In Antwerpen was de staking bij de warenhuizen gisteren het centrale punt in de voortgaande strijd tegen het ‘Generatiepact’. Zoals we in een voorgaand verslageen voorgaand verslag uitlegden is daar een serieuze basis voor, onder andere vanwege het groot aantal deeltijdsen – meestal vrouwen – in de sector. Die hebben nu geen mogelijkheid meer tot brugpensioen.

Toch gaat het over meer. Daar wijst Marc Peeters, delegee voor het LBC (ACV) bij Carrefour, ons ook op wanneer we hem interviewen aan het piket in Borsbeek:

“Het kan misschien raar klinken, maar het gaat in de eerste plaats over de situatie op het werk zelf. In de Carrefour zien we een enorme flexibiliteit, deeltijdse contracten, mensen die werken en toch onder de armoedegrens zitten. Het Generatiepact is de voorafspiegeling van wat iedereen te wachten staat op termijn als het leger werklozen groeit, hetgeen wat duidelijk de bedoeling is. Als mensen meer moeten vechten om een job dan zullen ze bereid zijn slechtere lonen en arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. En ik denk dat dit een van de bedoelingen van het Generatiepact is. Want er zijn 600.000 werklozen, dus waarom moeten de ouderen dan langer werken? Uiteindelijk is dat een van de centrale vragen. En het antwoord daarop is heel duidelijk. Ze willen aan de lonen zitten en de arbeidsvoorwaarden naar beneden halen om meer winsten te maken.”

Juist het besef van de grote winsten gekoppeld aan de toenemende uitbuiting die ze zelf ondervinden, is de materiële basis voor het succes van de syndicale acties sinds begin oktober. Deze keer hadden BBTK (ABVV) en LBC (ACV) een groot actieplan opgesteld voor de distributiesector. Ze hadden de lat hoog gelegd, maar zijn er ook over gesprongen. We vroegen aan Benny Willems, secretaris BBTK Handel Antwerpen, hoe de acties verliepen.

“In Antwerpen zijn de acties goed gegaan. Het actieplan dat we voorop hadden gesteld, is bereikt. Dat is belangrijk voor ons én voor onze mensen. Vaak wordt er geklaagd dat het steeds dezelfde winkelketens zijn die dichtgaan aangezien de vakbonden er sterk staan. Deze keer hebben we andere winkels ook kunnen raken.

“Een symbolische kwestie is dat we de Makro in Deurne voor de eerste keer hebben dicht gehouden. En de reactie bij het personeel was toch vrij goed. Veel van hen hebben nog nooit zo’n actie gedaan, ze hebben schrik van het onbekende, er is druk van de baas, er zijn veel tijdelijken die bang zijn om hun job te verliezen. Hoewel ze naar binnen gingen, spraken velen toch steun uit voor de actie.

“De werkgevers waren op bepaalde plaatsen vrij agressief. Bijvoorbeeld bij de Match of de GB van de Groenplaats. Bij Decathlon hebben we een deurwaarder op ons dak gekregen. Voor de rest is het allemaal vrij vlekkeloos verlopen.

“Ik betwijfel wel of we onze boodschap helemaal hebben kunnen overbrengen naar de klanten en de publieke opinie. We hebben een pamflet uitgedeeld, maar de media vertekenen vaak de werkelijkheid. FEDIS [de patronale organisatie van de Handel, nvdr] heeft natuurlijk gelijk als ze zeggen dat slechts 10 of 15 procent van de winkels gesloten waren. Als je alle winkels bij elkaar optelt, dan kom je gemakkelijk aan deze verhouding. De winkels op de Meir waren bijvoorbeeld open. Maar we hebben de meeste grote warenhuizen gesloten en daarbij nog verschillende winkels van ketens die normaal niet dichtgaan. Wij zijn heel tevreden van onze mensen. Die hebben echt hun best gedaan. Dat kan ik niet genoeg onderlijnen.”

De acties zijn onmiskenbaar met vastberadenheid opgevolgd, mensen weten waarvoor ze strijden. Nochtans trekken de media de doeltreffendheid van stakingen sterk in twijfel. Aan het piket in Borsbeek krijgen wij daarop een heel ferm antwoord van Marc Peeters:

“Niets doen maakt ook niks uit. En door de acties is de regering toch al wat teruggekrabbeld. Bijvoorbeeld tegenover de Metaal. Dus we kunnen niet zeggen dat je niets kan bekomen.”

Tegelijk geeft hij een kritiek die bij veel militanten leeft, namelijk het gebrek aan daadkracht van de syndicale leiding.

