Na twintig jaar beknibbelen is er voor het eerst een zekere begrotingsmarge. Dankzij de economische groei die hoger uitvalt dan geraamd, kan de regering rekenen op een kleine 120 miljard frank extra inkomsten.

Economie bloeit

Voor het eerst in vijftig jaar stevent de Belgische begroting -het verschil tussen de overheidsuitgaven en -inkomsten- af op een surplus. Ook de staatsschuld is in de afgelopen jaren met een kleine 20% afgenomen en bereikt ‘maar’ 115% van het BBP meer. Dat wil dus nog altijd zeggen dat de schuld meer bedraagt dan wat alle Belgen samen in één jaar verdienen. Maar goed, de trend is ingezet en indien de economische motor niet voortijdig stilvalt, iets wat je in een kapitalistische markteconomie altijd kunt verwachten, zal de staatsschuld binnen twee jaar onder de psychologische grens van 100% van het BBP duiken.

Deze goednieuws-show heeft maar één verklaring: gedurende twintig jaar heeft de arbeidersbeweging in dit land moeten inleveren. Tegelijkertijd konden de bedrijven hun winstmarges herstellen en betalen degenen die genieten van een inkomen uit kapitaal maar een fractie meer van de belastingen die ze vroeger betaalden.

Het herstel van de winstvoet was in de eerste plaats het gevolg van een toegenomen exploitatie van de arbeid via allerhande mechanismen: loonsinleveringen, loonstops, verhogen van het werkritme, overuren, enz. Ten tweede via een superuitbuiting van de derde wereld via het mechanisme van de internationale handel en goedkope grondstoffenprijzen. En in de afgelopen periode komt daar ook een productiviteitsstijging bij ten gevolge van de nieuwe technologieën. Die zorgden voor een investeringsgolf, die de motor vormt voor de huidige groei. Want in tegenstelling tot onze verwachtingen, kregen we na de Aziatische crisis niet af te rekenen met de ontwikkeling van een wereldwijde recessie, maar zette de economische motor nog een tandje bij. Koploper is de VS-economie, die dit jaar met 4,2% zou groeien (tegenover 5% vorig jaar). De wereldeconomie groeit dit jaar met vermoedelijk 4%.

Maar niet voor ons

De vraag nu is: wie profiteert van al dat moois? In de eerste plaats de bedrijfswereld en in de tweede plaats de huidige regering. De stijgende staatsinkomsten vormen de lijm van de heterogene coalitie van Verhofstadt. Het stelt de regering in staat om alle regeringspartijen een bot toe te gooien waarmee ze hun respectievelijke achterban kunnen paaien. Het probleem is dat wij graag een bot hadden gekregen met wat vlees aan. Want wat van tafel is gevallen, hebben de PR-mensen van de regering veel rooskleuriger voorgesteld dan wat het is. Gepensioneerden krijgen volgend jaar niks. Werklozen (alleen gezinshoofden) moeten zich tevreden stellen met 800 frank extra. Van de verplichte arbeidsduurverkorting tot 38 uur is niks terechtgekomen. Het Zilverfonds gaat pas na 2002 van start, idem met andere beloftes. Het is als een maître d’hôtel die de zilveren koepel van de schotel wegneemt en er een gekookt aardappeltje verschijnt. Zonder saus.

Offensief

Geen wonder dat zowel ABVV als ACV ‘teleurgesteld’ zijn. Mia Devits had het over een ‘koude douche’. Maar wat gaat Mia doen om heet water te krijgen? En wat gaan wij doen om ook een stukje vlees en wat groenten naast de aardappel te krijgen? We hebben twintig jaar betaald en willen nu waar voor ons geld. Dat kan maar één ding betkenen: een offensieve strijd ontketenen om ons part op te strijken van waar we recht op hebben.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken