De Verenigde Naties werden in 1945, vlak na de Tweede Wereldoorlog, opgericht om toekomstige generaties te sparen van de ellende en de verschrikking die de oorlogen van de 20e eeuw met zich meebrachten. Oorlogen dienden dankzij gelijke economische, sociale en politieke rechten vermeden te worden. Niemand was immers bereid de mensheid nogmaals de wereldbrand in te sturen. Zoveel werd althans beweerd.

De tweede helft van de 20e eeuw werd echter door een ongeziene opeenhoping van grensconflicten, (burger)oorlogen en bloederige veldtochten gekenmerkt. Terwijl aan het begin van de 20e eeuw slechts 10 procent van de oorlogsslachtoffers uit burgers bestond, bedroeg dit aan de vooravond van het nieuwe millennium reeds 90 procent. De loop van de geweren in Korea, Kongo, Afghanistan, Kasjmir, Israël, Indonesië enzovoort lachte met de leus ‘nooit meer oorlog’. De waanzinnige kruistocht van de VS tegen Vietnam eiste het leven van meer dan 2 miljoen Vietnamezen en ongeveer 60.000 Amerikaanse soldaten. Het conflict tussen Iran en Irak leidde tot de dood van 1 miljoen mensen. Tijdens de jaren ’90 alleen al stierven zo’n 5 miljoen mensen in burgeroorlogen.

Deze conflicten brachten bovendien een vluchtelingenstroom op gang die voor de periode ’90 –’94 op zo’n 50 miljoen mensen geschat wordt. (1) De dekolonisatiestrijd die na de Tweede Wereldoorlog vurig werd voortgezet, bracht voor de onderdrukte volkeren geen soelaas. Grote delen van de Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse volkeren werden geterroriseerd of vermoord door hun ‘eigen’ dictatoriale regeringen of krijgsheren, die gefinancierd en gesteund werden door rivaliserende grootmachten.

Het historische falen van de VN

Het bestaan van de VN verhinderde ook niet het ontstaan en aanslepen van een Koude Oorlog, die leidde tot een enorme, verspillende wapenwedloop en die voor het eerst de totale uitroeiing van de menselijke soort mogelijk maakte. De ineenstorting van de stalinistische bureaucratie in de Sovjetunie en Oost-Europa maakte een kortstondig einde aan de megalomane militaire race. Even leek het erop dat de leus ‘nooit meer oorlog’ eindelijk bewaarheid zou worden. Tussen ’96 en ’99 begonnen de militaire uitgaven echter langzaam te stijgen en vanaf het nieuwe millennium scheerden ze opnieuw hoge toppen. Tijdens de Koude Oorlog hadden de kapitalistische landen zich achter de banier van de VS geschaard om hun gemeenschappelijke vijand, de Sovjetunie, te bekampen. Vandaag zijn we getuige van een ander fenomeen.

De kapitalistische grootmachten zijn zich immers in toenemende mate aan het bewapenen tegen elkaar. De VS wil haar economische en strategische belangen niet alleen tegen handelsconcurrent China, maar ook tegen Europa en Japan beschermen. Rusland, een land dat na de val van het stalinisme, onder druk van de neoliberale marktideologen van het Westen, het kind met het badwater heeft weggeworpen, bevindt zich op de rand van een sociale, economische en demografische afgrond. De Russische heersende klasse probeert echter in de eerste plaats haar afbrokkelend imperium te beschermen en investeert hiervoor in wapens en oorlogen (Tsjetsjenië). Niettegenstaande Duitsland en Frankrijk vandaag door de voortdurende lastenverlagingen ten voordele van het kapitaal met een gat in de sociale zekerheid geconfronteerd worden, pleiten ze voor een Europees Leger en een verhoging van het defensiebudget.

De ogenschijnlijke sterkte van de Verenigde Naties – de eenheid van alle naties – betekent in een kapitalistische wereldorde meteen haar zwakte. De verschillende naties die de VN vormen, streven immers naar verschillende doelen en verdedigen verschillende belangen. De kapitalistische landen spelen een spel op leven en dood, het spel van het imperialisme, met als inzet markten, ruwe grondstoffen en invloedssferen. Een open conflict tussen de grootmachten zoals aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog is vandaag (nog) niet in de maak. In plaats daarvan proberen de imperialistische mogendheden de wereld onder elkaar te herverdelen door kleinere, minder machtige landen te overheersen. Als puntje bij paaltje komt staat het mondiaal overlegorgaan dat de VN behoort te zijn machteloos of wordt deze instelling zelfs als het voorkeursinstrument van het imperialisme aangewend. De reactionaire rol van de VN komt duidelijk tot uiting in het conflict in Oost-Timor (zie het artikel: De VN en de lijdensweg van Oost-Timor) en in de twee Golfoorlogen (zie: De dubbelzinnige rol van de VN in Irak: dr. Jekyll en mr. Hyde).

Betekent dit dat de wereld elke vorm van onderdrukking of oorlog passief moet ondergaan zolang het maar niet 'bij ons' gebeurt? Of is er wél een alternatief voor het uitbesteden van elke tussenkomst in een internationaal conflict aan deze reactionaire of in het beste geval krachteloze VN, wat tegenwoordig zowat het algemene zwaktebod is van de hele linkerzijde? Ja, dat alternatief is er zéker. De socialistische beweging heeft een rijke traditie van internationale solidariteit die in ere moet worden hersteld. Laten we de kwestie Irak als concreet voorbeeld nemen: wat een reactionaire illusie is het te denken dat het Irakese volk een verzameling wilde stammen is die elkaar naar het leven staan als er geen buitenlandse militaire macht (VS óf VN!) klaar staat om de orde te handhaven! Integendeel, zowat alle interne tegenstellingen binnen Irak worden voortdurend aangewakkerd in functie van buitenlandse imperialistische belangen. Aan de andere kant is er het Irakese volk dat vecht voor zijn onafhankelijkheid en zijn eenheid en dat onze rechtstreekse steun verdient, van arbeidersbeweging tot arbeidersbeweging (hoe klein en zwak die in Irak momenteel ook moge zijn) zonder de 'bemiddeling' van de VN of andere fora van internationaal imperialistisch getouwtrek!

(1) Alle cijfers komen uit het United Nations Human Development Report (UNHDR) van 1994 en 2000.