“De vakbondsleiding ondersteunt te weinig de mensen in de acties. Ik kan niet zeggen dat het LBC dit niet heeft gedaan. Ik ben tevreden met de reacties van de leiding van het LBC. Als LBC-er vind ik dat het LBC een correct standpunt heeft ingenomen, ze hebben de meeste acties ondersteund. Van het ACV hebben we echter geen enkele steun gekregen voor de eerste staking. We kregen geen materiaal. Maar het was wel een actie van de mensen. Ik vind dat de leiding van de vakbond moet luisteren naar de basis en niet omgekeerd. Dat is op 7 oktober wel degelijk gebeurd.”

“Een betoging is goed als begin van actie, maar het was duidelijk dat ze dit op 28 oktober wilden gebruiken om stoom af te blazen, juist zoals met het Interprofessioneel Akkoord. Toen kwamen we ook op straat daar tegen, terwijl de vakbondsleiding het uiteindelijk heeft goedgekeurd. We zien nu hetzelfde. Het is niet gelukt omdat de woede aan de basis heel groot is. Maar de reden waarom het allemaal moeilijker loopt, is omdat de vakbondsleiding vaak meer heeft tegengehouden dan ondersteund. Ze moeten luisteren naar de basis.”

Het is iets dat we wel meer horen aan de piketten. Kritiek op het gebrek aan duidelijkheid, Cortebeeck die op de rem staat en de ABVV-leiding die zich daarachter verschuilt, de verdeeldheid tussen de centrales enzovoort. Eigenlijk is het een kritiek op het gebrek aan een sterke leiding met een duidelijk alternatief. En daardoor blijven de resultaten mager. Zodat de media schijnbaar gelijk krijgen, namelijk dat staken niks uithaalt. Benny Willems van BBTK maakt een gelijkaardige balans op:

“Na 28 oktober hadden direct moeten doorgaan want toen stonden de mensen er klaar voor. We zijn ook verzwakt doordat blijkbaar een interprofessionele staking niet meer mogelijk was. Want uiteindelijk hebben we nog niet veel aan het Generatiepact kunnen veranderen. Er zijn wel wat punten en komma’s verzet, maar niks fundamenteel. De terbeschikkingstelling is gebleven. Voor jongeren zit er niet veel in het plan, alleen dat de werkgevers meer subsidies krijgen om jongeren aan te werven. De leeftijd van het brugpensioen zal in de toekomst worden opgeschoven. Onduidelijkheid over de zware beroepen. Aan de fundamentele zaken hebben we dus niks kunnen veranderen, terwijl de werkgevers wel nog een pak subsidies hebben bij gekregen.”

“We bieden ook niet echt een alternatief. We zeggen alleen dat het moet blijven zoals het is.”

Met Vonk willen wij zo’n alternatief aanbieden: het socialisme. Niet als algemene slogan maar als een project waaraan we met concrete stappen kunnen werken: door de strijd voor arbeidsduurvermindering met loonbehoud en verplichte aanwervingen om de werkloosheid op te lossen; door strijd voor arbeiderscontrole op de boekhouding van de bedrijven en opheffing van het bankgeheim; door de defensieve strijd tegen privatiseringen om te keren in een offensieve strijd voor nationalisatie van de basisindustrieën enzovoort. Vandaar dat wij ook een solidariteitscampagne voeren voor de ‘Bolivariaanse Revolutie’ in Venezuela. Die toont niet alleen dat een “andere wereld mogelijk is”, maar vooral dat de verdrukte klassen bereid zijn zich daarvoor te engageren als ze een vastberaden leiding krijgen zoals president Chavez.

Veel militanten maken een kritische balans op van de manier waarop de strijd tegen het Generatiepact totnogtoe gevoerd is. Die kritiek moet een aanzet zijn tot een ommekeer in de algemene syndicale strategie, die voor de leiding nog steeds gefixeerd is rond de onderhandelingstafel. De syndicale basis zal tot de conclusie komen dat ze het zelf moeten doen, dat ze hun lot niet kunnen laten afhangen van de onderhandelingstafel en dat ze het zelf in handen moeten nemen. Want het Generatiepact is nog maar het begin. Er wordt nu al gesproken over een Concurrentiepact, waardoor de loonindexering zou sneuvelen. Mensen zullen door het patronaat en de regering gedwongen worden om verder in actie te schieten. Benny Willems trekt alvast de conclusie:

“We zijn de volgende slag al aan het voorbereiden, zoals bijvoorbeeld de aanval op de index. Ik denk dat we niet gaan stilzitten.”