De presidentsverkiezingen van december 2006 beloven een keerpunt te worden in de ontwikkeling van de Venezolaanse revolutie. De kiesstrijd weerspiegelt de strijd van de Venezolaanse arbeiders en boeren tegen de oligarchie en het imperialisme. De verkiezingen zijn dan ook niet zonder belang.

In tegenstelling tot het anarchisme, heeft het marxisme het belang van verkiezingen als element van de klassenstrijd nooit onderschat. Voor de massa’s is de situatie immers glashelder: een stem voor Chavez is een stem voor de revolutie. Aan de andere kant is er de oligarchie en het imperialisme die er alles aan doen om Chavez tot een nederlaag te brengen. Ten gronde is dit een klassenkwestie en wij moeten ons dan ook aan de zijde scharen van de revolutionaire arbeiders en boeren in de strijd tegen het imperialisme en de oligarchie.

De contrarevolutionaire krachten zijn hun campagne om de verkiezingen te discrediteren reeds begonnen. Ze zullen alles doen dat in hun macht ligt om deze te ondermijnen: omkoperij, corruptie, smaad, leugens en sabotage. Ze beschikken daarvoor over aanzienlijke middelen: de rijkdom van de oligarchie, de technologie van de CIA, de steun van de VS-ambassade en de burgerlijke pers. Hiertegenover staan wij met de revolutionaire geest, moed en toewijding van miljoenen Venezolaanse arbeiders, boeren jongeren, de revolutionaire delen van het leger en de progressieve kunstenaars en intellectuelen, gesteund door de uitgebuite massa’s van Latijns-Amerika en de arbeidersklasse van heel de wereld.

De arbeiders en boeren vechten voor maatschappijverandering. Er is reeds grote vooruitgang geboekt, maar het uiteindelijke doel is nog niet bereikt. De macht van de oligarchie is nog niet gebroken. Zolang dit niet het geval is, is de revolutie niet onomkeerbaar en zal ze dus voortdurend bedreigd worden.

Verkiezingen en klassenstrijd

De kiesstrijd is een deel van de klassenstrijd. Hoewel de doorslaggevende factoren zich uiteindelijk altijd buiten het parlement bevinden – in de fabrieken, op straat, op het platteland en in de barakken – zijn verkiezingen een middel waarmee de revolutionaire krachten gemobiliseerd kunnen worden om hun macht te meten met die van de contrarevolutie.

Zo speelde de kiesstrijd een belangrijke rol in de mobilisatie na de Caracazo in 1989. Ook de voorbije jaren zorgde elke overwinning aan het verkiezingsfront voor een objectieve versterking van de revolutionaire tendens en een verzwakking van de contrarevolutie. Denk bijvoorbeeld aan het herroepingsreferendum van augustus 2004: die leidde tot een demoralisatie van de reactionaire krachten en tot gunstige voorwaarden voor een socialistische revolutie.

Tijdens de Russische revolutie van 1917 zorgde de aanwezigheid van sovjets – revolutionaire organen van arbeidersmacht – ervoor dat het parlement een secundaire rol kreeg toebedeeld. Op het moment dat de Grondwetgevende Vergadering uiteindelijk bijeen kwam, had de arbeidersklasse immers reeds de macht in handen via de sovjets. Het historische progressieve potentieel van het parlement was dus reeds uitgeput, zodat de sovjets haar onder leiding van de bolsjewieken lieten ontmantelen. Desalniettemin was het allesbehalve uitgesloten dat de Russische revolutie een parlementaire fase zou doormaken, vergelijkbaar met de Franse revolutie in de periode 1789-93. De Venezolaanse revolutie heeft een weg gevolgd die meer lijkt op de Franse revolutie dan op de Russische. Er zijn elementen van arbeidersmacht (in de bezette bedrijven en in de bewegingen voor arbeiderscontrole) maar tot nu toe bestaan deze enkel in een embryonale vorm. Dit impliceert dat het verkiezingsfront nog steeds een centrale positie inneemt.

De marxisten steunen onverdeeld de herverkiezing van Chavez, maar tegelijkertijd strijden we voor het afwerken van de revolutie. Een beslissende overwinning tijdens de verkiezingen van december moet gevolgd worden door beslissende maatregelen om de contrarevolutie te ontwapenen en de oligarchie te onteigenen. Enkel op deze wijze kan de revolutie onomkeerbaar gemaakt worden.

