ook telkens uitgesteld tot Sint Juttemis! Tegelijkertijd publiceerde Isvestia, het dagblad van de sovjets dat in handen was van de executieve, een hoofdartikel waarin ze zichzelf in feite ophieven. De sovjets werden “tijdelijke barricades” genoemd “die zouden worden opgeruimd op het ogenblik dat “de grondwetgevende vergadering de kroon zet op een nieuwe structuur”

Als reactie op al dit gekonkel riepen de bolsjewieken een noordelijke conferentie van de sovjets samen. Daar waren de sovjets vertegenwoordigd van Petersburg en zijn voorsteden, Moskou, Kronstad, Helsinghorf en Raval. Dat kwam neer op de twee hoofdsteden, de vestingen van de zeemacht, de Baltische vloot en de garnizoenen rond Petersburg. De weinige afgevaardigden van de mensjewieken weigerden aan de stemmingen mee te doen maar waren enkel aanwezig als waarnemers. Trotski stelde de resolutie van de bolsjewieken voor en eindigde met: “Het uur is gekomen waarin het probleem van de centrale regering enkel kan opgelost worden als alle sovjets unaniem en resoluut het heft in handen nemen”. Deze bijna openlijke oproep tot opstand werd goedgekeurd met alle stemmen behoudens drie onthoudingen. Het executief comité antwoordde dat zij dit slechts beschouwde als een privé-bijeenkomst van de bolsjewieken.

Het werd echter een vloedgolf die niet meer te stoppen was. Overal in het land hielden lokale sovjets vergaderingen waarin ze de afgevaardigden verkozen voor het Al-Russische congres. Tegelijkertijd stemden ze moties die de verdaging van het congres afwezen en die eisten dat dit congres alle regeringsmacht naar zich toe zou trekken. Bijna altijd hadden de bolsjewieken een grote meerderheid. Enkel de sociaalrevolutionairen haalden nog enige stemmen, maar hun afgevaardigden waren bijna allemaal linkse sociaalrevolutionairen, die openlijk de bolsjewieken steunden. De mensjewieken werden verpulverd.

De leiders van de executieve durfden het niet aan om hun sabotage tot het einde door te zetten. Ze maakten nu een bocht van 180 graden en deden een oproep naar alle sovjets om afgevaardigden te kiezen en er voor te zorgen dat de bolsjewieken geen meerderheid kregen. De datum voor het congres schoven ze vooruit naar 25 oktober.

Verdere desintegratie van het land

In de Juli-dagen had de regering en ook de sovjet ronduit de kant van de reactie gekozen. In augustus hadden de bolsjewieken, op aansturen van Lenin daaruit het besluit getrokken dat een vreedzame machtsovername niet langer mogelijk was en dat ze zich moesten voorbereiden op een gewapende opstand. Maar de overwinning op Kornilov veranderde de situatie opnieuw. Een laatste keer deden de bolsjewieken een oproep naar de leiding van de sovjet voor een vreedzame machtsoverdracht. Ontsla de kapitalistische ministers! Vorm een regering die enkel socialistische ministers bevat en steunt op de sovjets! Ditmaal sloegen deze slogans zelfs goed aan bij de mensjewieken en de sociaalrevolutionairen. Ook bij de mensjewieken was er een groeiende splitsing tussen een linker- en rechtervleugel. Eerste minister Kerensky had alle moeite van de wereld om zijn eigen aanhangers in het gareel te krijgen. Hij slaagde hij er enkel in met een combinatie van bureaucratische en pseudo-democratische maneuvers. Zo’n pseudo-democratisch maneuver was de bijeenroeping van een “democratische conventie” op 1 september in Moskou. Daarin probeerden de verzoeningsgezinden een basis te creëren voor zichzelf. Dit door een groot aantal afgevaardigden toe te kennen aan de coöperatieven, de enige arbeidersorganisaties waarin de bolsjewieken zwak stonden. Zelfs in die vergadering werd slechts met veel inspanning en door veel bureaucratische maneuvers een meerderheid gevonden voor de vorming van een nieuwe coalitie met de Cadetten. Onmiddellijk werd duidelijk dat de nieuwe regering Kerensky nog meer dan de vorige aan de leiband liep van de diplomaten van de geallieerden en geen enkele oplossing bood voor de nijpende problemen. De laatste kans op een vreedzame revolutie was verloren. En de problemen stapelden zich inderdaad in een hoog tempo op.

Vooreerst de militaire dreiging. De Duitse troepen hadden net Riga in Letland ingenomen. Dit was een zwaar verlies voor de revolutie, want Riga was een revolutionaire broeihaard, op dezelfde schaal als Petersburg. Bovendien lag van daaruit de weg naar Petersburg wijd open. De troepen van de Baltische vloot, ook zo’n bolwerk van de revolutie hadden nog maar pas zware verliezen geleden tegenover een grote Duitse overmacht. Dat waren degenen die Petersburg langs de noordflank verdedigden en de matrozen, waar de bolsjewieken al geruime tijd een meerderheid hadden, zonden een duidelijke boodschap naar Petersburg: gooi die kapitalisten uit de regering, wij hebben een socialistische regering nodig die ons steunt. Bij de burgerij groeide de overtuiging dat een militaire nederlaag, ondanks alles te verkiezen was boven een overwinning van de bolsjewieken.

Een bijkomend bewijs is een interview dat Radzianko, de voorzitter van de staatsduma gaf aan een liberale krant in Moskou. Gevraagd wat hij dacht over de militaire dreiging voor Petersburg antwoordde hij: “Ik zeg bij mezelf, God helpe haar, God helpe Petersburg;” Toen de journalist vroeg of hij niet bang was dat de centrale instellingen (waaronder de sovjets) vernietigd zouden worden: “Ik zou zeer verheugd zijn indien deze instellingen verpletterd zouden worden, want zij hebben Rusland niets dan kwaad gebracht.” De journalist drong verder aan en stelde dat dit onvermijdelijk ook de vernietiging van de Baltische vloot zou meebrengen. Antwoord daarop: “die schepen zijn toch volledig verziekt”.

Op het platteland namen de boerenopstanden hand over hand toe, niet alleen in aantal maar ook in intensiteit. Even acuut was het probleem van de nationaliteiten. Het tsarenrijk was altijd een “gevangenis van nationaliteiten” geweest waar de Grootrussen alle macht hadden. Het Russisch was de enige erkende taal. De bolsjewieken waren de enigen die een effectief programma hadden voor het nationaliteitenprobleem. Zij waren voor de absolute gelijkheid van de verschillende talen, gelijke rechten voor alle nationaliteiten en het recht op afscheiding. Bewegingen naar afscheiding ontstonden eerst in Finland en Oekraïne. Zoals gewoonlijk reageerde de regering erop met dreiging en machteloosheid. Er volgden – met verschillende motieven, de ene progressief de andere reactionair – nog afscheidingsbewegingen in alle delen van het grote rijk. In Georgië waren de mensjewieken altijd in de meerderheid geweest en hadden ze de eenheid van Rusland verdedigd. Maar toen de invloed van de bolsjewieken in de rest van het land groeide kozen zij de weg van het separatisme en gingen in coalitie met de conservatieve krachten in Georgië. In Wit-Rusland daarentegen vonden de onderdrukte boeren de weg naar de bolsjewieken.

