In de Middeleeuwen maakte de Kerk, die tegelijkertijd de grootste feodale grondbezitter van Europa was, de boertjes wijs dat ze wel in de hemel zouden komen als ze braaf werkten zonder tegen te sputteren. Ook nu nog beschouwen velen de onderdrukking van de ene klasse door de andere, als ze er al oog voor hebben, als iets onvermijdelijks en normaals, eigen aan de ‘menselijke natuur’ (een concept dat wetenschappelijk overigens niet onderbouwd is).

Tegenwoordig worden de mensen niet zozeer dom gehouden door priesters die de mensen indoctrineren vanuit hun preekstoel, maar door een nog sterker wapen: de media. Dit is waarschijnlijk het sterkste wapen waarover de kapitalisten nu beschikken om in het zadel te blijven zitten. Ook in de huidige maatschappij is de heersende ideologie de ideologie van de heersende klasse. Dit is logisch te verklaren: kranten en tv-stations zijn eigendom van kapitalisten. Dat wil helemaal niet zeggen dat er een groot indoctrinatiecomplot bestaat waarbij alle journalisten en reporters tegen betaling de arbeidersklasse dom moeten houden. Het hele systeem werkt eigenlijk vanzelf: de overheersende politieke en morele ideeën worden meestal maar door een enkeling aangevallen en in vraag gesteld. De anderen lopen braaf in de pas en volgen de meerderheid. Noam Chomsky, de bekendste Amerikaanse ‘dissident’, toonde aan dat heel wat journalisten zichzelf censureren als ze iets ontdekken dat deze ideologie in vraag zou kunnen stellen, zoniet zou dat hun job wel eens kunnen kosten. Kritiek mag dan wel welkom zijn, eens die kritiek buiten een bepaald kader treedt, wordt de renegaat in kwestie teruggefloten.

En natuurlijk is er een voortdurende brutale manipulatie en bedrog, al was het maar om de sensatie en dus de kijkcijfers. Denk maar aan de foto, volledig uit zijn context getrokken, van Abou Jahjah. Het lijkt erop dat hij de politie aan het uitdagen was. Velen weten echter niet dat hij net een pepper-spray in zijn gezicht had gekregen. Dergelijke foto’s geven een verkeerd beeld van de werkelijkheid.

Een extreem voorbeeld van hypocrisie in de media is de grootste show op onze planeet: de presidentsverkiezingen in de VS. In de aanloop van de verkiezingen worden cruciale debatten gevoerd tussen de Democraten en de Republikeinen. Deze mediashow is zeer belangrijk want hierdoor bereiken ze veertig tot negentig miljoen kiezers (hoewel in sommige streken meer dan de helft van de bevolking niet gaat stemmen wegens gebrek aan een strijdbaar alternatief). Maar wie bepaalt wie tot deze debatten toegelaten wordt? De Democratische en de Republikeinse partij zelf, die eigenaars zijn van een firma genaamd ‘The Debate Commission’. Deze is opgericht met geld van Philip Morris, Anheuser Bush, Ford Motor Company en AT&T. Wat een nepdemocratie dat alleen de twee grootste partijen zich via het massamedium bij uitstek tot de bevolking kunnen richten! Het is onverdraaglijk dat de derde partijen, zoals The Green Party van Ralph Nader, hiervan worden uitgesloten. Hierdoor krijgt de bevolking geen kritische stemmen te horen en wordt ze in slaap gesust door flauwe debatten over hoeveel miljard dollar er nu eigenlijk aan defensie uitgegeven moet worden. Want grote verschillen zijn er niet tussen de Demoblikeinen en de Republicraten.

Ignacio Ramonet, auteur en journalist van Le Monde Diplomatique noemt dit fenomeen de ‘Pensée Unique’, een eenzijdige informatiestroom die de mensen dom houdt en zeker niet stimuleert kritisch na te denken. Omdat de mens het recht heeft om zich correct te informeren, heeft men nood aan kritische bronnen die het eenheidsdenken doorbreken. Dat is wat Vonk al voor de tweehonderdste keer poogt te doen!