Elke staking is bijzonder. Maar deze staking van het ABVV en het ACV, tegen de loonnorm van 0,4 procent, was uniek in de sociale geschiedenis. De nationale werkonderbreking van 29 maart heeft zich ontrold in een uitzonderlijk landschap, tijdens een wereldwijde pandemie en nadat verschillende lockdowns de Belgische economie in de zwaarste recessie hebben doen glijden sinds de Tweede Wereldoorlog.

Ook uniek was de deelname van de spoorbonden en de bonden van het openbaar vervoer in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. De laatste loonstijging bij het spoor dateert van 10 jaar geleden. Meestal wordt er gedacht: de loononderhandelingen in de privé hebben niets te maken met die van de openbaren diensten of bedrijven. Nochtans kan een positieve doorbraak in de privé sector een even positief gevolg hebben voor de openbare diensten. Het patronaat reageerde met misprijzen voor de stakers en minachting voor de eisen van loonsverhoging. De staking rond het Interprofessioneel Akkoord (IPA) werd in de ogen van de bedrijfsleiders een ‘schandalige staking’(1).

De ‘schandalige staking’

Hoe ‘schandalig’ is het toch dat de vakbonden het lef hebben om te staken, was het ‘ad nauseam’ herhaalde refrein van het VBO, VOKA en de UWE. De stakingsoproep past duidelijk niet in de valse ‘geest van nationale eenheid’ die door de patroons wordt gekoesterd sinds het begin van de pandemie. Weinig mensen geloven nog dat iedereen in dezelfde boot zit. Het virus is een klasse-virus, de armsten worden zwaarder getroffen dan de rijken. Niet alleen op het vlak van de gezondheid, maar ook op sociaal-economisch vlak zijn het de armsten die het gelag betalen. Erger nog: de rijken zijn extra-rijk geworden terwijl onze inkomens ter plaatse trappelen of sterk zijn verminderd tijdens de pandemie.

Het gevloek en het getier van het VBO maakte weinig indruk bij de mensen op de werkvloer. De staking is uiteindelijk goed tot zeer goed opgevolgd in veel bedrijven. Van de petrochemische cluster in de Antwerpse haven over de logistieke- en transportbedrijven tot in de metaal, de voedselindustrie en de handel, was de werkonderbreking vrij algemeen. De brede staking in het stedelijk openbaar vervoer verstoorde het dagelijkse leven ernstig.

Ondanks de nieuwste gezondheidsregels zagen we toch stakerspiketten aan verschillende bedrijven. Sommige piketten waren eerder symbolisch, op andere plaatsen waren er tientallen actievoerders present. Bij BASF in de Antwerpse haven toonden ze in de praktijk dat een veilig piket mogelijk was. Maar op andere plaatsen was het symbolische piket, of zelfs de afwezigheid van een piket er het resultaat van dat niemand is komen werken. Veel bedrijven waren gewoon dicht die dag. Andere bazen hadden uit vrees voor ernstige hinder een dag ‘economische werkloosheid’ ingelast. Dit was het geval in sommige textielbedrijven in Oost-Vlaanderen.

Enkel de arbeidersklasse is essentieel

Op de werkvloer was de voornaamste motivatie voor de staking natuurlijk de verontwaardiging over de schamele 0,4 procent loonsverhoging. De uitkering van meer dan 6 miljard aan dividenden vorig jaar, heeft veel mensen overtuigd om deel te nemen aan de staking. Maar verschillende delegees vertellen dat er meer aan de hand is dan enkel het IPA.

Dylan Van Looy, BBTK delegee bij Lidl Antwerpen maakte de volgende analyse.

“In mijn eigen filiaal hebben we met 10 van  de 14 collega’s gestaakt. In totaal werden 7 winkels gesloten. Dit is bij mijn weten de eerste keer dat er bij Lidl rond het IPA is gestaakt. Maar “dankzij” het Corona tijdperk is er een heel nieuw bewustzijn ontstaan bij mijn collega’s. Een trots op het toch wel essentiële beroep: een trots die vraagt om respect en waardoor de uitbuitingsgraad ineens voor velen duidelijk is geworden. De staking heeft natuurlijk het (technische) IPA overstegen.”

In het pamflet dat de BBTK uitdeelde bij Lidl lezen we:

“Hoezo, er is geen ruimte? Hoezo, er is geen geld?  Dhr. Schwartz, de eigenaar van het Lidl-fortuin wordt elk jaar 1 miljard euro rijker. Elke maand verdient hij dus 83.330.000 euro. En wij zouden het moeten stellen met een opslag van 8 euro (bruto) per maand?”

“Dit gevoel leeft zeer hard bij ons, in heel de sector” besluit Dylan Van Looy.

Wim Ceunen, van BASF, vertelde in een interview met ATV:

"Die 0,4 procent bindende loonnorm is als spugen in het gezicht van de werkende klasse. Het zijn de mensen op de werkvloer, de mensen met een overall aan, die de economie en het land hebben recht gehouden en wij vragen hiervoor respect. (...) het zijn wij de winsten maken voor hen (de bazen n.v.d.r.). Het is onze arbeid die de geldstroom naar de aandeelhouders mogelijk maakt”.

