Een groot deel van de SP.a-basis (militanten, leden, kiezers) kan zich volstrekt niet vinden in de liberale maatregelen die de SP.a-leiding wil doordrukken met het ‘Generatiepact’. Die basis vindt dat een socialistische partij veel meer het standpunt van de vakbond moet vertolken in de politiek. De groep SPa Rood geeft nu binnen de partij concreet vorm aan die mening. Wij publiceren hier hun oproep en kritiek op de eenzijdige visie die Vande Lanotte & co de wereld insturen.

Kameraden van het nationaal bureau van de SP.a,

U vraagt de leden van de partij om een reactie op het Generatiepact.

Ondergetekende groep van SP.a-leden meent dat de partij een fundamenteel foute weg is ingeslagen en heeft hierover de afgelopen dagen de koppen bij elkaar gestoken.

Het Generatiepact brengt een aantal problemen aan de oppervlakte die veel dieper en verder reiken dan het eindeloopbaandossier zelf.

In plaats van enkel individueel te reageren hebben wij het nuttig geacht om met een gemeenschappelijk standpunt naar buiten te komen.

De sociaal-economische realiteit is immers te complex om door een individu te kunnen worden bevat. Het socialisme in Vlaanderen, België en Europa weer op de sporen zetten vereist collectieve arbeid. Wij verzoeken dan ook met aandrang om het debat over de sociaal-economische doctrine van de partij in alle afdelingen te openen. Als wij niet bereid zijn om dit te doen in aanloop naar een ideologisch congres in de lente van volgend jaar, dan kunnen wij ons bezwaarlijk nog als radicaal democratisch bestempelen.

Wij rekenen er dan ook op dat u onze visie op het Generatiepact op de website van de SP.a zal plaatsen, zodat het reeds zo lang aangekondigde eindeloopbaandebat eindelijk kan plaatsvinden, ook en zeker in de eigen partij, en zodanig dat de collectieve voorbereidingen tot het ideologisch congres eindelijk van start kunnen gaan.

Los daarvan zullen wij onze visie alvast verspreiden via de kanalen waarover wij beschikken. Zo verzoeken wij bijvoorbeeld aan de circa 500 lokale SP.a-mandatarissen en bestuursleden die deze mail eveneens zullen ontvangen, om deze in hun afdeling te verspreiden en het debat aan de basis een aanvang te laten nemen.

Kameraadschappelijke groeten,

voor "SPa Rood":

Erik De Bruyn, SP.a Deurne
Ivo De Groot, SP.a Deurne, ABVV Algemene Centrale Antwerpen
Lydia De Ridder, SP.a Antwerpen; provincieraadslid
Nick Deschacht, SP.a Elsene
Gust Haverbeke, SP.a Diepenbeek, provinciaal secretaris ACOD-Limburg
Frank Hosteaux, SP.a Antwerpen; vertegenwoordiger Seefhoek-Stuivenberg-Dam
Herman Luyckx, SP.a Deurne; BBTK-Antwerpen
Jef Sleeckx, SP.a Mol
Antoon Stessels, secretaris SP.a Brasschaat
Elke Stessels, SP.a Brasschaat
Gert Wenselaers, SP.a Deurne; secretaris BBTK Antwerpen
Pascale Wils, SP.a Deurne; districtsraadslid te Deurne
Mischa Van herck, SP.a Antwerpen; ABVV Algemene Centrale
Jan Van Heurck, SP.a Antwerpen; afgevaardigde ACOD-LRB Antwerpen
Lin Van Rompaey, SP.a Deurne; hoofdafgevaardigde ACOD-LRB bibliotheken Antwerpen

Aan het Nationaal Bureau van de SP.a

Waarde kameraden,

Via de e-mail en via de SP.a-website ontvingen wij vandaag bijkomende tekst en uitleg betreffende de inhoud van het Generatiepact. Niet dat dit voor ons en de meeste andere werknemers in dit land veel nieuws bevatte. Wij worden door de massamedia immers reeds wekenlang bestookt met de argumentatie die aan dit Generatiepact vooraf ging.

Het komt dan ook surrealistisch over indien u stelt dat zoveel werknemers gekant zijn tegen het Generatiepact omdat het hen onvoldoende werd uitgelegd.

