De revolte in Labour (lees het artikel ‘De dood van New Labour’) is een bewijs van een van de meest fundamentele stellingen van Vonk en onze kameraden in andere landen, zoals Socialist Appeal in Groot-Brittannië. Labour heeft al jaren de meest rechtse sociaal-democratische leiding. Wie had een jaar geleden kunnen dromen dat die rechtse leiding zo sterk aangevallen zou worden vanuit haar eigen rangen? Dat is een mooi lesje dialectiek voor alle uiterst linkse groepjes die artificiële 'massapartijen' uitbouwen en hun rug keren naar de bestaande massaorganisaties. Wij stelden daarentegen altijd dat de greep van de pro-kapitalistische leiding op de socialistische partijen en de vakbonden niet eeuwig zal duren. Dat geldt voor België evenzogoed als voor Groot-Brittannië of enig ander land.

Natuurlijk is het diskrediet van de rechtse Labour-leiding slechts een begin en moeten we alles nuchter in het juiste perspectief blijven zien. Veel hangt bijvoorbeeld af van de efficiëntie waarmee zich al dan niet een nieuwe Labour-leiding vormt op basis van meer radicale eisen. Maar Blair en zijn kliek hebben in elk geval afgedaan voor de massa van werkenden en jongeren. Zij hebben de test niet doorstaan. De volgende lichting leiders zal dus veel minder compromissen met het imperialisme en de Britse heersende klasse kunnen sluiten. De revolte in Labour toont dat een deel van de leiding en nog veel meer gewone militanten deze uitdaging willen aangaan. Dit is een stap vooruit, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat de strijd gestreden is en dat vanaf nu alles automatisch in crescendo zal verlopen. Bij elk stap wordt de strijd voor onze ideeën in de beweging juist belangrijker.

Het komt er nu op aan dat syndicalisten en linkse partijmilitanten Labour opnieuw veroveren op de Blairisten. Dat zou een enorme aantrekkingskracht hebben op de rest van de werkende klasse. Die herovering is trouwens vandaag al bezig. Maar ze heeft nood aan gevormde marxistische kaders om zich te consolideren tot een stevige oppositie met een klare visie op hoe we het kapitalisme kunnen overwinnen. Zo’n oppositie zou overgangseisen moeten formuleren die de huidige situatie van de werkende klasse op een begrijpelijke manier koppelt aan de strijd voor het socialisme. Daardoor zouden de arbeiders bij elke stap die ze zetten zich bewuster worden van het feit dat ze de huidige wereldchaos en de aanvallen op hun leefomstandigheden slechts kunnen stoppen door zelf de macht in handen te nemen.

Talloze historische voorbeelden tonen dat met de verhoging van de klassenstrijd de greep van de pro-kapitalistische leiding verzwakt. Uiteindelijk leidt dat proces tot de vorming van massale links-reformistische en centristische stromingen op zoek naar revolutionaire alternatieven op de crisis van het kapitalisme. Het is om die reden dat marxisten aanwezig moeten zijn in de massaorganisaties van de arbeiders. We moeten dat steeds weerkerend proces anticiperen en, waar mogelijk, nu al trachten een linkse oppositie te organiseren rond een socialistisch programma binnen die partijen en vakbonden om het proces te versnellen. Dit en enkel dit proces, dat alle uiterst linkse groepen ontkennen, kan de basis zijn voor de vorming van een echt grote marxistische organisatie in Groot-Brittannië, België en internationaal.