Rechts zwaait de plak in Vlaanderen. De recente peilingen duiden erop dat meer dan twee derde van de Vlamingen voor een rechtse partij zal stemmen. Dat zijn de CD&V in een kartel met de nationalistische NVA, de VLD en het uiterst rechtse Vlaams Blok. De socialisten zitten samen met Spirit op een kleine 23 procent van de kiesintenties. Met een score van 4 procent haalt Groen de kiesdrempel niet. Zo zou Vlaanderen er uit zien na de gewestverkiezingen van 13 juni.

Nochtans zou het anders kunnen. Er is geen enkele sociologische wet die Vlaanderen tot in het oneindige vervloekt met deze politieke situatie. Integendeel. De maatschappelijke basis voor een krachtige linkerzijde is aanwezig in Vlaanderen. Getuige hiervan zijn de massale sociale bewegingen vertegenwoordigd door de christelijke en socialistische arbeidersbeweging en het dichte netwerk van verenigingen die hiermee zijn verbonden.

Sociale meerderheid bestaat voor een links beleid

De klasse van loontrekkenden en hun gezinnen vormen de meerderheid van de bevolking. Het potentieel voor een politieke koerswijziging bestaat dus, vooral nu er meer en meer beweging komt in de band tussen de christelijke arbeidersbeweging en de CD&V. Er bieden zich dus nieuwe kansen aan opdat de christelijke arbeidersorganisaties zich onttrekt aan de invloed van de rechtse opvolger van de CVP.

Het moet ook anders, omdat de sociale situatie in Vlaanderen zich op een hellend vlak bevindt. Maandelijks blijft het aantal werklozen stijgen. We bereiken nu weer het trieste niveau van 1999. De aderlating van 3.000 jobs bij Ford Genk heeft de ongerustheid doen toenemen bij de arbeidersgezinnen over hun toekomst en deze van hun kinderen.

De lange wachtlijsten voor toegang tot sociale woningen (zo’n 72.000) worden niet opgevangen door de 15.000 nieuwe woningen waar de Vlaamse regering prat op gaat. De huurprijzen swingen de pan uit en de bouwprijzen zijn in het noorden gemiddeld het dubbele dan in het zuiden van het land. Het vertrouwen in het ‘welvarende Vlaanderen’ komt in het gedrang. Niet alleen twijfelen gewonen mensen hieraan, maar ook de eigen rechtse politici zoals minister-president Bart Somers vrezen voor ‘een wankele welvaart’. Vlaanderen beseft dat het niet immuun is voor de aanslepende crisis van het kapitalisme, alle Olympische ambities ten spijt.

Het ‘Kleurrijke Vlaanderen’ loopt ook schipbreuk op de koppige discriminatie van migranten in hun zoektocht naar werk. Racisme van kleine en grote patroons stopt migranten aan de deuren van de bedrijven. Vlaanderen, beter gezegd kapitalistisch Vlaanderen, zorgt er voor dat het aandeel van migranten in de werkloosheid in 2003 16 procent bedraagt. Een paar jaar voorheen in 1999 was hun aandeel ‘slechts’ 11,5 procent.

In het onderwijs blijken ‘containerklassen’ nog steeds een derde van de klassen uit te maken. Amper drie op tien kinderen uit arbeidersgezinnen zitten op hogescholen. In de zorgsector woedt opnieuw een witte woede. De lonen zijn er gemiddeld tien procent lager. De instellingen zijn onderbemand en werken met helse uurroosters en arbeidsvoorwaarden. Op de koop toe zorgt de Vlaams regering ervoor dat de ‘commercie’ een voet tussen de deur kan steken in deze sector. Het privatiseringspook waart ook door de gangen van de Vlaamse regering. Wie beweerde er ooit dat in het kapitalisme alles verwordt tot koopwaar?

Een plaats in de Europese top wil het patronaat en de rechterzijde in Vlaanderen ons duur verkopen. Nu durven Limburgse patroons pleiten voor een verhoging van de arbeidstijd van 38 uur naar 40 uur zonder loonopslag! Dat is het Vlaanderen waarmee men ons wil opzadelen.

Voorrang geven aan de sociale noden en niet aan de winsten van enkelen

Een links beleid in Vlaanderen zou moeten vertrekken vanuit een behoeftenregister opgesteld in de arbeiderswijken, scholen, bedrijven, jeugdhuizen, hand in hand met de vakbonden en andere sociale bewegingen. Een links beleid vertrekt vanuit de hardnekkige verdediging van de belangen van de werkende bevolking. In de eerste plaats denken we aan de loontrekkenden, maar ook aan de kleine zelfstandigen. Neem bijvoorbeeld de sociale huisvesting. De overheid zou dringend werk moeten maken van een massale bouw van sociale woningen. Minstens 100.000 woningen moeten er bijkomen en niet de 15.000 die vandaag worden vooropgesteld. De huurprijzen zouden niet meer dan 10 procent van het gezinsinkomen mogen bedragen en niet één derde tot de helft zoals vandaag het geval is.

De sociale uitgaven (bijvoorbeeld in het onderwijs en de gezondheid) moeten drastisch stijgen, zowel om tegemoet te komen aan de terechte looneisen als om de dienstverlening te verbeteren. De privatisering moet een halt toegeroepen worden, de jacht op werklozen en steuntrekkers moet stoppen en echte jobs moeten gecreëerd worden door grote en nuttige werken. Maar niets is ons nooit gegeven geweest. Deelnemen aan de verkiezingen is dus onvoldoende indien dit niet gekoppeld wordt aan het organiseren van de sociale strijd voor onze belangen.

De voorwaarde opdat de socialisten in Vlaanderen de hefboom worden voor een links beleid is dat ze zich duidelijk onderscheiden van rechts op alle terreinen door middel van een echt links programma. Een coalitie met rechtse partijen is hierdoor uitgesloten. Zo is het mogelijk om de christelijke arbeidersbeweging los te weken van de CD&V. Eveneens kunnen we op die manier de rottende poel van sociale frustraties en racisme waar het Vlaams Blok op dobbert, droogleggen. Een echt links programma in de handen van de SP.a zal Groen! verplichten te kiezen tussen links en rechts. Zo kan er gewerkt worden aan een politieke meerderheid voor dit beleid.

De aanpak bijvoorbeeld van SP.a-minister Landuyt, die het personeel en de vakbonden van de zorgsector verwijt ‘de ziekenhuizen te willen omvormen tot Russische fabrieken’, is een zegen voor de CD&V! Op deze manier zal rechts nog voor lang de meerderheid behouden in Vlaanderen en wordt het Blok slapend rijk.

De sleutel van elk stoutmoedig sociaal beleid is natuurlijk de financiering ervan. Hier staan we voor een tegenstelling. Enerzijds is er de groeiende nood aan belangrijke sociale uitgaven en hervormingen ten dienste van de gewone mensen. Anderzijds is er druk van de patroons in Vlaanderen, België en in de rest van de wereld. Om hun winsten verder te kunnen opstrijken willen ze competitief zijn ten koste van dezelfde noodzakelijke sociale uitgaven. Elk gewest, elk land staat voor deze keuze. Vlaanderen kan hier niet aan ontsnappen. Een links beleid van belangrijke sociale hervormingen zal dan ook de toepassing en financiering ervan moeten verbinden met de nationalisatie onder arbeiderscontrole en zelfbeheer van de banken, het financiewezen en de grote bedrijven.