Dit alles maakte dat talmen geen optie meer was. Er moesten knopen doorgehakt worden.

Het militair revolutionair comité

Op 26 september dienden de mensjewieken een motie in bij de sovjet van Petersburg om een “Revolutionair verdedigingscomité” op te richten. De taak ervan zou zijn om de verdediging van Petersburg te organiseren, met de actieve participatie van de arbeiders. Waarschijnlijk deden ze dat om het patriotisme van de bevolking op te kloppen gezien de dreiging van de Duitse troepen. De mensjewieken waren buitengewoon verwonderd dat de bolsjewieken dat voorstel aanvaardden. Dit comité kreeg de opdracht om alle data te verzamelen die nodig waren om de verdediging van de hoofdstad te verzekeren. Dat was een belangrijke stap voorwaarts. Reeds enige tijd dreigde de generale staf de troepen van het Petersburg garnizoen naar het front te sturen. Veeleer dan een militaire reden hadden zij daarmee de bedoeling om de revolutie te verzwakken, door de geradicaliseerde troepen van Petersburg de dood in te jagen in een hopeloos gevecht met de Duitsers. Door het probleem van de verdediging van de hoofdstad in handen te nemen kon de sovjet nu zelf beslissen over dergelijke levensbelangrijke vraagstukken. Of de troepen verplaatst werden en in welke richting, daarvoor aanvaardden ze niet langer de bevelen van de generale staf of de voorlopige regering.

De bolsjewieken, die nu in de meerderheid waren in de sovjet hadden nog een andere reden om dit project van de mensjewieken met twee handen aan te nemen. Reeds enige tijd hadden ze gediscussieerd over de noodzaak om een orgaan van de sovjet op te richten dat in staat zou zijn de komende opstand te organiseren. In het militaire detachement van de partij hadden zij zelfs al plannen opgesteld hoe een dergelijk orgaan er zou moeten uitzien. De enige moeilijkheid was dat ze eerst niet begrepen hoe een orgaan dat de opstand moest voorbereiden te verzoenen was met een openbaar en verkozen orgaan als de sovjets, waarin ook vijandige partijen zetelden. Het patriottische voorstel van de mensjewieken kwam hen dus uitstekend uit en kwam net op tijd om een revolutionair hoofdkwartier te creëren, dat al vlug herdoopt zou worden tot “militair revolutionair comité” en dat de revolutie zou leiden.

Lenin in vermommingLenin in vermommingDe volgende dag, 10 oktober kwam het centraal comité van de bolsjewieken in geheime zitting bijeen. Er werd een resolutie van Lenin aanvaard die een gewapende opstand als praktische taak stelde voor de volgende dagen. Dit kwam niet uit de lucht vallen. Gedurende de tweede helft van september en in oktober had Lenin – nog steeds ondergedoken in Finland – het centraal comité bestookt met brieven om dringend het getalm te staken en de gewapende opstand voor te bereiden. In eerste instantie waren die brieven op ongeloof gestoten. Hetzelfde verhaal als toen Lenin zijn aprilstellingen verdedigde. Zijn tegenstanders waren opnieuw in de eerste plaats Kamenev, bijgestaan door Zinoviev. Stalin hield zich ditmaal op de vlakte. Er bestaat geen enkel document waaruit blijkt dat Stalin in de cruciale maanden september en oktober tussengekomen is, hetzij mondeling of schriftelijk. Trotski besluit hieruit dat dit ook niet gebeurd is. Want was er ook maar het minste papiertje geweest dat een bewijs zou zijn voor Stalin’s rol in Oktober, dan zou dat in de latere personencultus opgeblazen zijn tot gigantische proporties. Ook ditmaal waren het de gewone militanten die de doorslag gaven, niet de leden van het centraal comité. John Reed vertelt hoe een gewone arbeider ongezouten zijn mening kwam geven: “Ik spreek voor het proletariaat van Petersburg. Wij zijn voor een opstand. Doe wat jullie niet laten kunnen, maar als jullie toelaten dat de sovjets vernietigd worden dan houden wij het voor bekeken met jullie”. Op 21 oktober hield de bolsjewistische leiding een andere historische vergadering achter gesloten deuren. Dit keer was Lenin zelf aanwezig. Hij had in vermomming de reis vanuit Finland gemaakt. De komende vergadering van de Al-Russische sovjets moest de macht overnemen van de voorlopige regering. Daar was iedereen het over eens. Maar wachten tot een stemming om een revolutie te voeren is onzin. Het zou alleen de tegenstander in de kaart spelen.

De opstand moest voordien gebeuren, zodat aan het congres van de sovjets kon gezegd worden: hier is de macht, gebruik hem. Er werd gediscussieerd over de datum. 24 oktober zou te vroeg zijn: dan waren nog niet alle afgevaardigden aangekomen. 26 oktober was te laat: dan zouden de vergaderingen al begonnen zijn. Dus werd overeengekomen dat de opstand op 25 oktober zou plaatsvinden, de startdag van het sovjetcongres. De beslissing werd bij meerderheid genomen maar er was zeker geen unanimiteit. Sinds augustus hadden Kamenev en Zinoviev actief oppositie gevoerd. Nu zij in de minderheid werden gesteld lieten ze een verklaring verschijnen in het blad van Gorky[20] – in een publicatie die niet van de bolsjewieken was. “Niet alleen Zinoviev en ik, maar ook een aantal kameraden uit de praktijk,” schreef Kamenev “denken dat het initiatief nemen tot een gewapende opstand op het huidige ogenblik, met de gegeven verhouding van sociale krachten, onafhankelijk van en enkele dagen voor het congres van de sovjets, een onvergeeflijke stap zou zijn, bovendien ruïneus voor het proletariaat en de revolutie” Dat was een open breuk met het centraal comité, bovendien verklapte het de plannen aan de tegenstander. Lenin was ziedend en vroeg hun uitsluiting uit de partij. Er waren die dagen echter zoveel andere belangrijke taken om de partijorganisaties voor te bereiden op de opstand dat het er in realiteit niet van kwam.

Revolutie of putsch?

