Zonnewende is een verzorgingstehuis voor ouderlingen, gelegen langs de drukke Boomsesteenweg te Aartselaar. Een privé-instelling waar doorgaans niet de armste ouderlingen terechtkomen. In het negentienjarig bestaan van de instelling heeft het personeel nooit een vakbondsvertegenwoordiging gehad. Verschillende pogingen om een vakbondswerking op te starten stootten altijd op grote tegenstand van de directie, waardoor de betrokken personeelsleden uiteindelijk van hun engagement afzagen. Dit jaar kwam daar eindelijk verandering in. Naar aanleiding van de sociale verkiezingen gingen we op woensdag 24 april praten met Peter Van der Beeken (LBC), Greet Coorde (BBTK), Dennis Demeyer (BBTK) en Jeannine Pauwels (ACLVB), allen kersverse syndicalisten en kandidaten in deze, voor Zonnewende althans, historische sociale verkiezingen. Vrijdag 26 mei zagen we elkaar terug om de resultaten te bekijken. Deze keer was ook Rita Remery, ondertussen verkozen ACV-vertegenwoordigster van de arbeiders, van de partij.

Vonk: Hoe zijn jullie op het idee gekomen syndicaal actief te worden?

Greet: Ruim een jaar geleden kwamen we voor het eerst samen om de situatie in de instelling te bespreken. Er moest iets gebeuren, want er deden al geruime tijd heel wat frustraties en klachten de ronde. Velen hadden er de brui aan gegeven en het was moeilijk volk te vinden om ze te vervangen. Op 1 mei hielden we een personeelsvergadering. De directie voelde zich meteen aangevallen. Alle frustraties en wensen werden anoniem op papier gezet, en samen met Peter heb ik die gebundeld. Jeannine en wat later Dennis werden er ook bij betrokken. Met ons vieren zijn we toen met het ABVV en ACV gaan praten. Stilaan kwamen we tot het besef dat we zonder vakbond niet ver zouden komen.

Jeannine: We probeerden al tien jaar geleden om een vakbondswerking uit grond te stampen. Misschien waren er toen geen mensen die hun nek ver genoeg wilden uitsteken.

Greet: Door het personeelstekort zijn we nu wat zekerder van ons stuk.

Vonk: Wat heeft voor jullie de doorslag gegeven om voor een bepaalde vakbond te kiezen?

Greet: Bij mij was de keuze voor het ABVV vanzelfsprekend. Ik was al lid van de socialistische mutualiteit. We willen wel benadrukken dat we niet van plan zijn de verschillende vakbonden tegen mekaar uit te spelen, maar als team te werken.

Peter: Mijn keuze voor het ACV ligt in de traditie van thuis uit.

Jeannine: Ik was al lang lid van het ACLVB.

Greet: Wij zijn de enigen in heel België die een gezamenlijke campagne voeren.

Dennis: (grappend) Mijn vader zou me dood doen als ik niet voor het ABVV had gekozen.

Vonk: Hoe ziet jullie campagne er eigenlijk uit? Wat zijn jullie belangrijkste thema's om de personeelsleden te overtuigen?

Greet: Wij willen vooral dat de directie eindelijk eens naar het personeel gaat luisteren en rekening houdt met onze verzuchtingen.

Dennis: Er is heel veel werk voor de boeg, maar we moeten nog veel leren. We zullen de komende vier jaar nodig hebben om ons in te werken. Niemand van ons heeft ervaring met vakbondswerk.

Greet: Wij willen komen tot een comité preventie en veiligheid om te kunnen overleggen met de directie. We hebben daarin geen beslissingsrecht, maar het is een begin. Er is hier te weinig personeel voor een ondernemingsraad. We hopen hierbij wat meer inzicht te krijgen in de instelling en de wensen van het personeel bekend te maken. Ik werk hier 18 jaar en weet niet eens wie er in de beheerraad zit.

