“Een beweging die tezamen met de revolutie groeit, die hem morgen en overmorgen zelfs voorspelt en die zichzelf duidelijke doelen stelt en die weet te bereiken.” (Leon Trotski, Over de politiek van de KAPD, toespraak op de zitting van het Uitvoerend Comité van de Communistische Internationale op 24 november 1920)

[Oorspronkelijke titel: IMT resolutie over de huidige situatie]

 

De dramatische gebeurtenissen in Turkije, Brazilië en Egypte zijn een duidelijke aanwijzing dat we nu een totaal nieuwe situatie op wereldschaal zijn ingegaan. We moeten de belangrijkste processen onderzoeken, om zo elke neiging tot routinisme te bestrijden.

 

Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er zeven recessies geweest, maar dit is de meest ernstige recessie in de geschiedenis. Het tempo van herstel is verreweg trager dan bij enig andere laagconjunctuur in de afgelopen honderd jaar. Vijf jaar na het begin van de crisis, blijft de wereldeconomie vastzitten in recessie en stagnatie.

 

Het herstel in de VS is extreem traag en kwetsbaar. Europa is in een diepe recessie. De voormalige locomotief van zijn groei, Duitsland, staat op de rand van een recessie. De zwakkere economieën van Zuid-Europa zitten in een diepe laagconjunctuur. Tegelijk leidt de vertraging van de Chinese economie tot paniek, en gaan de zogenaamde BRICS-economieën ook de crisis in.

 

Noord-Amerika, Europa en Japan zijn goed voor 90% van het vermogen van huishoudens. Als deze landen niet consumeren, kan China niet produceren. En als China niet produceert (tenminste op hetzelfde niveau), kunnen landen als Brazilië, Argentinië en Australië hun ruwe materialen niet verkopen.

 

Op die manier manifesteert globalisering zich als een globale crisis van kapitalisme. De enorme ophoping van schuld werkt als een betonblok aan het been van de economie, en voorkomt enig betekenisvol herstel. Overal waar er in de levensstandaard gesneden wordt, wordt er in de vraag gesneden en wordt de crisis verhevigd.

 

De pogingen van de Amerikaanse Federal Reserve om de rentes laag te houden en liquiditeit in de economie te pompen (‘quantitative easing’) zijn zinloos gebleken voor het doen toenemen van de productie. De kapitalisten lenen geld voor een laag tarief, en gebruiken het om de speculeren op de aandelenmarkten. Ze gebruiken het oftewel om andere bedrijven over te nemen, of om aandelen in hun eigen bedrijven te kopen om zo de aandelenprijs omhoog te drijven. Dit verklaart de hoogconjunctuur op de effectenbeurzen in een tijd dat de economie van de VS enkel trage groei meemaakt.

 

 ‘Quantitative easing’ was een reusachtige gok. Ze berekenden dat er geen inflatie kan zijn terwijl de markten op hun gat liggen. Dus ze pompten meer geld in de economie, hopende dat er een reactivering plaatsvond. Dit was hetzelfde als een drugsverslaafde die drugs in zijn lichaam spuit om ‘high’ te worden. Maar dit was ook beleid dat onderhevig was aan de wet van de afnemende meeropbrengsten. De effectiviteit neemt af, en daarom zijn er steeds grotere hoeveelheden nodig om dezelfde resultaten te produceren.

 

De monetaristen wezen er (correct) op dat vroeg of laat, ‘quantitative easing’ tot een explosie van inflatie moet leiden. Dit zal op zijn beurt leiden tot een scherpe toename van rentes, als een man die het rempedaal van een auto tot de grond indrukt, en een nieuwe en zelfs diepere laagconjunctuur. Maar meteen toen de Fed zijn intentie aankondigde om ‘quantitative easing’ te beëindigen, waren er scherpe dalingen op de beurzen over de gehele wereld. Dat toonde zowel de nervositeit van de burgerij, als de extreem zwakke aard van het ‘herstel’.

 

Er is geen echte voorganger van de huidige crisis in zijn omvang en wereldwijd karakter. Het is waar dat er geen eindcrisis van het kapitalisme is. Maar de blote bewering dat kapitalisme van zijn crises kan herstellen, vertelt ons niets over de specifieke fase waar het kapitalisme doorheen gaat.

 

 De vraag die beantwoord moet worden is: hoe lang zal het duren? Op welke manier zal er een oplossing gevonden worden? En met welke kosten? Sommige burgerlijke economen voorspellen dat het 20 jaar zal duren om de crisis van de euro op te lossen. Twee decennia van dalende levensstandaarden en soberheid betekenen overal een explosie van de klassenstrijd. Dit is wat de heersende klasse vreest.

 

 Niet alleen kan de heersende klasse geen nieuwe hervormingen toestaan; zij kan het bestaan van de verworvenheden uit het verleden niet eens toestaan. Dat is een afgewerkt recept voor klassenstrijd. We staan daarom oog in oog met een toekomst van jaren, mogelijk decennia, van dalende levensstandaarden. Dit zal een grondig effect hebben op het bewustzijn.

