Het zijn allemaal zakkenvullers meneer… Wie deze “volkswijsheid” over politici nu nog wil bekampen beleeft moeilijke dagen. De ene na de andere onthulling is bovengekomen over de lucratieve bijverdiensten van politici in allerlei intercommunales en privé bedrijven. Natuurlijk kan geen mens begrijpen dat politici met dergelijke “bijverdiensten” evenveel verdienen als een gewoon mens in drie jaar werken. Evenmin kan het er in dat de ene politicus niet merkt dat hij de beloofde 30.000 € niet gekregen heeft (Koen Kennis, N-VA) en de ander dat ze het wél gekregen heeft (Leen Verbist, sp.a). Ik ken ook niet veel werkplaatsen waar er gratis drank geschonken wordt, ook alcoholische, zoals in het parlement. Maar waarom krijgen de politici dit allemaal aangeboden? En door wie? Wat is de functie van deze buitensporig grote à-côté-tjes? De grootste bonussen worden altijd uitgekeerd door die intercommunales waarachter de grootste bedrijven schuilgaan. In de gemeenteraden zijn dat bijvoorbeeld de commissies waar Electrabel grif geld rondstrooit. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de politici werkelijke controle uitoefenen. Ze moeten gepamperd worden en in de watten gelegd, financieel, met etentjes en zo voort. Laat voor de rest de grote bedrijven hun ding maar doen. Hoogstens worden zij waar het nodig is, ingezet om de belangen van die bedrijven te verdedigen door een goed gericht telefoontje. Of denkt u dat de adviezen van politici zoals Siegfried Bracke aan Telenet zoveel tienduizenden euro waard zijn?

 

Helemaal cynisch wordt het pas als deze politici ter zelfde tijd de gewone man met de vinger durven wijzen en beweren dat zij boven hun stand leven. Slechts enkele voorbeelden uit de kranten in de zelfde periode waarin de politieke graaicultuur ontbloot werd. Minister De Block (Open VLD) wil zieke werknemers die langdurig afwezig blijven én hun bedrijven responsabiliseren, door onder meer te beknibbelen op uitkeringen of bedrijven te beboeten. Minister Muyters (N-VA) wil het brugpensioen afschaffen want “anders is iemand die werkloos wordt op zijn 55ste niet gestimuleerd om werk te zoeken”. In de zelfde kranten lees je dan dat éen verpleger tijdens de nachtploeg moet instaan voor meer dan 40 zeer moeilijke psychiatrische patiënten of lees je dat de sociale achteruitgang in Griekenland erger is dan ooit, maar dat het land toch verplicht wordt tot nieuwe bezuinigingen en snoeien in de pensioenen. Het argument is steeds: er is geen geld meneer! Dat geld is er blijkbaar toch wel om de politici om te kopen en dat is nog maar kleingeld vergeleken bij hetgeen de grote bedrijven hun eigen CEO’s uitbetalen. De CEO van BNP Paribas in ons land verdiende 1,594 miljoen euro in 2014. De CEO van de bank JP Morgan verdiende 27 miljoen dollar (=25,619 miljoen €) in 2016. En ook dat zijn nog maar loontrekkenden! Goed betaald, dat wel maar het echte geld zit bij de eigenaars van die reuzenbedrijven. In een onderzoek dat zij elk jaar uitvoeren, schrijft Oxfam dat slechts 8 mannen evenveel bezitten als de helft van de wereldbevolking (3,6 miljard). Vorig jaar hadden ze daar nog tien mannen voor nodig. Er is dus wel geld. Er is hopen geld. Er is veel te veel geld! Maar ieder groot bedrijf wil de arbeiders die zij te werk stelt zo weinig mogelijk betalen, dat drijft de winst omhoog. Als dat niet lukt kan het er ook nog ontslaan, dat geeft hetzelfde resultaat.

 

Dat is, in de ogen van het bedrijfsleven de functie van de politici: die moeten de mensen overtuigen dat zoiets onvermijdelijk is, dat er geen alternatief is. Ze moeten ervoor zorgen dat de mensen geloven dat de enige manier om die bedrijven, die barsten van het geld, te doen investeren, erin bestaat de sociale zekerheid af te bouwen, de lonen te bevriezen of te doen dalen en te zwaaien met subsidies voor bedrijven. Daar moet het geld naar toe, daarvoor moeten de andere functies van de staat worden afgebouwd. In feite speelt de politieke kaste zo de rol van buffer om de bedoelingen van de echte meesters van de wereld te verbergen.

 

Bestaat er dan geen enkele manier waarop we de graaicultuur van de politici kunnen tegengaan? Toch wel. Wij hebben steeds verdedigd dat mandatarissen van arbeiderspartijen, parlementsleden bijvoorbeeld, niet meer zouden moeten verdienen dan het gemiddeld loon van een geschoold arbeider. Indien de vergoeding voor hun mandaat meer bedraagt, moeten zij het verschil afstaan aan hun partij. Het feit dat zij deze regel toepassen, is een van de belangrijkste oorzaken van de populariteit van de verkozenen van de PVDA. Heel terecht zeggen ze dat je alleen zo kunt ervaren wat de problemen van de gewone man en vrouw werkelijk zijn. Maar om eerlijk te zijn kan dit, in het huidige systeem, maar een deel van de oplossing zijn. Geld is niet de enige manier waarop grote bedrijven de politiek beïnvloeden. Een ander veel gebruikt middel zijn hun lobbyisten en “denktanks”. Heb je als politicus niet voldoende tijd of middelen om een wet uit te schrijven? Geen nood, het bedrijfsleven helpt u wel, met teksten en wetten geheel op eigen maat geschreven natuurlijk. Het is een euvel dat overal bestaat, maar op het vlak van de Europese Unie is dat nog veel duidelijker. In Brussel zijn niet minder dan 30.000 lobbyisten actief. De Europese commissie heeft 33.000 personeelsleden, voornamelijk in Brussel maar ook in de rest van Europa. Dat is dus ongeveer éen lobbyist voor elk personeelslid. Het is zeer twijfelachtig naar wie de politici van de EU het meest luisteren. In feite toont dit aan dat, in een wereld waar zoveel ongelijkheid bestaat enkel een zeer onvolmaakte democratie kan bestaan.