Na 6 maanden actie heeft ook de veertiende "actiedag", met 250 verzamelpunten, tegen de pensioenhervorming op 6 juni niet meer effect gehad op de regering dan de vorige dertien. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken telde 281.000 demonstranten in het hele land, terwijl de CGT er meer dan 900.000 claimde. Macron kan het gevoel hebben dat hij de pensioenhervorming heeft gewonnen, althans tijdelijk. Vanuit het oogpunt van de Franse bourgeoisie is dit echter een "pyrrusoverwinning": de winnaar staat er over het geheel genomen veel zwakker voor dan de verliezer, de Franse werkende klasse.

Een unieke mobilisatie

Sinds januari komen er honderdduizenden en zelfs miljoenen Fransen op straat tegen de pensioenhervorming. De actiedagen werden georganiseerd door de intersyndicale, een coalitie van alle vakbonden. Op het hoogtepunt van de mobilisatie namen tussen de 3 en 3,5 miljoen mensen deel aan de demonstraties.

Bij verschillende gelegenheden werden meer dan een miljoen activisten geteld. De geografische reikwijdte van de acties was ook indrukwekkend. In wel 700 tot 800 steden vonden gelijktijdig demonstraties plaats. In sommige stadscentra en kleine steden ging één op de zes of zeven inwoners de straat op.

Macron staat/stond onder zware druk van de Franse heersende klasse om het pensioenstelsel, dat al decennialang onder vuur ligt, te 'hervormen'. Het voorstel is zeer onpopulair bij het grote publiek: in januari was 80 procent van de bevolking tegen, dit is in de laatste 6 maanden niet veranderd.

Een van de voorbeelden van de stakingen en protesten: wekenlang lag er vuilnis opgestapeld in de straten van Parijs, de regering eiste van de lokale autoriteiten dat ze de vuilnismannen weer aan het werk zetten. Maar pogingen tot opvordering werden weerstaan doormiddel van klassenstrijdmethoden: massale piketacties en solidariteitsacties door andere delen van de beroepsbevolking. Er waren ook langdurige acties en stakingen in de transportsector, raffinaderijen, chemie-industrie etc.

Crisis van het regime

Omdat er in de Assemblée Nationale geen meerderheid was voor de pensioenhervorming, moest de regering twee grondwetsartikelen gebruiken - 47.1 en vervolgens 49.3 - om het debat en de stemming van de parlementsleden opzij te schuiven.

Dit alles vond plaats onder de waakzame en verontwaardigde ogen van miljoenen jongeren en arbeiders, die terecht concluderen dat de Franse "democratie" niet meer dan een slechte grap is. Zeker sinds het gebruik van artikel 49.3 kwamen deze jongeren massaal op straat.

Het gebruik van het wetsartikel 49.3 stimuleerde duidelijk de mobilisatie van studenten en middelbare scholieren, die tot dan toe relatief passief waren. Dit is logisch: jongeren hebben artikel 49.3 ervaren als een belediging van de meest elementaire democratische principes. Ze mobiliseren niet alleen tegen pensioenhervormingen, maar tegen een brutaal, autoritair en reactionair regime. Ze vechten voor een radicale transformatie van de samenleving.

Het feit dat de jongeren op straat kwamen ging gepaard met een verhoogd aantal ‘niet aangevraagde betogingen’. In de vier dagen na het inzetten van artikel 49.3 waren er zo’n 1200 van deze betogingen. Het antwoord van Macron en de autoriteiten was simpel: verhoogde politierepressie. Zoals bij de Gilets jaunes beweging laaide de discussie in de media over de rol van de politie en het excessieve geweld dat ze gebruiken weer op.

Deze situatie heeft de crisis van het regime naar een zeer gevaarlijk niveau getild, vanuit het standpunt van de bourgeoisie. Wanneer zo'n diep diskrediet niet langer alleen een of andere regering treft, maar het geheel van de "democratische" instellingen, dan is het hek van de dam voor de heersende klasse. In 2018 en 2019 heeft de Gilets jaunes-beweging een eerste glimp opgevangen van de explosieve gevolgen van een dergelijke situatie.

Het falen van de leiding

Helaas werden de strijdbare jongeren en arbeiders niet geholpen door de officiële leiders van links en de vakbonden, die wanhopig vasthouden aan hun oude reformistische waanbeelden en aan iedereen die wil luisteren uitleggen dat kapitalisme met een "menselijk gezicht" mogelijk is - precies op het moment dat dit systeem de mensheid in een wijdverspreide barbarij dreigt te storten.

In deze context hadden de leiders van links en van de vakbeweging moeten proberen de strijd tegen de pensioenhervorming te koppelen aan een algemene - en meer militante - strijd tegen het hele regeringsbeleid, tegen deze regering zelf en tegen de invoering van echt progressieve maatregelen. Helaas hebben ze dat niet gedaan.

In plaats van op te roepen tot een goed georganiseerde escalatie van de stakingsbeweging in de richting van een algemene staking, kwamen de vakbonden van Ide ntersyndicale de afgelopen zes maanden bijeen en besloten ze steeds... om weer een nieuwe actiedag uit te roepen.

Het blijft in lijn met wat Trotski in 1938 helemaal aan het begin van zijn overgangsprogramma schreef: "De politieke situatie in de wereld als geheel wordt vooral gekenmerkt door de historische crisis van het leiderschap van het proletariaat.”

Wat nu?

De conclusie die volgt uit de laatste zes maanden, vanuit ons klassenstandpunt, is volkomen duidelijk: om definitief een einde te maken aan de economische en sociale crisis is het noodzakelijk om de arbeiders aan de macht te brengen, de grote bourgeoisie te onteigenen en de maatschappij te reorganiseren op socialistische basis, d.w.z. op basis van een democratische planning van het productieapparaat. Elke andere "oplossing" is bedrog (oprecht of niet, het maakt niet uit). Een groeiend aantal jongeren en arbeiders begint deze conclusie te trekken, ook al hebben ze niet altijd een duidelijk idee, in theorie, van de manieren en middelen om dat doel te bereiken.

De arbeidersklasse heeft een immense macht en de Franse arbeidersklasse heeft keer op keer laten zien dat ze bereid is om te vechten. Helaas zijn de vakbondsleiders en politieke leiders niet opgewassen tegen hun taak. Er is een revolutionaire leiding nodig.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken