De documentaire Capitalism, a Love Story van Michael Moore komt binnenkort weer twee keer op de schermen. Telkens op een solidariteitsavond met de werknemers van Opel, Carrefour, Jonhsons Control in Geel en Deurne. Onze Amerikaanse kameraden schreven een interessante recensie van de film.

Capitalism, a love storyMichael Moore's nieuwe film toont het kapitalisme als wat het is: een systeem dat steunt op de genadeloze uitbuiting van de velen door de weinigen, die zonder schaamte het spaargeld van gewone mensen en de schatkist plunderen en miljoenen hun huis uit zetten. Tegen het einde van de film is het kapitalisme duidelijk veroordeeld als oorzaak hiervan. Moore laat echter minder duidelijk zien wat hij dan wel wil. Wij vinden het belangrijk bekend te maken wat de conclusie is: kapitalisme is het probleem, socialisme de oplossing.

Een jaar nadat de ineenstorting van Lehman Brothers een financiële lawine in gang zette, blijft de Amerikaanse economie zeer zwak. De officiële werkloosheidsgraad bereikt langzaam maar zeker 10 procent nu 42 staten nog meer ontslagen zagen verleden maand [september 2009, nvdr.], wat het aantal ontslagen sinds de recessie twee jaar geleden begon, op 7 miljoen brengt. Het aantal mensen die gedwongen worden part-time jobs te nemen doordat ze geen full-time jobs vinden is het afgelopen jaar met 50 procent naar 8,8 miljoen gestegen. In slechts een maand zijn in Michigan alleen al nog maar eens 25.000 banen verloren gegaan bij fabrieken. De staat heeft nu een officiële werkloosheidsgraad van 15,2 procent.

Gezondheidszorg blijft de belangrijkste zorg voor veel Amerikaanse arbeiders, aangezien de gemiddelde toeslag voor familiale hospitalisatieverzekeringen aangeboden door de werkgever voorbij de 13.000 dollar kwam dit jaar, een veel snellere groei dan de lonen en inflatie. Minder werkgevers bieden verzekeringen aan en zij die het doen rekenen dit zwaarder door aan hun arbeiders. En deze hebben nog geluk. Wie zijn baan verliest, kan het helemaal vergeten.

De National Academy of Science heeft een nieuwe formule ontwikkeld om armoede nauwkeuriger te classificeren en ontdekte dat 15,3 procent van de Amerikaanse bevolking in armoede leven, in tegenstelling met de 12,5 procent die de oude richtlijnen aangaven. Dat zijn 45,7 miljoen mensen – gelijk aan de totale bevolking van Spanje. Een van de meest getroffen bevolkingsgroepen zijn de 6,8 miljoen bejaarde Amerikanen die onder de armoedegrens leven – tot zover de 'Gouden jaren'!

Maar voor een handvol Amerikanen zijn het de 'gouden jaren', namelijk voor Goldman Sachs. Deze gigantische investeringsbank, waarvan voormalige bestuursleden belangrijke posities bekleden bij het Amerikaans ministerie van Financiën, inclusief de door Obama aangeduide Treasury Secretary (minister van Financiën), zette recent 11,3 miljard dollar opzij om als bonussen uit te keren – slechts enkele maanden na 10 miljard dollar van de belastingbetaler te krijgen om hun bedrijf te redden. Geen wonder dat gewone Amerikanen die nooit eerder aan het systeem getwijfeld hebben, zich vragen beginnen stellen!

Mark Benson, een 39-jarige manager van een restaurant uit Chicago, werd onlangs door Reuters aangehaald: “Ik denk dat ik in het foute beroep ben beland. Het moet geweldig zijn om op Wall Street te werken: als je winst maakt krijg je een bonus, als je bedrijf failliet gaat krijg je een reddingsboei van de regering en dan een bonus. Ik ben volledig voor het vrije ondernemerschap, dat is waar Amerika op gebouwd is. Maar als Wall Street het zo verknalt dat de regering geld moet printen om hen te redden, moet ik toegeven dat ik ziek word van de bonussen die ze zich nog steeds uitbetalen.”

Annie Phillips, een 48-jarige huisvrouw uit Nashville, stelde: “Hier in de echte wereld zijn mensen werkloos en lijden ze honger, maar de bankiers en de andere big shots geven er geen zak om.”

