Neen, er verschijnt geen nieuwe Blake & Mortimer. De zaak Vindevoghel betreft een proces dat op 18 mei zijn beslag kende door een uitspraak van het Hof van Cassatie. Voor de eerste maal beet een werkgever in het zand na een vordering wegens discriminatie op grond van syndicale activiteiten. Hoe belangrijk is deze zaak?

Maria

Maria Vindevoghel werd wereldberoemd in België door haar niet aflatende strijd voor de Sabeniens. Zij voerde als personeelsverantwoordelijke het verzet tegen het faillissement van de nationale luchtvaartmaatschappij, schreef een boek over haar wedervaren, kwam voor de parlementsverkiezingen op met een eigen lijst die aanleunde bij de PVDA, kortom een luis in de pels van het establishment. Groot was dan ook de verwondering dat zij na de stopzetting van Sabena opnieuw een job vond bij een bagagebehandelaar. Uit betrouwbare bron werd evenwel vernomen dat de aanwerving een accident de parcours was. De huisadvocaat vertrok met vakantie en moest na zijn terugkeer verbijsterd vaststellen dat de personeelsdienst het paard van Troje had binnengehaald.

Als klap op de vuurpijl werd Maria verkozen als lid van de ondernemingsraad, het comité preventie en bescherming op het werk (CPBW) en werd zij door het ACV aangeduid als vakbondsafgevaardigde. Maria nam een abonnement bij allerhande inspectiediensten om de vele onregelmatigheden te signaleren. Als tegenprestatie trachtte de werkgever haar het leven zo zuur mogelijk te maken. Zo werd zij secretaris van de ondernemingsraad "op proef gedurende zes maanden" ondanks het feit dat de wet hierin niet voorziet, kreeg zij nauwelijks middelen om haar taken uit te oefenen, enzovoort. Kortom spanning troef; haar ontslag kwam dan ook niet geheel onverwacht.

Overmacht

Op 23 juni 2005 heeft Maria een dagje vrijaf. Zij wordt opgebeld door een collega. De temperaturen waarin de bagagisten moeten werken, stijgen boven de 30 graden. Als lid van het CPBW wordt Maria gevraagd om tussen te komen. Zij brengt zowel haar collega's- personeelsvertegenwoordigers als de preventieadviseur op de hoogte en begeeft zich ijlings naar Zaventem. Op 27 juni krijgt zij een verwittiging. Zij was op een verlofdag op de werkvloer aanwezig en had daarbij de veiligheidsbadges gebruikt. Dat mag niet buiten de werkuren; bij herhaling kan dit gevolgen hebben. Op 12 juli doet Maria samen met een aantal collega's-werknemersafgevaardigden een inspectieronde na haar shift. Ook nu werd de badge - volgens de werkgever - niet gebruikt voor dienstredenen.

Leden OR/CPBW worden beschermd tegen ontslag. Er is echter een "gaatje" in de wet: overmacht. Wanneer er hiervan sprake is, mag de arbeidsovereenkomst als beëindigd worden beschouwd. Maria krijgt dan ook een vriendelijk (en vooral hypocriet) briefje waarin wordt gesteld dat luchthavenautoriteiten de identificatiebadge hebben ingetrokken en zij dus niet langer op de tarmac mag. Het einde van de arbeidsovereenkomst wordt vastgesteld op 13 juli.

De tegenaanval

De advocaat van de werkgever had op dat moment zeker een bonus verdiend. Je kan hier geen speld tussenkrijgen. Er is overmacht en dus is de Wet Ontslagregeling Personeelsafgevaardigden niet van toepassing. Maria moet gaan stempelen zonder enige vorm van vergoeding. Zij pikt het ontslag echter niet en vecht het aan voor de Brusselse arbeidsgerechten.

Zowel de arbeidsrechtbank als later het arbeidshof komen tot de vaststelling dat de zaak niet pluis is. In eerste instantie blijkt dat de werkgever bij BIAC heeft aangedrongen op het intrekken van de badge. Hij beroept zich met andere woorden op overmacht, maar ligt zelf aan de basis ervan. Echter, in plaats van de ontslagvergoeding te vorderen (wat de meest logische zet is), doen de raadslieden van Vindevoghel dan een meesterzet. Zij beweren dat Maria het slachtoffer is van discriminatie. Op grond van de Antidiscriminatiewet wordt gevraagd dat de werkgever zijn discriminatie zou staken en haar dus (terug) zou tewerkstellen.

De discriminatie is vrij eenvoudig vast te stellen. Andere werknemersvertegenwoordigers waren ook zonder toestemming vrij regelmatig buiten de arbeidsuren in het bedrijf aanwezig zonder dat hen dit kwalijk werd genomen. Daarenboven was de aanwezigheid van Maria gerechtvaardigd door haar mandaat. De badge mag alleen maar om dienstredenen worden gebruikt, maar dit begrip mag niet te eng worden geïnterpreteerd en behelst dus ook de situatie waarbij een werknemersvertegenwoordiger de belangen van zijn collega's behartigt. Een bijkomend slecht punt voor de werkgever was dat een bedrijfs-cao een verzoeningsverplichting voorzag. Hij had dit echter genegeerd en was onmiddellijk tot ontslag overgegaan.

Het arbeidshof komt tot de slotsom dat er geen sprake is van overmacht, dat de beëindiging een discriminatie is op grond van een syndicale activiteit en beveelt de werkgever onmiddellijk hieraan een einde te maken. Deze wilde echter niet van wijken weten en stapte naar het Hof van Cassatie dat het beroep verwierp.

Op kleinlinkse websites werd deze uitspraak als een overwinning verwelkomd. Toegegeven, Maria Vindevoghel heeft een slag gewonnen, maar laten we niet te vroeg victorie kraaien. De wet waarop de vordering is gebaseerd, is ondertussen immers gewijzigd. Er is niet langer sprake van een algemeen discriminatieverbod. In de nieuwe wet worden de discriminatiegronden limitatief opgesomd en er is geen enkel aanknopingspunt met syndicale activiteiten. Maria zou nu ook nog waarschijnlijk gelijk krijgen, maar zij zou de werkgever niet kunnen laten veroordelen wegens discriminatie. De enige weg die voor haar zou openliggen, zou bestaan in het vorderen van een ontslagvergoeding. Deze zou (we besparen de lezer de details) in haar geval ongeveer 5 jaar bedragen: een prikje voor een multinational.

De moraal van het verhaal

Politici hebben de mond vol van mensenrechten, maar wanneer "de mensen" syndicalisten zijn, dan is het animo om hen rechten toe te kennen plots iets minder. Bij het opstellen van de nieuwe Antidiscriminatiewet had men discriminatie omwille van syndicale activiteiten kunnen inschrijven (of had men een algemeen discriminatieverbod kunnen handhaven), maar men heeft dat moedwillig niet gedaan. Werkgevers kunnen dus in de toekomst ongestoord syndicalisten aan de deur blijven zetten op voorwaarde dat ze maar betalen. Dat dergelijke praktijken strijdig zijn met een resem verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (die door België werden geratificeerd), daar ligt niemand in Brussel wakker van.

Er moet dan ook een regeling komen waarbij werknemers die omwille van legitieme syndicale activiteiten worden ontslagen, verplicht worden gereïntegreerd (bv. onder politionele dwang) of waarbij de financiële sanctie zo hoog wordt dat ze echt pijn doet. Maria lozen voor bijvoorbeeld 200.000 euro is een koopje. Als het prijskaartje tien of twintig maal hoger is, denkt men wel tweemaal na.

4 augustus 2008