De Oktoberrevolutie werd dus intensief voorbereid. De tegenstanders stellen ze voor als een staatsgreep, een samenzwering uitgevoerd door een kleine minderheid achter de rug van een grote meerderheid. De voorlopige regering zou dan de uitdrukking moeten geweest zijn van de democratische meerderheid. Uit het voorgaande zal al wel gebleken zijn welke onzin dit is. Veel geloofwaardigheid had de voorlopige regering, in tegenstelling tot de sovjets, nooit gehad. In de acht lange maanden van revolutie had ze geen enkele van haar doelstellingen gehaald. Er was geen vrede (en zeker geen militaire overwinning), er was nog zelfs geen begin van oplossing voor de boeren, de grondwetgevende vergadering was niet bijeengebracht en de situatie van de economie was rampzalig. De haat tegen de regering van Kerensky was algemeen bij arbeiders, boeren en soldaten. De enige manier waarop ze had kunnen overleven was in de vorm van een militaire dictatuur. De bolsjewieken daarentegen werden overal een meerderheidspartij, zeker bij de arbeiders. Maar ook die steun zou niet blijvend geweest zijn indien er niet dringend iets gedaan werd aan de vele problemen van Rusland. De toestand was zo dramatisch dat er geen plaats meer was voor uitstel. De bezittende klassen waren trouwens ook aan het radicaliseren. Ook zij hielden het voor bekeken met de voorlopige regering. Om de bolsjewieken tegen te houden zagen zij slechts twee opties: een militaire dictatuur of het aan de Duitsers overlaten om dit vuile werk op te knappen. John Reed vertelt dat hij de vraag stelde toen hij ging eten bij een burgerlijke familie: “Wie verkiezen jullie: Lenin of de Duitse keizer Wilhelm?” Met een meerderheid van tien tegen één werd voor Wilhelm gekozen. Elke revolutie kent dergelijke fase, waar het een kwestie van dagen is voor de balans doorslaat in de ene of de andere richting: geslaagde revolutie of contrarevolutie, meestal in de vorm van militaire dictatuur.

Trotski legt in zijn Russische Revolutie uit wat de verhouding is van revolutie en samenzwering. De twee zijn niet noodzakelijk elkaars tegengestelde. In elke revolutie is er wel sprake van beiden. Er zijn revoluties waarin het spontane element overheerst: de februari-revolutie was een voorbeeld daarvan. Maar precies daarom kwam ze niet tot haar logische conclusie en voelden degenen die de revolutie gemaakt hadden de macht uit hun handen glippen. Dit keer zal de opstand een veel meer georganiseerd karakter krijgen. Daardoor zal ze bloedvergieten vermijden en tegelijkertijd een oplossing bieden voor de meest dringende problemen. Was de Oktoberrevolutie dan toch een putsch? Om daarop te antwoorden is het nodig precies te bepalen wat een putsch is. Een putsch betekent dat een beperkte gewapende groep de staatsmacht probeert te veroveren, over de hoofden heen van de bevolking. Meestal zijn putschen geen lang leven beschoren en worden zij vlug gevolgd door tegenputschen. Iets dergelijks hebben we de laatste tientallen jaren meegemaakt in verschillende Afrikaanse landen. Nog langer geleden was het schering en inslag in Zuid-Amerika. Een revolutie daarentegen is een ingrijpende gebeurtenis, die alle lagen van de maatschappij beroert. Dit is een politieke definitie en geen technische. Wat schijnt te beginnen als een putsch kan veranderen in revolutie. Een goed voorbeeld was de “Anjerrevolutie” in 1974 in Portugal. Technisch gesproken begon die als een putsch van een beperkt aantal lagere officieren die met troepen en tanks de hoofdstad Lissabon innamen op 25 april 1974. Maar de volgende dag werd het al revolutie toen arbeiders de gevangenissen van de geheime politie bestormden en alle politieke gevangenen bevrijdden. De revolutie ontplooide zich helemaal toen 6 dagen later, op 1 mei één miljoen mensen betoogden in de hoofdstad. De Portugese revolutie zou alle klassieke fasen van een revolutie doorlopen, maar uiteindelijk mislukken.

Het overtuigen van de troepen

In de nacht van 22 op 23 oktober wordt aan de militaire commandant van Petersburg de eis overgemaakt dat iedere militaire beslissing aan het militair revolutionair comité (in het vervolg afgekort MRC) moet worden overgemaakt. De stadscommandant weigert, maar het MRC blijft zijn aanspraak handhaven. Zo wordt de vraag openlijk gesteld wie de macht heeft over de troepen. Het werd duidelijk dat de bestaande autoriteiten die macht verloren hadden. Petersburg was in die dagen volgeplakt met plakkaten waarop tegengestelde boodschappen stonden. Kolonel Polkovnikov, de militaire commandant van Petersburg riep de soldaten van het garnizoen op om zich ten dienste te stellen van hun officieren en enkel bevelen te aanvaarden van de bestaande diensten van regering en stadsbestuur. Hij beval ook dat alle indringers die de kazernes binnenkwamen moesten gearresteerd worden. Er werd echter geen enkel gevolg aan gegeven. De voorlopige regering trekt zich terug in het winterpaleis, waar het slechts beschikte over 2000 troepen, voornamelijk Junkers, leerlingen van de militaire scholen.

Het hoofdkwartier van de bolsjewieken en van de revolutie is het Smolny, de voormalige meisjeskostschool. Het is er een komen en gaan van duizenden arbeiders en soldaten. De bolsjewistische agitatoren worden naar alle kazernes gestuurd om de troepen te vragen enkel bevelen van het MRC te aanvaarden. De meesten doen dat onmiddellijk, sommigen niet. Dat was o.a. het geval met het garnizoen van de Peter en Paulus vesting. Dit garnizoen nam een belangrijke strategische positie in, want van daaruit konden alle stadsdelen onder kanonvuur genomen worden. Tevens bevatte deze vesting een reusachtig wapenarsenaal. Trotski slaagde erin (op 24 oktober) de zaak door politieke agitatie op te lossen: hij begaf zich naar de versterking, hield een toespraak en won de manschappen voor de revolutie. Ongeveer hetzelfde herhaalde zich in de namiddag. De gemotoriseerde brigade van de Peter en Paulvesting, een afdeling die niet had deelgenomen aan de meeting met Trotski, was aan de zijde van de voorlopige regering gebleven en stond op het punt het Winterpaleis te verdedigen. Een nieuwe toespraak van Trotski volstond om ook deze groep te doen overgaan naar het kamp van de revolutie. Zo werd de Oktoberrevolutie gewonnen: 95% door toespraken en stemmingen, 5% door wapengeweld.

De voorlopige regering maakte dan de blunder om zelf de vijandelijkheden te beginnen. Ze besliste op de 23e om gerechtelijke stappen te zetten tegen het MRC, de dagbladen van de bolsjewieken te sluiten omdat ze tot opstand opriepen en betrouwbare troepen te laten overkomen vanuit de omringende gebieden en van het front. De pantserkruiser Aurora, die in de Neva lag en waarvan de bemanning zeer revolutionair was, kreeg de opdracht Petersburg te verlaten en de rest van de vloot te vervoegen. In de morgen van de volgende dag werden twee kranten van de bolsjewieken inderdaad bezet door Junkers. Ze haalden ook de bruggen van de Neva omhoog, met de bedoeling de arbeiderswijken te isoleren van het centrum van Petersburg. Maar de troepen uit het front weigerden de bevelen op te volgen. De matrozen van de Aurora namen onmiddellijk contact op met het Smolny en vroegen om instructies. Het MRC antwoordde dat ze in de Neva moesten blijven en zich klaar houden om zich te verdedigen tegen de contrarevolutie. Troepen loyaal aan het MRC bevrijden de drukpersen van de bolsjewistische kranten en arresteren de Junkers. De kranten worden met wat vertraging toch gedrukt. De bemanning van de Aurora gaat aan land, arresteert de Junkers en haalt de bruggen opnieuw op. Dat alles gebeurt zonder dat er een schot valt. Veeleer dan een dreiging was het offensief van de regering een godsgeschenk voor de revolutionairen. Het gaf hen de mogelijkheid alles als een defensieve operatie voor te stellen. Zij zullen dat volhouden tot vlak voor de eigenlijke opstand. Pas in de nacht van 24 op 25 oktober gaan de bolsjewieken over tot de aanval met het samengaan van de betrouwbaarste regimenten en de rode gardes en de arbeidersmilities die op dat ogenblik 20.000 man sterk zijn in Petersburg. Een reeks gebouwen van strategische belang worden bezet: de stations, het centrale postgebouw, de telefooncentrale, de staatsbank, de elektriciteitsmaatschappij. Dat verloopt zonder gevechten, zonder bloedvergieten. Het geeft eerder de indruk van een aflossing van de wacht dan van een opstand.

