Wie is er nu geïsoleerd? Weken herhaalden de media, de politici, de bazen en zelfs de leiding van de christelijke vakbond ACV dat de socialistische vakbond ABVV volledig geïsoleerd staat met zijn strijdbare houding tegen de hervormingsplannen van de regering en het patronaat. Volgens dat verzamelde koor bestaat er in de maatschappij een groot draagvlak voor de regeringsmaatregelen, het zogenaamde Generatiepact.

“Maar als het ABVV geïsoleerd staat”, vragen veel mensen zich af “vanwaar dan ineens al dat protest?” De ene staking volgt de andere, vaak in een gemeenschappelijk front van de vakbonden. De nationale staking van het ABVV op 7 oktober was al een onverdeeld succes. En nu komen ABVV, ACV en de liberale ACLVB op 28 oktober samen in actie met een nationale staking en betoging in Brussel. Veel syndicalisten verkondigen dat ze desnoods verschillende keren naar de hoofdstad zullen komen, totdat de regering het ‘Generatiepact’ opbergt – of tot ze valt. Een staking tot de finish. Het is lang gelden dat België nog zo daverde op zijn grondvesten.

De mensen zijn dan ook woest. Na een heel leven werken snak je naar wat rust. Nu komen ze echter vertellen dat we nog wat langer moeten werken “om de sociale zekerheid betaalbaar te houden”. Terwijl er honderdduizenden werklozen zijn! Het bedrog druipt daar van af. Alleen al de naam: Generatiepact. Een pact tussen de generaties? Integendeel, het is een wig tussen de generaties! Oudere werkers worden door de regeringsmaatregelen op de arbeidsmarkt in concurrentie gebracht met jongeren. Net zoals bij de activering van werklozen wordt een 50-plusser nu door de regering gedwongen om eender welke job aan te nemen, ook jobs met slechte arbeidsvoorwaarden. Onze arbeidsvoorwaarden gaan al jaren achteruit, en die neergaande spiraal willen ze nog versnellen! Dit is geen generatiepact, dit is een degeneratiepact!

Wie kan werkende mensen verwijten dat ze daardoor overkoken van woede? Maar er is meer aan de hand. Vandaag maakt immers slechts 6 procent van de 50-plussers gebruik van het brugpensioen, terwijl een veel groter deel van de bevolking kwaad is. Het brugpensioen is eigenlijk het symbooldossier van iets wat veel dieper zit.

Klassenmaatschappij

Heel veel arbeiders en bedienden zijn het grondig beu om als een vod behandeld te worden door de bazen en hun marionetten in de politiek. Mensen zijn verontwaardigd over de schaamteloze onrechtvaardigheid van de klassenmaatschappij. Geregeld lezen we in de kranten over gigantische bedrijfswinsten en over riante uitkeringen voor topmanagers. Onlangs nog mochten we doodleuk vernemen dat de Britse zakenmagnaat Philip Green zichzelf 1,8 miljard euro heeft uitgekeerd, als extra op het bezit van 5,3 miljard euro dat meneer reeds met zijn vrouw deelt. België mag dan Groot-Brittannië niet zijn, maar wij zijn Jan Coene niet vergeten. En in ons land lopen nog verschillende kleine en grote Jan Coenes rond waarover niks in de media verschijnt. De 10 procent rijkste Belgen verdelen ongeveer de helft van de Belgische rijkdom onder zich. Dat zegt al genoeg.

Alsof ze dat allemaal nog niet genoeg vinden, eisen die kapitalisten dat we langer en harder gaan werken, dat we inleveren op onze lonen en op onze sociale zekerheid enzovoort. Wanneer we dat niet braaf genoeg doen, dan sturen ze deurwaarders met dwangsommen naar onze stakerspiketten. En wanneer we het niet snel genoeg doen dan huren ze wel goedkope Poolse arbeiders in. Daarmee toont de heersende klasse ineens wat haar toekomstvisie is voor de werkende mens: Polen, het ‘sociale’ model van Europa! Zo zullen we eindelijk kunnen concurreren met de slavenarbeid in China! Dan schrikken ze dat dit kapitalistisch Europa door de Fransen en Nederlanders in een referendum wordt afgeschoten…

Natuurlijk gaat het ‘Degeneratiepact’ niet over het betaalbaar houden van de sociale zekerheid. Het gaat over de verhoging van de winsten, punt. De politici verwijzen graag naar de Scandinavische landen, waar een grote sociale zekerheid gekoppeld is aan een hoge activiteitsgraad. Ze ‘vergeten’ er wel bij te zeggen dat in de Scandinavische landen evengoed de bijl in die sociale zekerheid wordt gezet “omdat die te duur is in vergelijking met andere landen”. Loontrekkenden van verschillende landen worden altijd tegen mekaar opgezet, zodat de kapitalisten gaan lopen met de winsten.

Ons scharnierjaar

De kruik gaat echter slechts zolang te water tot ze barst. Bij veel mensen is er tijdens het laatste jaar iets gebroken. “Het is goed geweest met hun gezever”, hebben velen gedacht, “wij trekken de straat op.” De eerste dag van de winter, 21 december 2004, zal de geschiedenis van de Belgische klassenstrijd ingaan als een keerpunt. Toen stuwden we – op een gewone weekdag – met 50.000 syndicalisten door Brussel. Niet in een brave wandeling van Noord naar Zuid, maar in een onstuimige betoging die in vette letters aan het patronaat duidelijk maakte: “Tot hier en niet verder!”

