Sinds de intrede van het neoliberalisme in de tweede helft van de vorige eeuw zijn de aanvallen op de verworvenheden van de arbeidersklasse legio. Met de financiële crisis in 2008 er bovenop werden de sociaaleconomische putschen almaar driester. De krachtsverhouding kapitaal-arbeid is al enkele decennia totaal in het voordeel van de bezittende klasse, zonder dat velen er echt iets van leken te merken. De laatste jaren hebben de sluier opgelicht…

Het klinkt wellicht cliché en ‘passé’, vooral in een periode van relatief laag (westers) klassenbewustzijn, maar binnen een systeem dat privé-eigendom van de productiemiddelen en concurrentiestrijd heiligt, vormen cyclische crisissen een inherent probleem, zeker omdat zij besparingen op de rug van de loontrekkenden en sociale uitkeringsgerechtigden genereren. Met alle risico’s voor hun gezondheid en welzijn worden werkende mensen – actieven en ‘inactieven’ – immers telkens verder uitgeperst, uitgebuit, gecontroleerd, geresponsabiliseerd, geactiveerd, uitgedaagd door financiële onzekerheid ten voordele van een winstmaximalisatie voor de aandeelhouders.

Kapitaal en staat… nog steeds een innig bondgenootschap!

De recente Belgische regeringsmaatregelen in verband met de eindeloopbaan-‘problematiek’ zijn kenschetsend voor het (stille) pact tussen politiek en economische macht. In plaats van rekening te houden met de verzuchtingen en noden van miljoenen werkenden en de door hun gecreëerde meerwaarde, verkiezen ook de leiders van ons land zich immers te onderwerpen aan de niet-productieve wetten van de onvrije markt.

Steun aan frauderende en malafide banken die wanbeheer koesteren als het hoogste goed met een dreigende crash tot gevolg, beschouwen onze leiders als een vanzelfsprekendheid en een must. Vermoeide en uitgebluste werkenden een welverdiende rust en een gezonde oudere dag gunnen past echter niet in de kapitalistische logica.

Het Generatiepact, een eerste groot offensief tegen de (brug)pensioenen

In rechtse kringen wordt het effect van dit pact afgedaan als nihil, maar de cijfers liegen er niet om. Uit cijfers van de RVA blijkt dat tussen 2005 en 2009 het aantal bruggepensioneerden onder de 55 jaar is gehalveerd. Het aantal onder de 60 jaar is met een kwart gedaald. In 2005 werkte 31,8 procent van de 55-plussers, in 2010 was dat al 37,4 procent.

Vele 50+'ers worden na een loopbaan van meer dan 30 jaar echter verwezen naar het doplokaal. Slechts 2,5 procent van de werklozen ouder dan 55 vindt opnieuw een job. De mogelijkheid om op brugpensioen te gaan kan voor deze categorie zeker een vangnet betekenen tegen verarming.

In de discussie over het nut van uitstapmogelijkheden, zoals het brugpensioen en het vervroegd pensioen, en mogelijke landingsformules zoals het tijdskrediet zonder pensioenverlies, mogen we tevens niet over het hoofd zien dat een steeds groter aantal werkers het moeilijk heeft om rechten op te bouwen.

In zijn recente brochure ‘Sociaaleconomische barometer 2011’ merkt het ABVV namelijk op: “In België heeft 24 procent van de werknemers een deeltijdse baan – een groot deel niet vrijwillig – wat dan ook moet worden gezien in de stijgende precarisering van het werk, bovenop de stijgende tendens van contracten van bepaalde duur en het (vaak) oneigenlijk gebruik van uitzendwerk.”

De vergrijzing van de bevolking als excuustruus

Angst, individualisme en een terugplooi op een eng eigenbelang zijn de uitwassen van meer dan 30 jaar neoliberalisme. Iedereen is immers, weliswaar kunstmatig, concurrent van iedereen geworden. Het besef dat alle werkers nog steeds tot dezelfde uitgebuite en onderdrukte klasse behoren, leeft vaak alleen nog in de hoofden van de meer bewuste syndicalisten.