De volgende proclamatie wordt massaal uitgehangen:

AAN ALLE INWONERS VAN RUSLAND

De voorlopige regering is afgezet. De staatsmacht is overgegaan in de handen van het militair revolutionair comité, orgaan van de Petersburgse sovjet van arbeiders en soldaten dat aan het hoofd staat van het proletariaat van Petersburg en van het garnizoen.

De doelstellingen waarvoor het volk heeft gevochten: onmiddellijk een democratische vrede voorstellen, afschaffen van het recht op grootgrondbezit, arbeiderscontrole in de productie, stichting van een regering van de sovjets zijn nu verzekerd.

LANG LEVE DE REVOLUTIE VAN ARBEIDERS, SOLDATEN EN BOEREN

Het militair revolutionair comité

De afgevaardigden van de sovjet van arbeiders en soldaten van Petersburg

Eigenlijk was dat voorbarig, want de Voorlopige Regering was er nog steeds. Zeker, het Winterpaleis was omsingeld. Maar zo waterdicht was de bewaking nu ook niet, vermits Kerensky er rond de middag in slaagde, het paleis in een wagen van de Amerikaanse ambassade te verlaten. Hij liet de rest van de regering in de steek, die vruchteloos probeerde versterking op te roepen. Ze waren in gezelschap van een hele reeks generaals en andere hogere officieren, op de vlucht voor hun eigen troepen. Maar ook de revolutionaire troepen, in een verpletterende meerderheid, zowel qua mankracht als vuurkracht, bleven aarzelen en stapelden de ene blunder op de andere.

Het Sovjetcongres

Bevrijd van de intellectuelen, die van het ene compromis in het andere sukkelden, hebben de lokale sovjets meestal arbeiders en soldaten naar het congres gezonden. De meerderheid van de aanwezigen de avond van 25 oktober in het Smolny zijn geen grote namen, maar mannen en vrouwen die zichzelf in de actie bewezen hebben en zo het vertrouwen kregen in hun thuisbasis. Vanuit het leger zijn het bijna uitsluitend gewone soldaten. De meeste aanwezigen zijn slechts tijdens de revolutie politiek actief geworden. Ze zijn gevormd gedurende deze intensieve acht maanden. Hun theoretische kennis is beperkt, maar wat zij kennen, kennen ze goed. Hun uiterlijk verraadt hun sociale afkomst. De sterren en strepen van de officieren, de monocles en de stropdassen van de intellectuelen die op het eerste congres nog volop aanwezig waren zijn bijna volledig verdwenen. Een grijze kleur domineert, zowel in de kledij als op de gezichten. Alle klederen waren tot op de draad versleten gedurende de oorlog: veel arbeiders hadden soldatenkledij buitgemaakt. In het bijzonder de afgevaardigden van het front maken een vervaarlijke indruk met hun gezichten die al lang niet meer gewassen of geschoren zijn. Voor de eerste maal heeft het proletariaat een vertegenwoordiging gezonden die een eerlijke weerspiegeling is van haar samenstelling.

De statistieken van dit congres zijn zeer onvolledig. Boekhouding is niet de eerste bekommernis van revolutionairen. Verslagen zijn verloren gegaan. Bij de opening zijn er 650 afgevaardigden met stemrecht. Daarvan zullen er 390 voor de bolsjewieken stemmen. Dat zijn zeker niet allemaal leden van de partij. Vele afgevaardigden die twijfelend waren toegekomen worden overtuigd in de rood-hete atmosfeer van Petersburg.

Er wordt een officieuze peiling gedaan naar de opinies van de afgevaardigden. 505 sovjets blijken voorstander te zijn van de overdracht van alle macht aan de sovjets. 55 zijn voor een coalitie, zoals de bestaande voorlopige regering, 21 zijn voor een coalitie, maar zonder de Cadetten. Gedurende heel de dag worden fractievergaderingen gehouden. Bij de bolsjewieken is de fractie onvolledig. Enkel degenen die geen militaire taken hebben zijn aanwezig, maar de eensgezindheid is groot. Bij de sociaalrevolutionairen grijpt een splitsing plaats. De rechtervleugel stelt voor om het congres te verlaten, maar dit wordt afgekeurd met 92 tegen 60. Bij de mensjewieken zijn er zo veel verschillende opinies dat ze steeds weer om uitstel vragen voor de vergadering kan beginnen. De bolsjewieken komt dit ook niet slecht uit want het winterpaleis is nog altijd niet ingenomen. Pas om 9 uur ’s avonds kan het congres geopend worden. Er wordt een presidium gekozen bestaande uit 14 bolsjewieken, 7 sociaalrevolutionairen, 3 mensjewieken en één Internationalist. Het is typerend voor de politieke zeden bij de bolsjewieken dat hun kandidaten niet alleen de evidente leiders bevatten zoals Lenin en Trotski, maar ook al degenen die zich vooraf hadden uitgesproken tegen een opstand: Zinoviev, Kamenev, Nogin, Rykov, Lunacharsky, Riazanov.

Kamenev zit de eerste zitting voor. Er zijn drie agendapunten zegt hij: de samenstelling van een regering, oorlog en vrede en de grondwetgevende vergadering. Maar die eerste dag komen ze niet toe aan een echte discussie. Eén na een nemen afgevaardigden van de rechtse mensjewieken en sociaalrevolutionairen het woord om de opstand te veroordelen. Compromisvoorstellen helpen niet. Deze krampachtige reformisten, die voordien de meest oneerbare samenwerkingen gesloten hebben met de kapitalisten weigeren alle compromissen met het proletariaat. In blok verlaten zij de vergadering onder het gejoel van de aanwezigen. Zij zijn ervan overtuigd dat de bolsjewieken geen drie dagen de macht in handen zullen houden en kunnen zich niet vlug genoeg uit de voeten maken. De linkse sociaalrevolutionairen blijven in het congres. Degenen die vertrekken – een kleine minderheid van het congres- begeven zich in stoet naar het winterpaleis. Ze zullen er nooit aankomen, want onderweg worden zij door soldaten tegengehouden.