Blijkbaar hebben ze die boodschap toen niet goed begrepen. Tijdens de onderhandelingen over de CAO’s hebben arbeiders en bedienden van verschillende sectoren dan nog maar eens met acties onderlijnd dat de werkende mens een degelijk leven wenst. En dat we bereid zijn daarvoor te vechten. Toch lijkt die boodschap niet door te dringen bij de top van de samenleving. Ofwel onderschatten ze ons. Daarop antwoorden syndicalisten van over heel het land met een oude Vlaamsche wijsheid: wie niet horen wil, moet voelen… Zelfs vakbondsleiders die voordien niet als de meest linkse golden, spreken nu stoere taal. Dat toont hoe groot de druk van de basis is.

Begin 2004 riepen Vandenbroucke en Vande Lanotte op voor “een scharnierjaar”, waarmee ze in bedekte termen bedoelen “een versnelling in de afbouw van de sociale zekerheid”. Beide heerschappen vertolken de mening van het patronaat in de socialistische beweging. Ze keerden zich af van hun achterban om naar rechts te kijken. We zullen ze dus uit de socialistische beweging moeten verwijderen. Hun liberaal scharnierjaar moet wijken voor het scharnierjaar van de werkende mens.

Tot de finish

De inzet van ons protest is heel simpel. Kunnen de gewone mensen zich een rustige oude dag veroorloven in onze maatschappij? Kunnen jongeren een degelijke baan krijgen in onze maatschappij? Dat zou toch wel mogen want de maatschappij is in heel de geschiedenis nog nooit zo rijk en zo technologisch ontwikkeld geweest. Wij produceren tezamen voldoende rijkdom om iedereen op 55 met pensioen te laten gaan, én om elke jongere een degelijke baan te bieden, én om de werkweek te verkorten, én om nog heel veel meer te verwezenlijken.

Slechts een minderheid in de samenleving houdt ons tegen om dat allemaal te doen, met name de zogenaamde werkgevers die ons werk zonder verpinken afnemen wanneer ze daar geld uit kunnen slaan. Die kapitalisten gaan op hun achterste poten staan wanneer wij een degelijk leven vragen, want dat is niet goed voor hun winstmarges. Daardoor kunnen ze de concurrentie met andere landen en bedrijven niet aan. Als die doodgewone eisen nog niet ingewilligd kunnen worden, dan zullen we noodgedwongen met die logica van de concurrentie moeten breken. Anders wordt het leven ondraaglijk.

De logica van de werkende mens is niet die van de concurrentie, het is die van de solidariteit. Samen kunnen we onze rechten afdwingen, hier en nu. Zolang het kapitalisme blijft bestaan, zullen onze rechten echter nooit zeker zijn. De bazen zullen de klok altijd proberen terug te draaien, zoals ze vandaag doen met onze sociale zekerheid. De conclusie is duidelijk: breken met de logica van de concurrentie is breken met het kapitalisme.

Staken tot de finish betekent vandaag staken tot het ‘Degeneratiepact’ van tafel is. Wie gaat er echter beweren dat onze problemen dan zijn opgelost? We zijn begonnen aan een koers met verschillende etappes. De eerste finish is de huidige maatregelen terug in de kast. Maar niet om daar later onder een andere vorm opnieuw uit te komen! De bazen zullen alvast niet zomaar opgeven. Daarom dat we aan een koers met verschillende etappes bezig zijn. De eindmeet voor de bazen is ‘België, het nieuwe Polen’. Voor de gewone mens is dat pure barbarij. De arbeidersbeweging moet bijgevolg haar eigen eindmeet opleggen – een eindmeet die in het collectief geheugen zit sinds het ontstaan van de arbeidersbeweging: het socialisme. Dit is een race tegen de tijd want het kapitaal breekt met zijn winsthonger in snel tempo onze planeet af. Hoe meer mensen het einddoel beseffen, hoe beter we het kunnen bereiken.

In die strijd staat de Belgische arbeidersklasse niet alleen. Wereldwijd komen de verdrukten uit hun jarenlange schelp gekropen. In alle buurlanden zien we grote protesten tegen kapitalistische uitbuiting. Latijns-Amerika bevindt zich onmiskenbaar in de voorhoede. De president van Venezuela, Hugo Chavez, stelt duidelijk: “Het kapitalisme heeft gefaald, de weg vooruit is het socialisme.” In dit land zijn al enkele bedrijven genationaliseerd onder arbeiderscontrole. Geen bazen, de werkende mensen beslissen tezamen. Wij spreken niet over een droom, we spreken over een werkelijkheid die zich vandaag ontvouwt.

België kende verschillende historische momenten in de klassenstrijd: de stakingen voor het algemeen stemrecht, de grote staking van ‘60-’61, de septemberstaking in 1983, de staking tegen het Globaal Plan in ’93 enzovoort. Sommige resulteerden in een overwinning, andere in een nederlaag. Veel hangt daarbij af van de rol die de vakbondsleiding speelt. De basis heeft de huidige acties opgelegd aan de leiding, bij het ABVV en des te meer bij het ACV. Laten we zorgen dat de leiding de druk op de ketel houdt, tot de finish. Geen herhaling van het Globaal Plan in 1993. Deze stakingsgolf moet de aanzet zijn tot een grondige invraagstelling van het kapitalisme.