Ben Bernanke, voorzitter van de Federal Reserve (de Centrale Bank van de VS) beweert dat het ergste van de recessie vrijwel zeker voorbij is en als je alleen naar de winsten en algemene economische groei kijkt, lijkt dit wel te kloppen. Maar deze lichte verbetering is het resultaat van massale deficit-financiering door de regering en minder arbeiders die meer doen terwijl miljoenen anderen werkloos zijn. Op Wall Street gaat het misschien opnieuw goed, maar wie dit aan eender welke doorsnee arbeider vraagt, krijgt een heel ander antwoord. Het is zelfs zo dat een recente peiling van de Associated Press bevond dat 80 procent van de bevolking denkt dat het slecht gaat met de economie en zich zorgen maakt of ze de eindjes wel aan elkaar kunnen knopen. 70 procent heeft geen vertrouwen in de regering om nog een ineenstorting van de financiële industrie te voorkomen. Slechts 17 procent denkt dat het stimuluspakket van de regering de economie ten goede is gekomen.

Judy Purkey, een 57-jarige grootmoeder uit Morristown, Tennessee stelde: “Ik ken heel wat mensen die geen gezondheidszorg hebben omdat ze het zich echt niet kunnen veroorloven. De economie is zo slecht – ken je de uitdrukking 'bloed uit een steen persen'? Dat is wat er nu aan het gebeuren is.”

Wat betreft wie hiervoor verantwoordelijk is, zijn veel Amerikanen bereid president Obama het voordeel van de twijfel te gunnen, met maar één op vijf die hem hiervoor veroordelen. Weinig verbazingwekkend is dat iets meer dan 50 procent voormalig president Bush de schuld geven. Het Congres krijgt ook geen klein aandeel in de schuld toebedeeld. Maar misschien het interessantste is dat 79 procent van de ondervraagden de schuld geven aan de banken en de geldschieters – de kapitalisten.

Het is tegen deze achtergrond dat Michael Moore zijn nieuwste film uitbrengt, Capitalism: A Love Story. Het feit dat een film met zo'n wijde distributie gewoon nog maar het systeem openlijk bij zijn naam noemt, is al een belangrijke stap voorwaarts en laat duidelijk zien hoe ver Amerika's bewustzijn is gekomen sinds de duistere periode na september 2001. De film legt op opmerkelijke wijze de ware aard bloot van het systeem waarin wij leven. Hij toont het kapitalisme als wat het is: een systeem dat steunt op de genadeloze uitbuiting van de velen door de weinigen, die zonder schaamte mensen hun spaargeld en de schatkist plunderen en miljoenen hun huis uit zetten. Tegen het einde van de film is het kapitalisme duidelijk veroordeeld en vraagt de kijker zich zonder enige twijfel af: waarom kan men in het rijkste land ter wereld geen jobs, ziektezorg, huisvesting en onderwijs voor iedereen voorzien? Moore combineert zeer efficiënt humor, hartverscheurende tragedie van gewone werkende mensen, ironie, muziek en een weelde van duidelijke feiten en cijfers om het antwoord te geven: het kapitalisme is het probleem.

Al is Moore al lang een voorvechter van de arbeidersklasse en een ‘liberaal’ [naar het Amerikaanse woord liberal, d.w.z. progressief, nvdr.] in de breedste zin van het woord, zijn nieuwe film is zeker zijn politiek ‘moedigste’ tot nu toe. Niet alleen de film, maar ook zijn publiekelijk bekend gemaakte meningen zijn alsmaar geradicaliseerd. Hij is aangespoord door zijn toenemende woede om de excessen van het systeem. Zoals hij het zei in een recent interview: 

“Een jaar is voorbijgegaan [sinds de ineenstorting van Wall Street], en ik heb nog niet één talkshow of editie van 'Meet the Press' of een column in de New York Times gezien waar men toeliet te zeggen: “Het echte probleem... is het kapitalisme zelf.” Het is een economisch systeem dat niet werkt. Het is niet eerlijk, het is niet democratisch, het is niet rechtvaardig en het moet verdwijnen. Ik weet dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, dus waarom heb ik het nog niet gehoord, waarom heb ik het nog niet gelezen, waarom wordt dat deel van de discussie gewoon weggelaten? Het kapitalisme is een wild beest. Het zal nooit stoppen. Het heeft een onverzadigbare drang om geld te produceren. Je kan er zoveel draadjes of touwen rond binden als je wilt, maar het zal losbarsten. Bij het kapitalisme is er niet zoiets als 'genoeg'.”