Jeannine: We willen vooral dat het personeel een spreekbuis krijgt en mensen bij wie ze terecht kunnen met hun problemen. Veel mensen hebben schrik voor de directie.

Dennis: In andere instellingen blijkt het personeel toch heel wat meer in de pap te brokken te hebben.

Vonk: Hoe zit het met vorming? Hebben jullie al vorming gekregen van jullie respectievelijke vakbonden?

Peter: Die krijgen we na de verkiezingen

Jeannine: Bij mij begint dat normaal op 4 mei.

Dennis: Er zijn voorbereidende vormingen geweest, vooral praktisch en gericht op de verkiezingen.

Peter: Ja, de eigenlijke inhoudelijke/ideologische vormingen volgen na de verkiezingen.

Vonk: Hoe zien jullie de verkiezingen en de campagne tegemoet? Hoe zijn de reacties van de collega's op jullie kandidaturen?

Dennis: Ik heb contacten gehad met collega’s uit andere instellingen tijdens de betogingen van de witte woede. Ik hoorde daar een totaal ander verhaal. In het algemeen is de situatie beter in de rusthuizen waar er een vakbondswerking is.

Greet: Aanvankelijk wilden we ons niet te hard opstellen, maar dat heeft niet lang geduurd. We willen dat de vroege shift ook kan komen stemmen, maar de directie wil dat niet toelaten. De verkiezing vindt plaats op 18 mei van 15 tot 18 uur. Nochtans moet je volgens de wet binnen de werkuren kunnen stemmen. Wij willen dat degenen met loopbaanonderbreking ook kunnen stemmen. Voor hen zullen we het per brief moeten doen. Onze taak is nu zo veel mogelijk mensen te overtuigen om te stemmen.

Jeannine: Een goede ploeg is belangrijk, je moet geen delegee worden om niet ontslagen te kunnen worden.

Dennis: Soms denk je: waar zijn we aan begonnen? Sommigen zijn nogal nonchalant wat hun rechten betreft en hebben veel overtuiging nodig. Anderzijds is het recente federaal akkoord voor de zachte sector een geschenk uit de hemel. Een loonsverhoging, eindejaarspremie en andere verworvenheden zijn natuurlijk een goed argument om mensen duidelijk te maken waarom een vakbondsvertegenwoordiging een goede zaak is. We hebben een pamflet gemaakt om de kandidaten voor te stellen en er komt nog een tweede over het federaal akkoord.

Peter: Een deel van het personeel vindt een vakbond overbodig. Ze vergeten dat ze net als iedereen kunnen ontslagen worden.

Jeannine: De directrice is fel geschrokken van de start van onze vakbondswerking.

Greet: Inderdaad. Ze zei dat ik niet meer loyaal ben aan Zonnewende. Ik ben daar nog altijd niet goed van. Ik blijf loyaal, maar dat wil toch niet zeggen dat ik altijd maar moet jaknikken? Ik zie mijn werk en de vakbond als twee verschillende dingen. Mijn inzet zal dezelfde blijven, niet zoals sommige afgevaardigden in fabrieken. Ze komen met een das binnen en nemen niet meer deel aan het werk zelf. Soms worden ze opgenomen in het kader. Dit ondermijnt de vakbondswerking.

Vonk: Wat is jullie visie op bejaardenzorg?

Greet: Ik wil gemotiveerd personeel. Het beroep is wel erg ondergewaardeerd. Dit begint al bij de studies. Veel migrantenmeisjes kiezen voor die richting. Men bekijkt het als "maar een beroepsrichting", maar het zou minstens op technisch niveau moeten komen. Iedereen kan een bed dekken, maar er een duidelijk gebrek aan psychologie in de opleiding. In ons beroep staan wij het dichtste bij de mensen die we moeten verzorgen. Wij moeten niet alleen waken over hun fysieke conditie, maar ook met hen kunnen omgaan, praten en met hun problemen overweg kunnen. Iedereen is verschillend en er komt veel meer psychologie bij kijken dan je zou denken. Maar wij zijn eigenlijk laaggeschoold personeel en dat moet veranderen. Er moet een aangepaste opleiding komen.

