Vorige week lanceerden verschillende ACOD-militanten een oproep om de zeeloodsen te ondersteunen met een syndicale boycot van de wapentransporten. Gust Haverbeke, gewestelijk secretaris ACOD Limburg, was een van de eerste ondertekenaars van deze oproep. Wij spraken met hem daarover.

Waarom hebt u deze oproep ondertekend?

Voor mij is dit het logische verlengstuk van mijn engagement tegen de oorlog. Al van in het begin hebben wij ons aangesloten bij acties tegen de oorlog op straat en in de vakbond. Wij trekken daar ook conclusies uit. De wapentransporten zijn onderdeel van de oorlog, ze toelaten is medeplichtig zijn.

Wat vind je van het regeringsstandpunt over de wapentransporten? Of is er geen gezamenlijk regeringsstandpunt? Verhofstadt wil het verdrag met de VS herzien maar de wapentransporten niet stoppen.

Aangezien Verhofstadt spreekt namens de regering en niet wordt tegengesproken, concludeer ik dat het standpunt van Verhofstadt het regeringsstandpunt is. Ik kan mij daar niet mee verzoenen. Ten eerste is het akkoord van 1971 een geheim akkoord, het parlement werd niet geraadpleegd. Het is met andere woorden geen democratisch akkoord. Wij leven in een parlementaire democratie en daarin moet het parlement geraadpleegd worden. Ten tweede gaat deze oorlog in tegen alle internationale rechtsregels. Dus waarom zouden wij het akkoord respecteren? Zeker als er zulke vreselijke gevolgen zijn voor het Irakese volk.

Wat verwacht je van SP.a en Agalev?

Ik had meer van hen verwacht omdat Agalev en zeker de SP.a een ander verleden hebben dan de VLD. Van de VLD verwacht ik niets anders. Maar de SP.a heeft toch een traditie, ze hebben een belangrijke rol gespeeld in de beweging tegen de raketten tijdens de jaren ’80. Het feit dat zij zich zo low profile opstellen, doet mij vermoeden dat Peter Vanhoutte van Agalev gelijk heeft als hij zegt dat er chantage is van de VS op de Belgische regering om zich te beperken tot woorden zonder concrete actie.

Onder druk van onze oproep en de actiebereidheid van enkele sectoren is het Vlaamse ABVV deze week bij elkaar gekomen om hun standpunt te bepalen (lees op onze website). Wat vind je van dit standpunt?

Het is duidelijk dat zij een standpunt innemen tegen de oorlog en tegen de wapentransporten. Ze steunen ook individuele vakbondsleden die gewetensproblemen hebben met die transporten. Maar je mag van een vakbond meer verwachten dan dat. Een vakbond moet dit niet afschuiven op de individuele verantwoordelijkheid, het is een collectieve verantwoordelijkheid van de vakbond. We moeten tot een duidelijker standpunt komen door de petitie verder te verspreiden en de militanten te sensibiliseren, vooral met het oog op verbreding van de boycot op Europees vlak. In navolging van ABVV West-Vlaanderen moet er druk uitgeoefend worden opdat het ABVV het Europees Vakverbond (EVV) dwingt om kleur te bekennen en de acties die her en der (Italië, Spanje enzovoort) toch groeien, om die acties enerzijds te coördineren en anderzijds te stimuleren en te ondersteunen.

Wat moet de rol zijn van de bredere anti-oorlogsbeweging in de syndicale boycot?

Zij dienen hun achterban, die hoe dan ook toch voor een stuk de basis vormt van de twee grote vakbonden, aan te zetten om hun verantwoordelijkheid te nemen en het niet te laten bij verbaal protest of protest in de straat. Zij moeten hen aansporen om ook hun verantwoordelijkheid op te nemen binnen hun vakbond. Het is volgens mij immers duidelijk dat de vakbondsleiding van goede wil is, maar de signalen vanuit de basis zijn nog te gering om de verpletterende verantwoordelijkheid van zo’n transportenboycot te dragen.

Maar dergelijke signalen zijn toch een wederzijds proces? De leiding heeft toch ook de verantwoordelijkheid om de basis te sensibiliseren?

Dat is binnen de vakbond een levensgroot probleem dat al enkele jaren op bepaalde momenten aan de oppervlakte treedt, namelijk het feit dat wij een hardwerkend middenkader hebben dat zich veel te weinig bewust is van het maatschappelijke kader waarbinnen het dagdagelijkse vakbondswerk gebeurt. Bijvoorbeeld de strijd tegen flexibilisering, tegen stress, tegen deregulering, tegen privatisering enzovoort, kan je niet voeren door die probleempjes geïsoleerd bedrijf per bedrijf of per dienst aan te pakken. Die moet je collectief in een grootschalige beweging proberen te vatten. Dit veronderstelt dat iedere secretaris op elk niveau constant de discussies over de dagdagelijkse problemen in dat breder maatschappelijk kader plaatst. Het gebrek aan maatschappelijk inzicht is pijnlijk tot uiting gekomen in de stroeve relaties met de antiglobaliseringsbeweging, later ook door het veel te late en te weinig gesensibiliseerde protest tegen de GATS.

Nog enkele afsluitende woorden?

Ja, ik zou er nog op willen wijzen dat onze inspanningen lonend zijn. Dat wordt bewezen, ten eerste door het feit dat er al een ABVV-communiqué is gekomen waarin bepaalde zaken naar buiten worden gebracht, met name een standpunt tegen de wapentransporten en voor de individuele ondersteuning van gewetensbezwaarden. Ten tweede nemen gemeentebesturen zoals die van Oostende hun verantwoordelijkheid op door zich uit te spreken tegen de wapentransporten, hoewel het niet hun bevoegdheid is. Ten derde is onze syndicale oproep een signaal en een hart onder de riem voor een aantal politici in gewetensnood. Zij zullen gaandeweg moeten beseffen dat ze kunnen rekenen op een groeiende steun voor een andere politiek. Het verzet tegen die oorlog is immers voor velen in de eerste plaats uiteraard geïnspireerd door humanitaire overwegingen, maar anderzijds zie je de afkeer groeien bij onze militanten tegen de echte drijfveren van deze oorlog. Meerbepaald een afkeer tegen het imperialisme van de VS waarbij het duidelijk is dat onze militanten dat asociale, onrechtvaardige neoliberale, kapitalistische maatschappijmodel van Amerika niet wensen. En zonder alle protesten tegen deze oorlog zouden Bush en zijn kliek dit interpreteren als een vrijgeleide om hun model te exporteren over heel de wereld.