Om twee uur ’s nachts wordt het winterpaleis eindelijk ingenomen. Een echte bestorming is niet meer nodig. De verdediging brokkelt stelselmatig af. Alles gebeurt met een minimum aan bloedvergieten. De leden van de voorlopige regering worden gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in de Peter en Paul vestiging. De bolsjewieken beschermen hen onderweg tegen de woedende soldaten, die niets liever willen dan hen ter plaatse executeren. Maar de revolutie moet waardig en gedisciplineerd zijn! Aan de uitgangen van het winterpaleis worden wachtposten gezet die iedereen die buitengaat controleren, zodat er geen plunderingen gebeuren. De Junkers en de andere troepen die het winterpaleis verdedigd hebben worden op hun erewoord vrijgelaten mits de belofte dat ze de wapens niet opnemen tegen de revolutie. Er zijn er weinigen die hun woord zullen houden.

De tweede dag van het sovjetcongres worden onmiddellijk de voornaamste resoluties gestemd. Lenin, voor het eerst weer in het openbaar, wordt op een stromachtig applaus onthaald. Hij begint als steeds kernachtig met: “Nu gaan we over tot de stichting van socialistische orde”. Maar ook kenmerkend voor Lenin: direct plaats hij deze revolutie in een internationaal kader: “Wij zullen geholpen worden door de wereldwijde beweging van de arbeidersklasse, die zich al aan het ontwikkelen is in Italië, Groot Brittannië en Duitsland” Hij eindigt met “Leve de socialistische wereldrevolutie”. Hij stelt de resolutie over vrede voor:

  • het voorstel aan de oorlogvoerende regeringen om direct en minstens voor de tijd van drie maanden een wapenstilstand af te sluiten en vredesonderhandelingen aan te gaan;
  • een oproep tot de volkeren en de regeringen om een democratische vrede (zonder annexaties en zonder herstelbetalingen) te vestigen;
  • de afschaffing van de geheime diplomatie en (in toepassing daarvan) het besluit alle geheime verdragen van het tsaristische Rusland te publiceren.

Zo kwam de gehele wereld te weten dat een Brit en een Fransman, Sykes en Picot, in naam van hun imperialistische regeringen het Midden-Oosten onder elkaar hadden verdeeld. Deze openbaarmaking lokte de verontwaardiging en razernij uit van de grootmachten maar zorgde voor een enorme sympathie bij de koloniale massa’s.

Daarna werd de resolutie over de grond gestemd:

Het privé-eigendom van het land werd afgeschaft. Het land mocht noch verkocht, noch gekocht of gehypothekeerd worden. De grond en de ondergrond (ertsen, olie, steenkool) werden staatseigendom. Het grootgrondbezit wordt onmiddellijk opgeheven, zonder enige schadeloosstelling. De landeigendommen van de landadel, de keizerlijke schenkingen, de kloosters en de kerk, inbegrepen al hun goederen en vee worden overgedragen aan de plattelandscomités en de landelijke sovjets die er het beheer van overnemen in afwachting van de grondwetgevende vergadering. De kleine boeren en kozakken worden beschermd tegen onteigening. Het decreet voorzag niet in de opdeling van de grote eigendommen in kleinere percelen maar in de collectieve uitbating ervan. Alhoewel het privé-eigendom van het land werd afgeschaft bleef de productie in essentie privé. De boeren die land huurden van de staat produceerden om te verkopen voor de markt. De praktische instructies, al in augustus goedgekeurd door het congres van de landelijke afgevaardigden, worden aan de resolutie toegevoegd.

Nu moest een revolutionaire regering gevormd worden. De rechtervleugels van de mensjewieken en de sociaalrevolutionairen hadden het congres al verlaten. De linkervleugel van beide organisaties die nog aanwezig was op het congres werd uitgenodigd om toe treden tot de regering, maar ging daar niet op in. De linkse sociaalrevolutionairen stelden dat zij akkoord gingen met de grote meerderheid van de beslissingen. Ze zullen die ook steunen, maar ze willen de handen vrijhouden om een brede coalitie mogelijk te maken met de andere democratische partijen die het congres hadden verlaten.

raad volkscommissarissenDe raad van volkscommissarissenEr wordt een homogeen bolsjewistische regering gevormd. De leden ervan willen niet weten van de verbrande term minister, ze noemen zich volkscommissaris. Lenin wordt het hoofd van de regering, zonder portefeuille. Trotski krijgt buitenlandse zaken, Rykov binnenlandse zaken, Miliutin landbouw, Kollontai welzijn, Lunacharsky onderwijs, Stalin nationaliteiten. De functie van volkscommissaris van communicatie wordt nog niet toegekend: de deur wordt opengelaten voor een compromis met de organisaties van de spoorwegarbeiders. In totaal zijn er 15 commissarissen, vier arbeiders en 11 intellectuelen. Allen hebben jaren van gevangenschap, verbanning en emigratie achter zich. De controle op de regering gebeurt door het congres van de sovjets en door het uitvoerend comité daarvan. Kamenev en Zinoviev maken geen deel uit van de raad van volkscommissarissen. Kamenev wordt voorzitter van het uitvoerend comité van de sovjets, Zinoviev uitgever van Izvestia, het blad van de sovjets. Het centraal uitvoerend comité van de sovjets telt 62 bolsjewieken, 29 linkse sociaalrevolutionairen en 10 linkse mensjewieken.

Al van de tweede dag beslist het sovjetcongres over twee fundamentele vraagstukken: landhervorming en vrede. Het waren bovendien punten waar bijna iedereen het over eens was. Maar gedurende acht maanden had men de goedkeuring ervan op de lange baan geschoven om de coalitie met de liberalen niet in gevaar te brengen. De resolutie over de grond kwam rechtsreeks uit het programma van de sociaalrevolutionairen.

De tegenstanders van Oktober

De dag nadien werd heel het land, maar Petersburg in het bijzonder overspoeld met proclamaties van alle kanten. Het sovjetcongres en het MRC eisten dat Kornilov naar Petersburg werd gebracht (hij zou echter ontsnappen). Leden van de boerencomités die gevangen zaten moesten in vrijheid worden gesteld. De doodstraf werd afgeschaft bij de troepen. Staatbedienden kregen de opdracht hun werk verder te zetten. Er zouden strenge straffen komen voor de overtreders. Op elke vorm van plundering of speculatie stond de dood. De legerafdelingen overal in het land werden opgeroepen om militaire revolutionaire comités te vormen. De spoorwegarbeiders werd opgedragen de orde te bewaren, in het bijzonder de levering van voedsel naar de steden en het front te blijven verzekeren. In ruil zouden ze vertegenwoordigd worden in het volkscommissariaat voor communicatie.

De meerderheid van de plakkaten en de kranten brachten een scherpe veroordeling van de opstand. In het Mariinsky theater, waar de stedelijke doema van Petersburg zitting heeft, is een “comité van publieke redding” opgericht. Dit is hun proclamatie:

AAN DE BURGERS VAN DE RUSSISCHE REPUBLIEK!

Tegen de wil in van de revolutionaire massa’s hebben de bolsjewieken van Petersburg op 25 oktober een deel van de voorlopige regering gearresteerd, de vergadering van de raad van de republiek uiteengedreven en een illegaal bestuur ingesteld. Zo een geweldpleging tegenover de regering van het revolutionaire Rusland op het ogenblik dat het bloot staat aan het grootste extern gevaar is een onbeschrijflijke misdaad tegenover het vaderland.