 

 Van Turkije naar Brazilië

 

De hoogconjunctuur in het kapitalisme verhulde de onderliggende tegenstellingen in de maatschappij, maar verwijderde deze niet. De baten van de economische bloei werden niet evenredig verdeeld. Volgens de VN, bezit de rijkste 2% meer dan de helft van de werelds rijkdom, terwijl de armste helft van de wereldbevolking amper 1% van de globale rijkdom bezit.

 

Een onoverbrugbare kloof is er overal ontstaan tussen rijk en arm. In de woorden van Marx: “De accumulatie van rijkdom aan de ene kant is dus tevens accumulatie van ellende, kwelling van arbeid, slavernij, onwetendheid, onmenselijkheid en zedelijke ontaarding aan de andere kant, dat wil zeggen aan de kant van de klasse, die haar eigen product voortbrengt als kapitaal.” (Kapitaal, vol.1, hoofdstuk 23)

 

Dit is de economische achtergrond van de maatschappelijke explosies in Turkije en Brazilië, welke een plotselinge verandering in de situatie vertegenwoordigen. Beide landen werden omhooggehouden als modellen van economische groei en politieke en maatschappelijke stabiliteit. Nu is alles in zijn tegengestelde veranderd.

 

De impasse van het kapitalisme vindt haar uitdrukking in plotselinge sprongen van bewustzijn van de massa’s. Plotse en scherpe veranderingen zijn geïmpliceerd in de situatie en we moeten erop voorbereid zijn. Overal is er een smeulende woede onder de oppervlakte, welke zich uitdrukt in massa-uitbarstingen in Tunesië, Egypte, Spanje, Griekenland, Turkije, Bulgarije, Roemenië, Brazilië en andere landen. Rusland, China en Saudi-Arabië staan oog in oog met gelijksoortige ontwikkelingen.

 

Wat we zien is het begin van de wereldrevolutie. Gebeurtenissen in één land hebben een groot effect op het bewustzijn in andere landen. Moderne methoden van communicatie zorgen ervoor dat gebeurtenissen razendsnel gekopieerd kunnen worden. De Revolutie springt van het ene land naar het andere alsof de oude grenzen geen betekenis hadden.

 

De explosies vonden plaats wegens schijnbaar ongerelateerde zaken met een toevallig karakter: een plan om een winkelcentrum in een park in Istanbul te bouwen, en een toename in de prijzen van het busvervoer in Sao Paulo. Maar in werkelijkheid zijn dit afspiegelingen van hetzelfde fenomeen: noodzaak drukt zich uit door toeval. Dit is een afspiegeling van tegenstellingen die zich gedurende decennia hebben opgebouwd beneden de oppervlakte. Wanneer het proces een kritiek punt bereikt, kan elk klein incident de massa’s in beweging zetten.

 

De kapitalistische commentatoren waren geheel verrast door de gebeurtenissen in Turkije. Maar binnen enkele dagen verspreidden zich gelijksoortige protesten over Brazilië, de economische reus van Latijns-Amerika, die honderdduizenden de straat op brachten. Dit waren de grootste demonstraties in meer dan 20 jaar. Ze legden de tegenstellingen bloot die zich hebben opgebouwd in de vorm van slechte gezondheidszorg, slecht onderwijs en hoogtij vierende corruptie.

 

Wat tot nu toe de burgerij gered heeft is het gebrek aan adequate organisatie en leiderschap. Dit is het meest duidelijk in het geval van Egypte.

 

De Tweede Egyptische Revolutie

 

Perioden van hevige klassenstrijd zullen afgewisseld worden met perioden van moeheid, apathie, kalmte, en zelfs reactie. Maar deze zullen enkel het voorspel zijn voor nieuwe en zelfs meer explosieve ontwikkelingen. Dit is duidelijk te zien in de Egyptische Revolutie.

 

In Egypte, na maanden van teleurstelling en moeheid, kwamen 17 miljoen mensen de straat op in een ongekende volksopstand. Zonder partij, organisatie of leiding, slaagden zij erin om binnen een paar dagen de gehate regering van Morsi omver te werpen.

 

De Westerse media probeerden dit als een coup te karakteriseren. Maar een coup is per definitie een beweging van een kleine minderheid die samenzweert om achter de ruggen van de bevolking om de macht te grijpen. Hier was het revolutionaire volk op straat, en zij waren de echte motor die de gebeurtenissen voortstuwde. Met 17 miljoen mensen op de straten om Morsi omver te werpen, kwam de legertop, welke de ruggengraat van de Egyptische staat, tussen om de president te verwijderen, om zo de omverwerping van het gehele regime te voorkomen.

