Het nieuwe sociale akkoord werd goedgekeurd door 70 procent van de arbeiders van Ford. De arbeiders van de vier belangrijkste onderaannemers (de zogezegde ‘achterkant’) deden hetzelfde. De goedkeuring gebeurde echter zonder enthousiasme. De misnoegdheid die sinds de aankondiging heerste onder het personeel is niet plots verdwenen. Zelfs met de extralegale afscheidspremies, verhindert het sociale plan niet het verdwijnen van vijfduizend banen in 2014.

 

Tienduizend banen gaan zo in totaal in rook op. Het sociale plan is daarom slechts een pleister op een wonde die niet zo snel zal genezen. De effecten van de sluiting van de steenkoolmijnen meer dan twintig jaar geleden worden vandaag nog steeds gevoeld in de provincie. Het gebrek aan een strijdperspectief voor het open houden van de fabriek en de lange maanden van onzekerheid hebben zwaar doorgewogen in de uitslag van de stemming. De verantwoordelijkheid voor het gebrek aan perspectief ligt in de eerste plaats bij de directie van Ford die bij haar standpunt is gebleven, maar ook bij de Vlaamse regering die weigerde een industrieel initiatief te nemen. Kris Peeters verklaarde zelfs dat hij niet de roeping had om een Vlaamse Hugo Chávez te worden en tussen te komen in de industriële activiteit. Zelfs een tijdelijke overname zoals in Nederland met het automobielbedrijf Nedcar heeft de Vlaamse regering niet willen overwegen.

 

De beste oplossing was volgens ons de nationalisatie van de fabriek onder de democratische controle van het personeel, om een reconversie mogelijk te maken naar de productie van ecologisch verantwoorde voertuigen. Maar de vakbondsverantwoordelijken van alle centrales hebben geweigerd deze optie naar voor te schuiven. In tegenstelling tot de kameraden van de Waalse en Brusselse socialistische metaalvakbond en de BBTK van ArcelorMittal die de nationalisatie eisen van de Luikse sites. De vakbondstop reageerde op een verschrikkelijk routineuze wijze op de sluiting van Ford. Het is dezelfde routine die maakt dat syndicale delegaties in de bedrijven die herstructureren of sluiten automatisch de eis van afscheidpremies en een sociaal plan of tafel gooien. Zolang er niet gezegd wordt ‘gedaan met sluiten’, zal de vakbeweging zich blijven opsluiten in de rol van ambulancier van de crisis van het kapitalisme. Toch hebben de arbeiders van Ford en de toeleveranciers iets nieuws uit de brand kunnen slepen, namelijk een gezamenlijk sociaal plan voor alle arbeiders van het moederbedrijf en de onderaannemingen.

 

Dit is het resultaat van de harde strijd van de arbeiders en arbeidsters van de ‘achterkant’ van Ford. Gedurende tien dagen hebben ze gestaakt zonder de erkenning van de vakbond, ze stonden oog in oog met de repressie van de politie en het gerecht en de media behandelde ze bijna als misdadigers. Hun stakingsactie heeft de hele situatie veranderd. Het is een belangrijke verworvenheid. De vorming van het ‘Actiecomité toelevering’ met de hoofddelegees en andere actieve delegees was een goed antwoord op het probleem van de gebrekkige representativiteit van de bestaande syndicale leiding. Sinds dit akkoord werd gesloten, hebben andere toeleveringsbedrijven ook gestaakt en een gelijkaardig sociaal plan bekomen.

 

De stakingsactie van de mannen en vrouwen van de toelevering is ook een goed antwoord aan zij die beweren dat de arbeiders van de onderaanneming te precair zijn om in actie te komen. Het grote aandeel aan migranten, jongeren en vrouwen zou collectieve actie onmogelijk maken, horen we dikwijls in de eigen syndicale rangen.

 

 

De arbeiders en arbeidsters van de ‘achterkant’ hebben ons een mooi lesje geleerd in strijdbaarheid. Dit is ook een verworvenheid. Het zal er nu op aankomen deze ervaring over te brengen naar de rest van de vakbeweging. Een koerswijziging legt zich op in onze vakbonden. Geen sociale pleisters meer maar een strijd om onze bedrijven open te houden, dat moet de inzet worden van het syndicaal werk.