Vonk had een gesprek met Raf Verbeke, enkele dagen na het einde van de zeven weken lange staking bij Carnoy.

4 oktober 1999

Raf: "De lessen uit ons conflict zijn het best gesymboliseerd in het verloop van de laatste dagen. Op donderdag 16 september verwierp 58,6 procent van de arbeiders het voorstel van het verzoeningsbureau. Dit voorstel voorzag niet in mijn heropname. Het voorzag wel een kalender voor onderhandelingen over vermindering van lonen, personeelsvolume en vervoerskosten. Maar de secretarissen van de drie vakbonden gebruikten dit uitzonderlijk resultaat om de staking af te blazen, omdat de 66 procent nodig voor het verder zetten van de staking niet was behaald.

“De dag na de uitslag hebben we een algemene personeelsvergadering gehouden. Tijdens deze vergadering vond er nog een incident plaats. We kregen een telefoontje met de verwittiging dat er technische werkloosheid op til was voor de volledige drie syndicale delegaties. De baas eerbiedigde eens te meer het akkoord niet dat bekomen was voor de werkhervatting. Hierop beslisten alle 76 arbeiders tijdens de vergadering het werk niet te hervatten. Het hele weekeinde door bleef het piket behouden. Ondertussen had de directie een 130 ton zware kraan laten plaatsen achteraan het bedrijf om materiaal over de omheining te kunnen hijsen. Met behulp van de dokwerkers van de Gentse haven en de spoormannen konden we de werking van deze kraan verhinderen. Pas op dinsdag verzekerde de directie werk voor alle delegees. Toen hebben alle arbeiders het werk ook hervat. Maar eens te meer aarzelde de patroon niet om in vol overleg een zesde eenzijdig verzoekschrift in te dienen tegen onze actie.

Nederlaag?

“Wat mijn heropname betreft is het conflict duidelijk een nederlaag. Maar ik ben zeer voorzichtig om hetzelfde besluit te trekken wat de strijd in het bedrijf betreft. De baas is niet gehaast om de onderhandelingskalender over lonen, jobs en vergoedingen op gang te brengen. Hij heeft alles verplaatst naar begin 2000. De vakbondsmacht in het bedrijf is verre van uitgeschakeld. De baas is er niet in geslaagd om een willekeurige technische werkloosheid door te voeren. Zeven weken staken is toch ook een bewijs van de syndicale kracht. Het Gemeenschappelijk Front heeft ook stand gehouden. Het is waar dat we afgezien hebben, maar de baas is ook zijn wonden aan het likken. Het conflict heeft hem zeer veel, maar dan ook zeer veel geld gekost. Meer dan hij verwacht had. De strijd gaat dus verder, zowel binnen als buiten het bedrijf. Dit is een feit.

“Voor het eerst hebben we in het Gentse ook te maken gehad met de druk van eenzijdige verzoekschriften en dwangsommen in een sociaal conflict. Het misbruik van eenzijdige verzoekschriften is een typische methode geworden van de grote advocatenbureaus. Dit heeft de krachtsverhoudingen gedestabiliseerd. We waren verplicht om ons ook op het juridische terrein te begeven met behulp van talrijke maatregelen en tactieken. In het algemeen denk ik dat we goed stand hebben gehouden. Maar op dit vlak is de strijd verre van uitgestreden. De procedure voor de arbeidsrechtbank in verband met mijn afdanking moet nog beginnen. Ongetwijfeld gaat de baas het goede verloop van de procedure proberen te verstoren door klachten neer te leggen voor de correctionele rechtbank. Zijn opzet bestaat erin onze sociale weerstand te criminaliseren. We moeten ons dus voor bereiden op een harde strijd op dit front.

Interprofessionele strijd nodig

“Maar de belangrijkste les uit onze strijd, tevens de belangrijkste reden voor onze nederlaag, is dat de vakbeweging er niet in geslaagd is om op een adequate manier te reageren tegen de provocatie van de baas van Carnoy. Ik zal dit even uitleggen. Na de solidariteitsbetoging van 26 augustus te Gent, werden twee lijnen zichtbaar in de vakbeweging over het verder verloop van het conflict.

“Een syndicale lijn beweerde dat we tegenover een "nieuw type baas", de zogenaamde rotte appel in een mand vol gezonde appels die het overlegmodel wel eerbiedigen, moesten proberen het overleg met Fabrimetal weer aan te knopen teneinde de rotte appel uit de mand te lichten. Met andere woorden: Fabrimetal overtuigen dat het in haar eigen belang was de verzanding van het conflict te vermijden die door deze "atypische" baas was uitgelokt. Deze denktrant werd gedragen door een belangrijk gedeelte van de centrales van de metaal van de drie vakbonden zowel op gewestelijk als op nationaal vlak. Een andere lijn die in grote mate werd gedragen door de algemene vergadering van de arbeiders van Carnoy, een aanzienlijk gedeelte van de socialistische metaalcentrale en andere ABVV-centrales was bereid een interprofessioneel initiatief te steunen om het conflict tot een ontknoping te brengen, t.t.z. mijn heropname in het bedrijf.

“Wij waren er ons zeer bewust van dat het hier niet om een traditioneel conflict ging, maar om een principiële strijd. Een interprofessioneel initiatief (verhoging van de stakingsvergoeding, interprofessionele actie) had zonder twijfel een duidelijk perspectief gegeven aan de actievoerders van Carnoy en de krachtverhouding verbeterd. Het staat buiten kijf dat de aanhangers van de eerste syndicale lijn die alles verwachtten van het overleg met Fabrimetal gekant waren tegen zo een interprofessioneel initiatief.

“Nu moeten we de syndicale delegaties verder steunen in het bedrijf. Met een Waakzaamheidscomité willen we ook het proces opvolgen en ons actieterrein uit breiden rond het verbod van dwangsommen in sociale conflicten en voor een aanpassing van de wet in de zin van verplichte heropname van onrechtmatig afgedankte delegees. Wij willen ook de vakbeweging wakker schudden om in verzet te komen tegen het Octopus akkoord en de afschaffing van de Arbeidsauditoraten. Om het anders te zeggen: we zullen verplicht zijn als arbeiders ook het politieke terrein te betreden."