Voor het eerst sinds de massale werkloosheid een permanent gegeven is geworden in Frankrijk is er een beweging van de werklozen van de grond gekomen over het hele land. Deze beweging is er ook in geslaagd de hand te reiken aan de vakbeweging. Verschillende werklozenorganisaties zoals APEIS en AC! bestonden al een paar jaar, net zoals de werklozencomité’s van de CGT. (Communistische vakbond). In de aanloop van de winter begon hun actie een ongekende weerklank te genieten. De gebouwen van de ASSEDIC (de administratie van de werkloos-heidsuitkeringen) werden bezet, er vonden betogingen plaats en ook vergaderingen waar werklozen kwamen praten in bedrijven en universiteiten. De publieke opinie keerde en schaarde zich achter de werklozen. Peilingen toonden aan dat twee derden van de bevolking sympatiseerden met de beweging. Ook de beweging van de openbare diensten in november-december 1995 en alle andere belangrijke stakingen sindsdien genoten van dezelfde publieke steun.

De werkloosheid is torenhoog: officieel zijn er 3,1 miljoen werklozen. CREDOC, het bureau voor sociale statistieken, schat het reële cijfer veel hoger: zowat 5 miljoen mensen in Frankrijk zouden zonder job zitten. De jeugdwerkloosheid is verdubbeld in 10 jaar. Jongeren hebben het moeilijk een "normale" job te vinden. Meestal gaat het om een contract van bepaalde duur, deeltijds werk of laagbetaald. Elke maand vallen 50.000 werklozen in een nieuwe categorie van minimum-uitkeringen. Als gevolg hiervan stapelen ze enorme schulden op. De gemiddelde werkloosheidsduur bedraagt nu dertien maanden. Veel werklozen, vooral die boven de 45 jaar, komen tot het besluit dat er voor hen geen werk meer is.

Het patronaat was zeer verontrust over de omvang van de beweging. Het heeft gepoogd de werklozen te isoleren door te beweren dat ze gemanipuleerd werden door extremistische groepen. Dat is natuurlijk nonsens. De belangrijkste reden voor deze beweging is de onmacht van de bazen om nog werk te scheppen.

Natuurlijk zijn er ook bijzondere factoren die aan de basis liggen van de huidige werklozenbeweging in Frankrijk. De verkiezing van de socialistisch-communistische regering als onrechtstreeks gevolg van de stakingen tegen de Juppé-regering, heeft ongetwijfeld verwachtingen geschapen. De linkse regering is aan de macht gekomen tegen een verschillende sociale achtergrond van die in 1981 toen Mitterrand verkozen werd. Het blinde vertrouwen dat toen heerste is in rook opgegaan. De werkende bevolking is wanhopig verontrust over haar toekomst en wenst dat er maatregelen genomen wordt om haar te beschermen tegen de gevolgen van de economische crisis.

Het is in feite onder de druk van de arbeidersklasse dat de wet op de 35-urenweek zonder loonverlies er is gekomen. De regering poogt natuurlijk via de achterdeur een aantal maatregelen binnen te smokkelen die het effect van de arbeidsduurvermindering op het patronaat mildert zoals een grotere flexibiliteit in de werkorganisatie. Jospin ondervindt grote moeilijkheden. Hij staat onder intense druk van het patronaat om een politiek uit te stippelen die beter de belangen van het kapitalisme verdedigt. Tot nu toe heeft hij slechts een toegeving gedaan van 1 miljard FF (ongeveer 6 miljard BF). Geheel ontoereikend als je weet dat de regering niet heeft geaarzeld het geld van de belastingbetaler voor een bedrag van 150 miljard FF in te zetten om multinationale ondernemingen verbonden aan de Crédit Lyonnais uit de penarie te helpen.

De huidige beweging weerspiegelt eveneens meer algemene processen in de maatschappij. Sinds 1995 hebben we verschillende voorbeelden gezien van groepen en segmenten van de maatschappij, met weinig of geen traditie van strijd, die in actie zijn geschoten. Vrachtwagenchauffeurs, jonge geneesheren, migranten zonder papieren, bankbedienden (die het hoofdkwartier van de Crédit Foncier bezet hebben), winkelpersoneel, daklozen, gepensioneerden en nu de werklozen zijn opgestaan en eisen hun rechten op.

De belangrijkste eis van de werklozenbeweging is werk, maar ze willen ook een hogere werkloosheidsuitkering. Nicole Notat, een bijzonder domme en rechtse leider van de CFDT-vakbond, heeft de werklozenbeweging afgeschilderd als totaal niet representatief. De strijdbaarheid van de werklozen was echter zodanig groot dat ze Eerste Minister Jospin heeft genoopt zelf rechtstreeks met hen te onderhandelen.

De regering blijkt momenteel niet bereid om verdere toegevingen te doen. Tot nu toe werd echter geen enkele frank uitbetaald, zelfs niet de beloofde één miljard.

De oproerpolitie heeft de bezette ASSEDIC kantoren met geweld ontruimd. Maar ondanks de mediastilte gaat de beweging van de werklozen verder. Op 24 februari nog vond in Parijs een zeer succesvolle betoging plaats als protest tegen de gevangenname van 4 werklozen die aangehouden werden tijdens een actie tegen de deurwaardersverkoop van het meubilair van werklozen.