 

In elke echte revolutie is het de noodzakelijke beweging van de massa’s die de motor is. In tegenstelling tot de anarchisten, prediken Marxisten echter geen spontaniteit, welke haar sterke punten heeft, maar ook haar zwaktes. We moeten de grenzen van spontaniteit begrijpen.

 

In Egypte hadden de massa’s de macht kunnen grijpen op het eind van de maand juni. Zij hadden in feite de macht in handen, maar waren zich hiervan niet bewust. De situatie heeft wat overeenkomsten met februari 1917 in Rusland. Lenin wees erop dat de enige reden dat de arbeiders de macht toen niet overnamen, niets te doen had met objectieve voorwaarden, maar veroorzaakt werd door de subjectieve factor:

 

"Waarom nemen ze de macht niet over? Steklov zegt: hierom en daarom. Dat is onzin. Het is in feite zo dat het proletariaat niet genoeg georganiseerd en klassenbewust is. Dit moet toegegeven worden: de materiële kracht is in de handen van het proletariaat, maar de burgerij bleek voorbereid en klassenbewust te zijn. Dit is een monsterlijk feit, en het zou eerlijk en openlijk toegegeven moeten worden, en het volk zou verteld moeten worden dat zij de macht niet overnamen omdat zij ongeorganiseerd en niet bewust genoeg waren." (Lenin, Works, vol. 36, page 437, vertaling en cursivering van Vonk)

 

De Egyptische arbeiders en jongeren leren snel in de school van de Revolutie. Dat is waarom de juni-opstand veel breder, dieper, sneller en bewuster was dan de Eerste Revolutie, die twee en half jaar geleden plaatsvond. Maar zij missen nog steeds de noodzakelijke ervaring en revolutionaire theorie die het de Revolutie mogelijk zou maken om aan snelle en relatief pijnloze overwinning te behalen.

 

De situatie is er een van een patstelling waarin geen van beide zijden de totale overwinning kan uitroepen. Dit is wat ervoor zorgt dat het leger zich boven de maatschappij kan opheffen en zich kan presenteren als de hoogste rechter van de Natie, hoewel de echte macht in werkelijkheid in de straten was. Het vertrouwen dat door sommige mensen wordt uitgedrukt over de rol van het leger, laat extreme naïviteit zien. Bonapartisme is een serieus gevaar voor de Egyptische Revolutie. Deze naïviteit zal door de harde school van het leven, uit het bewustzijn van de massa’s geslagen worden.

 

De openlijke contrarevolutionairen van de Moslimbroederschap zijn uit de macht verdreven, maar vanwege de limieten van haar puur spontane (dat is, ongeorganiseerde) aard, is de Revolutie er niet in geslaagd om de macht over te nemen. Enerzijds organiseren de islamistische reactionairen een contrarevolutionaire rebellie die het land in een burgeroorlog dreigt te doen verzanden. Anderzijds zijn de burgerlijke elementen, generaals en imperialisten aan het manoeuvreren om de massa’s van de overwinning te beroven die met hun bloed gewonnen was.

 

De Revolutie was sterk genoeg om het onmiddellijke doel te bereiken: de omverwerping van Morsi en de Moslimbroederschap. Maar zij was niet sterk genoeg om te voorkomen dat de vruchten van haar overwinning gestolen werden door de generaals en de burgerij. Zij moet door nog een andere harde leerschool gaan om zich tot het niveau op te werken dat noodzakelijk is om de loop van de geschiedenis te veranderen.

 

Revolutie doet mensen snel leren. Als er twee jaar geleden in Egypte het equivalent van de Bolsjewistische Partij van Lenin en Trotski had bestaan, zelfs met enkel de 8.000 leden die zij had in februari 1917, zou de gehele situatie anders zijn geweest. Maar zo’n partij bestond niet. Zij zal opgebouwd moeten worden in de hitte van de strijd.

 

De strategen van het Kapitaal waren serieus geschrokken van deze ontwikkelingen. Alle niet-essentiële en toevallige elementen terzijde gelaten, werden deze bewegingen geïnspireerd en gedreven door dezelfde dingen. Wat we hier hebben is een internationaal fenomeen: een tendens naar een wereldrevolutionaire beweging. We zien het begin van gelijksoortige ontwikkelingen in Europa.

 

De crisis van de euro

 

De crisis in Europa is een zeer dramatische uitdrukking van de zieke toestand van het wereldkapitalisme. Het idee was om de arbeidersklasse te laten betalen voor de crisis door deze bezuinigingsbeleid op te leggen. Maar de wil van de massa’s om verdere verlagingen van de levensstandaard te accepteren, heeft duidelijke grenzen, en deze worden nu bereikt. In Portugal heeft de constante druk op de levensstandaard stijgende maatschappelijke en politieke spanningen uitgelokt, welke uitgedrukt waren in een algemene staking en massademonstraties die de regering in een crisis deden belanden.