Een militant uit de textielindustrie bevestigd dit:

“Werkers voelen vooral dat zij hun botten zijn blijven afdraaien terwijl alles op slot zat, om soms onzinnige zaken te produceren. En daar willen ze nu uiteraard erkenning voor.”

Wij kunnen makkelijk zo verder gaan met getuigenissen van de werkvloer. Ze wijzen allemaal op een nieuw en groeiend besef dat wij, de werkende klasse, ondanks de hoge werkdruk, ondanks het gezondheidsrisico voor onszelf en voor vrienden en gezin, de economie hebben rechtgehouden. Samen met het bewustzijn dat wij onmisbaar zijn als werkende klasse, groeit het inzicht dat ‘zij’ misbaar zijn. ‘Zij’ dat zijn de bazen, de bankiers, de aandeelhouders en andere profiteurs.

Bertolt Brecht, de Duitse communistische dichter en toneelmaker, schreef een sprekend gedicht over wat we vandaag de ‘essentiële beroepen’ noemen.. Dit zijn de eerste woorden van ‘Vragen van een lezende arbeider’.

Wie bouwde Thebe met de zeven poorten?

In de boeken staan de namen van koningen.

Hebben de koningen de rotsblokken aangesleept?

En het meermaals verwoeste Babylon

Wie bouwde het telkens weer op?

In welke huizen van het van goud fonkelende Lima

woonden de bouwvakkers?

Het woord respect valt ook dikwijls tijdens de gesprekken aan de piketten. We kunnen in navolging van Raoul Hedebouw, de woordvoerder van de PVDA, ook zeggen dat er een nieuw klassenbewustzijn is ontstaan tijdens de pandemie. De politieke, sociale en psychologische gevolgen van de pandemie hebben het bewustzijn in een stroomversnelling gebracht. Dit is het ‘geheim’ achter het succes van de staking van 29 maart.

Manoeuvres in de wandelgangen

Het patronaat blokkeert al meer dan een maand de onderhandelingen rond het IPA. Erger nog: het VBO houdt de verhoging van de sociale uitkeringen tegen waarvoor reeds een enveloppe is afgesproken van 1 miljard euro. Het patronaat koppelt een akkoord over de loonnorm aan een positief advies i.v.m. de verhoging van de sociale uitkeringen. Een chantage van de rijken tegen de armen. Hoe cynisch kan je zijn. De bal ligt nu in het kamp van de regering. De PS-minister van Werk Dermagne en premier De Croo schreven al een brief aan de zogenoemde ‘sociale partners’ (patronaat, middenstand, landbouwers en vakbonden). In die brief pleiten ze voor een geste naar de vakbonden toe. Hieronder verstaan ze een eenmalige ‘deelname aan de winsten’ in deze bedrijven die het goed hebben gedaan het laatste jaar. Op zich betekent dit regeringspleidooi dat de druk van onderuit in de bedrijven goed gevoeld wordt ‘daar boven’. Maar hiermee proberen ze de looneisen te omzeilen. Een premie is iets eenmalig, maar een loonsverhoging heeft een effect op de rest van je loopbaan. Op deze manier worden we gerold. Ook wordt er gedacht om via omzendbrieven een mouw te passen aan de toestand in sommige sectoren. Zo zouden in sommige sectoren wél hogere lonen bekomen kunnen worden boven de dwingende norm.

Weg met de dwangbuis rond onze lonen!

Met dit maneuver en andere voorstellen wil de regering de loonwet van 1996 verder in bescherming nemen. Als het van hen afhangt (en ook van de PS ) zal er niet worden getornd aan deze wet. Zoals arbeidseconoom Nick Deschacht uitlegde tijdens een vraaggesprek op Radio SyndicalRadio Syndical, is dit een ‘middeleeuwse wet’. In de Middeleeuwen werden wetten uitgevaardigd die maximumlonen voorschreven. De arbeidersstrijd van 20ste eeuw maakte hier een einde aan. Deze wet moet weg, zo niet blijft ze een molensteen rond de nek van de volgende loononderhandelingen en tot lang erna.

De PS zegt nu, bij monde van Paul Magnette, dat als er aan de loonwet van 1996 getornd wordt, ook de index in gevaar komt. Dit is opnieuw chantage, maar deze keer komt ze van een partij die beweerde de staking '200 procent te steunen’. Eerlijk gezegd is die index al een hele tijd in gevaar. De index is verondersteld een trouwe thermometer te zijn van de veranderingen in de levensduurte. Vandaag moeten we eerder spreken van een verminkte index die slechts gedeeltelijk en met veel vertraging de stijging van de levensduurte volgt.

De ‘essentiële’ werkers willen boter bij de vis. Applaus kan je niet eten. Een consequente loonsverhoging is nodig. Een eerste stap in die richting is het opheffen van de loonnorm. Daarvoor zal nog meer actie nodig zijn. Er moet snel een plan van acties worden opgesteld, in crescendo, inclusief een nieuwe nationale staking. Aan de onderhandelingstafel zijn we enkel zo sterk als we in de bedrijven en op straat sterk staan.

1) Ironische beschrijving door Bruno Verlaeckt, voorzitter van de Algemene Centrale van het Antwerpen Waasland.