Een nieuw wondermiddel of een luchtbel?

Het begon allemaal in oktober 1969. Wetenschappers van de Universiteit van Californië in Los Angeles maakten zich klaar voor een belangrijk experiment: met een computer en communicatiemateriaal wilden ze via de telefoonlijn contact maken met een andere gelijksoortige opstelling aan de kust in Menlo Park. Ze probeerden de twee computers als één systeem te laten functioneren, maar toen de onderzoekers het commando "log in" intikten, crashte het systeem.

Zo begon de Internetrevolutie. Aan het einde van de maand slaagden de wetenschappers erin de twee computers met elkaar te verbinden. Doel van dit onderzoek was het ballistische rakettensysteem van het Amerikaanse leger operationeel te houden indien een deel van het netwerk vernield zou worden in een oorlogssituatie.

Het commerciële belang liet 25 jaar op zich wachten, net zoals de uitvinding van de stoommachine door James Watt aan het einde van de 18e eeuw pas ten volle benut en ontwikkeld werd met de komst van de stoomtrein twintig jaar later.

De betekenis van het Internet is dat het de computer en de 'informatietechnologie' in een nieuw stadium brengt. Doordat computers nu met elkaar kunnen communiceren, stijgt de snelheid waarmee informatie kan doorgezonden worden dramatisch. De jaren '70 en '80 waren de jaren van de computer en de chip, de 21ste eeuw zal de geschiedenis ingaan als het tijdperk van de telecommunicatie en het Internet. Het Internet zal zich over de aarde verspreiden net zoals de spoorwegen in de tweede helft van de 19e eeuw en de auto en het vliegtuig in de 20ste eeuw. Deze evolutie zal resulteren in een grote vermindering van de tijd die nodig is om informatie te verzenden en van de kost van producten en diensten.

Het is algemeen bekend dat er om de 12 à 18 maanden een verdubbeling plaatsvindt van de computerchipprestatie en een halvering van de kost. Op dezelfde manier verminderde tussen 1650 en 1950 de kost van een fysieke kracht om een gemiddeld stuk te produceren van duizend manuren naar slechts enkele minuten. In de voorbije 30 jaar verminderde de kost van een transistor of een geheugenchip van $7 naar enkele miljoensten van een cent. De Internetrevolutie zal een gelijkaardige impact hebben.

Internethandel

In 2003 zullen er 500 miljoen mensen met het Internet verbonden zijn, zo'n kleine 10% van de wereldbevolking. In de Verenigde Staten zullen 65% van de gezinnen on-line zijn. Op dezelfde manier als de spoorweg, de auto, elektriciteit en het vliegtuig zich ontwikkelden, springen vandaag grote nieuwe industrieën, kapitalistische holdings en Internetbedrijven uit de grond aan de snelheid waarmee je .com kan zeggen. Men schat dat in 2004 de wereldwijde e-commerce meer dan $7 triljoen zal bedragen. Internethandel zal in de VS alleen al $2,5 triljoen bedragen, zowat 25% van de jaarlijkse uitvoer. Nu al zijn sommige Internetbedrijven groter geworden dan vroegere technologische giganten en zullen ze de auto-industrie snel inhalen.

De impact van de Internetrevolutie laat zich vertalen in economische groei. De hele informatietechnologie (computers, telecom, Internet, software, enz) in de VS groeit dubbel zo snel als de overige sectoren. De ITC-sector is nu verantwoordelijk voor 8% van de Amerikaanse uitvoer; sinds 1993 zou de groei van de Amerikaanse economie zonder de ITC-sector 1% minder bedragen hebben. In 1999 bedroeg in de VS het aandeel van de investeringen door kapitalistische maatschappijen in deze sector bijna 80%. Meer dan een miljoen jobs werden gecreëerd in de Amerikaanse IT-bedrijven sinds 1993; er werken 8 miljoen mensen, die 50% meer verdienen dan het gemiddelde.