Hoewel de kiesstrijd belangrijk is, kan ze op zichzelf de cruciale kwestie van de macht echter niet oplossen. De verkiezingen kunnen gunstige omstandigheden creëren voor de revolutie, maar in laatste instantie zal de strijd voor de macht niet gevoerd worden via speeches en resoluties in het parlement. De oligarchie zal haar macht en privileges nooit inleveren zonder een gewelddadige strijd. De ogen voor dit feit sluiten zou onverantwoord zijn.

De burgerij en de wettelijkheid

Ons wordt gezegd dat we de wet moeten respecteren. Maar wat is de houding van de oligarchie ten aanzien van de legaliteit? De grootgrondbezitters en de kapitalisten praten voortdurend over ‘democratie’ maar in werkelijkheid steunen ze die slechts zolang deze hun eigen klassenbelangen vertegenwoordigt. Wanneer er een regering wordt verkozen die deze belangen niet vertegenwoordigt, een regering die de belangen van de armen en onderdrukten probeert te verdedigen, dan keert de oligarchie zich tegen de democratie en neemt ze haar toevlucht tot extraparlementaire acties: sabotage, moorden en staatsgrepen.

In april 2002 organiseerden deze ‘democraten’ een coup tegen de democratisch verkozen regering. Slechts dankzij de snelle tussenkomst van de massa’s werd de revolutie toen gered. Enkele maanden later organiseerden ze een patronale lockout en sabotage van het staatsoliebedrijf PDVSA, wat de economie op de knieën dwong. Andermaal was het de arbeidersklasse die de situatie redde door te dreigen met fabrieksbezettingen en arbeiderscontrole over de olie-industrie.

Het herroepingsreferendum was nog zo’n poging om het land te destabiliseren. De oppositie probeerde de regering omver te werpen door gebruik te maken van de Bolivariaanse Grondwet van 1999 die voorziet dat elke verkozene in Venezuela per referendum afzetbaar is. Indien ze in hun opzet waren geslaagd, dan zoude, het herroepingsrecht en rest van progressieve grondwet wellicht meteen zijn afgeschaft. Hier opnieuw werd de situatie gered door het heldere revolutionaire instinct van de massa’s.

Ten slotte voerde de oppositie een boycot tijdens de parlementsverkiezingen van december 2005, goed wetend dat ze afstevenden op een reusachtige nederlaag. Door deze actie verklaarden ze de democratie definitief de oorlog. In feite stelden ze daarmee: hoe het Venezolaanse volk ook stemt, wie er ook verkozen wordt, wij zijn van plan om vast te houden aan onze macht en privileges en we zullen vechten tot de dood om ze te verdedigen.

Zodoende heeft de oligarchie bij elke beslissende stap van de revolutie zijn totale misprijzen getoond voor alle democratische, parlementaire en wettelijke normen. Ze hebben consequent hun toevlucht gezocht tot extraparlementaire methodes om de door het volk verkozen regering omver te werpen. Dit feit kan niet worden ontkend. We moeten dan ook de noodzakelijke conclusies trekken. Om de revolutie verder te zetten, moeten we ons verdedigen tegen de illegale en extraparlementaire agitatie en agressie van de contrarevolutionaire oligarchie. Er is slechts een manier om dit te doen: de oligarchie moet ontwapend en onteigend worden. Dit betekent dat de zogenaamde ‘Tweede Slag van Santa Ines’ (de kiescampagne) duidelijk gekoppeld moet worden aan de strijd voor socialisme.

De Bolivariaanse revolutie heeft reuzenstappen voorwaarts gemaakt, maar de fundamentele problemen moeten nog opgelost worden. De belangrijkste en de meest dringende uitdagingen voor de revolutie zijn:

  • Het vraagstuk van de economie
  • Het vraagstuk van de staat
  • Het gebrek aan een georganiseerde uitdrukking van de revolutionaire beweging
  • De bewapening van het volk
  • De economie

    In het geval van een overwinning bij de presidentsverkiezingen zal de Bolivariaanse beweging zich in een dominante positie bevinden in het parlement en op elk ander regeringsniveau. Er zal geen enkel excuus meer zijn om nog te wachten met het nemen van beslissende maatregelen tegen de oligarchie, die nog steeds over sleutelposities beschikt en de economie controleert. Tenzij dit wordt gecorrigeerd, kan er geen sprake zijn van socialisme of revolutie en zal de Bolivariaanse republiek bedreigd blijven. De oligarchie zal blijven gebruik maken van zijn monopoliemacht over de banken (80% in handen van Spaanse multinationals), de voedingsdistributie (in handen van twee groepen), de media en andere bedrijven om de economie te saboteren. Ook het overgrote deel van de vruchtbare gronden zijn nog in handen van enkele grootgrondbezitters, ondanks de aanvankelijke maatregelen van de landhervorming .