Greet: Vooral bij de opleiding verzorging; bij verpleging iets minder.

Vonk: Zo te horen hebben jullie te kampen met een personeelstekort.

Greet: Niemand studeert nog voor dit beroep, het is niet aantrekkelijk. De druk is groter omdat je meer taken met minder mensen moet doen. De kinderen van de bejaarden zijn veel mondiger dan vroeger en hebben veel meer kritiek.

Dennis: Op onze dienst waren we vroeger in de vroege shift met acht, nu met vijf of zes. Er zijn veel functies vrijgekomen, maar niet vervangen. Bovendien zijn er veel meer taken bijgekomen. Resultaat is dat de werksfeer kapot gaat.

Jeannine: De mensen hebben veel meer inspraak en er is een bredere waaier van zorgen voor handen. Er zijn allerhande therapieën en festiviteiten bijgekomen.

Greet: We zijn nu onmisbaar, zodat we meer kunnen eisen. Dat is het positieve aspect. We zijn nu uiteindelijk in staat ons been stijf te houden. Vroeger werd alles gewoon opgelegd.

Vonk: Hebben jullie in de context van 1 mei, een dag die toch symbool staat voor de internationale strijd voor de ontvoogding van de arbeidersklasse, nog een bepaalde boodschap?

Greet: Ik ben eigenlijk altijd antivakbond geweest. Op het werk van mijn man hebben de vakbonden de mensen verraden, verkocht aan de bazen. Maar de laatste maanden heb ik op basis van gesprekken ingezien dat een vakbondsvertegenwoordiging nodig.

Vervolg van het interview, na de verkiezingen

Vonk: Hoe waren de resultaten van de sociale verkiezingen in de instelling?

Dennis: Van de bedienden kwam 87% stemmen, 63 van de 72. Hiervan zijn zelfs een aantal mensen in loopbaanonderbreking of zwangerschapsverlof.

Rita: Bij de arbeiders kwamen er 27 van de 30 stemmen, 90% dus.

Dennis: We hadden dit positief resultaat niet verwacht. Er was maar één blanco stem.

Peter: Een week op voorhand hebben we iedereen nog eens persoonlijk aangesproken. Ook werd een brief verspreid vanuit de directie om de mensen duidelijk te maken dat ze verplicht zijn aan de sociale verkiezingen deel te nemen.

Dennis: Dat zal inderdaad ook wel geholpen hebben, maar ze zijn verplicht om zo’n brief rond te sturen natuurlijk.

Vonk: hoe ligt de verdeling van de mandaten?

Dennis: Het ACV behaalde één mandaat, het ACLVB ook en de BBTK twee bij de bedienden. Bij de arbeiders behaalde het ACV het enige mandaat. De kandidaten van de bedienden waren zeer tevreden dat iedereen verkozen was. Voor mij was het een alsof we het Eurovisie songfestival gewonnen hadden (lacht).

Rita: Bij de twee arbeiderskandidaten was de stemming meer bedrukt omdat de andere kandidaat niet verkozen werd.

Vonk: In de non-profit sector is het ACV traditioneel de grootste vakbond. Hoe komt het dat er bij jullie twee BBTK-ers verkozen zijn?

Dennis: Wij hadden twee kandidaten en de andere vakbonden maar een. En alle kandidaten zijn verkozen. Bovendien hebben we met een onvolledige lijst moeten werken omdat er niet meer mensen bereid waren zich kandidaat te stellen. We hadden een lijst zonder opvolgers.

Greet: De mensen hebben vooral voor kandidaten gestemd en niet zozeer voor een bepaalde vakbond.

Dennis: Ik heb ook speciaal twee dagen in de zon gelegen (lacht).

Vonk: Hebben jullie nog tegenwerking van de directie ervaren?