 

De euro is niet de oorzaak van de crisis, maar alle mogelijkheden om de euro te redden hebben hen gedwongen om de koers van wilde bezuinigingen (‘interne devaluatie’) aan te nemen, die hen al dieper en dieper in de recessie drukt. Als gevolg neemt de werkloosheid toe, wordt de economie steeds zieker, falen de inkomsten uit belastingen, en nemen de tekorten onverbiddelijk toe.

 

Er is een groeiende breuk tussen Duitsland en de zwakkere landen in het zuiden van Europa, en ook tussen Duitsland en Frankrijk, welke vanwege zijn zwakte, meer naar het zuiden wordt getrokken. Duitsland wenst alle lasten van de crisis op de schouders van de zwakkere lidstaten van de Eurozone af te wentelen, wat de eenheid sterk onder druk zet. Het is niet onmogelijk dat deze spanningen uiteindelijk zullen leiden tot het opbreken, niet enkel van de Eurozone, maar van de EU zelf. Dit vooruitzicht schokt de burgerij, niet enkel aan deze zijde van de Atlantische, maar ook die in de VS. Als de EU opbreekt, zou dat de deur open zetten voor valutaoorlogen, concurrerende devaluaties en handelsoorlogen, wat de situatie zou voorbereiden op een diepe malaise met catastrofale effecten op wereldschaal.

 

Veel economen spreken nu openlijk over het vooruitzicht van het opbreken van de EU. Uit angst voor het alternatief, kunnen ze erin slagen, tegen alle verwachtingen in, om iets bij elkaar te houden, maar zelfs als zij dat doen, zal er niet veel overblijven het originele project.

 

De klassenstrijd is aan het verhevigen. Revolutionaire explosies zijn aan de orde van de dag in Europa. Het revolutionaire potentieel in Europa is het duidelijkst in landen als Griekenland, Spanje en Italië. Maar Frankrijk ligt niet ver achter, en de rellen in Groot-Brittannië waren een waarschuwing dat zulke gebeurtenissen daar mogelijk zijn in de volgende periode.

 

De burgerij staat oog in oog met een serieus probleem: zij moeten alle concessies terugnemen die ze in de laatste vijftig jaar gedaan hebben. Maar de krachtbalans tussen de klassen is zeer ongunstig voor hen.

 

In landen als Griekenland kan men zeggen dat de revolutie al haar eerste fase is ingegaan. Het proces is natuurlijk onevenredig, ontwikkelt zich met grotere snelheid en intensiteit in sommige landen, in het bijzonder in het zuiden van Europa, en met een trager tempo in die landen die een laag vet hebben opgebouwd in de laatste periode. Maar overal beweegt het proces zich in dezelfde richting.

 

Griekenland

 

In Griekenland is er een beweging in de richting van revolutie. De arbeiders en jongeren hebben enorme vastberadenheid en strijdbaarheid laten zien, maar zij hebben geen uitgewerkt programma om de samenleving te veranderen. Dat is wat zij willen, maar zij weten niet hoe dat uit te drukken, dat is het punt. Met een sterke Marxistische stroming zou Griekenland zich op de vooravond van een opstand bevinden. Maar onze kleine krachten zijn niet sterk genoeg om de noodzakelijke leiding te verschaffen.

 

Er is een tijdelijke rustperiode geweest, omdat de arbeiders zich in de ene na de andere algemene 24-uursstaking hebben geworpen, en niets bereikt hebben. De stemming blijft revolutionair. De reformistische leiders van de vakbonden en de Stalinisten houden de klasse terug. Maar de strijd om de staatsomroep (ERT) laat zien dat de beweging elk moment opnieuw kan oplaaien. Er is nog niets opgelost.

 

De regering van Samaras is zwak en dwars. Samaras is puur empirisch. Hij wankelt van de ene crisis naar de andere zonder enig idee te hebben waar hij naartoe gaat. De regering is te zwak om te doen wat er gedaan moet worden. Zij is verdeeld en kan niet blijven bestaan. Vroeg of laat zal de burgerij de gifbeker moeten overdragen aan Tsipras en SYRIZA.

 

Zonder twijfel wil er een sectie van de heersende klasse in de richting van reactie bewegen. Maar zij weten dat dit burgeroorlog zou betekenen, waarvan zij niet zeker zijn of zij deze zouden winnen. Dus zullen ze de arbeiders naar de school van het reformisme sturen om hen een les te leren. Het zal een zeer pijnlijke zijn. Een SYRIZA-regering zou te maken krijgen met een duidelijk alternatief: oftewel, breek met de burgerij en verdedig de belangen van de arbeidersklasse, of capituleer aan de druk van de burgerij en voer de politiek uit die opgedragen wordt door de Trojka. Er is geen derde weg.

 

Tsipras werd erg populair omdat hij leek te staan voor radicaal beleid, een breuk met het Memorandum, etc. Maar naarmate hij dichter bij de macht komt, heeft hij zijn taal aangepast. Hij is voorzichtig met teveel beloftes maken om de burgerij niet af te schrikken en de verwachtingen van de massa’s te temperen.