Dit is ongelofelijk stoutmoedig en vernieuwend. Moore is echter minder duidelijk over wat hij dan wel wil. Hij begrijpt duidelijk dat het systeem niet hervormd kan worden en dat het vervangen moet worden. Of zoals een van de in de film geïnterviewde priesters het zegt: “Het kapitalisme is het kwaad, en het kwaad kan niet gereguleerd worden, je moet het elimineren.” Het lijkt er echter op dat Moore nog steeds niet bereid is de nodige conclusies te trekken – of in elk geval er openlijk voor uit te komen.

Wij vinden het belangrijk bekend te maken wat de conclusie is: kapitalisme is het probleem, socialisme de oplossing. Socialisme is geen vies woord en revolutie is geen duistere samenzwering van een kleine minderheid. De socialistische revolutie betekent niets meer of minder dan een fundamentele verandering teweeg te brengen in de manier waarop de samenleving is gestructureerd en neheerd, met als methode de directe, democratische en bewuste deelname van het merendeel van de samenleving.

Moore, aan de andere kant, verkiest om zich voor ‘democratie’ uit te spreken en steunt daarvoor op recent ontdekte filmbeelden waarin Franklin D Roosevelt – de grote redder van het kapitalisme tijdens de Grote Depressie – oproept voor een ‘tweede Bill of Rights’. In deze speech schaart FDR zich achter het recht op een goede job, universeel onderwijs en ziektezorg en tegen racisme. Of hij deze punten nu zuiver demagogisch naar voren schoof om het Amerikaanse volk zich achter de oorlog te doen scharen of hij echt dacht dat zulke hervormingen konden gedaan worden binnen de beperkingen van het kapitalisme, kunnen we niet zeggen. Feit is dat het kapitalisme nog nooit in staat is geweest dit te garanderen aan het volledige volk.

We moeten ons dus afvragen: als het niet in staat was deze basiseisen te voorzien tijdens de naoorlogse economische groei of de recente kapitalistische periode van relatieve welvaart, hoe kan het ons dan nog maar een tiende geven in de huidige crisis? Marxisten zijn voor al deze dingen. Wij zijn echter van mening dat ze pas realiteit kunnen worden door de strijd voor socialisme. Niet de totalitaire karikatuur van het stalinisme of maoïsme,  maar democratisch socialisme, waarin de arbeiders democratische controle hebben over de productiemiddelen, distributie en handel, in harmonie met het milieu.

En al legt Moore in de film de Democraten bloot, hij spaart Obama zelf. Hij stelt de verkiezing van Obama voor als een soort extase voor de lijdende mensheid. Het is duidelijk dat het aan de macht komen van Obama voortgestuwd werd door de oprechte hoop van miljoenen gewone mensen, voornamelijk zwarten en andere minderheden. Als aanhanger van de poging om een arbeiderspartij op te richten eind jaren '90, zou Moore echter beter moeten weten: net zoals het kapitalisme niet hervormd kan worden, kan de Democratische Partij niet hervormd worden. Helaas zei Moore, wanneer Socialist Appeal hem bij een voorvertoning van de film vroeg of hij vond dat het tijd was voor de vakbonden en arbeiders om met de Democraten te breken dat, al staat hij achter pogingen voor een derde partij op te richten, zijn advies was dat het gemakkelijker was om de Democraten van binnenuit te hervormen. Dit is hetzelfde als een lammetje vragen een wolvennest op te ruimen!

Toch hamert Moore, van het tonen hoe grote bedrijven miljoenen verdienen door levensverzekeringen af te sluiten op hun werknemers (in interne memo's de 'Dode Boertjes-verzekering' genoemd) tot beelden van de bedrijfsbezetting van Republic Windows & Doors op de slechtheid van het kapitalistisch systeem en wijst hij op de macht van het gewone volk als het zich organiseert.