Dit alles heeft de kapitalistische commentatoren overtuigd dat de IT-revolutie de VS en andere grote kapitalistische economieën nieuw leven heeft ingeblazen – misschien zelfs het eeuwige leven. Door dit nieuw wondermiddel zal de economie voortgroeien aan een ontzettende snelheid (zo'n 3 à 4 % per jaar) en de inflatie zal laag blijven (zo'n 2% per jaar). Voorts zal men de volledige tewerkstelling kunnen realiseren, iets dat in 200 honderd jaar kapitalisme nooit verwezenlijkt werd, op enkele zeer uitzonderlijke en korte periodes na. De kapitalistische goeroes beweren opnieuw -maar met een nog groter opgeblazen zelfvertrouwen- dat het systeem de perfectie bereikt heeft. Gedaan met een grote crisis, een dalende export, ineenstortende investeringen en massale werkeloosheid!

Maar in hun euforie vergeten ze hun eigen geschiedenis. De redacteurs van het Amerikaanse blad "Business Week" beweerden in de zomer van 1929: "Er is een doorbraak op technologisch en industrieel vlak, een diep ingeplant sociaal optimisme, een wijdverspreide publieke deelname in de aandelenmarkt, een grotere toegang tot persoonlijk krediet, betere statistieken, betere spoorwegenondersteuning en een gestabiliseerde welvaart."

Dit overenthousiast optimisme staat in fel contrast tot de gebeurtenissen van de drie daaropvolgende jaren. Amper zes maanden later schreef Business Week: "Elke nieuwe era in de geschiedenis is gebaseerd op het overdreven enthousiasme dat in beweging wordt gezet door iets nieuws in de industrie. In onze tijd is dit de auto."

Redding van de crisis?

Vandaag, aan het begin van de 21ste eeuw, is dat nieuwe fenomeen het Internet. Dit technologische wonder zal het kapitalisme niet redden van crisissen.

Ten eerste omdat het Internet, net zoals de spoorwegen en de auto voordien, de kosten van de bedrijven drastisch verlaagt. Dit vormt echter een hoge druk op de bedrijven om de prijzen bij te benen. Want intense concurrentie en hoge kapitaalinvesteringen zorgen voor een tijdelijke economische groei, maar ten koste van de kapitalistische winsten.

Internetbedrijven maken geen winst en blijven een grote kost voor de rest van de economie. Investeringen in de nieuwe technologieën zijn noodzakelijk om competitief te blijven, maar verhinderen gedeeltelijk om een surplus uit de investering te halen. Slechts de top negen van de Internetbedrijven is $100 biljoen(4.100 miljard Bef) waard op de Amerikaanse beurzen. Ze verkopen slechts voor $1 biljoen, of 1% van de totale waarde en … ze maken geen winst!

Vergelijk dat even met de tien leidende technologische bedrijven zoals Microsoft. Ze zijn slechts $50 biljoen waard, maar zetten $100 biljoen om en maken (soms) zelfs winst. De Internetboom zal aanleiding geven tot overinvestering en overcapaciteit.

Het Internet en de ITC-revolutie oefent een grote druk uit op de kapitalistische economie. Dat is het resultaat van een systeem dat technologie ontwikkelt door concurrentie en privé-investeringen. Intense concurrentie betekent dat de winstvoordelen van het bedrijf dat als eerste een nieuwe technologie gebruikt, snel verdwijnen. Het uiteindelijke resultaat is dat iedereen de nieuwe technologie gebruikt en dat er niemand extra winst uithaalt. Investeringen gaan uiteindelijk sneller dan de extra gecreëerde arbeidsproductiviteit. De verhouding winst in relatie tot elk geproduceerd goed begint te dalen. Hoe sneller de technologie wordt overgenomen, hoe sneller de prijzen dalen en hoe sneller de winstvoordelen verdwijnen.

In de periode rond 1850 werden er honderden spoorwegbedrijven gevormd die investeerders om geld vroegen. Hoeveel bleven er over in 1880? Men kan de vergelijking verder trekken naar de jaren '20 en '30 van de 20ste eeuw, toen er honderden autobedrijven werden opgericht. Hoeveel blijven er nu van over?