 

 De verwachtingen zullen echter zeer groot zijn. Als een Linkse coalitie, geleid door SYRIZA, erin faalt om de noodzakelijke acties tegen de grote bedrijven te nemen, dan zal dat leiden tot een golf van bittere desillusies, wat de weg bereidt voor een nog rechtsere coalitie, mogelijk tussen Nieuwe Democratie en Gouden Dageraad (Chrysi Avgi).

 

Onder deze voorwaarden zou de Gouden Dageraad groeien aan de rechterzijde, en de KKE aan de linkerzijde. Voor een hele periode zou de ene instabiele regering de andere opvolgen. Linkse coalities zullen plaatsmaken voor rechtse coalities. Maar geen combinatie van parlementaire krachten kan de crisis oplossen.

 

De Griekse heersende klasse zal voorzichtig te boek gaan, en proeven uitvoeren door de geleidelijke invoering van reactionaire wetten en maatregelen om democratische rechten in te perken. Zij zal proberen in de richting te bewegen van parlementair Bonapartisme voordat ze een open dictatuur oplegt.

 

Maar lang voordat de reactie kan slagen, zal er een hele serie van sociale explosies plaatsvinden, waarin de machtsvraag gesteld zal worden. Onder zulke omstandigheden, kan de revolutionaire tendens haar krachten snel opbouwen. De Griekse sectie heeft een enorme verantwoordelijkheid op haar schouders, en de Griekse kwestie moet hoog op de agenda van de gehele Internationale gezet worden.

 

Bewustzijn

 

Er is een kloof tussen het niveau van het bewustzijn binnen de beweging en de taken die zij opgelegd heeft gekregen door de geschiedenis. Dit kan alleen overbrugd worden door de ervaringen van de massa’s.

 

Bewustzijn heeft altijd de neiging om achter te lopen op de gebeurtenissen. Maar bewustzijn kan ook in één klap langszij komen. Dat is de ware betekenis van een revolutie. De essentie van een revolutie bestaat uit zeer snelle veranderingen in de houding van de massa. Explosies kunnen zomaar plaatsvinden, onverwacht en zonder waarschuwing. Dit was de betekenis van de gebeurtenissen in Turkije en Brazilië.

 

Terwijl de crisis steeds grotere vormen aanneemt, begint de houding van de massa’s te veranderen. Overal is er weerstand tegen de bezuinigingen. Dit wordt zelfs begrepen door een sectie van de bourgeoisie. Er zijn grenzen aan wat mensen kunnen hebben. En deze grenzen worden bereikt.

 

In de periode van economische groei konden veel arbeiders, ondanks de toegenomen uitbuiting, een manier vinden om rond te komen door individuele oplossingen, zoals overwerken. Nu is dit pad geblokkeerd. Alleen door middel van strijd is het mogelijk om de huidige omstandigheden te verdedigen, laat staan hen verbeteren. Nu is de psychologie van de arbeiders fundamenteel aan het veranderen. Er hangt een boze en verbitterde sfeer.

 

De ene na de andere laag raakt betrokken bij de strijd. Het traditionele proletariaat krijgt versterking van lagen die zichzelf in het verleden rekenden tot de middenklasse: leraren, ambtenaren, dokters, verpleegsters, etc.

 

Echter, na decennia van relatieve klassenvrede, hebben de arbeiders een warming-up nodig om hun spieren te strekken, zoals een atleet van wie de spieren stijf zijn geworden. De school van massastakingen en demonstraties vormt een voorbereiding op meer serieuze acties. In het algemeen kan de arbeidersklasse alleen leren uit de eigen ervaring.

 

Het begin van de crisis was in eerste instantie een grote schok voor de arbeiders die het niet verwacht hadden. Zij raakten getraumatiseerd in en veel gevallen waren zij niet in staat om te reageren. Maar dat is nu aan het veranderen. In het ene na het andere land gaan de arbeiders en de jeugd de straat op en door de ervaringen van deze strijd zal de klasse zich meer als een klasse gaan voelen.

 

In de loop van de tijd zullen de oude reformistische illusies gebrand worden uit het bewustzijn van de arbeidersklasse, dat zich door de strijd verhard. Vroeg of laat zal dit gevolgen hebben voor de massaorganisaties.

 

De massaorganisaties

 

De massaorganisaties liggen mijlenver achter op de gebeurtenissen. In de jaren dertig (en ook in de jaren zeventig), zijn er vrij snel grote centristische facties zijn ontstaan binnen de arbeiderspartijen. Wij bevinden ons nog niet in deze fase. Integendeel, de sfeer van woede binnen de massa’s wordt nog niet gedeeld door de massaorganisaties.

 

Het is een paradox dat de organisaties die waren opgericht door de arbeidersklasse om de samenleving te veranderen, uitgegroeid zijn tot monsterlijke barrières op het pad van de arbeidersklasse. Decennia van kapitalistische groei hebben het verval van deze organisaties extreem versneld, zowel binnen de politieke partijen (de sociaaldemocratische en de voormalige “Communistische” partijen) als de vakbonden.