De intense hoop op verandering die in de Verenigde Staten aanwezig was na Obama's verkiezing bevat het embryo van een echte motor voor verandering – de meerderheid van de arbeidersklasse zelf. Na een achtbaan van beelden en emoties roept Moore het publiek (dat uit miljoenen zal bestaan) op om zich te organiseren en te mobiliseren om daadwerkelijke verandering teweeg te brengen. De film eindigt dan met een swing jazz-versie van de Internationale. Is Moore's onwilligheid om zich openlijk voor socialisme uit te spreken een zorgvuldig manoeuvre om te vermijden dat hij gedemoniseerd en in diskrediet gebracht wordt door de rechterzijde? Of is het omdat hij nog steeds niet zeker is en niet bereid is om daadwerkelijk te breken met het systeem? In elk geval zal Capitalism: A Love Story de ogen openen van miljoenen op een manier die nooit eerder gezien werd bij een mainstream film. Of hij het nu 'socialisme' dan wel 'democratie' noemt, Moore lijkt echt bereid om een einde te brengen aan dit systeem en het te vervangen door iets beter. Nu het AFL-CIO (American Federation of Labor and Congress of Industrial Organizations) oproept tot een single-payer ziekteverzekeringsprogramma [een systeem waarbij één instantie alle bijdragen int en alle kosten betaalt, nvdr.] en Moore's film zeer zeker duizenden zal aanzetten tot zich te organiseren en terug te vechten tegen de kapitalisten, is er nooit een beter moment geweest voor de Amerikanen om een arbeiderspartij op te richten en te leren over de ideeën van revolutionair socialisme en marxisme.


Capitalism, a Love Story in Deurne

Stop de ontslagen! 

Solidariteitsavond met de werknemers van Opel, Johnsons Controls, Carrefour, …

Dinsdag 30 maart

om 20.00 u

Filmvertoning: Capitalism, A Love Story

van Michael Moore

In filmzaal Studio, Werft, 2440 Geel

Inkom: 6 euro

Inleiding: delegees van Opel-Antwerpen (Rudi Kennes & Jan Janssens), Johnsons Controls-Geel (Arlet Buyckx) en Carrefour-Westerlo (Anita DeVos & Ingrid Kerkhofs)

Deze solidariteitsavond is een initiatief van de Geelse SP.a, Animo, Groen! en PVDA, in samenwerking met De zomer van Opel. 

Solidariteitsavond met de werknemers van Opel

Zaterdag 10 april

om 20.00 u

Filmvertoning: Capitalism, A Love Story

van Michael Moore

In Cultureel Centrum Rix, De Gryspeerstraat 86 2100 Deurne

Inkom: 10 euro

Scholieren/studenten: 5 euro

Inleiding: Rudi Kennes, Erik De Bruyn 

Capitalism, A Love Story, Michael Moore, 2009

Onze regering vond in één weekendje 20 miljard om de banken van het faillissement te redden. In de VS vond de regering-Obama honderden miljarden om de Amerikaanse banken overeind te houden. Iedereen leek plots vergeten te zijn dat de banken zelf de crisis hadden veroorzaakt door hun wilde geldhonger en hun onverantwoorde speculaties.

De financiële crisis werd een economische crisis… In België verloren ondertussen 80 à 100.000 werknemers hun job. Sommige bedrijven (AB InBev, Janssens Pharmaceutica, DAF, Bayer, Carrefour,…) maken op een schaamteloze manier misbruik van de crisis om werknemers te ontslaan en/of zware inleveringen te eisen. Maar geld voor een sociaal noodplan heeft onze regering niet meer… dat deden ze al cadeau aan de banken.

Nu Obama het roer heeft overgenomen van Bush, legt Michael Moore in zijn film Capitalism, A Love Story de financiële en economische crisis in de Verenigde Staten onder de loep. De documentaire gaat in op de rampzalige economische politiek van de grote bedrijven, en vooral op hun onstilbare winsthonger.  En wie betaalt de rekening? De gewone Amerikaan en zowat de hele wereldbevolking.

In deze tijd van ontslagen en herstructureringen een film die elke werknemer moet gezien hebben!