Maarten Vanheuverswyn was jarenlang actief als marxistische student aan de universiteit van Gent. Sinds enkele jaren werkt hij op het internationale secretariaat van de International Marxist TendencyInternational Marxist Tendency (IMT), waar Vonk ook deel van uitmaakt. In maart trok hij voor twee weken naar Pakistan.

Wat doet een marxist uit België in Pakistan?

Speech voor het congres
Naast het feit dat ik enorm graag reis, was Pakistan een belangrijk land om aan te doen om de volgende redenen. Eerst en vooral wou ik met mijn ogen zien hoe het staat met het beruchte moslimfundamentalisme in Pakistan. In het Westen wordt vaak de indruk gecreëerd dat alle Pakistanen klaarstaan om zichzelf op te blazen voor hun geloof, maar dat heb ik altijd met een serieuze korrel zout genomen. In Lahore en Islamabad, de twee steden waar ik geweest ben, zie je nauwelijks gesluierde vrouwen, en de moskees zijn meestal grotendeels leeg. Heel wat Pakistanen lachen met de mullahs. Ik zou dus stellen dat het fundamentalisme helemaal zo geen sterke factor is als vaak wordt voorgesteld in het Westen. Jammer genoeg was er geen tijd om naar de grens met Afghanistan te gaan, waar de Taliban hun bolwerk hebben, en waar het uiteraard heel wat gevaarlijker is.

Ten tweede wou ik ook het congres bijwonen van The Struggle, de Pakistaanse sectie van de International Marxist Tendency, waar Vonk ook deel van uitmaakt. Jaarlijks organiseren zij hun congres in Lahore, en elk jaar komen er meer en meer activisten opdagen.

Vertel eens meer over de marxistische organisatie The Struggle. Welke zijn je indrukken van deze kameraden?

Op het congres waren 2.200 kameraden aanwezig van over het hele land: van Punjab, Baluchistan, Sindh, Karachi, Kasjmir tot Pukhtoonkwa (de zogenaamde North Western Frontier) en zelfs Waziristan, de regio aan de grens met Afghanistan, waar een burgeroorlog aan de gang is. Dat is op zichzelf al een hele prestatie gezien de grote sektarische verdeeldheid in het hele land.

The Struggle is een erg gezonde en rijpe organisatie nu, met elk jaar een indrukwekkende groei. Het is geen overdrijving om te stellen dat The Struggle nu diepe wortels heeft in de hele maatschappij. We zijn actief in de vakbonden met de Pakistan Trade Union Defence CampaignPakistan Trade Union Defence Campaign (PTUDC), in de beweging van de werkloze jeugd (BNT), in Kasjmir vooral in de Jammu Kashmir National Students Federation (JKNSF), en er wordt ook geprobeerd om zoveel mogelijk vrouwen te organiseren en bewust te maken, wat helemaal niet evident is in Pakistan.

Uiteraard is een tweeduizendtal marxisten in een groot land als Pakistan nog steeds niet genoeg om echt veel invloed te hebben in de maatschappij, maar de vooruitzichten zijn uitstekend. Het regime is enorm verzwakt de laatste tijd en gaat gebukt onder crisis na crisis. Pakistanen zijn hun erbarmelijke leefomstandigheden meer dan beu en gaan meer en meer op zoek naar een alternatief, en The Struggle is de enige geloofwaardige groep aan de linkerzijde die naast heel wat onafhankelijk werk ook belangrijk werk verricht in de Pakistan Peoples Party. Het doel is om tot minstens 5.000 te groeien tegen volgend jaar. Zo willen ze een impact te hebben zodra die partij aan de macht komt – een heel waarschijnlijk perspectief – en deze traditionele massapartij in een crisis terechtkomt omdat ze zelf geen socialistisch alternatief naar voren schuift. Onze kameraden zijn vastberaden om hier een grote rol in te spelen.

Het congres verliep erg gedisciplineerd en er was een rijk debat met vele tussenkomsten vanuit de talloze regio’s. Stel je de organisatie van het hele gebeuren eens voor: 1.700 mensen kwamen afgezakt naar Lahore en werden ondergebracht in verschillende hotels in de stad. Sommige kameraden moesten zelfs persoonlijke bezittingen verkopen om hun vervoer en de toegangsprijs te kunnen betalen. In tegenstellingen tot heel wat NGO’s, die vaak mensen betalen om aanwezig te zijn op hun congressen, wordt van iedere kameraad verwacht zelf te betalen voor zijn/haar verblijf en eten. Er waren 15 koks die drie maaltijden per dag bereidden voor iedereen, wat uiteraard een hele prestatie is.

Naar het schijnt hebben deze kameraden een serieuze basis in Kasjmir.

Als je een voorbeeld wilt van de onderdrukking van een volk, kijk dan niet verder dan Kasjmir. De tragedie van Kasjmir is dat het altijd de speelbal is geweest van de grootmachten. Vóór de onafhankelijkheid van Pakistan en India in 1947 werden de Kasjmiri’s al uitgebuit door het Britse imperialisme, maar erna werd de verdeel-en-heers-politiek alleen maar intenser. Gedurende zestig jaar is er veel gepraat maar weinig gedaan voor deze regio. De opsplitsing in India en Pakistan was een misdaad die volkeren tegen elkaar opgezet heeft. Vergeet niet dat er in de jaren na 1947 miljoenen sektarische moorden gepleegd werden van moslims op hindoes, en omgekeerd.