De opstand van de bolsjewieken deelt een dodelijke slag uit aan de nationale landsverdediging en schuift de kans op vrede, die we allemaal zo graag willen verder voor zich uit.

De burgeroorlog die de bolsjewieken begonnen dreigt het land uit te leveren aan de verschrikkingen van anarchie en contrarevolutie. Ze dreigt tot de mislukking te leiden van de grondwetgevende vergadering, die de vestiging van de republiek moet bekrachtigen en aan het volk voor eeuwig het recht op land te verzekeren. Om de continuïteit van de enige legale vorm van regering te bewaren heeft het comité voor de redding van het land en de revolutie, samengesteld in de nacht van 24 oktober, het initiatief genomen tot de vorming van een nieuwe voorlopige regering. Die regering zal, zich baserend op krachten van de democratie, het land begeleiden naar de oprichting van de grondwetgevende vergadering en het zo behoeden van anarchie en contrarevolutie. Het comité van redding bezweert u, burgers om te weigeren de macht van het geweld te erkennen.

Gehoorzaam hun bevelen niet!

Sta op ter verdediging van het land en de revolutie!

Steun het comité van de redding!

Dit werd ondertekend door:

De raad van de Russische republiek, de stadsdoema van Petersburg, het uitvoerend comité van de al-Russische sovjet (eerste congres), het uitvoerend comité van de boeren-sovjets en vanuit het sovjetcongres zelf de fracties van de sociaalrevolutionairen, mensjewieken, volkssocialisten, verenigde sociaaldemocraten en de groep “Yedinstvo.”

Voorwaar een indrukwekkende opsomming, maar niet helemaal waarheidsgetrouw. De fracties van de mensjewieken en sociaaldemocraten waren immers gesplitst: de linkervleugel was in het Smolny gebleven. John Reed, die in die dagen bij werkelijk alle belangrijke gebeurtenissen aanwezig was, geeft een ongelooflijk boeiende beschrijving van de sfeer in de Alexander zaal van het gebouw van de doema, waar het comité zitting heeft. Het was een complete cultuurschok nadat hij uit het Smolny kwam. Geen of nauwelijks arbeiders of soldaten hier. Iedereen is goed gekleed, goed gevoed. De aanwezigen zijn woedend, verketteren de bolsjewieken, maar zijn nog vol vertrouwen in een gunstige afloop voor zichzelf. De bolsjewieken denken dat ze de wet kunnen spellen aan de intelligentsia. We zullen ze eens wat laten zien! Maar het is ook duidelijk uit hun proclamatie dat dit comité niet anders durft dan zich te hullen in de retoriek van de revolutie en het voor te stellen alsof de bolsjewieken de verworvenheden ervan in gevaar brachten. Dat de bolsjewieken net de beslissingen hadden genomen waar zij zelf, ondanks heel veel beloften en gepalaver, gedurende acht maanden niet aan toe gekomen waren is een detail dat niet wordt besproken. Reed geeft nog veel voorbeelden, ook van op de straat van de enorme kloof die gegroeid is tussen de welgestelde burgers en de gewone arbeiders en soldaten. Enkel de laatsten steunen de bolsjewieken. Zoals gewoonlijk denken de kapitalisten, de ondernemers, de rechtse en de reformistische politici dat zij de maatschappij zijn, dat het onmogelijk is het land te besturen zonder hen. Dat gevoelen dragen zij over op een groot deel van de middenklassen. Eén voorbeeldje maar uit “Ten days that shook the world”[21], John Reed vertelt:

We begaven ons uit het station naar de stad. Aan de deur van het station stonden twee soldaten op wacht met geweer en bajonet. Ze waren omringd door een honderdtal zakenmensen, overheidsambtenaren en studenten die hen aanvielen met gepassioneerde argumenten en slagzinnen. De soldaten gedroegen zich ongemakkelijk en gekwetst, zoals kinderen die onterecht berispt worden. Een lange jongeman, met een verwaand uiterlijk en gekleed in het uniform van een student leidde de aanval. “Jij beseft wel, veronderstel ik,” zei hij onbeschaamd “dat door de wapens op te nemen tegen jouw broeders, jullie zich de medeplichtigen maken van moordenaars en verraders?”

“Nee broeder” antwoordde de soldaat ernstig, je begrijpt het niet “Er zijn twee klassen, weet je wel, het proletariaat en de bourgeoisie. Wij ..”

“Oh ik ken die dwaze praat” onderbrak de student hem ruw “een troep onwetende boeren als jij horen iemand enkele slogans brullen. Jullie verstaan niet wat ze betekenen. Jullie herhalen ze enkel als papegaaien.” De menigte schoot in een lach. “Ik ben een marxistische student. En ik zeg u dat het niet socialisme is waar u voor het vechten bent, maar openlijke pro-Duitse anarchie!”

“Ja, ik begrijp u wel” antwoordde de soldaat, terwijl het zweet van zijn voorhoofd droop “u bent een geleerd man, dat kan ik gemakkelijk zien en ik ben maar een eenvoudig man. Maar het komt mij voor ..”

“Ik veronderstel,” onderbrak de ander hem minachtend “dat je gelooft dat Lenin een echte vriend van het proletariaat is?”

“Ja dat doe ik” antwoordde de soldaat, met een pijnlijke trek op zijn gezicht

“Wel, mijn vriend weet je dat Lenin door Duitsland werd gezonden in een verzegelde wagon? Weet je dat Lenin geld kreeg van de Duitsers?”

“Wel, daar weet ik niet veel van” antwoordde de soldaat koppig “maar het lijkt dat wat hij zegt hetgeen is wat ik wil horen –en dat geldt voor al de eenvoudige mensen als ik. Nu: er zijn twee klassen, de burgerij en het proletariaat ..”

“Je bent een dwaas! Verdorie, mijn vriend, ik heb twee jaar doorgebracht in Schlüselburg voor revolutionaire activiteiten, terwijl jij nog bezig was revolutionairen neer te schieten en God beware de Tsaar te zingen. Mijn naam is Vasisli Georgevitch Panyin. Heb je nooit gehoord over mij?”

“Nee, het spijt me” antwoordde de soldaat nederig “Maar zie ik ben geen man die gestudeerd heeft. U bent waarschijnlijk een grote held.”

“Dat ben ik,” zegde de student overtuigd “en ik ben een tegenstander van de bolsjewieken, die Rusland en onze vrije revolutie aan het vernietigen zijn. Hoe verantwoord jij je daar tegenover?”

De soldaat krabde zich in het haar “Ik kan me zeker niet voor alles verantwoorden,” zegde hij met een grimas op zijn gezicht, terwijl hij zijn hersenen pijnigde om het juiste antwoord te vinden “Voor mij lijkt het perfect eenvoudig – maar ja, ik heb geen goede opvoeding genoten- het lijkt mij dat er maar twee klassen zijn, het proletariaat en de bourgeoisie.”