Een tweede reden is dat eens de Internet investeringsbel uiteenspat, de kater veel erger zal zijn. Vroegere overinvesteringen veroorzaakten altijd een diepe economische crisis. Het antwoord daarop was de tussenkomst van de overheid: bankroete nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit, spoorwegen enz werden genationaliseerd en de staat pompte direct geld in deze sectoren om ze te vernieuwen. Tezelfdertijd werd de welvaartsstaat gecreëerd om de explosieve werkloze massa in bedwang te houden. Velen konden werk krijgen in de grootste staatssector: het leger. De ineenstorting van het spoorwegtijdperk in de jaren '80 van de 19de eeuw was het startschot van de imperialistische rivaliteit in Europa en uiteindelijk zelfs WO I. Zo leidde de grote depressie na de overinvesteringen in de auto-industrie in de jaren '30 van de 20ste eeuw tot WO II.

Vandaag verwerpen een heleboel kapitalistische commentatoren dat de Internetrevolutie zoals elke industriële nieuwigheid zal eindigen in crisis. Ze argumenteren dat de Internetrevolutie geen grote beursluchtbel is. Natuurlijk zullen de prijzen dalen door deze nieuwe technologie, maar ook de kosten zullen verminderen. Winsten zullen gegenereerd worden en dat betekent nieuwe jobs in nieuwe sectoren, die het jobverlies van de "falende" sectoren zullen opslorpen.

Het uiteindelijke resultaat – zolang de regering niet tussenkomt en tegenwerkt – zal een lagere kost zijn, een lagere prijs, meer winst, grotere economische groei. De Internetrevolutie is dus het nieuwe wondermiddel dat ons naar het kapitalistische nirvana zal leiden

Maar de realiteit van de Internetboom is dat er nergens winsten te zien zijn, ondanks de stijgende beursprijzen. Men kan dus weinig of geen profijt halen uit de nieuwe investeringen. Net zoals de Aziatische boom van de jaren '90 omsloeg in de crisis van ‘97 ten gevolge van overinvesteringen die niet door voldoende winsten gecompenseerd werden, zal de wereldwijde Internetboom op dezelfde manier aflopen.

Slechts een kwestie van tijd …

Het is slechts een kwestie van tijd vooraleer de Internetluchtbel in de VS uiteenspat, de investeringen in elkaar storten en de massaconsumptie terugvalt door een vertrouwensverlies in de nieuwe economie. De Internetrevolutie is een grote technische sprong voorwaarts, maar wordt onder het kapitalisme uitgebuit door meer en meer kostbaar investeringskapitaal te concentreren in deze kleine sector, zonder enige vorm van planning of een gericht gebruik van de middelen. De markt betekent: speculatieve investeringen, intense concurrentie tussen kapitalistische investeerders en bovenal, grote overinvestering zonder uiteindelijke winstvoordelen.

De "canal share" boom van 1835-36 werd gevolgd door stagnatie en vallende prijzen. De spoorweg-beursmanie van 1869-73 werd gevolgd door één van de grootste depressies die het kapitalisme ooit heeft gekend. Na de boom van de jaren ’20 brak de Grote Depressie uit. De Japanse beursluchtbel van de jaren '80 werd gevolgd door tien jaar stagnatie en recessie.

De optimisten van het kapitalisten geloven dat de Internetrevolutie door haar lage prijzen- en kosteneffecten een boom veroorzaakt die tientallen jaren zal duren. De waarheid is dat de ITC-revolutie maar de zoveelste speculatieve financiële marktbel is die met veel geweld zal uiteenspatten. Bij dit schrijven gelooft iedereen van het kapitalistische wereldje - zelfs voormalige sceptici van de Internetaandelen - dat de aandelen van de Internetbedrijven zullen blijven stijgen in de toekomst. Wanneer iedereen het eens is, weet je dat het niet lang meer zal duren …

Herwerkt en vertaald door Brecht De Smet, Student RUG

NB: slechts enkele weken na het schrijven van dit artikel, verloor de Nasdaq in één klap meer dan 30% wat een minicrash veroorzaakte op Wall Street en in Azië. Sindsdien is het niet meer rustig geweest op de internationale beurzen.