De jacht op delegees is weer zeer actueel, onder andere door de zaak rond Maria Vindevogel (Flightcare) en die rond Tony Neyts en Alex Goethals (Stora Enso). Bij de vakbondsmobilisatie op Zaventem op 8 maart sprak Marc Rigaux van de Onderzoeksgroep Sociaal Recht aan de Universiteit van Antwerpen. We publiceren hier zijn perstekst.

1. Na de Tweede Wereldoorlog werden in diverse West-Europese landen ondernemings¬raden ingesteld. De Europese wetgevers wilden een aanvang maken met de verwezen¬lijking van de sociaal-economische democratie in de ondernemingen, nadat de politieke democratie was gerealiseerd.

2. Aan de vertegenwoordigers van de werknemers in de raden werd een ontslag¬bescherming gegarandeerd. De bescherming had een dubbel doel. Enerzijds wilde men de werknemersvertegenwoordiger meer zelfstandigheid waarborgen door zijn individuele rechtspositie te versterken ten aanzien van de werkgever onder wiens gezag hij nog arbeid presteerde. Anderzijds was het de bedoeling door de bijzondere ontslagbescherming de continuïteit van de ondernemingsdemocratie beter te verzekeren.

3. In het Belgische recht nam de ontslagbescherming de vorm aan van een ontslagverbod voor leden van de ondernemingsraad en het welzijnscomité. Op het ontslagverbod duldde de wetgever slechts twee uitzonderingen: het ontslag om dringende reden, vooraf erkend door de arbeidsrechter, en het ontslag om economisch-technische reden, vooraf vastgesteld door het paritair comité.

4. Met het oog op het verzekeren van de bestendigheid van de inspraakorganen voorziet het recht in het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst van de personeels¬afgevaardigde zolang de rechter de dringende reden niet heeft erkend. De werkgever mag dus pas ontslaan nadat hij de erkenning van de dringende reden heeft bekomen.

5. Het Belgische ontslagrecht en dus ook de ontslagbescherming van de personeels¬afgevaardigde worden evenwel gedomineerd door het beginsel van de ontslagmacht. Dit houdt in dat de werkgever “het recht heeft” om te ontslaan in weerwil van een eventueel ontslagverbod, als hij maar bereid is om de voorziene schadevergoeding te betalen.

6. De personeelsafgevaardigden die in weerwil van het ontslagverbod door de werkgever werden ontslagen, hebben het recht om een reïntegratie te vragen. De reïntegratie hangt volledig af van de bereidheid van de werkgever om op zijn foutief gedrag terug te komen. Dit leidt ertoe dat in het Belgische recht het reïntegratierecht de hoedanigheid heeft van een stijlfiguur.

7. In andere Europese rechtsstelsels, waaronder het Duitse, het Franse en het Nederlandse, is het niet-respecteren van het ontslagverbod gesanctioneerd met de nietigheid van het onwettig ontslag van de personeelsafgevaardigden. De rechter die de nietigheid van het ontslag uitspreekt, herstelt meteen de dienstbetrekking van de werknemersvertegenwoordiger. Meer nog, hij kan in bepaalde gevallen de reïntegratie aan de werkgever opleggen.

8. Het Duitse, het Franse en het Nederlandse systeem hebben als voordeel dat ze de personeelsafgevaardigde in een individueel sterkere positie plaatsen t.a.v. de werkgever. De werknemer behoudt zijn band met de onderneming. Bovendien biedt de nietigheid van het ontslag, gekoppeld aan een afdwingbare reïntegratie, ook een betere garantie voor de continuïteit van de werking van de ondernemingsraden.

9. Juridische constructies die in het Belgische recht zouden toelaten om tot een nietigheid van ontslag van de personeelsafgevaardigde en een daadwerkelijke reïntegratie te komen, zijn tot op heden door de rechtspraak en inzonderheid door het Hof van Cassatie niet aanvaard geworden.

10. De afdwingbaarheid van de reïntegratie van de personeelsafgevaardigden kan in het Belgische recht het best worden gerealiseerd door nieuwe regelgeving. Een ingreep van de wetgever verdient hierbij de voorkeur. Immers, een reïntegratierecht dat zou worden gerealiseerd door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst, zelfs in de Nationale Arbeidsraad gesloten, loopt de kans van strijdig te worden bevonden met dwingende wetsbepalingen van het ontslagrecht. Door de afdwingbaarheid van de reïntegratie te realiseren zou de Belgische wetgeving aansluiten bij de keuze die zijn homologen in de buurlanden hebben gemaakt.