    Het nationale parlement moet een wet stemmen die het mogelijk maakt om gronden te onteigenen en banken en de belangrijkste industrieën onder arbeiderscontrole te brengen. Dit is de eerste voorwaarde voor de invoering van een democratisch, socialistisch productieplan. Al de rijkdom van Venezuela, in de eerste plaats de enorme hoeveelheid ongebruikt menselijk kapitaal, kan gemobiliseerd worden om de nodige huizen te bouwen, scholen en ziekenhuizen. Alle andere voorstellen zijn niet meer dan reformistisch gerommel in de marge dat geen fundamentele oplossing kan brengen en alleen maar kan eindigen met een crisis.

    Een socialistische planeconomie heeft niets te maken met de bureaucratische, totalitaire staat die bestond in stalinistisch Rusland. Een socialistische planeconomie is gebaseerd op democratische participatie en controle van de economie op alle niveaus. Een planmatige allocatie van de investeringen zal de economie doen groeien aan een ongezien tempo, werkloosheid zal binnen de kortste keren verdwijnen en daarmee zal de materiële basis worden gelegd voor een algemene verhoging van de levensstandaard en een vermindering van de arbeidsduur. Deze vormen op hun beurt de voorwaarden voor de deelname van de massa’s aan het beheer van de economie en de staat en aan wetenschap en cultuur. Dit, en niets anders, is de echte materiële basis waarop het socialisme van de 21ste eeuw gebouwd zal worden.

    De staat

    Na acht jaar van Bolivariaanse regering blijft het staatsapparaat in een betreurenswaardige toestand. Geen enkele revolutie kan de bestaande staat gewoon overnemen. De oude staat van de zogenaamde Vierde Republiek was een staat die ontwikkeld was om de status-quo te beschermen, het was een kapitalistische staat. Ze was gebaseerd op corruptie en geweld tegen het volk, een bureaucratisch monster ten dienste van de rijken en de geprivilegieerden .

    Dat was de staat die de Bolivariaanse revolutie erfde. Wat is er in die acht jaar veranderd? Sommige van de ergste elementen zijn inderdaad verwijderd en er zijn ongetwijfeld een aantal nieuwe Bolivariaanse ministers en ambtenaren in hun plaats gekomen die oprecht de wensen van het volk proberen uit te voeren. Maar op ieder niveau van het staatsapparaat zijn er mensen die, hoewel ze een rood hemd dragen, afkerig staan tegenover de revolutie en haar tegenwerken.

    Om te kunnen slagen kan de revolutie zich niet op een dergelijke staat baseren, maar moet zij een nieuwe staat creëren die een weerspiegeling is van zichzelf: een arbeidersstaat geïnspireerd op de Commune van Parijs of de democratische arbeidersrepubliek opgericht door de bolsjewieken in Rusland voor deze werd vernietigd door Stalin en de bureaucratie. Alle ambtenaren zouden verkozen worden en onderworpen zijn aan permanente afzetbaarheid. Enkel op deze wijze kan de bureaucratie bestreden worden, en kunnen de voorwaarden gecreëerd worden voor de deelname van de volledige bevolking aan het beheer van de economie en de staat, zonder dewelke socialisme slechts een hol woord is.

    De nood aan een georganiseerde uitdrukking van de revolutionaire beweging

    Zonder organisatie kan een revolutie niet slagen. De massa’s hebben een enorme macht in handen, maar deze macht moet georganiseerd en gericht worden rond centrale eisen. Zonder organisatie is er slechts potentieel zonder inhoud.