Meer dan een halve eeuw na de formele onafhankelijkheid moeten we ons de vraag stellen: wat heeft de onafhankelijkheid op kapitalistische basis opgelost? Het feit is dat India en Pakistan, en met hen de Kasjmir-regio, meer dan ooit afhankelijk zijn van het imperialisme. In het huidige tijdperk betekent dit alleen maar een nieuwe vorm van kolonialisme en slavernij voor de gewone mensen in Kasjmir, die in absolute armoede en miserie leven. Na de aardbeving in 2005 bleef de staat serieus in gebreke wat betreft hulpverlening. De Pakistan Trade Union Defende Campaign schoot dan ook in actie en lanceerde een internationale campagneeen internationale campagne die heel wat geld inzamelde dat rechtstreeks ging naar hulpverlening.

Het is duidelijk dat de Kasjmiri’s niets kunnen verwachten van de Pakistaanse noch de Indische heersende klasse, maar al evenmin van de zogenaamde democratieën in Europa en Amerika – dat hebben de laatste zestig jaar maar al te goed aangetoond. Hun enige bondgenoten zijn de miljoenen arbeiders en boeren in Pakistan en India. Hun vijanden en belangen zijn dezelfde.

Geen last gehad met het regime van dictator Musharraf?

Zelf heb ik hier weinig last van gehad, maar ik was dan ook amper tien dagen in Pakistan en ik was omringd door verschillende kameraden die het klappen van de zweep kennen. Je ziet wel overal dat er een enorme bureaucratie is in het staatsapparaat en je kan de allesoverheersende corruptie en vriendjespolitiek als het ware ruiken. Een kleine anekdote: toen ik stond aan te schuiven in de luchthaven – iets wat uren duurde – kwam er opeens een zakenman in een net pak iedereen voorbijsteken. Hij wapperde met een vijfhonderdtal rupees en werd opeens doorverwezen naar het begin van de rij! Toch gaat het om meer dan geld alleen. Zoals elk verrot regime kom je enkel ergens met connecties.

Wat Musharraf betreft, in het Westen wordt hij vaak omschreven als een grote democraat, ook al kwam hij in 1999 aan de macht via een staatsgreep en werd hij achteraf nooit democratisch verkozen. Ironisch genoeg zijn het diezelfde media die president Hugo Chavez in Venezuela omschrijven als een “autoritaire populist met een militaire achtergrond”, ook al is die wel verschillende malen massaal verkozen en betrekt hij de hele bevolking in de politiek van zijn land.

Het is belangrijk om in te zien dat het Musharraf-regime noch een klassieke burgerlijke democratie is, noch een brutale militaire dictatuur. Ik zou het regime eerder omschrijven als een enorm zwakke dictatuur die vol tegenstellingen zit. Het regime is duidelijk in crisis, wat de kwestie van de advocaten heel duidelijk heeft aangetoond. Musharraf voelt zich geïsoleerd en kwetsbaar en wil koste wat het kost aan de macht blijven. Elementen in het staatsapparaat die hem niet gunstig gezind zijn, moeten eruit. Hij wil president blijven en tegelijkertijd zijn militaire uniform blijven dragen omdat hij niet voor de rechtbank wil gedaagd worden of in de gevangenis belanden. Vandaar dat hij Chaudhry, de prominente opperrechter die de laatste maanden in het nieuws was, eigenhandig geschorst heeft en vervangen. Dat leidde tot massaprotesten van advocaten over heel het land.

Het regime is zwak omdat het sterk verdeeld is in verschillende fracties. Een deel van de heersende klasse in Pakistan steunt hun dictator door dik en dun, maar steeds meer elementen willen hem niet langer zien regeren via het leger en de politie en roepen op tot “democratie”, wat in werkelijkheid neerkomt op een oproep tot kalmte omdat ze inzien dat de situatie gauw uit de hand kan lopen.

Pakistan bevindt zich in de frontlijn van wat het Amerikaans imperialisme, de oorlog tegen het terrorisme noemt. Wat zag jij hiervan?

De Amerikanen oefenen een enorme druk uit op Musharraf. Voor hen is hij de belangrijkste pion in hun “oorlog tegen het terrorisme”. Ondanks verschillende vermaningen in de voorbije jaren blijft Musharraf de belangrijkste bondgenoot van de Amerikanen in de regio. Hijzelf staat of valt ook met hun steun: het Amerikaanse imperialisme pompt jaarlijks miljarden dollars in de Pakistaanse economie omdat hun marionet anders al lang gevallen zou zijn. Dat is dan ook Musharrafs voornaamste probleem in eigen land aangezien de bevolking geen Amerikaanse inmenging wenst. Maar ook binnen de regering en de fameuze ISI (de Pakistaanse inlichtingendienst), waar tenslotte ook fundamentalisten deel van uitmaken, is niet iedereen gelukkig met die openlijke steun van de Amerikanen. Het Pakistaanse leger is naar “Talibanistan” gestuurd, de regio aan de grens met Afghanistan, maar heeft daar naar schatting al 800 soldaten moeten opofferen in een bloedige oorlog. Er is dan ook groeiende kritiek op de hele operatie, zowel binnen het staatsapparaat als in het leger zelf. Dat zorgt alleen maar voor groeiende tegenstellingen aan de top van de Pakistaanse maatschappij, en de huidige constitutionele crisis is daar zoals gezegd slechts een uitdrukking van.

Musharraf bevindt zich nu onder vuur van alle kanten. In plaats van hem dankbaar te zijn voor zijn slaafse volgzaamheid klagen de Amerikanen nu dat hij niet genoeg doet, ook al weten ze zelf goed genoeg dat zijn regime aan een zijden draadje hangt. Dick Cheney, de Amerikaanse vice-president, was onlangs in Islamabad en las Musharraf de les. Een paar dagen later werd Cheney bijna opgeblazen door de Taliban in Afghanistan, wat de explosieve situatie nog maar eens onderstreept.