Als bijdrage aan het Belgisch Sociaal Forum interviewde Vonk Dario Salvetti van ons Italiaans zusterblad Falce Martello. Dario is al van in het begin actief in het Italiaans Sociaal Forum (ISF) en lid van het Centraal Comité van de Jong Communisten van Rifondazione Comunista. Het ISF ontstond in de voorbereiding van de massale demonstraties in Genua tegen de G8 en is een van de grootste Sociale Fora ter wereld.

Hoe evolueerde de beweging na de betoging tegen de G8 in juli 2001?

Op 20 juli 2002 namen honderdvijftigduizend mensen deel aan de betoging ter ere van de eerste verjaardag van de moord op Carlo Giuliani, de jongen die door de politie werd neergeschoten tijdens de betoging in Genua vorig jaar. Dit feit alleen al toont de wil van de arbeiders en de jongeren om de strijd voort te zetten. De repressie in Genua een jaar geleden werd wetenschappelijk gepland om iedereen af te schrikken die tegen dit systeem wil vechten. Na één jaar kunnen we duidelijk stellen dat de Italiaanse staat en het internationaal kapitalisme totaal faalden in het bereiken van hun doel. Na de betoging in Genua vorige zomer was er in Italië een anti-oorlogsbetoging van tweehonderdduizend man tijdens de oorlog tegen Afghanistan, een betoging van honderdduizend mensen tegen de racistische wetten van de regering Berlusconi, en een betoging van honderdvijftigduizend studenten en leerkrachten in Rome tegen het rechts beleid en voor openbaar onderwijs. De antiregeringsbetoging die werd georganiseerd door de linkse vakbond CGIL mobiliseerde drie miljoen arbeiders en jongeren. Verschillende regionale stakingen eindigden in de nationale algemene staking van april. Aan die algemene staking namen dertien miljoen arbeiders deel.

Dat is het belangrijkste punt: de wil, de mobilisatiecapaciteit van de arbeiders bleef volledig intact. De staatsrepressie bleek een boemerang in het gezicht van de bourgeoisie. Langs de andere kant moeten we toegeven dat het ISF, de georganiseerde structuur van de antiglobaliseringsbeweging, in politieke problemen verkeert, eigenlijk in crisis.

Wat is dat ISF juist, vanwaar komen ze?

De betoging tegen de G8 in 2001 werd georganiseerd door een netwerk van verenigingen, vakbonden [bv. FIOM, de metaalcentrale van de CGIL, n.v.d.r.] en partijen, het Genuees Sociaal Forum genaamd. Na de betoging in Genua begonnen mensen overal lokale ‘Sociale Fora’ te creëren. Op hun hoogtepunt waren die Fora waarschijnlijk met een honderdtal over heel Italië en telden ze honderdvijftigduizend activisten. Het potentieel was groot, indien deze structuur begonnen zou zijn aan de uitbouw van banden met de georganiseerde arbeiders, zodat het dan een referentiepunt zou worden voor de opbouw van een linkse oppositie binnen de traditionele arbeidersorganisaties, vooral in de vakbond. Dat zou ook de structurele aard van het ISF gewijzigd hebben. Het zou de Fora hebben omgevormd van verenigingen in wording tot verkozen comités in de fabrieken, scholen, universiteiten en wijken.

In de plaats daarvan handelden de leiders van het ISF in die eerste fase als een alternatieve organisatie voor de traditionele arbeiderspartijen en de vakbonden [= sectarisme]. Het was duidelijk dat de Italiaanse arbeiders hun strijd tegen het systeem gingen voortzetten maar niet door achter elke internationale kapitalistische meeting te hollen. Wel door in staking te gaan op hun werkplaats. Het is onmogelijk voor een arbeider of bediende om elke bijeenkomst van de G8 of de WTO over heel de wereld te volgen. Integendeel, de radicalisering van de arbeiders drukte zich uit in een stakingsgolf die de onvermijdelijke draai van de arbeiders naar vakbondsactiviteit veroorzaakte, vooral dan naar de CGIL. Dit proces veroorzaakte dan weer een zwenking naar links van de CGIL-leiding, die de politieke autoriteit die ze de laatste decennia verloren had, trachtte te herwinnen. Tijdens deze tweede fase veranderde het ISF zijn houding ten opzichte van de vakbonden totaal: ze namen een diplomatische houding aan tegenover de leiding van de CGIL [= opportunisme]. De ene fout leidde dus tot de andere. Nu vervoegde de CGIL-leiding de antiglobaliseringsbeweging en verschillende Sociale Fora. Cofferati, de algemene secretaris van de CGIL, kreeg het luidste applaus tijdens de verjaardagsbetoging van Genua. De stap van sectarisme naar opportunisme is heel klein. Deze vergissingen veroorzaakten echter een crisis in het ISF. Vandaag zijn veel Sociale Fora ontbonden en andere functioneren enkel als netwerk voor de leidinggevende organen van linkse verenigingen, vakbonden en linkse partijen [dus niet als netwerk van basismilitanten, n.v.d.r.]

Wat is het politiek programma van het ISF en welk alternatief bieden ze aan de crisis van het kapitalisme?

