Konstantin Paustovskij (1892-1968) is een van die weinige Sovjetschrijvers die het ook in het Nederlandse taalgebied "gemaakt" hebben zonder zich voortdurend als hekeldichter van de Russische revolutie op te werpen.

In Nederland en België verwierf Paustovskij vooral bekendheid met zijn autobiografie "De geschiedenis van een leven" die in zes delen een geromantiseerde en erg zintuiglijke beschrijving is van de geschiedenis van het moderne Rusland van aan de eeuwwiseling tot in de jaren '30.

In het najaar van 1998 bracht de Arbeiderspers "De baai van Kara Bogaz" in Nederlandse vertaling uit, een roman over de verwoede pogingen die de Sovjets in de jaren '20 ondernamen om de onderontwikkelde gebieden rond de Kaspische Zee tot bloei te brengen.

Op de achterflap lezen we het volgende: "Voor de goede verstaander staat het boek echter vol van twijfel over de juistheid van de massale industrialisatie en de meedogenloze knechting van mens en natuur".

Het zal wel aan mijn literaire onderontwikkeling liggen maar ik heb dat daar nergens in kunnen lezen. Het boek straalt een gloeiend ('moderne' mensen zullen zeggen 'naïef') enthousiasme uit voor de pogingen om een einde te maken aan de knechting van de mens door de natuur en door eeuwenoude feodale en voorfeodale gebruiken. Bij Paustovskij valt er geen greintje sympathie waar te nemen voor het soms dodelijke bijgeloof in de archaïsche geneeswijzen van Kazachse medicijnmannen of de barbaarse verknechting van de vrouw uit naam van onheilspellend oude Toerkmeense tradities...

De strijd tegen de woestijnvorming is voor hem geen knechting van de natuur of een "aanslag op de weemoedige leegheid van de woestijn" zoals ik het onlangs nog in een glossy tijdschrift las. Zulke perverse ideeën kunnen alleen ontstaan in het brein van kleinburgerlijke Westeuropese intellectuelen die de woestijn hoogstens kennen via de deelname aan een comfortabel uitgeruste expeditie van een of ander peperduur reisbureau...

Het gezeur op de achterflap klasseren we dus best tot de obligate anti-sovjet bezweringsformules die elke Westerse uitgever tot op de dag van vandaag moet afratelen alvorens hij met goed fatsoen werk uit de voormalige USSR kan publiceren.

Kara-Bogaz is een heerlijk boek, vol vertrouwen in de mens en de mogelijkheden om door wetenschap en techniek een beter bestaan op te bouwen, op voorwaarde dat die wetenschap en die techniek democratisch gestuurd wordt door allen. Of zoals de Poolse auteur Stanislaw Jerzy Lec het ooit verwoordde: "Wie het aangezicht van de toekomst vreest, vermoedt niet dat zij hem wel eens haar achterwerk zou kunnen tonen."