    In Venezuela zijn er vandaag miljoenen mensen georganiseerd in tienduizenden organisaties: landcomités, Bolivariaanse kringen, vakbonden, revolutionaire vergaderingen, de misiones, enz. Deze zijn echter geatomiseerd. Er is geen nationaal orgaan waarin zij vertegenwoordigd zijn en waarin zij hun ervaringen met de klassenstrijd kunnen delen en generaliseren. De Bolivariaanse politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement worden doorgaans beschouwd als louter verkiezingsmachines, die geen verantwoording afleggen aan het volk en bevolkt worden door carrièristen en reformisten.

    De komende verkiezingen vormen een gelegenheid om de revolutionaire organisaties verder te ontwikkelen. ‘Electorale Strijdeenheden voor Socialisme’ zouden in elke fabriek, barak, school en wijk opgezet moeten worden en aan elkaar gekoppeld moeten worden via verkozen en permanent afzetbare afgevaardigden in regionale en nationale organen. In een dergelijke Nationale Revolutionaire Vergadering zouden alle verschillenden stromingen die bestaan binnen de Bolivariaanse beweging zich kunnen uitdrukken en hun voorstellen kunnen voorleggen aan de georganiseerde beweging.

    Op elk niveau is het nodig de democratische, revolutionaire organisaties te koppelen om arbeiders, boeren, vrouwen, jongeren en revolutionaire soldaten te verenigen. Deze revolutionaire massaorganisaties (het equivalent van de sovjets in revolutionair Rusland) zullen beginnen met de organisatie van de revolutionaire strijd, maar zullen onvermijdelijk doorgaan tot ze de macht in eigen handen nemen. Zij vormen het embryo van de nieuwe maatschappij die gevormd wordt binnen de oude maatschappij. De oprichting van dergelijke organisaties is bepalend voor het welslagen van de revolutie. De opbouw ervan is onze meest dringende taak.

    Bovenal is het noodzakelijk te ijveren voor de oprichting van werkelijk proletarische organisaties. De vakbond UNT moet verenigd en versterkt worden als de basisorganisatie van de arbeidersklasse. Interne discussies hebben reeds teveel tijd opgeslorpt. De UNT moet beginnen te functioneren als een werkelijk revolutionaire vakbond en niet langer als een praatbarak. Als antwoord op de lijst met te nationaliseren bedrijven van president Chavez moet de UNT onmiddellijk een plan opstellen voor de overname van elk verlaten of slecht beheerd bedrijf onder arbeiderscontrole.

    Naast de UNT is er de ‘beweging van de bezette fabrieken’ (Freteco). Deze speelt een sleutelrol in de vereniging en mobilisatie van arbeiders in bezette fabrieken. Ze vormt de speerpunt van de revolutionaire beweging en zou ontwikkeld en uitgebreid moeten worden naar alle provincies van het land.

    Bewapen het volk!

    De imperialisten volgen nauwgezet de ontwikkelingen in Venezuela. Ze begrijpen dat een overwinning voor Chavez tijdens de presidentsverkiezingen een bedreiging vormt, niet enkel in Venezuela maar in heel Latijns-Amerika.

    Washington zal alles in het werk stellen om Chavez omver te werpen. Zelfs een moordaanslag kan niet uitgesloten worden. Het is een feit dat de VS momenteel vastzitten in het moeras van Irak en dat dit een directe militaire interventie bijzonder moeilijk maakt. Maar het is niet uitgesloten dat ze toch in een wanhoopsdaad een of andere vorm van interventie zullen organiseren, mogelijk door gebruik te maken van huurlingen vanuit Colombia. De dreiging is reëel en we moeten erop voorbereid zijn.

    Dit is in het bijzonder het geval op het platteland, waar landeigenaars reeds paramilitaire groepen oprichten om hun eigendommen te beschermen tegen de landhervorming. Meer dan honderd boerenactivisten zijn al vermoord in de strijd rond de landhervorming. Deze eenzijdige burgeroorlog op het platteland moet bestreden worden door de oprichting van gewapende, democratische zelfverdedigingscomités onder leiding van de boerenorganisaties.

    President Chavez heeft meermaals beklemtoond dat het Venezolaanse volk geen oorlog wil maar zal vechten om haar revolutie te beschermen tegen een buitenlandse agressor. De oprichting van een reserve en een territoriale wacht is een poging om de revolutie te bewapenen tegen de bedreiging van een buitenlandse interventie. Marxisten verwelkomen deze stap en zullen alle inspanningen steunen die gericht zijn op de verdediging van de revolutie.