 

De dialectiek van de geschiedenis heeft wreed wraak genomen op de reformisten en de stalinisten. Juist op het moment dat de markt ingestort is, hebben de reformistische leiders meer dan ooit de markt omarmd. Zij zijn gedoemd mee te gaan met de ondergang van de markt. Dit is een recept voor toekomstige crises binnen al deze organisaties.

 

In Frankrijk is de steun voor president François Hollande binnen enkele maanden gezakt tot het laagste niveau sinds 1958. In Griekenland is de sociaaldemocratische partij PASOK vrijwel weggevaagd. In Italië heeft de oude Communistische Partij (de PCI) zichzelf geliquideerd en haar opvolger, de PRC, wordt gestraft door de arbeiders vanwege haar samenwerking met het tweede kabinet van minister-president Romano Prodi (2006-2008). In Spanje boekt de sociaaldemocratische PSOE geen terreinwinst, ondanks de impopulariteit van de regering van minister-president Mariano Rajoy van de christendemocratische PP.

 

In het Verenigd Koninkrijk zijn de leiders van de Labour Party doodsbang om weer aan de macht te komen. Zij vechten niet voor een parlementaire meerderheid. Zij beloven geen hervormingen, omdat zij bang zijn dat de arbeiders en de vakbonden daardoor meer eisen zullen stellen. Wanneer zij toespraken houden, dan sommen ze hun mening op, niet tegenover de arbeiders, maar tegenover de bankiers in een poging hun goedkeuring te krijgen. Zij zijn van hervormingsgezind naar anti-hervormingsgezind gegaan.

In de meeste landen is Links uiteen gevallen. De linkse reformisten zijn hopeloze empiristen, net als de rechterzijde. Het zijn gewoon twee verschillende vormen van empirisme. Zij houden vast aan het achterhaalde model van keynesianisme. Niemand heeft het nog over socialisme.

 

De ex-stalinisten zijn door de geschiedenis gestraft voor hun misdaden. Zij zijn sterk naar rechts opgeschoven, vooral na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en zij zijn nog maar een schim van hun vroegere zelf. Zij zijn zeer sceptisch ten opzichte van socialisme en hebben geen enkel vertrouwen in de arbeidersklasse.

 

De oude stalinisten waren tenminste nog een karikatuur van het echte communisme. Nu zijn zij een bleke imitatie van het reformisme. Juist op het moment dat het kapitalisme in een diepe crisis zit, dat het communistische gedachtegoed een groot publiek zou moeten krijgen, slagen zij er niet in om de radicaliserende lagen van de arbeiders en de jeugd te bereiken. In sommige landen zijn zij volledig verdwenen.

 

Trotski heeft gezegd dat verraad besloten ligt in het reformisme. We spreken hier niet van bewust verraad, maar van het gegeven dat als iemand het kapitalisme accepteert, men ook de wetten van het kapitalisme moet accepteren. Onder deze omstandigheden kan de sfeer snel een kritiek stadium bereiken. Op een gegeven moment zal er een discussie ontstaan onder de leden.

 

De reformisten verlangen naar een terugkeer naar de ‘normale situatie’, maar dat is een utopische droom. Het besturen van het kapitalisme in een tijdperk van terugval is toezien op een teruggang van de levensstandaard. Deze leiders vertegenwoordigen het verleden, niet het heden of de toekomst. Er is niet langer sprake van een onvoorwaardelijke steun van de arbeiders voor de socialistische en ex-communistische leiders. Integendeel, er bestaat een zeer kritische en sceptische houding ten opzichte van hen.

 

Dit betekent niet dat deze organisaties zullen verdwijnen, zoals sommige groeperingen denken. De reformisten hebben diepe wortels in de arbeidersklasse en kunnen terugkomen van zelfs de meest onmogelijke situaties. Wanneer de massa’s zoeken naar een alternatief, dan richten zij zich niet op de splintergroepjes, maar zullen zij de traditionele partijen en organisaties keer op keer op de proef stellen, voordat zij hen verwerpen en op zoek gaan naar een nieuw politiek referentiepunt.

 

De arbeiders zullen de ene na de andere leider testen in een wanhopige poging om uit de crisis te komen. Zij zullen de ene na de andere leider verwerpen. De pendule zwaait naar links en naar rechts. In tegenstelling tot de jaren dertig en zeventig, is de linkerzijde binnen de sociaaldemocratie sterk verzwakt. Maar terwijl de crisis verergert, zal er een polarisering plaatsvinden binnen de massaorganisaties.