In haar nietsontziende besparingswoede om de begroting op een ‘voor Europa aanvaardbaar peil’ te krijgen, speelt de Belgische politiek al decennialang mee in op de gevoelens van angst en onzekerheid en ligt ze mee aan de basis van diverse tweedelingen. Actieven versus niet-actieven, jongeren versus ouderen, autochtonen versus allochtonen, stakers versus niet-stakers enzovoort.

Vandaag heet het dat we langer moeten werken, o.a. om de vergrijzing te kunnen financieren. Nu zal niemand ontkennen dat ons land een aanzienlijk aantal bejaarden telt onder zijn bevolking. Niettemin wentelen politiek en patronaat de oorzaken van de economische en financiële problemen al te graag af op het werkvolk, gepensioneerd of niet. We verdienen te veel, we worden te oud, onze loopbanen zijn te kort, we zijn (nog) niet flexibel genoeg…

Langer werken… ongezond en ronduit gevaarlijk!

Uit studies (o.m. van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) blijkt dat de arbeidsomstandigheden van vandaag langer werken zo goed als onmogelijk maken, wil men nog van een min of meer gezonde oude dag kunnen genieten. Het is niet omdat mensen langer leven dat ze daarom ook langer kunnen zwoegen.

De levensomstandigheden van loontrekkenden en sociaal gerechtigden mogen en kunnen geenszins worden vergeleken met die van renteniers en aandeelhouders.

Het is zelfs zo dat de levensverwachting in een goede gezondheidstoestand voor een man zonder diploma 18 jaar lager ligt dan voor een man met een hogere opleiding. Bij vrouwen is dat verschil nog groter: 25 jaar minder voor vrouwen zonder diploma.

Afgezien daarvan moet men ook rekening houden met een toename van arbeidsongevallen en beroepsziekten bij verlenging van de loopbanen. Uit statistieken van het Fonds voor Arbeidsongevallen blijkt dat een oudere werker acht keer (!) zoveel risico loopt op een dodelijk arbeidsongeval als een jongere. Bovendien kampt de werker op hogere leeftijd met een lagere recuperatiegraad en krijgt hij te maken met zwaardere letsels.

Door de langere jaren blootstelling aan oorzakelijke factoren, neemt ook het risico op beroepsziekten toe met de leeftijd. Allerlei pijnlijke aandoeningen, zoals rug- en spierletsels manifesteren zich of verergeren. Door de stress en de onoverkomelijke werkdruk slaan burn-outs en psychische overbelasting toe. Een Europese studie over werkomstandigheden wijst uit dat 48 procent van de personeelsleden gaat werken als ze ziek zijn.

Volgens een andere studie (Stepstone) is de Belgische arbeidersbevolking naast de meest productieve ook de meest gestresseerde van Europa. Als we even inzoomen op de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor, leren we dat 30 procent van de Vlaamse werkers stress op het werk als problematisch ervaart. Tevens blijkt dat 36 procent van de arbeiders en 42 procent van de personeelsleden in de zorg niet zien hoe ze kunnen doorwerken tot hun pensioengerechtigde leeftijd. 43,5 procent ziet zijn arbeidsomstandigheden als problematisch om aan de slag te kunnen blijven en voor 49 procent is de werkdruk onoverkomelijk.

Het patronaal secretariaat SD Worx heeft vastgesteld dat langdurig verzuim onder werkers sterk stijgt sinds 2008: het verzuimpercentage door langdurige ziekte is bijna verdubbeld. Vooral bij oudere werkers gaat het opvallend de hoogte in. België botst op de grenzen van de citroenloopbaan. Wie de daaruit voortvloeiende kosten betaalt, weten we.

De moraal van het verhaal… maak de kapitalisten niet rijker door je dood te wroeten! Langer werken kan je gezondheid ernstige schade toebrengen!