Eigenlijk is dit de andere belangrijke kwestie die een crisis veroorzaakte in het Italiaanse ISF. En om dezelfde reden zal een crisis zich ontwikkelen in het Internationaal Sociaal Forum. De antiglobaliseringsbeweging contesteert terecht al de nefaste effecten van het kapitalisme op het menselijk leven: het milieu, groeiende armoede, schuld van de Derde Wereld enzovoort. Maar wat is de volgende stap? Dit is niet de plaats om het programma van het Internationaal Sociaal Forum van Porto Alegre te behandelen, maar dat programma is duidelijk een mix van wetten, hervormingen, boycotcampagnes en goede bedoelingen om de ergste aspecten van het kapitalisme te hervormen. Bovendien bestaat het Forum uit diverse politieke organisaties die elkaar verlammen en een fictieve eenheid trachten te bewaren inzake principiële kwesties.

Het ontbreekt de antiglobaliseringsbeweging nog steeds aan een duidelijk programma. Elke keer starten antiglobalistische meetings met herhalingen over hoe slecht dit systeem wel is. Dat is een goed begin, maar een stap voorwaarts is vitaal. Als een baby van zes maanden ABC zegt, dan is het een genie. Als hij groeit en heel de tijd slechts ABC herhaalt, dan zal hij stilaan als een beetje dom beschouwd worden. De antiglobaliseringsbeweging begon met ABC te zeggen. Nu is het tijd om tot de conclusie te komen, tot de Z.

De crisis van het kapitalisme heeft geen uitweg binnen datzelfde kapitalistische systeem. Het systeem moet omver worden geworpen. De enige sociale kracht die dat kan doen, zijn de arbeiders. In verschillende landen hebben de meest bewuste arbeiders de antiglobaliseringsbeweging vervoegd uit bewustzijn van de nood aan een andere wereld. Nu moeten we een naam geven aan die wereld, dat is socialisme. Als we de meest geavanceerde arbeiders winnen voor dit perspectief dan is de volgende stap tamelijk gemakkelijk: het verspreiden van deze ideeën onder de meerderheid van de arbeidersklasse, de enige klasse die de winsten kan aantasten door te staken en die het privé-bezit van de productiemiddelen kan opheffen door de onteigening ervan. Veel leiders van de antiglobalisten zullen hier om lachen: “Dit is een oude, achterhaalde oplossing!” Maar breng ons dan een betere oplossing als je kan. Tobintaks, protectionisme, keynesianisme, hervorming van de Wereldbank: is er echt iemand die denkt dat we de catastrofale effecten van het kapitalisme met die maatregelen kunnen stoppen?

Ik moet nog een laatste punt toevoegen: een deel van de burgerij of burgerlijke verenigingen zijn begonnen met het ondersteunen en verspreiden van het politiek programma van de meest gematigde vleugels van de antiglobalisten. Verscheidene kapitalistische fondsen financieren NGO’s of andere humanitaire verenigingen. Waarom gebeurt dat? Nu ze de beweging niet hebben kunnen stoppen met repressie, proberen ze het politiek programma te beïnvloeden. Ze zullen meer en meer repressie combineren met steun aan de meest gematigde vleugels van de beweging. We moeten die politieke manoeuvres een halt toeroepen met een duidelijk socialistisch programma.

Welk alternatief bieden de Italiaanse marxisten aan de jeugd die naar de antiglobaliseringsbeweging kijken als alternatief?

In de herfst zal er een tweede algemene staking zijn tegen de overheid. Wanneer we de cijfers van de betogingen beschouwen die ik voordien vernoemde, zou iemand kunnen vragen: hoe komt het dat de Italiaanse regering nog steeds aan de macht is? Wat ontbreekt is niet de kracht van de arbeiders, maar juist een politiek alternatief. De vorige, centrumlinkse regering viel de leef- en werkomstandigheden van arbeiders en jeugd aan. Veel arbeiders zeggen nu: we willen de rechtse regering vervangen, maar we willen niet teruggaan naar de vorige situatie waar een centrumlinkse coalitie het vuile werk doet voor de bourgeoisie. Dat gevoel zal zich binnenkort over heel Europa uitstrekken.

Het bankroet van de sociaal-democratie is niets meer of minder dan het bewijs van een gebrek aan alternatief onder het kapitalisme. De enige manier om een einde te stellen aan de macht van de kolossale kapitalistische monopolies is kom af te maken met het privé-bezit van de productiemiddelen. De arbeiders zullen deze waarheid leren vanuit hun dagelijkse ervaring. Een linkse oppositie binnenin de belangrijkste vakbond, binnenin de arbeiderspartijen is noodzakelijk om een georganiseerde uitdrukking te geven aan deze stemming die steeds meer jeugd en arbeiders zal aansteken.

In Italië nodigen we mensen uit om Rifondazione Comunista te vervoegen om de politiek ervan te veranderen in een marxistische politiek, het enige beleid dat een antwoord kan bieden op de catastrofale crisis die de mensheid aantast. Een overwinning in één land zal de situatie in andere landen snel omgooien. Laat ons strijden voor de Europese Socialistische Federatie binnen de Wereld Socialistische Federatie, gebaseerd op een harmonisch geplande economie, gedreven door de noden van de bevolking en niet door de winsten van een kleine groep kapitalistische monopolies.

Interview door Wim Benda