“Daar ben je weer met je dwaze uitdrukking!” schreeuwde de student.

“Maar twee klassen,” ging de soldaat verbeten voort “en wie niet aan de ene kant staat, staat aan de andere”

Het vervolg van de revolutie zal tonen dat, eens ze dat willen, de gewone arbeiders wel in staat zijn de staatsmacht over te nemen. Een voor één werden de obstakels opgeruimd. Kerensky was er na zijn vlucht in geslaagd verschillende kozakkenafdelingen van het noordfront te mobiliseren. Onder leiding van generaal Krasnov probeerden ze naar Petersburg op te trekken. Maar ze werden op 31 oktober verslagen door een troepenmacht bestaande uit rode garden en revolutionaire troepen, voornamelijk van de Baltische vloot. Kerensky ging weer op de vlucht.

Maar ook in Petersburg zelf werd de nieuwe regering geconfronteerd met veel problemen. Ze gaf de opdracht aan de administratie van de verschillende ministeries om hun normale activiteiten voort te zetten. Maar dit personeel van de ministeries was nog hetzelfde als onder de tsaren. Ze maakten deel uit van het staatsapparaat waarvan de voornaamste taak erin bestond het in de pas houden en uitbuiten van de werkende bevolking. Ze gingen prompt in staking en weigerden elke medewerking met de bolsjewieken. Toen Trotski de geheime verdragen van de tsaren met de geallieerden ging opeisen in de kantoren van het ministerie van buitenlandse zaken werden die weggemoffeld. Pas nadat het duidelijk werd dat de nieuwe regering ook militaire overwinningen behaalde zou die tegenstand verminderen, af en toe na tussenkomst van troepen van het MRC. Belangrijker nog was de tegenstand van de spoorwegarbeiders. Zij waren een essentieel deel van de revolutionaire beweging, bij de Kornilov affaire hadden ze dat nog maar recent bewezen. De leiding van de vakbond van de spoorwegarbeiders, de Vikzhel, had op het sovjetcongres het woord genomen en geweigerd een regering te erkennen die enkel uit bolsjewieken bestond. Daarna hadden zij het comité van publieke redding vervoegd, waar ze triomfantelijk werden ontvangen. Zij kondigden een algemene spoorwegstaking af. Dat was natuurlijk een ernstig probleem. Maar later bleek dat de leiding van de Vikzhel niet voor al haar leden kon spreken. Ze probeerden nog enige tijd een hoofdrol te spelen. Na de nederlaag van Kerensky, die natuurlijk het enthousiasme in het redderscomité flink deed bekoelen, deden ze nog een “compromisvoorstel”, dat erin bestond een regering te vormen van alle socialistische partijen. Alle resoluties van het sovjetcongres, waaronder dat van de vrede en de landeigendom moesten wel worden ingetrokken. De bolsjewieken mochten aan de regering deelnemen maar zonder Lenin en Trotski. Deze voorwaarden werden niet aanvaard.

Ondertussen was de strijd voor de doorvoering van de revolutie in geheel het land volop bezig. In Moskou ging het niet zonder harde gevechten die een zestal dagen duurden. De tegenspelers hadden dezelfde namen: ook hier werd een militair revolutionair comité opgericht evenals een comité voor publieke redding. In tegenstelling tot Petersburg slaagde dit laatste er wel in een belangrijke troepenmacht achter zich te krijgen. Vanuit de buitenwijken van Moskou moesten de revolutionaire troepen oprukken naar het centrum en meer bepaald naar het Kremlin, waar het reddingscomité zich verschanste. Na enkele dagen blokkade gaven de rechtse troepen zich over op 3 november. Er was een compromis bereikt, waarbij het comité voor redding ophield te bestaan, de troepen vrij mochten vertrekken op hun erewoord dat zij niet opnieuw de wapens opnamen tegen de revolutie. Ze moesten hun wapens inleveren, behalve de officiersschool die een minimum aan wapens kreeg nodig voor het oefenen. De officieren liet men hun sabels behouden. Gevangenen van beide kampen werden vrijgelaten.

Het bondgenootschap met de boeren

Eén groep in de maatschappij moest het nieuwe Sovjetbewind in ieder geval voor zich proberen te winnen: de boeren. Zij maakten 80% van de bevolking uit. Zonder steun van de boeren was een regering van de arbeiders geen lang leven beschoren. “Het zijn toch werkende mensen, zoals wij”, zegden de arbeiders. Dat was waar, maar de boeren hadden ook hun eigen verlangens en bekommernissen. Dertigduizend landeigenaars bezaten immers evenveel grond als 10 miljoen boerengezinnen. De kleine en landloze boeren hunkerden naar land. Hun traditionele partij was de sociaal revolutionaire. Enkel de linkervleugel van die partij steunde de nieuwe Sovjetregering, evenwel zonder er aan deel te nemen.

Na de goedkeuring van het land-decreet was een van de eerste maatregelen van het uitvoerend comité van de sovjets het bijeenroepen van een boerencongres. Ze deden dit over de hoofden heen van het bestaande comité van de boerensovjets. Enkele dagen later werden gedetailleerde instructies verzonden voor de oprichting van landcomités in de dorpen, vergezeld van Lenins “richtlijnen aan de boeren”, waarin hij op een eenvoudige manier de revolutie en het nieuwe bewind uitlegt. Op 3 november publiceren Lenin en Miliutin (de volkscommissaris voor landbouw) de “richtlijnen voor de afgezanten naar de provinciën”. Duizend van die afgezanten vertrokken naar de dorpen.

  1. Bij zijn aankomst in de provincie moet de afgezant een vergadering bijeenroepen van de gezamenlijke uitvoerende comités van de sovjets van de arbeiders, soldaten en boeren. Aan hen moet hij verslag doen van de wetten over het land en hen vragen een vergadering van de gezamenlijke sovjet bijeen te roepen
  2. De afgezant moet een studie maken van de landbouwproblemen in zijn provincie:
    Werd het grootgrondbezit al overgenomen door de boeren en zo ja in welke districten
    Wie beheert de in beslag genomen landerijen – de vorige eigenaar of de landcomités?
    Wat is er gebeurd met de landbouwmachines en het vee?
  3. Is er een toename in de hoeveelheid grond die de boeren kunnen cultiveren?
  4. In hoeverre verschilt die hoeveelheid met het minimum dat de regering heeft vooropgesteld?
  5. De afgezant moet benadrukken dat de boeren, nadat zij het land hebben gekregen, zo vlug mogelijk meer moeten verbouwen en het sturen van graan naar de steden moeten opdrijven. Alleen zo kan hongersnood voorkomen worden
  6. Welke maatregelen zijn gepland of al in uitvoering om de overdracht van land van de grootgrondbezitters te bekomen naar de landcomités of analoge organen van de landsovjets?
  7. Het is wenselijk dat de landbezittingen zorgvuldig worden verdeeld en georganiseerd door sovjets gevormd door de bestaande landarbeiders die erop werken en onder de controle van bekwame landbouwexperts

Het platteland was volop in beroering. Niet alleen het landdecreet was daarvan de oorzaak, ook de terugkeer van duizenden boeren-soldaten van het front, die de ideeën van de revolutie meebrachten. Daardoor viel het plan om een congres bijeen te roepen in goede aarde.

