Twee miljoen werkers op straat in 120 verschillende steden tegen de regering van de rechtse eerste minister Raffarin, dat zie je niet elke dag. Nochtans was dit zo verleden week dinsdag 13 mei in Frankrijk.

Het personeel van de openbare diensten leverde het gros van de betogers. Nochtans daagden ook tienduizenden mensen uit de privé-sector op tijdens deze betogingen. Het hele openbare vervoer lag plat. De leerkrachten bijten echter de spits af. Al 250 scholen hebben een staking van onbeperkte duur ingezet. Dagelijks stijgt dit aantal. De aanval tegen de pensioenen door de regering werkt als een rode lap op een stier voor de mensen uit de openbare diensten. Zij zien al jaren zwarte sneeuw als gevolg van een loonstop, het inkrimpen van het personeelsbestand, privatiseringen en besnoeiingen in de uitgaven. De woede alsook de strijdbaarheid bij de werkende bevolking stijgen pijlsnel. Eergisteren, maandag 19 mei, werd het land opnieuw overstelpt door talrijke betogingen die gepaard zijn gegaan met een staking in de scholen, de universiteiten, de ziekenhuizen en vele andere sectoren van de openbare diensten. Op het einde van de week, op zondag 25 mei, zijn er opnieuw massabetogingen tegen de pensioenhervorming gepland, waar zowel in de openbare diensten als in de privé wordt voor gemobiliseerd.

Het is nauwelijks een jaar geleden, in juni 2002, dat Raffarin aan de macht kwam. Rechts won de verkiezingen in grote mate ‘door verstek’. Hiermee verwijzen we naar het groot aantal onthoudingen en de ontgoocheling in de prestaties van de socialistisch-communistische regering van Jospin. Sinds de lente van 2001 vertraagt de economie. Nu staat de economische activiteit op het randje van de recessie. De industriële productie is gekrompen. De investeringen blijven uit. Afdankingen en herstructureringen in de bedrijven zijn legio. Eerste minister Raffarin, die een uitermate cynische woordvoerder is van de rijken en machtigen in het land, dringt er in de context van groeiende werkloosheid en armoede op aan dat voor twee ambtenaren die op pensioen gaan er slechts één in de plaats komt. Gulle belastingsvoordelen en cadeaus aan de rijken versterken nog eens het sterke gevoel van onrechtvaardigheid bij de armste delen van de bevolking. De pensioenhervorming, indien ze er door komt, zal zorgen voor een inkomensverlies dat 60 procent kan bedragen van de huidige pensioenuitkeringen. Dit verschil kan alleen maar opgevangen worden door het uitstellen van de pensioenleeftijd met acht à negen jaar. We mogen ook niet vergeten dat de huidige uitkeringen in de laatste tien jaar er nog eens op achteruit zijn gegaan. De oorzaak hiervoor is een andere zogenaamde hervorming van de rechtse regering Balladur in 1993.

Machtsvertoon

De betogingen van 13 mei waren een belangrijk machtsvertoon van de arbeidersklasse en van de jongeren in Frankrijk. Vierhonderdduizend betogers vulden de brede boulevards in de hoofdstad Parijs. Het was alsof de betoging nooit ten einde zou komen. De eerste betogers verzamelden reeds om 8 uur ’s morgens. De mars startte pas om 11 uur en duurde tot 20 uur ’s avonds. De meest gehoorde slogan was die voor een algemene staking van de werkers van de openbare diensten en de privé-sector. Een paar dagen voordien werden de toespraken van de vakbondsleiders in de Bourse du Travail (syndicale vergaderzaal) onderbroken met de roep voor ‘Grève Générale, Grève Générale’ (Algemene Staking!) door de leerkrachten. De stemming onder de actievoerders was er een van sterke woede, maar ook van uitbundigheid.

De slogan ‘Juppé, on t’a eu, Raffarin on t’aura!’ (Juppé, we hebben je te grazen genomen, Raffarin, jou wacht hetzelfde) overheerste de stoet. Hierbij werd verwezen naar de nederlaag van de Juppé-regering als gevolg van een algemene staking van de openbare diensten en van de transportsector in 1995. De toenmalige Juppé-regering faalde in haar poging om de pensioenen te hervormen. Deze kapseisde door het massale protest. President Chirac ontbond in 1997 toen het parlement en lokte vroegtijdige verkiezingen uit. Het ging om een manoeuvre omdat hij aanvoelde dat het politieke tij zich tegen de rechterzijde begon te keren. Tevergeefs hoopte hij de rechterzijde op deze manier in het zadel te houden. De linkerzijde won toen de stembusslag. Deze ervaring leeft verder in het geheugen van vele vakbondsmensen en ook van brede lagen van de bevolking. Sinds 13 mei is de toestand echter veranderd.