 

De snelle groei van SYRIZA in Griekenland en de winst van de socialistische Franse politicus Jean-Luc Mélenchon en zijn Parti de Gauche zijn tekenen van een proces dat in de toekomst op grotere schaal herhaald zal worden. In beide gevallen komen deze nieuwe linkse bewegingen niet uit de lucht vallen, maar zijn ze ontstaan uit afsplitsingen van de bestaande partijen (de KKE in Griekenland en de Socialistische Partij in Frankrijk).

 

Er zal in de toekomst een serie van crises ontstaan in de socialistische en communistische partijen, wat positieve omstandigheden schept voor de groei van grote marxistische bewegingen.

 

De vakbonden

 

Trotski heeft gezegd dat vakbondsleiders de meest conservatieve kracht zijn in de maatschappij. Deze uitspraak bevat meer waarheid dan ooit. Maar de arbeiders hebben geen andere keuze. De massabeweging kan spontaan ontstaan vanaf onderop, zonder een vorm van leiding aan de bovenkant. De arbeiders zullen allerlei ad hoc comités en campagnes improviseren.

 

Anarchisten en kleine sektes zullen deze bewegingen als een alternatief voor de vakbonden zien. Maar de arbeidersklasse kan niet zonder de vakbonden, die er later bij betrokken raken. Ad hoc organisaties spelen een eigen rol, maar vormen geen alternatief voor geduldig revolutionair werk binnen de vakbonden.

 

De meeste vakbondsleiders leven volledig in het verleden en zijn compleet onvoorbereid op de periode waar we nu in leven. Op het moment dat de markt aan het instorten is, omarmen zij de markt en proberen zij het op alle mogelijke manieren te redden – ten koste van de arbeiders.

 

Maar de massaorganisaties bestaan niet in een vacuüm. Dit is vooral zo bij de vakbonden. Er zal een selectieproces plaatsvinden waarbij de gedemoraliseerde elementen terzijde worden geschoven en vervangen worden door jongere, meer militante mensen die bereid zijn hun baan in de waagschaal te stellen in hun strijd tegen de bazen en ter verdediging van arbeidsrechten.

 

Onder druk van de leden zullen vakbondsleiders zich aan het hoofd van de strijd stellen of vervangen worden door mensen die meer in contact staan met de leden. De vakbonden zullen telkens weer getransformeerd worden tijdens de strijd.

 

Het zou verkeerd zijn om aan te nemen dat het reformisme volledig buiten beeld is geraakt. De massa’s willen graag hervormingen zien. Maar onder de huidige omstandigheden zal er zelfs voor de kleinste hervorming gevochten moeten worden. Onze kritiek op reformisten is niet dat zij hervormingen steunen, maar dat zij niet voor hervormingen vechten en juist contrahervormingen accepteren – dat zij zich overgeven ten overstaan van de kapitalisten.

 

Naar een Europese Revolutie

 

Drie jaar geleden sprak de Financial Times van “moeilijke en gevaarlijke tijden”. Deze woorden zijn maar al te waar gebleken. De heersende klasse is bang voor de sociale en politieke gevolgen van de crisis en de maatregelen die zij gedwongen is te nemen. Wat de situatie tot dusver gered heeft is dat de reformistische arbeidsleiders de meest loyale en volgzame dienaren blijken te zijn van het Kapitaal.

 

De klassen nemen hun posities in voor de beslissende confrontatie. In de komende vijf tot tien jaar zullen we de meest heftige confrontatie zien sinds de jaren dertig. Er zijn veel overeenkomsten tussen de huidige situatie en de jaren dertig. Maar er zijn ook belangrijke verschillen.

 

Het grootste verschil is de radicale verandering in de balans tussen de klassen. De arbeidersklasse vormt nu de beslissende meerderheid in alle moderne kapitalistische landen en speelt een beslissende rol in landen zoals Turkije, Brazilië, Egypte en Indonesië. Voor de Tweede Wereldoorlog beschikte de Europese burgerij over grote sociale reserves in de vorm van de boeren. Dit verklaart gedeeltelijk waarom zij zo snel konden opschuiven in de richting van het fascisme in Italië, Duitsland en Spanje.

 

Nu voorkomt de veranderde machtsbalans tussen de klassen een snelle uitkomst. De huidige situatie kan nog jaren voortbestaan met perioden van eb en van vloed. De beweging zal plaatsvinden in een reeks van golven, zoals in Spanje, waar de Revolutie eigenlijk begon in 1930 met een reeks stakingen en demonstraties voorafgaand aan de val van de monarchie in 1931.

 

In een revolutionaire periode zoals deze vormen alle rustige periodes en nederlagen slechts de aanloop naar nieuwe explosies die alle voorgaande bewegingen zal doen verbleken. De Spaanse Revolutie verliep via een hele reeks fases, voordat het eindelijk werd verslagen in mei 1937 in Barcelona.

 

In deze tussenliggende zeven jaar waren er perioden van grote revolutionaire vooruitgang, zoals de stichting van de Republiek in 1931, maar ook perioden van verdriet en demoralisering. Er waren grote nederlagen zoals de ondergang van de Asturische Commune in 1934 en wrede reactie zoals de Bienio Negro (Twee Zwarte Jaren) in 1933-1935.