Net zoals het oude uitvoerend comité van de arbeiderssovjets probeerde dat van de boeren het bijeenroepen van het congres eerst te verhinderen. En net zoals bij de arbeiders moesten zij inzien dat hun verzet nutteloos was, waarop ze gezwind telegrammen rondstuurden om zo veel mogelijk conservatieve afgevaardigden aan te duiden. Het bericht werd zelfs rondgestrooid dat de vergadering zou doorgaan in Moghilev (hoofdkwartier van het leger) en sommige afgevaardigden begaven zich er naartoe. Maar op 10 november kwamen toch 400 afgevaardigden samen in Petersburg, het vereiste quorum voor een geldig congres. De eerste stemming wees dadelijk uit dat meer dan de helft van de afgevaardigden linkse sociaalrevolutionairen waren. De bolsjewieken hadden maar een vijfde van het totaal, de delegatie van de conservatieve sociaalrevolutionairen (een vierde) was ook groter dan die van hen.

De meerderheid van de zaal was de regering van de volkscommissarissen vijandig gezind. “Wij linkse sociaalrevolutionairen weigeren” riep Nazariev, een afgevaardigde uit de provincie “deze zogenoemde regering van de arbeiders en boeren te erkennen tot de boeren er vertegenwoordigd in zijn. Voor het ogenblik is het enkel een dictatuur van de arbeiders. Wij dringen aan op de vorming van een nieuwe regering, die de hele democratie vertegenwoordigt.” De stemming in de zaal werd uitgebuit door de rechtervleugel, goed herkenbaar aan de blinkende epauletten van de hogere officieren en de baarden van de oudere en welgestelde boeren. Zinoviev die het woord probeerde te nemen in naam van de bolsjewieken werd uitgejouwd en verhinderd het woord te nemen. Uiteindelijk moest hij onder hoongelach het podium verlaten. Op de derde dag van het congres betrad Lenin plotseling het podium, zijn kaart tonend als een van de afgevaardigden van de bolsjewieken voor de boerensovjets. “Weg met hem!” werd er geschreeuwd “Wij willen niet luisteren naar jullie volkscommissarissen! Wij erkennen jullie regering niet!” Gedurende tien minuten stond Lenin geduldig te wachten terwijl de hel losbarstte in de zaal. Toen de zaal, met uitzondering van de rechterzijde wat moe werd van het geroep stak hij van wal:

“Vertel mij eerlijk, jullie boeren aan wie wij de landerijen hebben toegekend van de grootgrondbezitters; willen jullie beletten dat de arbeiders de controle krijgen over de industrie? Dit is een klassenoorlog. De grootgrondbezitters zijn de tegenstanders van de boeren en de kapitalisten zijn de tegenstanders van de arbeiders. Aan wiens kant willen jullie staan? Wij bolsjewieken zijn de partij van het proletariaat- van het proletariaat van de landarbeiders zowel als van het industrieel proletariaat. De huidige regering is een regering van de sovjets; van de boerensovjets zowel als die van de arbeiders en de soldaten. We hebben niet alleen de boerensovjets gevraagd de regering te vervoegen we hebben ook vertegenwoordigers van de linkse sociaalrevolutionairen gevraagd toe te treden tot de raad van volkscommissarissen...”

“De sovjets zijn de beste vertegenwoordigers van de bevolking, van de arbeiders in de fabrieken en de mijnen, van de arbeiders op het land. Iedereen die de sovjets wil vernietigen maakt zich schuldig aan ondemocratisch en contrarevolutionair gedrag. En ik zeg het ook voor u heren afgevaardigden van de rechtse sociaalrevolutionairen en van de cadetten: als de grondwetgevende vergadering zou proberen om de sovjets te vernietigen, dan zullen wij dat beletten”

Dit was het begin van een meer inhoudelijk debat, dat nog drie dagen zou duren. De l5e november gonsde het van geruchten in de zaal. De bolsjewieken hadden de voorbije dagen in het Smolny nachtelijke onderhandelingen gevoerd met de sociaalrevolutionairen en er was een akkoord bereikt. In de namiddag werd de overeenkomst voorgesteld. Het uitvoerend comité van de sovjets van de arbeiders werd samengevoegd met dat van de boeren. Beiden kregen 108 vertegenwoordigers. Die van de boeren worden gekozen op hun congres. 100 afgevaardigden worden verkozen door het leger en de vloot; de vakbonden krijgen 50 afgevaardigden. De Doema’s en de Zemtvos (de verkozen organen uit de tijd van de tsaren) worden afgeschaft. De linkse sociaalrevolutionairen treden toe tot de regering, waarin Lenin en Trotski blijven zetelen. Het militair revolutionair comité blijft bestaan.

De volgende dag kwam het congres pas laat in de namiddag bijeen in een duidelijke feeststemming. Overal glimlachende gezichten. Het verslag van het “huwelijk” van de arbeiders en boerensovjets werd voorgesteld en elke maal het woord “eenheid” weerklonk werd dit onthaald op een stormachtig applaus. Laat in de nacht begaven de deelnemers zich in stoet van de gebouwen van de boerensovjets naar het Smolny. Daar werden ze door de arbeiders en de rode garden triomfantelijk ontvangen.

De berichten over het bondgenootschap van arbeiders en boeren en ook over de militaire overwinningen van de revolutie in Petersburg en Moskou bereikten de verschillende fronten. Daar kozen de soldaten en hun sovjets de zijde van het nieuwe regime. In Moghilev, in het legerhoofdkwartier, ondernam generaal Doechanin een poging om een contrarevolutionaire opstand te organiseren. Tevergeefs. Revolutionaire legereenheden rukten op naar Moghilev en liquideerden het verzet. Doechanin werd door zijn soldaten gedood (begin december 1917).

Alles samen verliep de vestiging van de Sovjetmacht over het zo uitgestrekte Rusland relatief snel. Na een drietal maanden was ze voor een groot stuk voltooid. Overal werd de macht overgenomen door Sovjets van arbeiders, boeren en soldaten. Overal was de invloed van de bolsjewieken beslissend. Het proces verliep soms vreedzaam, soms min of meer gewelddadig, maar steeds op basis van de revolutionaire krachten ter plaatse.

Voetnoten

[18] Dit klinkt beter in het Duits (de taal die Engels oorspronkelijk gebruikte): Zer- und verträten.

[19] Natuurlijk wordt daarbij altijd verwezen naar de misdaden van het stalinisme. Ook dit argument zullen we weerleggen. Maar we vragen de lezer eventjes te wachten tot dit aan bod komt verder in dit boek.

[20] De beroemde Russische schrijver behoorde zeker tot de linkerzijde. Hij was een persoonlijke vriend van Lenin en stond dicht bij de bolsjewieken, maar was geen lid van de partij.

[21] Dit voorval speelde zich niet af in Petersburg zelf, maar in het Tsarskoye Selo-station buiten de stad. Het greep plaats net voor de nederlaag van Kerensky.