In november dit jaar wordt de tachtigste verjaardag gevierd van de Duitse Revolutie van 1918. Een van de meest opvallende figuren uit die tijd was ongetwijfeld Rosa Luxemburg. Deze socialistische leidster werd geboren op 5 mei 1871 in Zamosc in het zuidoosten van Polen. Toen ze 2,5 jaar oud was verhuisde haar familie naar Warschau. Daar begon tijdens haar secundaire studies haar politiek engagement. Ze sloot zich aan bij de Proletarische Partij, een bondgenoot van de Russische populisten (de zgn. "Narodniki").

Aan het einde van 1889, toen haar aanhouding door de politie nakende was, verhuisde ze naar Zürich om haar studies verder te zetten. Zwitserland was toen de trekplaats bij uitstek van talrijke Russische marxistische ballingen: Plechanov, Axelrod en anderen. Onder hun invloed leerde ze het marxisme kennen. Vanuit Zürich werd ze in 1892 een van de grondleggers van de Poolse Socialistische Partij, de PSP. Ze kwam echter snel in botsing met de leiders van deze partij als gevolg van de nationalistische elementen in hun programma. Vijf jaar later vormde de PSP zich om tot de Socialistische Democratische Partij van Polen en Litouwen.

Hervorming of Revolutie

Tot haar dood was Rosa Luxemburg een van de meest vooraanstaande leidsters van de Poolse sociaal-democratie en voerde ze een ononderbroken strijd tegen de PSP-leiders. In 1897 reisde ze naar Duitsland waar ze actief werd in de SPD (Duitse Sociaal-democratische Partij), de grootste partij van de Tweede Internationale. Haar aansluiting bij de SPD valt samen met de publicatie van een reeks artikels van Bernstein, die hiermee de theoretische grondslagen legt van het reformisme. In deze artikels ontkent Bernstein de toenemende tegenstellingen van het kapitalisme, verwerpt hij de klassenstrijd en onderstreept hij de mogelijkheid om tot het socialisme te komen dankzij stapsgewijze hervormingen van het systeem en van de politieke democratie zonder socialistische revolutie.

Dit concept vatte Bernstein later samen in zijn boek: "De voorwaarden voor het socialisme en de taken van de sociaal-democratie". Tegen deze aanfluiting van het marxisme, de politieke uitdrukking van de ontaarding die de Tweede Internationale onderging, was er in het begin slechts één stem die zich verhief. Met inzicht en grote duidelijkheid ontleedde Rosa Luxemburg één voor één al de argumenten van Bernstein in haar boek "Hervorming of Revolutie" In de inleiding antwoordt ze op de door de reformisten meest gekende "aanpassing" van het marxisme die erin bestaat te beweren dat revolutionairen niet voor hervormingen strijden. Eveneens geeft ze uiterst-links ervan langs wanneer die de strijd voor hervormingen verwerpen. Rosa Luxemburg legt er de dialectische band uit tussen de strijd voor hervormingen en de socialistische revolutie.

Zo onderstreept ze dat "de dagelijkse strijd voor hervormingen, voor de verbetering van de situatie van de arbeiders binnen de grenzen van het bestaande sociale stelsel en via de democratische instellingen de sociaal-democratie de enige manier biedt om deel te nemen aan de strijd van de arbeidersklasse en vooruit te gaan naar haar uiteindelijke doel: de verovering van de politieke macht en de afschaffing van het salariaat. Tussen sociale hervorming en revolutie bestaat er voor de sociaal-democraten een onbreekbare band. De strijd voor hervormingen is het middel, de sociale revolutie het doel". Bernstein daarentegen stelde dat "het einddoel niets is, de beweging is alles".

Economische opgang en revolutionaire strijd

Dit debat had plaats in een context van opgang van het kapitalistische systeem, wat natuurlijk gunstig was voor de ontwikkeling van rechtse stromingen in de SPD. Bernstein steunde hierop om zijn theorie ingang te doen vinden. Deze discussie die het licht zag aan het einde van de 19de eeuw is tot vandaag de dag een constante geworden binnen de rangen van de arbeidersbeweging. Ondanks de periodieke crisissen van het kapitalisme zijn er op momenten van economische groei steeds "moderne socialisten" die beweren even "moderne ideeën" bij te brengen aan de arbeiders. Deze ideeën zijn net als gisteren slechts karikaturale herhalingen van de stellingen van Bernstein meer dan een eeuw geleden.