Greet: Niet echt, maar wel vanuit de personeelsdienst, vooral van één persoon. De directie en de personeelsdienst treffen nu ook voorbereidingen. Ze zijn van start gegaan met vorming, patronale vorming weliswaar, om zich voor te berieden op de onderhandelingen met vakbondsafgevaardigden. De beheerraad heeft al vastgelegd wat kan en niet kan. Wij zullen ons best doen om toch dingen bespreekbaar te maken die niet rechtstreeks met preventie en veiligheid te maken hebben.

Dennis: Acht dagen voor de vergadering moeten alle agenda punten verzameld zijn.

Vonk: Wat zijn jullie concrete plannen?

Greet: Wij gaan nu vorming krijgen. Ook zal de eerste vergadering met de directie plaatsvinden. Dit zal vooral een aftastende vergadering zijn met formele afspraken.

Dennis: Het zal wel een belangrijke vergadering zijn; ook spannend omdat het voor iedereen de eerste keer is.

Peter: Er zullen vooral procedures vastgelegd worden.

Vonk: Tot slot nog een paar andere vragen: bij de Vlaamse Christelijke Rusthuizen gaan er de laatste tijd veel stemmen op om veel meer aandacht te gaan besteden aan thuiszorg. Wat denken jullie daarvan?

Greet: Vroeger kwamen hier veel mensen die nog goed uit de voeten konden, nu veel minder. Ik werk zelf in een rusthuis, maar vind dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten kunnen blijven.

Peter: Wat de thuiszorg betreft zou de nachtopvang wel serieus uitgebreid moeten worden. De mantelzorg is heel belangrijk.

Greet: In de thuiszorg wordt het personeel nóg meer onderschat. Bovendien is het werk opgesplitst in veel kleine onderdeeltjes. Alle diensten zijn apart georganiseerd; verpleging, bejaardendienst, poetshulp, OCMW, wit geel kruis enzovoort.

Peter: Er is meer samenspraak en overkoepeling nodig.

Jeaninne: Thuisverzorging wordt vaak gelijkgesteld met poetshulp.

Greet: Twintig jaar geleden heb ik in de thuiszorg gestaan en wij moesten er de grote kuis houden. Vandaag is de situatie toch beter.

Jeaninne: De nieuw afgestudeerden zijn mondiger en laten zich niet zo makkelijk meer doen. Maar ik ken mensen die al meer dan twintig jaar in de thuiszorg zitten en het eerste wat ze doen als ze bij een bejaarde komen, is kuisen. Het misbruik is nog steeds groot. Er zou een heldere wetgeving moeten komen die de taken van een bejaardenhelper omschrijft. Kuisen hoort daar volgens mij niet bij. Het verloopt allemaal vrij chaotisch en de scheidingslijnen tussen de verschillende diensten zijn vaag. Ook ziekenhuizen bezien bejaardenhelpsters doorgaans als kuisvrouwen.

Vonk: Onlangs werd er in Wallonië voor de 12.000 werknemers van de welzijnssector een CAO afgesloten die veel gelijkenis vertoond met Vlaamse van april jl. Wat vinden jullie van de gewestelijke onderhandelingen? Zou het niet beter zijn om een gezamenlijke nationale CAO te hebben?

Greet: Ja, we zijn toch allemaal Belgen. Ik vind dat erg.

Dennis: Het is de gevoerde politiek die communautaire problemen veroorzaakt.

Greet: In het gewest Brussel kunnen ze nog altijd op hun kin kloppen, er zijn gewoon geen onderhandelingen. Er zijn veel rusthuizen in Brussel en de situatie is daar nog moeilijker, onder andere door de tweetaligheid.

Dennis: Ja, daar is de non-profit nu ook aan het protesteren. Ik ben alvast te vinden voor een nationale CAO.

Greet: In Wallonië liggen de lonen lager, en ze moeten dan nog eens al die vermoeiende bergen over als ze met de fiets gaan werken (lacht). Ik vind dat iedereen hetzelfde behandeld moet worden, Vlamingen, Walen of migranten, niemand kiest waar hij of zij geboren wordt.