Aan wiens kant staat de leiding van de CFDT?

De woede tegen de regering keert zich nu ook tegen de leiding van een van de grootste vakbonden, de CFDT (socialistisch gerichte vakbond). Deze vakbond is in de handen van de rechtse bureaucratie, die volledig de voeling met de basis verloren is. De algemeen secretaris van de CFDT is François Chérèque, een schijnheilige en zelfgenoegzame vertegenwoordiger van alles wat beschamend is aan de top van de arbeidersbeweging. Chérèque werd aangeduid als opvolger door Nicole Notat, de voormalige bazin van de CFDT, die toevallig of niet als kandidaat werd getipt voor een ministerpostje in deze rechtse regering.

Onmiddellijk na de betogingen van 13 mei heeft Chérèque gesprekken aangeknoopt met de regering. In ruil voor een aantal onbetekenende toegevingen pleegde Chérèque verraad tegenover de belangen van de syndicale achterban. Zo’n flagrant verraad behoort ongetwijfeld tot de ergste uit de recente syndicale geschiedenis. Donderdag sprak Chérèque zich uit voor de pensioenhervorming en blies ze elke verdere actie af tegen dezelfde regeringsplannen. Dat was een mes in de rug van de leden en de basis van de CFDT, die getroffen worden door deze hervorming. Ook de hele arbeidersbeweging voelt zich beetgenomen door dit akkoord. Het is een poging om de vakbondseenheid aan flarden te scheuren om op die manier de rechtse regering een hand toe te steken.

Dit schandalig gedrag heeft veel gemeen met de houding van Nicole Notat in 1995, die toen ook de kant koos van het schandelijke ‘Plan Juppé’. De metaalvakbond van de CFDT en ook de centrales van het onderwijs en het transport hebben nu al openlijk afstand genomen van de confederale leiding. De oppositie van de onderwijscentrale van de CFDT, de SGEN, tegen Chérèque zorgde voor een verdere oproep voor een algemene staking in het hele onderwijsstelsel. Het hoofdkwartier van de CFDT wordt sinds verleden donderdag overweldigd met protest van de achterban. Tienduizenden leden van de CFDT hebben aan de nieuwe ronde van mobilisatie deelgenomen.

Naar een algemene 24-urenstaking

De CGT (communistische vakbond) en FO (centrumvakbond, voormalige rechtse afsplitsing van de CGT), de andere vakbonden, tonen zich tot nu toe gevoeliger voor de druk van onderuit. Een krachtige oproep voor een volledige algemene staking, startend met een 24-urenstaking van de privé en de openbare diensten, is er echter nog niet gekomen. Bernard Thibault, de algemeen secretaris van de CGT, blijft opmerkelijk dubbelzinnig over deze kwestie. In een antwoord op een vraag van een TV-journalist over de mogelijkheid van een algemene staking, antwoordde hij dat “indien na de 25ste de regering nog steeds geen antwoord geeft, er geen enkele actievorm uitgesloten kan worden.” Dit zijn niet de woorden van iemand die de beweging voorttrekt, maar van iemand die van op de zijlijn 'leiding' geeft aan de beweging.

Tienduizenden zijn nu al in staking. Sommigen houden het nu reeds drie weken vol. Men kan niet verwachten dat ze deze strijd verder op hun eentje zullen voeren. Een ernstig opgezette algemene staking is nodig. Hiervoor moet er een massale campagne komen in de scholen en andere werkplaatsen die zelfs de meest passieve mensen de ernst van de aanval van Raffarin kan uitleggen. Niets kan werken zonder de steun van de werkende bevolking. Een massale algemene staking van die aard zou een ernstige slag zijn in het gezicht van de regering. Maar zo een staking zou vooral aantonen dat de arbeidersklasse over een enorme macht beschikt waarmee ze als klasse haar eigen vitale belangen kan verdedigen.

Lees meer op de website van onze Franse zusterorganisatie La RiposteLa Riposte