Een werkende mens heeft een bank nodig om zijn of haar loon te kunnen incasseren. Ooit koos ik voor de ASLK voor mijn bankverrichtingen omdat die bank een openbaar statuut had. Zo werd de winst tenminste nog een beetje gebruikt "voor het nut van 't algemeen". Toen men de bank privatiseerde en fusioneerde met de Generale Bank is men mij nooit om mijn mening komen vragen. Dat doen ze nu wel. Om hun werknemers nog meer de duimschroeven aan te draaien. Of hoe men een strik knoopt rond onze uitbuiting en ze ons presenteert als dienstverlening.

Geachte heer,

U zond mij een enquêteformulier met de bedoeling aan de weet te komen hoe ik denk over “mijn bank”. Na het overlopen van de vragenlijst moest ik echter vaststellen dat ik mijn opinie niet kan ventileren via dit voorgekauwde schema. Bovendien vind ik heel wat van deze vragen hoogst ongepast.

Laat ik met deze ongepaste vragen beginnen. U vraagt mij hoe tevreden ik ben over het gedrag van de medewerkers (uw nadruk). Onder gedrag verstaat u onder andere: respect, enthousiasme, luisterbereidheid, betrokkenheid, zorgzaamheid. Ik vind het bijzonder onkies mij te moeten uitspreken over het enthousiasme en de betrokkenheid waarmee iemand met een heel ander beroep als het mijne, in een heel ander bedrijf als het mijne, zijn job doet.

U vraagt mij ook naar een oordeel over de bekwaamheid van de medewerkers en de snelheid waarmee dagelijkse verrichtingen worden uitgevoerd. Nogmaals, wie ben ik om mij daarover uit te spreken? Ik weet alvast dit: naarmate mensen als werknemer steeds meer worden opgejaagd, worden ze ook steeds meer opgejaagd in hun gedrag als klant. De postbodes onder uw klanten die net terugkeren van hun georoute zullen voortaan geprikkelder dan ooit aan uw loketten staan. Dit soort enquêtes maakt de helse cirkel rond: we jagen elkaar op tot we er allemaal samen bij neervallen. Als kersje op de taart zijn er de voorstellen voor een 40-urige werkweek (weliswaar (nog) niet bij “mijn bank”): niet alleen zouden uw medewerkers dan twee uur langer moeten komen werken, ze zouden bovendien extra worden opgejaagd door klanten die per week twee uur minder tijd hebben om naar de bank te gaan.

Helemaal te dol wordt het als u mij vraagt naar de verstandhouding tussen de medewerkers. Wat verwacht u eigenlijk van mij? Zoals het Blokje thuis klikt, klikt het nergens? Of hoe moet ik dit opvatten?

En dan is er uw nieuwsbrief, “Mijn bank” genaamd. Met die titel is er toch wel iets vreemds aan de hand. Naarmate uw bank steeds minder mijn bank of onze bank werd, met andere woorden sedert ze werd geprivatiseerd, tracht u mij met steeds grotere nadruk wijs te maken wat minder dan ooit het geval is: namelijk dat uw bank mijn bank zou zijn. Mijn keuze voor uw bank werd mij destijds ingegeven door het openbare karakter ervan. Ik ben mij bewust van de noodzaak van een bankinstelling in een moderne economie in het algemeen en voor het afhandelen van mijn financiële verrichtingen in het bijzonder. Maar ik zou wensen dat, in de mate waarin er een bescheiden winst wordt gemaakt, en na aftrek van investeringskosten en provisies, deze winst terugvloeit naar de samenleving. Dit is helemaal niet meer het geval. De winst die u tegenwoordig maakt is bovendien ook al lang niet meer bescheiden: ik verneem dat u en drie andere grote Belgische bankinstellingen in de eerste helft van dit jaar niet minder dan 4,4 miljard euro winst hebben gemaakt. Geen onaardig bedrag in een tijd waarin je dag na dag leest dat er geen geld meer is voor onze pensioenen, de gezondheidszorg, de sociale zekerheid, openbare dienstverlening en infrastructuurwerken. Een tijd ook waarin je voortdurend om de oren wordt geslagen met berichten over transfers van Vlaanderen naar Wallonië en waarin anderen (of vaak dezelfden) dan weer vinden dat het de “werklozen” of de “vreemdelingen” zijn die met ons zuur verdiende geld gaan lopen. De Belgische loonkosten zijn te hoog zegt men. Het lijkt mij eerder zo dat de kosten van uw aandeelhouders wat te hoog aan het oplopen zijn. En ik stel vooral transfers naar uw bank vast...

De inhoud van de nieuwsbrief is voor mij nogal aan de perverse kant. Zo stelt u op de voorlaatste pagina het volgende voor: “Maar als u het onmiddellijke inkomen van uw belegging niet nodig hebt en u tot de eindvervaldag kunt wachten om uw winsten binnen te rijven, stelt Fortis Bank u een ambitieuzere formule “4 x 5 %” voor om u voor uw geduld te belonen.” Met andere woorden: als u rijk bent en u eigenlijk geen extra geld nodig hebt dan zullen we u daarvoor belonen met... extra geld.

Als ik vandaag nog steeds klant ben bij uw bank, dan is dit enkel omdat er geen overheidsalternatief meer voorhanden is. Dat noemt men dan de zogenaamde keuze die de vrije markt ons biedt.

Maak u echter geen zorgen: ik ben niet verzuurd. Integendeel, ik ben ervan overtuigd dat de moderne versie van de Middeleeuwen die we nu doormaken niet zo heel lang meer zal aanhouden. Technologisch staan we ver, maar het ontbreekt ons voorlopig aan een inzicht in het functioneren van onze samenleving. We leven nog steeds met het bijgeloof dat welvaart en democratie enkel mogelijk zijn door de uitbuiting van de ene mens door de andere, en door de toeëigening van collectief geproduceerde meerwaarde door private personen of instellingen. Dit bijgeloof, dat juist echte democratie en welvaart in de weg staat, zal niet eeuwig blijven duren.