Het einde van 2006 bracht ons op de valreep nog een ontwerp van interprofessioneel akkoord (IPA). Dat is de collectieve arbeidsovereenkomst die het kader uittekent waarbinnen patronaat en vakbonden dan verder onderhandelen over de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2007 en 2008.

Het vorige IPA (2005-2006)vorige IPA (2005-2006) werd door de ABVV-achterban nipt verworpen, wat een serieuze blamage betekende voor de onderhandelaars. ACV en ACLVB keurden het IPA toen wel goed. Momenteel is de evaluatie door de achterban bezig. De eerste evaluatie door de vakbondsleiding was voorzichtig positief. Er is immers gescoord. Volgens Rudy De Leeuw is het een akkoord met inhoud en solidariteit. Volgens Luc Cortebeeck is het een evenwichtig akkoord waarin een aantal belangrijke elementen zitten.

Wij delen die mening echter niet!

Onze mening wordt alvast gedeeld door een gedeelte van de BBTK. Manuel Morais, verantwoordelijke van BBTK Région du Centre zegt daarover in La Libre Belgique: “Het is een akkoord dat getuigt van angst. Het is onevenwichtig. Het patronaat heeft zich vet gemest: de arbeidsflexibiliteit neemt toe (via de goedkopere overuren), de loonnorm is te beperkt en werkers in moeilijkheden worden verder geculpabiliseerd. Daartegenover zien we dat de thema’s die de werkers nauw aan het hart liggen, zoals de werkgelegenheid en de syndicale vertegenwoordiging in de KMO’s niet aan bod komen. Het enige dat ons bevalt is de verhoging van het interprofessionele minimumloon met 25 euro in 2007, maar dat is een beetje mager. Zeker aangezien de overheid, dus de belastingbetaler, gedeeltelijk deze verhoging zal financieren.”

We weten momenteel ook al dat de Waalse en de Brusselse Metaalcentrales van het ABVV zich zullen onthouden bij de stemming en dat het ABVV in Luik het IPA verwerpt. De Algemene Centrale van Gent en die van Antwerpen-Waasland stemden eveneens tegen. Hoe de andere centrales en afdelingen van het ABVV stemmen is nog niet bekend, maar het is duidelijk dat verschillende voor stemmen, zij het met bedenkingen. ACV en ACLVB zullen het IPA hoogstwaarschijnlijk goedkeuren.

Dat betekent dat er waarschijnlijk weinig sociale strijd zal zijn rond het IPA. En dat is ook niet verwonderlijk. De vakbonden hebben immers al lang geen alternatief meer op de patronale logica. We hebben al van alles gehoord: het einde van de tunnel, het sociale Europa, de ‘lastenverlagingen’ en vandaag de kwaliteitsconcurrentie. Het einde van de tunnel is echter niet in zicht, Europa is niet sociaal, de ‘lastenverlagingen’ zorgen niet voor werk en ook met kwaliteitsconcurrentie blijft het economisch gebeuren een strijd waarbij er weinig winnaars zijn en veel verliezers.

De vaststelling blijft dat de syndicale strijd de laatste decennia slechts beperkte resultaten heeft geboekt. Er zijn nog verwezenlijkingen maar die zijn toch eerder mager. En zo organiseert de vakbondsleiding mee de individualisering en de verrechtsing. Zij tonen de werkende mensen nu al decennia lang dat de sociale strijd voor collectieve oplossingen voor de maatschappelijke problemen slechts weinig opbrengt. En zijn dan verbaasd dat de werkende mensen individuele en asociale oplossingen gaan nastreven. En dat er tegenstellingen ontstaan binnen de arbeidersklasse.

We zien dat overduidelijk in de besprekingen rond het huidige IPA. Een delegee uit de schoonmaak vertelde: “Die grootverdieners uit de metaal gaan tegen het IPA stemmen. Die stemmen dan tegen een verhoging van de minimumlonen. Heel sociaal hoor. Als wij nog eens iets voor hen kunnen doen.” Wat natuurlijk een verkeerde voorstelling van zaken is. De arbeiders uit de metaal stemmen immers niet tegen de verhoging van de minimumlonen maar wel tegen de magere loonnorm en de te beperkte verhoging van de minimumlonen. Terecht als je naar de bedrijfswinsten kijkt.

De sterke sectoren zullen dan wel hun eigen strijd voeren. En de zwakke sectoren zullen in de kou blijven staan. Net het omgekeerde van wat de vakbondsleiding probeert te realiseren met hun matige opstelling. Solidariteit werkt alleen maar als je een antwoord biedt op de problemen van alle werkende mensen. In de schaarste is er meestal minder solidariteit, hoe jammer je dat ook mag vinden.

Nochtans is die solidariteit meer dan nodig. Want na de evaluatie van het IPA volgen de onderhandelingen in de sectoren. In verschillende sectoren bereidt het patronaat alvast een serieus offensief voor. In de bouwsector bijvoorbeeld willen ze het zaterdagwerk op de agenda plaatsen en lijkt het ACV daarvoor open te staan. Ook voor de gezins- en bejaardenhelpsters vragen de bazen de mogelijkheid om de dag- en weekgrens te doorbreken en om de arbeidstijd te annualiseren. Als we daar die strijd verliezen dan zal de deur ook in andere sectoren open gaan voor verdere sociale afbraak.

Om de solidariteit te behouden is het hoogstnodig dat de vakbonden hun eisen gaan afstemmen op de reële noden van de werkende mensen. Een klassieke eis van arbeidsduurvermindering met loonbehoud en met evenredige aanwervingen blijft in die zin brandend actueel omdat het een kapstok is waar werkers uit verschillende sectoren en categorieën elkaar vinden in hun verzuchtingen (koopkracht, werkdruk enz.). En als we dat nog realiseren ook, dan hebben de werkende mensen terug een concreet alternatief op de rechtse ideeën die vandaag overal leven. Je zou de solidariteit nogal zien toenemen!