Bovendien vinden wij het beledigend en arrogant als u beweert dat dit het “protest is van de onderbuik tegen het hoofd” (Renaat Landuyt in De Standaard van 29 oktober), “protest uit angst”, of “rauwe emotie” (Johan Vande Lanotte in diezelfde krant). Deze uitlatingen weerspiegelen de zienswijze van een intellectuele elite die weliswaar gestudeerd heeft maar niet meer kan bevatten wat er aan de basis leeft.

Daarom menen wij dat de fase van het uitleggen reeds lang voorbij is, en dat voor u de tijd van het luisteren is aangebroken. En luisteren doe je niet passief. In een politieke partij betekent dit dat de afdelingen zich moeten kunnen uitspreken over het Generatiepact.

Om een echt debat in de afdelingen mogelijk te maken, willen wij hierbij reageren op enkele misvattingen met betrekking tot het vakbondsprotest zelf, en ook uw eenzijdige visie op de noodzaak zowel als de verdiensten van het Generatiepact nuanceren.

1) 100.000 betogers in de straten van Brussel is iets waarmee de regering geen rekening dient te houden. Het Generatiepact zal dus onverkort worden uitgevoerd.

Dit is een zeer gevaarlijke zienswijze. Zij is gebaseerd op de redenering dat er tegenover de 100.000 betogers (en veel meer stakers) een “zwijgende meerderheid” zou staan die het Generatiepact wél goedkeurt. U weet natuurlijk dat dit niet waar is: staken en betogen is voor de meeste mensen een grote stap. Heel veel mensen zijn niet direct geneigd om die te zetten, zeker niet in kleine bedrijven waar de druk van de baas zeer groot is (vandaar trouwens de noodzaak om KMO-zones af te zetten om het stakingsrecht voor deze mensen enige inhoud te geven; tegenover de repressieve maatregelen die de VLD voorstelt zou de SP.a misschien eens mogen denken aan politieke actie rond de vakbondsvertegenwoordiging in KMO’s?).

De diaboliserings- en marginaliseringscampagne die aan de stakingen vooraf ging maakte de stap naar staken en betogen deze keer nog groter. U hebt er enkel mee bereikt dat de aanwezigheid van 100.000 betogers in Brussel zwaarder doorweegt dan ooit. Deze 100.000 vertegenwoordigen slechts het topje van een ijsberg.

Los daarvan is het zich baseren op een “zwijgende meerderheid” een strategie die doorgaans wordt toegepast door onfrisse politieke stromingen. Indien de regering van oordeel is dat er een breed maatschappelijk draagvlak bestaat voor het Generatiepact, dan raden wij de regeringspartijen aan een betoging te organiseren ter ondersteuning van dit pact. Dan kunnen we ook eens de koppen tellen.

2) De mensen die op straat kwamen weten niet wat er in het Generatiepact staat

Ook weer een bijzonder gevaarlijke redenering. Met véél meer recht en reden zou men dan kunnen beweren dat de SP.a-kiezers niet weten wat er in het SP.a-programma staat. Dat zou het democratisch mandaat van elke SP.a-mandataris meteen op de helling zetten. Zo gaan we dus niet beginnen. De 100.000 weten heel goed waarom ze in Brussel waren op 29 oktober, en de rest van de ijsberg ook.

Als goede politici moet u dus trachten de breedte en de diepte van het protest in te schatten in plaats van het te marginaliseren en te negeren. Zoniet stevenen we af op een breuk in de samenleving (als het al niet te laat is) en dat getuigt niet van goed bestuur.

Wij willen u daarbij helpen. Het Generatiepact, en meer bepaald nog het brugpensioen, is een symbool. Een symbool van iets wat veel breder en dieper zit bij de mensen, en ook heel wat verder teruggaat in de tijd dan de technische inhoud van het pact alleen (waar we zo dadelijk op terugkomen). Het is het symbool van een economie die steeds meer van de mensen vergt en daarvoor steeds minder zekerheid voor in de plaats biedt. Een economie waarin onze sociale verworvenheden (of “taboes” in het nieuwe SP.a-jargon) steeds opnieuw als pasmunt worden gebruikt in een wereldeconomie die “concurreren” op die manier hoe dan ook toekomstloos maakt en zich enkel vertaalt in sociale afbraak.

