Rechts zit weer in de presidentszetel. Nooit tevoren is een presidentskandidaat die als uittredende president slechts 20 procent van de stemmen op zijn naam heeft kunnen verzamelen er in geslaagd in de tweede ronde een score te behalen van meer dan 80 procent. De verklaring ligt bij de doorbraak van de uiterst rechtse kandidaat Le Pen naar de tweede ronde. Dit onverwachte resultaat heeft Chirac en de hele rechterzijde de kans geboden om zich voor te stellen als de enige ‘democratische’ kandidaat in staat om de pas af te snijden aan het Front National. Hierbij werd Chirac geholpen door de leiding van de Parti Socialiste, de Parti Communiste en bijna de hele linkerzijde die opriep voor een ‘republikeins front’ tegen het uiterst rechtse gevaar.

De schokgolf veroorzaakt door de doorbraak van het Front National naar de tweede ronde van de presidentsverkiezing zorgde voor een fantastische mobilisatie van de jongeren en de linkerzijde in de straten van Frankrijk. In nauwelijks meer dan tien dagen werden vierhonderd betogingen gehouden tot in de kleinste en meest afgelegen steden. De mobilisatie in crescendo zorgde voor de aanwezigheid van zo’n anderhalf miljoen betogers in Parijs op 1 mei en nog eens 1 miljoen in de rest van Frankrijk. Vergelijk dit met de 10 à 15.000 ‘frontisten’ verzameld rond het standbeeld van Jeanne d’Arc dezelfde dag en je krijgt een juistere voorstelling van de maatschappelijke krachtsverhoudingen tussen links en uiterst rechts. De verhouding is er een van 1 tegenover 150 uitgedrukt in mobilisatiecapaciteit. Deze beweging nam bijna pre-mei 68-achtige proporties aan.

Politisering en polarisatie

Veteranen van de politieke strijd in het rechtse kamp zoals Balladur hadden dit door en waarschuwden voor het gevaar van deze plotse springvloed van straatbetogingen die zich snel konden keren tegen andere tegenstanders. Balladur bezit het inzicht dat zo’n mobilisaties een veel diepere betekenis en draagwijdte hebben dan wat ze op het eerste gezicht aangeven. Ze zijn de voorbode van een brede politisering en scherpe polarisatie. Zoals dikwijls in de geschiedenis van de politieke massastrijd reiken de daden van de massa’s verder dan hun ideeën of het juiste besef van waar ze mee bezig zijn. Hier ligt de verklaring voor de tegenstelling tussen enerzijds de gigantische mobilisatie en het maatschappelijk gevaar dat deze inhielden voor het regime en de dominerende ideeën in deze beweging. Dat de talrijke jongeren en linkse militanten slechts één uitweg zagen om Le Pen van het presidentschap te houden door met een neusknijper of witte handschoenen voor de superleugenaar Chirac te stemmen is begrijpelijk. Begrijpelijk maar daarom nog niet correct. De leiders van de PS en de PC dragen hierin een zware verantwoordelijkheid. De stemmen van traditioneel rechts waren voldoende om Le Pen te verslaan.

De koppige dwalingen van de reformistische leiders van PS en PC

De linkse steun was helemaal niet noodzakelijk. Door op te roepen om voor Chirac te stemmen dacht de officiële linkerzijde de kritische evaluatie van hun eigen regeringsbalans te kunnen ontwijken. Het hele politieke zwaartepunt werd verlegd naar de verantwoordelijkheid van de blancostemmers, diegenen die niet waren gaan stemmen of zelf diegenen die voor uiterst links hadden gestemd. De verantwoordelijkheid van links bij de massale steun voor Chirac in de tweede ronde is een nieuwe ballast die links nu moet meedragen bij de parlementaire verkiezingen van 9 en 16 juni. Door te benadrukken dat het verschil tussen Chirac en de PS en de PC minder groot is dan tussen Chirac en het Front National doet links niets anders dan de geloofwaardigheid van traditioneel rechts te vergroten, net zoals dat van het Front National dat zich kan voorstellen als de enige anti-establishment partij.

Een groot gedeelte van het ‘volkse’ electoraat van uiterst rechts voelt zich terecht verlaten door de leiding van de Parti Socialiste en de Parti Communiste. Deze volkslagen kan links pas terugwinnen door een beleid van drastische sociale hervormingen die het leven grondig verbeteren. De regering van de ‘meervoudige’ linkerzijde van Jospin tezamen met de socialisten, de communisten en de groenen heeft een zeer slechte indruk nagelaten bij de arbeidersklasse en vele jongeren. De redenen hiervoor liggen bij een beleid dat zich heeft laten bepalen door de belangen van de beurs en de bedrijfsleiders in plaats van met lef de belangen van de arbeiders, de jongeren, de migranten en de kleine middenstand te verdedigen.

Links aan de macht maar om het kapitalisme aan te vallen!

De socialisten en de communisten moeten stoppen met zich te compromitteren met een systeem dat verantwoordelijk is voor ellende, ongelijkheid, uitbuiting, racisme en oorlog. De basisvoorwaarde voor dit is het breken van de macht van de dictatuur van het kapitalisme over ons leven. Deze dictatuur wint alle verkiezingen of wie er ook in de regering zit. Om deze macht te breken moet links weer durven nationaliseren of beter gezegd de socialisatie van de belangrijkste hefbomen van de economie op de agenda plaatsen.

Deze parlementaire verkiezingen zijn belangrijker dan de vorige presidentsverkiezingen. Vonk pleit ondubbelzinnig voor een linkse meerderheid van de PC en de PS op basis van een programma van drastische sociale hervormingen waarvan de meeste terug te vinden zijn in de eisenbundels van de vakbewegingen en de talrijke andere sociale bewegingen. Het leidt geen twijfel dat de huidige rechtse regering geleid door premier Raffarin een oorlogsmachine is tegen alle sociale verworvenheden van de arbeidersklasse. Rechts moet dus verslagen worden in de stembus. Het is ook duidelijk dat noch de PS-leiding noch de leiders van de PC enige ernstige les hebben getrokken uit de nederlaag van de presidentsverkiezingen. Ja, het programma van de PS is een beetje verlinkst. Het verzet tegen privatiseringen staat er bijvoorbeeld in maar dat was ook het geval met het programma van 1997. Dat heeft Jospin niet verhinderd de privatiseringen verder te zetten.

Als links dus opnieuw aan de macht komt zal het voor de keuze staan van een beleid ten voordele van de sociale meerderheid of wel ten voordele van een handjevol geprivilegieerden. Daarom moeten de syndicalisten, de jongeren, de socialistische en communistische militanten aan de basis nu reeds de derde ronde voorbereiden van hevige sociale strijd tegen elke vorm van sociale achteruitgang.