Flinkse Crombez
Nadat hij in februari al terecht werd teruggefloten door de Jong Socialisten voor zijn uitspraken over de vluchtelingenproblematiek, deed Sp.a-voorzitter John Crombez het in een interview met De Standaard op 13 augustus gewoon nog eens over. De man was gewoon niét overtuigd. De vraag is of hij daar zelf iemand mee heeft overtuigd.

Zoals Thomas Decreus terecht opmerkt in zijn reactie op De Wereld Morgen: "Er viel hier en daar een kritische noot te lezen over het beleid van N-VA. Maar de ondertoon die ook de nieuwswaarde van het interview bepaalde, was er één die N-VA en andere rechtse stemmen volmondig gelijk gaf. Crombez verkondigde zo:Ik pleit voor een actief migratiebeleid, met luchtbruggen om mensen selectief te laten overkomen. Lang hoefden we niet te wachten op triomfantelijke uithalen uit het N-VA-kamp betere propaganda kunnen ze zich daar niet voorstellen.

Perspectiefloos reformisme

In tegenstelling tot eerder dit jaar bleven de reacties vanuit de partijleiding op het interview zo goed als uit. Enkel Bruno Tobback reageerde vijf dagen later: de socialisten hebben in het verleden geen fout gemaakt. Hij maakte daarbij ook een juiste principestelling: voor een socialist is iedereen evenveel waard. Voor wie tussen de regels van zijn gepolijste discours kan lezen, was dit echter niet overtuigend. Hij schoof geen enkele concrete eis naar voren. De tussenkomst had immers niet de bedoeling om echt iets aan de situatie van de vluchtelingen te veranderen het was een manoeuvre om zijn concurrent in de partij wat te verzwakken. De echte linker-vleugel ligt bij de basis van de partij en daarbuiten, bij diegenen die uit een diepgeworteld gevoel van klassensolidariteit voor een menselijke behandeling en opvang van de vluchtelingen opkomen.

Noch Crombez, noch Tobback kunnen frisse ideeën ontwikkelen en het publieke debat naar hun hand zetten. Dat is geen toeval. Dat ze niets te zeggen hebben over de vluchtelingencrisis, over de manier waarop imperialistische conflicten aangestuurd worden en de slachtoffers ervan als het grootste vuil worden behandeld, is het gevolg van zijn reformisme. De belofte om het systeem van binnenuit te veranderen, heeft ervoor gezorgd dat het systeem hen heeft veranderd. Hun denken en hun politiek stopt verantwoordelijk en realistisch aan de grenzen van het kapitalistische systeem.

Het handelskenmerk van het reformisme is om aan invloed te winnen in de structuren van de kapitalistische staat. Ministerposten, Parlementaire zitjes en posities in de staatsadministratie zijn hun enige (carrière)perspectieven. In plaats van de strijd aan te gaan op basis van de enorme solidariteit waar de werkende klasse toe in staat is, willen ze tot de elite toetreden. Deze sociale positie en aspiratie zorgt ervoor dat ze niets meer zien buiten de benauwde wereld van de verkiezingspolitiek en de werking van de staatsadministratie. Ook dat blijkt duidelijk uit de inkijk die het interview geeft in Crombez weinig creatieve geest. Zijn programma bestaat erin om de institutionele positie van de Sp.a veilig te stellen. Eigenlijk doet hij niet meer dan laveren tussen de verschillende partijprogrammas, radeloos op zoek naar grond om op te staan, een positie waarin hij binnen het staatsapparaat geaccepteerd kan worden.

Die bestaat echter niet. De diepe crisis van het kapitalisme zorgt ervoor dat er geen kruimels meer naar beneden vallen. Daarmee is de sociale rol van de reformisten meteen afgelopen. Dat is ook duidelijk in het vluchtelingendebat. Hoewel de leiders van de Sp.a nooit de grondvesten van de migratiepolitiek in vraag hebben gesteld, zijn ze nu onbekwaam om het beleid bij te sturen ten voordele van een meer menselijke aanpak.

Welk weerwerk bieden?

Ondanks de verrassende stilte van de Jong Socialisten, wekte de knieval van Crombez meteen hevige reacties op vanuit linkse hoek. Benoit Dhondt hekelde in een veel gelezen commentaar op De Wereld Morgen het complete gebrek aan menselijkheid in het discours van Crombez. De hoger geciteerde Thomas Decreus vatte zijn reactie op als een les in communicatiestrategie. Hij bekritiseerde erg scherp de manier waarop Crombez zich uitdrukte, maar niet de inhoud van wat werd gezegd. Met veel van deze kritieken zijn we het eens. Toch werd er niet ingegaan op een cruciale vraag: welke analyse, ideeën, eisen en actiemiddelen schuiven wij dan wel naar voren?

Elk schakel in de vluchtelingencrisis toont aan dat het kapitalisme de samenleving in de exact tegenovergestelde richting duwt dan die we willen. Menselijke levens worden verwoest ten koste van benauwde winstbelangen, hun ellende gebruikt om ons te verdelen. Daarom gaat de strijd voor een menselijke behandeling voor de vluchtelingen samen met de strijd tegen het kapitalistische systeem in zijn geheel. Precies om die reden verraden reformisten deze strijd: het eindpunt van hun perspectief valt samen met de grens van het kapitalistische systeem.

Marxisten respecteren de grenzen van het kapitalisme niet en zetten zich in voor een socialistische politiek die zich baseert op de meest bewuste en actieve lagen van de werkende klasse. Er heerst een grote, maar ook verdoken verontwaardiging over de behandeling die de vluchtelingen in Europa toebedeeld krijgen, in het bijzonder onder jongeren. De politiek van rechts botst op een tegenreactie. Door een gebrek aan een politieke uitdrukking blijft deze tegenreactie kleinschalig en bescheiden, met weinig geloof in haar eigen kracht. Toch is er een groot potentieel. Er gaat een enorme energie uit van de spontane solidariteitsacties. De lijfspreuk van deze tegenreactie is: Solidariteit! Refugees welcome! We voegen daaraan toe: organiseer je om te strijden tegen het systeem dat daartoe in de weg staat! Strijd voor een socialistische revolutie!