U kan natuurlijk antwoorden: “jullie dichten de stakers en de betogers allerhande verfijnde intellectuele motieven toe”. Neen. Laat ons datgene wat we daarnet op een intellectuele manier zegden eens uitdrukken in termen van de “rauwe” (en hier is dat woord wel op zijn plaats) werkelijkheid in de bedrijven, aan de hand van een voorbeeld:

De ABVV-hoofdafgevaardigde van de Brusselse chocoladefabriek Godiva bestudeerde de bedrijfsresultaten. Wat viel hierin op? Wel, de productiviteit is sterk gestegen de laatste jaren. Met evenveel of zelfs minder volk produceren zij gevoelig meer. Is dat niet dankzij nieuwe en betere machines? Absoluut niet.. Hier is al lang niet meer geïnvesteerd in nieuwe machines. Zelfs het onderhoud van de machines wordt verwaarloosd. Het kost te veel geld, denkt de directie. Neen, de arbeiders hebben de productiviteit doen stijgen door harder en intenser te moeten werken. Een derde van de arbeiders heeft ofwel een interimcontract of een contract van beperkte duur. De contracten van beperkte duur zijn iets wat de vakbonden hebben bekomen. Het zijn interimairs voor wie we een echt contract hebben bekomen. Maar de directie draait hier niet rond de pot. Het liefst zien zij iedereen met een interimcontract werken.

Dit is kenmerkend voor wat zich in heel de economie voordoet en wat de werknemers zonder dure woorden aan den lijve ondervinden: de afgelopen vijftien jaar zijn we met zijn allen veel harder beginnen werken. Maar blijkbaar is het nooit genoeg. Nu worden onze (brug)pensioenrechten beknot. En er zit al een volgende maatregel in de pijplijn: het aftoppen van de anciënniteitsbarema’s.

Eerst lieten ze ons harder werken, nu laten ze ons langer werken, en morgen zullen ze ons minder betalen. Dat is wat bij de mensen leeft. En ze hebben niet eens ongelijk.

Ondertussen blijft één écht taboe onaangetast: de bedrijfswinsten blijven stijgen…

3) Het Generatiepact is noodzakelijk om de sociale zekerheid te redden

Hier passen toch wel enkele cijfers. Op de SP.a website lezen we dat de sociale zekerheid sinds 2000 geen schulden meer heeft. Beter nog: er is een reserve van ongeveer 2.5 miljard euro opgebouwd. Mooi zo. Het probleem situeert zich dus in de toekomst. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) (1) zal de sociale zekerheid ons ten gevolge van de vergrijzing 3.4 procent meer kosten van het BBP in 2030 (9 miljard euro in absolute termen).

In absolute termen lijkt 9 miljard euro veel, maar in de praktijk valt dit nogal mee: de regering Verhofstadt heeft immers reeds voor 5.04 miljard euro aan “lastenverlagingen” toegekend. En er zit nog 960 miljoen in de pijplijn. Samen is dat bijna 6 miljard op jaarbasis, of tweederde van het tekort in… 2030. Beweren dat er geen marge zou zijn voor een progressieve politiek, is dus een leugen. De achterliggende idee achter de (loon)lastenverlagingen is echter dat die lastenverlagingen via goedkopere arbeid voor meer tewerkstelling zou zorgen. Ondertussen kan echter nog altijd niet worden aangetoond dat die lastenverlagingen ook helpen: de werkloosheid blijft onveranderlijk hoog. En dat is ook normaal: als we morgen de prijs van het brood halveren dan zullen we niet met z’n allen dubbel zoveel brood kopen. We zullen de helft van het geld in onze zakken houden. En zo is het ook met de bedrijven: zij werven niet aan omdat de arbeid “goedkoper” wordt, maar enkel als de economische conjunctuur (de “vraag”) het inzetten van meer arbeidskrachten winstgevend maakt. De loonlastenverlagingen worden bij laagconjunctuur onverkort bij de winst gevoegd. Was dat de bedoeling?

Ten tweede: een minimale economische groei op jaarbasis ( 1.5 procent) zou ervoor zorgen dat het bruto binnenlands product tegen 2030 met 45 procent groeit. Uitgaande van een BBP van circa 250 miljard euro nu, zal het dus met circa 112 miljard euro toenemen. Het volstaat dus om een klein deeltje van die groei te reserveren voor de sociale zekerheid. Toegegeven, dit zou betekenen dat er een overdracht plaatsvindt van primaire inkomens (voor betaling van diverse belastingen en sociale bijdragen) ten voordele van de lonen, en ten nadele van de bedrijven, het kapitaal en de staat. Maar dit is volledig te rechtvaardigen aangezien we in de periode 1981-2002 de omgekeerde evolutie doormaakten: het aandeel van de lonen zakte in die periode van 60 naar 53 procent (2).

