Een paar weken geleden lazen we in de kranten dat de Belg de best gevulde spaarpot en tegelijkertijd de minste schulden heeft van Europa. Aan het eind van 2003 hadden de Belgische particulieren met zijn allen voor 682 miljard euro aan spaargeld, dit is een stijging van 20 miljard euro ten opzichte van 2002. Als we die 682 miljard gaan verdelen, dan zou elke Belg 68.200 euro aan spaargeld bezitten. We weten echter allemaal dat dit niet de realiteit is.

Allereerst willen we de families Janssen, Boël, Spoelberch en Emsens (ze staan in de top 10 van de rijkste families) bedanken, want zij zorgden voor deze stijging, uiteraard dankzij winsten uit de arbeid van anderen. In België brengen de vermogensbelastingen ongeveer 1 procent van het nationaal inkomen op, wat ver onder het Europees gemiddelde is van 2 procent. Als je het gebrek aan een vermogensbelasting, de fiscale amnestie, de financiële coördinatiecentra enzovoort optelt, dan kom je tot de slotsom dat België voor vermogens een belastingsparadijs is. Zelfs in Europa blijft een expliciete vermogensbelasting een zeldzaamheid.

De vermogens stijgen in België, maar ook de kloof tussen arm en rijk blijft maar groeien. Een paar cijfers geven verduidelijking: de 1 procent rijkste Belgen bezit 25 procent van de rijkdom of gemiddeld 189 miljoen per gezin. De 10 procent rijkste Belgen bezitten de helft van het Belgische vermogen of gemiddeld 48 miljoen per gezin. De andere helft moet verdeeld worden over 90 procent van de Belgische bevolking. Als België een belasting invoert van 2 procent op het vermogen van de 100 rijkste Belgen, dan zou dit 520 miljoen euro opbrengen. Met dit geld zou het prepensioen op 55 gewaarborgd zijn of men zou er 10.000 jobs mee kunnen betalen in de sociale sector.

De recente schandalen rond het riante loon van Jan Coene bij PicanolJan Coene bij Picanol geven een realistische aanduiding van de echte tegenstellingen tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit kapitaal in België. Men moet stoppen te denken in termen van nationaliteiten of afkomst, en daarentegen denken in termen van arm en rijk. De bezittende klasse wordt alleen maar rijker en zal er alles aan doen om hun kapitaal bij zich te houden. Die vermogenden zijn verbonden door familiale banden en proberen zo hun belangen bijeen te houden.

Voor Franse nouveaux riches, erfgenamen en renteniers is België een waar paradijs: geen vermogensbelasting, geen belasting op de meerwaarde en geen successierechten (door een overdracht van het vermogen via de handgift). In België zouden er 5.000 fiscale migranten uit Frankrijk verblijven. De Fransen die hun land inruilen voor België hebben een gemiddeld vermogen van 4,6 miljoen euro. Er zijn natuurlijk ook nog de welgestelde Nederlanders, die naar België verhuizen om de belasting van meerwaarden op aandelen te ontwijken. Wie zijn hier dan de parasieten van de maatschappij? Armen die naar het OCMW gaan om zo te kunnen overleven of de rijken die er alles aan doen om geen enkel deel van hun vermogen te verliezen?

Het ministerie van Financiën heeft het volgende in een jaarverslag geschreven: 20 procent van de vennootschappen doen zelfs de moeite niet meer om nog een belastingsaangifte in te dienen, slechts 3,6 procent van de zelfstandigen wordt grondig gecontroleerd, terwijl de loontrekkenden wel degelijk worden gecontroleerd. Daarom moet de belastingadministratie meer middelen en mensen krijgen zodat ze haar taken voldoende kan uitvoeren.

In België zouden er belangrijke maatregelen ingevoerd kunnen worden. Ten eerste, de invoering van een vermogenskadaster, de effecten aan toonder vervangen door effecten op naam. Ten tweede, het opheffen van het bankgeheim gekoppeld aan een effectieve arbeiderscontrole op de financiële operaties door de vakbonden en bankbedienden. Onder de eerste regering van Mitterand in 1981 in Frankrijk is een vermogensbelasting – op beperkte schaal althans – slechts doorgevoerd dankzij de actieve en spontane medewerking van de douaniers en het bankpersoneel. Zij probeerden de kapitaalvlucht tegen te houden door controles uit te voeren in de banken zelf en aan de grenzen. Maar uiteindelijk zal een rechtvaardige herverdeling van de rijkdom nooit mogelijk zijn als we ook niet de banken en de financiële instellingen nationaliseren onder democratische arbeiderscontrole en zelfbeheer.