 

In het hedendaagse Europa vindt er een soortgelijk proces plaats in een hoger of lager tempo en met een grotere of kleinere intensiteit. Griekenland is de zwakste schakel in de keten van het Europese kapitalisme, maar er zijn veel zwakke schakels. Het proces in Griekenland is verder gegaan dan waar ook, maar het laat slechts in scherpe vorm zien wat gaat gebeuren in de rest van Europa.

 

In mei 1968 vond in Frankrijk de grootste revolutionaire algemene staking in de geschiedenis plaats. Maar in bepaalde aspecten was het een lichtzinnige gebeurtenis. Na decennia van welvaart werd het bewustzijn van de jongeren gekarakteriseerd door een zekere naïviteit. Onder de veel zwaardere omstandigheden van tegenwoordig zal deze vorm van quasi-anarchistische kinderachtigheid verdwijnen uit het bewustzijn van de jeugd. Deze generatie zal veel harder zijn dan voorgaande generaties en de strijd zal ook harder en heftiger zijn.

 

Strategie en tactiek

 

Strategie en tactiek zijn niet hetzelfde. Het is noodzakelijk om een algemeen begrip te hebben van de processen, maar de concrete en praktische toepassing zal per moment verschillen, en de gehanteerde tactiek kan zelfs soms botsen met de strategie.

 

We begrijpen dat de scherpe polarisering in de maatschappij zal worden gereflecteerd in een verdere opdeling van de massaorganisaties, te beginnen met de vakbonden.

 

Explosies zijn onvermijdelijk. Maar zonder leiderschap zal dit niet voldoende zijn. De beweging om pleinen in Spanje te bezetten bereikte een grote omvang, maar bereikte uiteindelijk niets en liep weer leeg. De marxistische groepen zijn te klein om de uitkomst van zulke massabewegingen te bepalen. In veel landen worden ze beperkt tot propaganda. Maar we moeten voorbereid zijn.

 

We moeten in elke fase intelligente en passende overgangseisen ontwikkelen. Maar dit is niet voldoende in de huidige omstandigheden. Tijdens interventies in elke vorm van strijd (stakingen, algemene stakingen, massademonstraties) moeten we geduldig blijven uitleggen dat alleen een radicale breuk met het kapitalisme het probleem kan oplossen.

 

Een genationaliseerde planeconomie kan de werkloosheid oplossen door een werkdag van zes uur met een werkweek van vier dagen te introduceren zonder een verlies van inkomen. In onze propaganda moeten we benadrukken dat miljoenen werklozen een enorm verlies van productiviteit vormen.

 

Tegelijkertijd moeten we de omvangrijke productieve potentie van nieuwe technologie uitleggen: informatietechnologie, computers, just in time productie, robots etc. Als we deze middelen op een rationele manier zouden inzetten, dan betekent dit dat mensen minder uren hoeven werken voor het vervullen van de menselijke behoeftes.

 

We moeten de meest revolutionaire elementen binnen de samenleving opsporen en hen onderwijzen in de ideeën van het marxisme. In een revolutionaire situatie kan een kleine groep met de correcte ideeën snel groeien. Kwaliteit kan kwantiteit worden en kwantiteit kan kwaliteit worden. De nieuwe leden kunnen niet gevonden worden in de reformistische massaorganisaties, maar juist buiten deze organisaties. Op dit moment radicaliseert de jeugd snel en staat ze open voor revolutionaire ideeën.

 

De tegenstelling tussen het niveau van bewustzijn van de massa en de taak die de geschiedenis hen geeft, kan opgelost worden door het ervaren van grote en explosieve gebeurtenissen. Maar deze vormen een onderdeel van de situatie. Er zullen scherpe wendingen en plotselinge veranderingen plaatsvinden in het bewustzijn.

 

In het verleden werden revolutionaire ideeën met scepsis ontvangen. Nu zijn de mensen juist naar dit soort ideeën op zoek. In Griekenland wil 63 procent van de mensen een fundamentele verandering in de maatschappij en 23 procent wil een revolutie. Dit zijn bijzondere figuren: eigenlijk ziet 86 procent van de mensen in de revolutie een oplossing.

 

We moeten vervuld worden van het idee van een fundamentele verandering in de situatie en de noodzaak van het snel opbouwen van een revolutionaire organisatie. Elke vorm van routine moet worden bestreden. Boven alles moeten we speciale aandacht tonen voor theorie en politieke opvoeding. Zonder deze elementen stellen we niets voor.

 

Er zijn grote mogelijkheden. Nieuwe lagen van de jeugd worden actief en gaan op zoek naar de ideeën van het marxisme. Dit doen ze niet morgen of volgende week, maar nu. We moeten hen vinden, de dialoog met hen aan gaan en hen overtuigen van de ideeën van het marxisme.