Ook nog een woord over de zogenaamde alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Laten we niet vergeten dat het aandeel van de staat in de financiering van de sociale zekerheid sinds de jaren ‘80 sterk is gedaald, van zes procent in 1980 tot twee procent nu, in het kader van de besparingen en het afbouwen van de staatsschuld. De huidige “herfinanciering” verzinkt daarbij in het niets. Mocht het peil van 1980 gehandhaafd zijn, dan was er nu een overschot van vier procent, méér dus dan het tekort in …2030!

We hebben dan nog niet gesproken van de alternatieve financieringsmechanismen die door de vakbonden werden voorgesteld maar nooit in overweging werden genomen zoals de Algemene Sociale Bijdrage (ASB) of een vermogensbelasting.

Met andere woorden: er is nooit een eindeloopbaandebat geweest. Stellen dat de huidige politiek de enig mogelijke is, en die dan nog sociaal en progressief noemen, is van het demagogische teveel. Het Generatiepact is niet meer dan een klakkeloze Belgische vertaling van de neoliberale agenda van de top van Lissabon van maart 2000. En deze top heeft nooit een democratisch mandaat verworven.

4) Zonder de SP.a in de regering zou het allemaal nog veel erger zijn

Dat valt nog te bezien. De vakbonden zouden immers een nog krachtiger vuist kunnen maken dan nu, met een strijdbare SP.a aan hun zijde in de oppositie.

Maar hoe dan ook, de huidige koers blijven aanhouden zou best kunnen betekenen dat de volgende regering er een zonder socialisten zal worden. Regeringsdeelname vereist immers een minimum aan electoraal gewicht. Het valt nog maar af te wachten of de SP.a dit electoraal gewicht kan waarmaken louter bij de sociaal beter gepositioneerde middenlagen waarop de partij zich nu richt, en waar de electorale concurrentie al groot is. De SP.a keert haar rug naar het overgrote deel van de werknemers, en zelfs in de mate waarin die naar links blijven kijken zien ze enkel maar…een rug. Het gaat dus niet op de mensen bij een volgende verkiezing alleen maar te culpabiliseren omdat ze weer eens op de “verkeerde” partij stemmen. Voorkomen is wat dat betreft veel beter en ook gemakkelijker dan genezen.

Wij vragen dan ook dat de SP.a in de regering het misnoemde en verdoemde Generatiepact loslaat en eist dat de regering opnieuw onderhandelingen aanknoopt met de vakbonden.

Meer naar de toekomst toe vragen wij om het ideologisch congres van maart 2006 grondig voor te bereiden, in het bijzonder wat het luik economie betreft, en de sociaal-economische doctrine waarop de partij zich momenteel baseert (de “actieve welvaartstaat”) aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

Voor SPa Rood:

Erik De Bruyn, SP.a Deurne
Ivo De Groot, SP.a Deurne, ABVV Algemene Centrale Antwerpen
Lydia De Ridder, SP.a Antwerpen; provincieraadslid
Nick Deschacht, SP.a Elsene
Gust Haverbeke, SP.a Diepenbeek, provinciaal secretaris ACOD-Limburg
Frank Hosteaux, SP.a Antwerpen; vertegenwoordiger Seefhoek-Stuivenberg-Dam
Herman Luyckx, SP.a Deurne; BBTK-Antwerpen
Jef Sleeckx, SP.a Mol
Antoon Stessels, secretaris SP.a Brasschaat
Elke Stessels, SP.a Brasschaat
Gert Wenselaers, SP.a Deurne; secretaris BBTK Antwerpen
Pascale Wils, SP.a Deurne; districtsraadslid te Deurne
Mischa Van herck, SP.a Antwerpen; ABVV Algemene Centrale
Jan Van Heurck, SP.a Antwerpen; afgevaardigde ACOD-LRB Antwerpen
Lin Van Rompaey, SP.a Deurne; hoofdafgevaardigde ACOD-LRB bibliotheken Antwerpen

(1) SCvV verslag van april 2004
(2) berekend op basis van de Jaarverslagen van de Nationale Bank