    De UNT zou moeten deelnemen aan deze inspanning door verdedigingseenheden op te richten in elke werkplaats en die onder controle te plaatsen van de volksvergaderingen. Elke arbeider, boer en student moet leren omgaan met een wapen. De gehele geschiedenis toont aan dat de massa’s de enige consistente verdedigers zijn van de revolutie. Speciale scholen zouden moeten worden opgericht om militaire kaders op te leiden uit de rangen van de arbeiders en boeren. Er zijn voldoende revolutionaire officieren in het leger die arbeiders kunnen trainen in militaire technieken.

    De reformisten stellen dat dergelijke zaken de imperialisten alleen maar zullen provoceren en het gevaar op een invasie verhogen. Integendeel! Hoe meer arbeiders betrokken worden bij de militaire training, hoe groter de afschrikking zal zijn voor het imperialisme en hoe groter dus de kans op een vredige afloop. Laat ons de slogan van de Romeinse Republiek gebruiken: “Si pacem vis, para bellum” – als je vrede wil, bereid je dan voor op de oorlog.

    Voor een internationalistisch beleid!

    Een revolutie die spreekt in de naam van Simon Bolivar moet strijden voor de uitvoering van Bolivars programma: de revolutionaire vereniging van Latijns-Amerika. Maar onder de huidige omstandigheden kan dit enkel verwezenlijkt worden binnen een Socialistische Federatie van Latijns-Amerika. Er zou een oproep gelanceerd moeten worden aan de volkeren van Latijns-Amerika en de rest van de wereld om het revolutionaire pad van Venezuela te volgen.

    Sommigen stellen dat de revolutie reeds ver genoeg is gevorderd, dat het tijd is om het proces een halt toe te roepen. Dat is niet bepaald naar de geest van Simon Bolivar! Hij was niet bang om de grootste machten op aarde uit te dagen, hoewel hij begon met een handvol mensen. De revolutie uitroepen is niet voldoende. De revolutie moet overgaan van woorden naar daden, anders zal ze leiden tot apathie en de omstandigheden creëren voor een contrarevolutie. De revolutie mag niet blijven stilstaan, of ze zal verslagen worden. Ze moet moedig voorwaarts treden, de ene positie na de andere innemen.

    Praten over socialisme is onvoldoende als het land en de banken in handen blijven van de grootgrondbezitters en de kapitalisten. Wat begonnen is moet worden afgemaakt. Een revolutionaire leiding die niet bereid is door te gaan tot het einde, is gedoemd om te falen. In laatste instantie zal de toekomst van de Bolivariaanse revolutie bepaald worden door de mate waarin ze zich verspreidt over de rest van Latijns-Amerika en daarbuiten. Che Guevara begreep dit zeer goed toen hij zei dat de Cubaanse revolutie enkel gered kon worden door de creatie van “een, twee, drie, vele Vietnams”.

    Het VS-imperialisme is een machtige vijand. Het heeft kolossale reserves. Maar de Venezolaanse revolutie heeft een nog grotere potentiële reserve: de steun van miljoenen onderdrukte en uitgebuite arbeiders en boeren in Latijns-Amerika die de Bolivariaanse revolutie zien als een baken van hoop in de duisternis. In de mate dat de revolutie moedige stappen vooruit zet, en de ene slag na de andere toebrengt aan haar vijanden en de contrarevolutionaire oligarchie in het defensief dwingt, zal het zelfvertrouwen en de militante geest van de massa’s groeien.

    De revolutionaire beweging verspreidt zich reeds naar andere landen, zoals we zien bij de verkiezing van Evo Morales in Bolivia en de beweging tegen de electorale fraude in Mexico. Peru en Ecuador lopen niet veel achter. Wat nodig is, is een moedige leiding, een beslissende stap om het grootgrondbezit en het kapitalisme in Venezuela voor eens en voor altijd af te schaffen. Zodra deze stap is gezet, zal het revolutionaire vuur zich verspreiden van het ene land naar het andere. Als de Bolivariaanse revolutie wil slagen, dan moet ze zich verspreiden naar andere landen, te beginnen met een Socialistische Federatie van Cuba, Venezuela en Bolivia. Hun boodschap zou zich razendsnel verspreiden binnen andere landen, met inbegrip van de VS, waar de ontevredenheid groeit met het uur.

    Tegen opportunisme! Tegen sektarisme!

