De nederlaag van Agalev bij de laatste verkiezingen heeft binnen en buiten de partij al heel wat stof doen opwaaien. Vandaag proberen een aantal leden en sympathisanten van Agalev verklaringen en oplossingen te bieden voor de crisis waar de partij zich in bevindt. Wij willen met dit artikel een bijdrage leveren aan het debat.

De partijtop ziet de nederlaag van de groenen als het resultaat van een slechte communicatie. Zij stelt dat de regeringsdeelname van Agalev geslaagd was, maar dat de partij er niet in slaagde haar verwezenlijkingen over te brengen naar de kiezer. De mediahetze tegen Agalev aan de vooravond van de verkiezingen vormde de genadeslag voor de ‘naïeve’ groene partij.

Naast deze officiële analyse circuleren er vandaag een drietal oproepen die van Agalev een ‘linkse’ partij willen maken. Kartelvorming van de groenen met SP.a wordt beschouwd als een verdere verrechtsing van de partij. Agalev zou daarentegen een linkse oppositie moeten vormen tegenover de sociaal-democratie. Geen van deze verklaringen biedt echter een bevredigend antwoord op de vraag waarom de groenen zo sterk achteruitgingen. De nederlaag van Agalev moet gekaderd worden in een historische en internationale context.

Historische oorzaken van de groene opgang

Na de Tweede Wereldoorlog vervulden de socialistische partijen een sleutelrol bij het uittekenen van het model van sociaal overleg tussen arbeid en kapitaal. Op basis van een gestage economische groei wist het reformisme belangrijke materiële en sociale verworvenheden voor de arbeidersklasse in de wacht te slepen.

De crisis van de jaren ’70 en ’80 maakte echter een einde aan de naoorlogse economische bloeiperiode. De kapitalistische ‘verzorgingsstaat’ was van zijn economische basis ontdaan. De kapitalisten zagen hun winstvoeten dalen. De marges voor reformistische maatregelen slonken zienderogen. Eind jaren ’70 en begin jaren ’80 vonden krachtmetingen plaats tussen arbeid en kapitaal, die uiteindelijk eindigden in een overwinning voor het kapitaal: het neoliberalisme. De beslissende factor in de nederlaag van de arbeidersbeweging was de houding van haar leiding in het sociale conflict. Deze leiding bood immers geen structurele alternatieven voor de kapitalistische crisis, maar hield krampachtig vast aan een historisch achterhaald overlegmodel. Het arbeidersverzet werd een defensieve strijd, enkel gericht op het bewaren van de vroeger verworven rechten. Uiteindelijk gingen socialistische vakbond en partij mee in de neoliberale logica van ‘soberheid’ en ‘besparingen’, wat neerkwam op een ongebreidelde aanval op de lonen en de werkgelegenheid.

Tijdens de maatschappelijke radicalisering eind jaren ’60 en in de jaren ’70 ontstonden naast de arbeidersbewegingen een aantal strijdbewegingen van de geradicaliseerde middenklasse (de studentenbeweging, de Derde-Wereldbeweging, de groene beweging, de vredesbeweging, de vrouwenbeweging enzovoort). Mede door de politiek van de vakbonds- en partijbureaucratie slaagde de socialistische beweging er niet in om een duurzame alliantie te sluiten met deze groeperingen en hun strijd te kaderen binnen de strijd voor een socialistische maatschappij.

In de jaren ’80 werden in heel West-Europa dan ook ‘groene’ partijen opgericht, die de politieke uitdrukking vormden van de geradicaliseerde maatschappelijke groepen. De ideologische degeneratie van de sociaal-democratie werkte niet alleen de opkomst van de groenen in de hand, ook extreem-rechts kende een ongehoord succes. In België hield de opmars van Agalev gelijke tred met die van het Vlaams Blok. Door hun linksere retoriek en imago vormde de groene partij voor velen een tastbaar alternatief voor de ‘rechtse SP’.

Bovendien stimuleerde ook de crisis in de CVP de groei van Agalev. Vooral in het ACW en het ACV kwamen er stemmen op om de band met de CVP te herzien, ja zelfs te breken. De CVP schoot tekort als politiek verlengstuk voor de aspiraties van de vele christelijke organisaties en militanten. Niet weinig militanten keken daarom op naar Agalev.

