De zomermaanden zijn uitermate geschikt om te relaxen bij een goed boek.Het hoeven niet altijd thrillers te zijn of voorgekauwde softporno à la vijftig tinten grijs.

De filosoof tegenover de man van de daad.       

De Italiaanse journalist Bruno Arpaia slaagt er in zijn bekroonde werk “De engel van de geschiedenis” wonderwel in om ons 317 bladzijden lang in de ban te houden van de gebeurtenissen die uitmondden in het Spaanse grensstadje Port-Bou in de winter van 1940. Het decor wordt gevormd door de honderden wanhopigen, een amalgaam van communisten en joden, op de vlucht voor de nazi’s. Hij voert twee hoofdpersonages op: de Duitse marxistische cultuurfilosoof Walter Benjamin - die inderdaad in 1940 strandde in Port-Bou - en het fictieve karakter,de anarchist Laureano, die zich na de nederlaag tegen Franco ontpopt tot mensensmokkelaar om in leven te blijven. 

Het leven van de filosoof speelt zich voornamelijk in zijn eigen hoofd af, hij probeert de moderne tijd te vatten door die te analyseren. We zijn getuige van zijn vertrek uit Duitsland, zijn verblijf in Parijs, zijn schaakpartijen met zijn vrienden in Les deux Magots, de hoogoplaaiende politieke discussies, zijn pogingen om zijn belangrijkste werk “Het Arcadenproject” - waarin hij pleitte voor de ontwikkeling van een nieuw historisch bewustzijn - tot een goed einde te brengen, om samen met hem te eindigen aan de Spaans-Franse grens.

Laureano op zijn beurt, doet in een rauwe, ongepolijste stijl verslag van zijn belevenissen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het heroïsme, het revolutionaire vuur, de kameraadschap maar ook het verraad en de ontgoocheling “ik moet jullie niet vertellen dat we een verloren gevecht aan het voeren waren” spatten van elke bladzijde!

Uiteindelijk pleegt Walter Benjamin - bedreigd met een gedwongen terugkeer naar Frankrijk en de gehate gestapo - zelfmoord, nadat hij eerst zijn “Arcadenproject” heeft toevertrouwd aan de goede zorgen van Laureano die er de besneeuwde bergen mee overtrekt. 

De auteur kan niet alleen een goed verhaal vertellen,hij maakt je ook nieuwsgierig naar de echte Walter Benjamin, de man van vlees en bloed achter het romanpersonage.

George Orwell: veel méér dan Animal Farm en 1984

Voor de Britse auteur George Orwell (1903-1950) was zijn sociale en politieke engagement onlosmakelijk verbonden met zijn leven en zijn werk. Hij koos steeds de kant van de onderdrukten,wat in het toenmalige Engeland niet zo evident was. 

In een zeer lezenswaardige biografie volgt Marco Daane het spoor van Orwell doorheen alle plaatsen waar de schrijver ooit gewoond of verbleven heeft. Hij beschrijft op een briljante manier hoe het er vroeger uitzag en hoe het er nu aan toegaat. We krijgen een zicht achter de schermen van de kleinburgerij, het belang van “goede scholen”, het kneuterige samenklitten in dezelfde buurt, al het gekonkelfoes om de jonge Orwell in Eton ingeschreven te krijgen, het dienstnemen als politieagent in de kolonie Birma, de eerste journalistieke pogingen (over zijn verblijf in Birma schreef hij in een artikel niet zonder zelfspot “ik ben nog nooit zo gehaat geweest door zoveel mensen als toen”.

Marco Daane laat ons tevens de parallellen zien tussen het leven van Orwell en zijn werk. Wie wist dat zijn afkeer van de katholieke kerk alles te maken had met zijn eerste onderwijservaringen in een uitermate strenge katholieke jongensschool? Hij ging werken als bordenwasser in één van de chicste hotels in Parijs en verbleef in de goorste opvanghuizen in Londen om inspiratie op te doen voor zijn roman “Aan de grond in Londen en Parijs”. Hij interviewde tientallen mijnwerkers en daalde zelf af in de put om een reportage te schrijven over de Britse mijnindustrie. Zijn eigen jeugd en familiegeschiedenis komt ruim aan bod in zijn werk “Happend naar lucht”. Het verslag over zijn belevenissen tijdens de Spaanse Burgeroorlog kan iedereen volgen in zijn “Hommage aan Catalonië”. Zijn aanvaringen met het stalinisme in die tijd waren de voornaamste inspiratiebron voor Animal Farm.

Marco Daane voert ons mee naar het hotel Continental op de Ramblas in Barcelona om het bloedstollend verhaal te vertellen over de pogingen van de NKVD (Russische geheime politie) om via Britse stalinistische spionnen Orwell en zijn vrouw te arresteren. 

Het is niet enkel een fascinerend portret geworden van een markant en intrigerend schrijver maar ook één langgerekt pleidooi om Orwell opnieuw ter hand te nemen en je te verdiepen in één van zijn vele prachtige boeken.

Opera als meest alomvattende artistieke ervaring.

Gerard Mortier (1943-2014) werd bekend als intendant van de Munt te Brussel.Toen hij begon in het operahuis waren er 2000 abonnees, toen hij vertrok 14000. Hij vocht zijn gehele leven voor het toegankelijker maken van een kunstvorm - de opera - die door velen als oubollig en overbodig wordt aanzien. In dit boekje dat als zijn testament kan beschouwd worden - hij overleed enige maanden geleden - houdt hij een pleidooi voor een levende kunst, voor creativiteit en nieuwsgierigheid. Opera mag zich niet beperken tot herhalingen van Verdi of Mozart, maar moet aansluiten bij de hedendaagse muzikale gevoeligheid.

Het is vlot geschreven en is een goede introductie tot het genre.

 

“De engel van de geschiedenis” Bruno Arpaia - Wereldbibliotheek Amsterdam

”Dagboek uit Moskou” Walter Benjamin - Prive-domein De Arbeiderspers

”Het spoor van Orwell” Marco Daane - Atlas Uitgeverij Amsterdam

”Dramaturgie van een passie” Gerard Mortier - De Bezige Bij