    Aan de vooravond van de ‘Tweede Slag van Santa Ines’ staat de revolutie op een kruispunt. De massa’s, en in het bijzonder de voorhoede, worden het gepraat en de speeches beu. Lenin waarschuwde er ooit voor dat woorden en retoriek reeds meer dan één revolutie hebben vernietigd. De tijd is gekomen om over te gaan tot daden! Alleen een marxistische politiek, een revolutie binnen de revolutie, kan het gevaar van de contrarevolutie afwenden.

    Marx en Engels legden lang geleden uit dat de communisten geen partij vormen afzonderlijk van of tegen de andere arbeiderspartijen. Marxisten streven ernaar de massa’s te verenigen rond een programma van socialistische revolutie, uitgedrukt in een reeks concrete overgangseisen, van de kleinste economische, sociale of democratische eis tot de verovering van de macht. De marxisten dienen bruggen te bouwen naar de arbeidersmassa’s, boeren en revolutionaire jongeren die deel uitmaken van de Bolivariaanse beweging.

    Onze eerste taak is de proletarische voorhoede te verenigen – de meest gevorderde elementen van de arbeiders en de jongeren – rond een overgangsprogramma van de socialistische revolutie. We mogen ons vooral niet afzonderen van de revolutionaire Bolivarianen die het dubbele gevecht met de contrarevolutie en het imperialisme willen aangaan. De kameraden van de Revolutionaire Marxistische StromingRevolutionaire Marxistische Stroming (CMR) zijn aan dit werk begonnen en moeten volledig gesteund worden door marxisten over heel de wereld.

    De extreem-linkse sekten die al hun tijd investeren in het aanvallen van Chavez en de revolutionaire beweging verdelen, discrediteren alleen maar de naam van het marxisme in de ogen van de massa’s. Marx en Engels, de grondleggers van het wetenschappelijke socialisme, legden lang geleden in het Communistisch Manifest uit dat de plaats waar communisten moeten werken binnen de beweging is, niet erbuiten. Laat ons duidelijk zijn: buiten de Bolivariaanse beweging is er niets.

    De imperialisten en contrarevolutionairen begrijpen het belang van de Bolivariaanse beweging en proberen een vijfde colonne te creëren binnen de leiding van de beweging. De strijd tegen de contrarevolutie is daarom onmogelijk zonder een resolute strijd tegen de opportunistische vleugel van de beweging en de pro-burgerlijke elementen in de leiding.

    De enige manier om de contrarevolutie te overwinnen en de massa’s voorwaarts te leiden naar een socialistische transformatie van de maatschappij, is door een vastberaden strijd te voeren tegen de rechtervleugel van de Bolivariaanse beweging, door de opportunisten, carrièristen en bureaucraten buiten te zetten en door de beweging om te vormen tot een revolutionair instrument.

    De beste leiders van de beweging zijn diegenen die voortkomen uit de massa’s en geen belangen hebben tenzij de bescherming van de belangen van de massa’s, geen professionele politici of bureaucraten. We eisen dat de salarissen van de leiders beperkt zouden worden tot die van een andere werker. Alle uitgaven moeten transparant zijn en alle leiders moeten verkozen worden door het volk en permanent afzetbaar zijn.

    Om de strijd tegen opportunisme en bureaucratie aan te gaan, moet de proletarische voorhoede georganiseerd worden. Dit is de meest dringende taak van de Venezolaanse marxisten. Strijden aan de zijde van de massabeweging en ondertussen geduldig betekenis geven aan de huidige gebeurtenissen en het programma van het revolutionair socialisme in begrijpelijke taal uitleggen aan de verst gevorderde arbeiders en boeren. Dat is de taak die de CMR, de Venezolaanse afdeling van de International Marxist Tendency, moet opnemen.

    Het lot van de Venezolaanse revolutie is organisch verbonden met de perspectieven van de marxistische stroming. De marxisten zullen staan of vallen afhankelijk van de mate waarin ze erin zullen slagen om de Bolivariaanse beweging te winnen voor het programma van het revolutionair socialisme. En de Bolivariaanse beweging zal staan of vallen afhankelijk van de mate waarin ze in staat zal blijken de limieten van de burgerlijke democratische revolutie te overstijgen, de oligarchie te onteigenen en de socialistische revolutie uit te voeren, niet enkel in woorden, maar in daden.


    [aangenomen door het Congres van de International Marxist Tendency, Barcelona, augustus 2006]