Neergang door gebrek aan alternatief

De opname van Agalev in de vorige regering en haar deelname aan het rechtse, liberale beleid waren een ontnuchtering. In fundamentele dossiers zoals de wapenleveringen aan Nepal, de wapentransporten naar Irak, Doel, stemrecht voor migranten, asielbeleid enzovoort konden ze het verschil niet maken. Agalev vormde een klein, maar even functioneel radertje binnen de regering. De kiezers beseften dat Agalev geen alternatief vormde voor SP.a, die zich daarenboven door de kartelvorming met Spirit een – onterecht – progressief imago had aangemeten. De verrechtsing van de sociaal-democratie heeft Agalev groot gemaakt, maar Agalev toonde in de regering aan niet linkser te zijn. Veel linkse kiezers die vroeger uit een degout tegenover de SP-leiding een nuttige stem ter linkerzijde wilden uitbrengen, maakten dan ook de rekening en kozen voor de sterkste van de twee linkse partijen: de SP.a. De crisis van de groenen is overigens geen typisch Belgisch fenomeen. Ook in Frankrijk en Nederland werden de groene partijen afgestraft op hun regeringsdeelname zonder werkelijke sociale hervormingen.

In Vlaanderen wil de SP.a de groenen verleiden om met hen in zee te gaan. De linkerzijde binnen en buiten de Vlaamse groene partij verzet zich echter met hand en tand tegen een kartel SP.a-Agalev. Haar stelling luidt dat de SP.a een rechtse partij is, medeverantwoordelijk voor het ‘neoliberaal beleid’. Agalev zou ofwel als zweeppartij voor SP.a moeten fungeren, ofwel als een linkse oppositie tegenover het neoliberalisme.

Als we echter het programma bekijken dat deze linkerzijde als alternatief voorstelt, dan blijkt dit, in het beste geval, een links-reformistisch programma te zijn. Het programma stelt de machts- en bezitsstructuren van het kapitalisme niet in vraag. In plaats daarvan wil ze een rechtvaardigere ‘herverdeling’. Daarom willen wij oprechte linkse militanten bij Agalev vragen om een antikapitalistisch programma te verdedigen.

Belang van programma

De hamvraag is natuurlijk wat er ‘beschikbaar’ is van middelen en wie bepaalt wat er beschikbaar is in de maatschappij. In de laatste vijftien jaar hebben we een belangrijke omgekeerde herverdeling vastgesteld tussen arbeid en kapitaal, ten voordele van de laatste. Moeten wij echter vertrekken van wat de kapitalisten ons willen toestaan nadat zij voldoende winst hebben binnengehaald? Nee, we moeten vertrekken van wat de echte behoeften zijn en hoeveel middelen hiervoor nodig zijn (bv. ziekenzorg, openbare diensten, mobiliteit). Als we deze inventaris hebben opgesteld, zullen we vaststellen dat de realisering van deze noden botst met wat de kapitalisten willen afstaan van hun winsten. Niet veel. Zelfs de strikt ecologische eisen kunnen binnen dit kader niet gerealiseerd worden.

Ofwel leggen we ons hierbij neer en morrelen we wat aan het systeem binnen de limieten die het kapitalisme ons oplegt. Ofwel kiezen we voor de overname van de belangrijkste hefbomen van de economie door middel van nationalisatie onder democratische controle en de planning van de economie. De eerste optie is deze van de groene of lichtrode reformisten. De tweede keuze is deze van de marxisten.

Het verzet tegen een kartel met de SP.a rechtvaardigen op basis van het gevaar om ‘opgeslorpt ‘ worden is volgens ons naast de kwestie. Wij zijn voorstander van gemeenschappelijke actie van Agalev en de SP.a in en buiten het parlement op basis van correcte eisen en maatregelen (zoals bv. de strijd voor arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, gratis openbaar vervoer, tegen privatiseringen, tegen oorlogstransporten). Dat is de essentie van de zaak. Het is van secundair belang of die de vorm aanneemt van een kartel of een andere vorm van samenwerking. In Frankrijk is een regering van de groenen, de socialisten en de communisten aan de macht geweest tot in 2002. Grondige verandering heeft hun beleid niet gebracht voor het leven van de gewone mensen. Integendeel. Het is de beschamende liberale politiek van deze regering die een diepe malaise heeft gevoed en leidde tot de sterke score van Le Pen.

Het politieke programma is voor ons dus essentieel in de toenadering tussen Agalev en SP.a. De rest is bijzaak.