Vandaag zijn de ideeën van Tony Blair, de Britse Eerste Minister, in de mode. Deze leiders verbergen natuurlijk het feit dat als gevolg van hun maatregelen de burgerij erin slaagt tijdelijk een uitweg te vinden uit hun crisis door ze af te wentelen op de werkers en hun gezinnen. Een ander gevolg van hun hervormingspolitiek zonder hervormingen, of beter gezegd met "tegenhervormingen", is dat ze er niet in geslaagd zijn de alarmerende werkloosheidscijfers om te buigen. In het eigen "vaderland van Bernstein" overstijgen deze statistieken nu reeds deze van tijdens de jaren '30. Is dit geen goed bewijs dat de loreleizangen van het reformisme vandaag net zoals gisteren voor de arbeidersklasse geen uitweg bieden? De theoretische kritiek van Rosa Luxemburg aan het adres van het reformisme was dus wel verdiend.

Het Bolsjewisme en Rosa Luxemburg

De ervaring van de Russische Revolutie van 1905 werd opnieuw onder de loep genomen van de kritische analyse van Rosa in haar werk "Massastaking, partij en vakbonden". Hierin ontleedt ze de revolutionaire uitbarsting en poogt ze besluiten te trekken die nuttig kunnen zijn voor de Duitse arbeiders. Eens te meer trekt ze van leer tegen de rechterzijde van de SPD en sommige vakbondsleiders, doordrongen van opportunisme.

"Deze vakbondsleiders en parlementairen", schrijft ze, "beweren dat de Duitse arbeidersklasse te zwak is en dat de omstandigheden niet rijp zijn voor een revolutionaire massastrijd. Ze hebben vanzelfsprekend niet het minste besef dat het gemiddelde niveau van rijpheid van de klassenverhoudingen en de sterkte van de arbeidersklasse niet afhangen van de syndicale statistieken of van de kiesresultaten, maar bepaald worden door gebeurtenissen zoals de Russische Revolutie".

In de herfst van 1905 braken de vakbondsleiders openlijk met de politiek van de SPD. Op het congres van Jena werd de discussie gevoerd of het partijprogramma de oproep voor de algemene staking moest opnemen. Uiteindelijk werd een motie aanvaard die de partij toeliet hiertoe op te roepen, maar enkel en alleen indien de regering zou pogen het stemrecht in te perken. Deze zwakke stellingname was echter voldoende om de vakbondsleiders af te schrikken. Op het syndicaal congres in Keulen, onmiddellijk na de SPD-bijeenkomst, werd geoordeeld dat zelfs de theoretische discussie hierover met "vuur spelen was". Het werd dus verworpen. Voor de eerste keer werd en op een vakbondscongres geleid door SPD-ers een standpunt ingenomen dat indruiste tegen dat van de partijleiding.

Later echter in 1906 kwamen zowel de SPD- als vakbondsleiders bijeen om de resolutie van Jena te begraven. Het daaropvolgende congres keurde een resolutie goed waarin vastgesteld werd dat er niet de minste tegenstelling bestond tussen het syndicale standpunt en dat van de partij. De revolutie van 1905 droeg bij tot de toenadering van de partij van Rosa Luxemburg met de Bolsjewieken. Politiek vonden ze zich dikwijls terug tegen de Mensjewieken.

Met de tijd groeiden de verschillen tussen de twee stromingen in de SPD. De meerderheid van de Partij, aangevoerd door Kautsky, verliet geleidelijk aan het marxisme en het is Rosa Luxemburg die op de meest heldere wijze de afwijkingen inzag die door de rest van de Internationale niet werden opgemerkt.

Proletarisch internationalisme

Deze afwijkingen vonden hun meest duidelijke uitdrukking op 4 augustus 1914 toen de Duitse parlementairen van de sociaal-democratie de oorlogskredieten stemden. Zo verleenden ze een ondubbelzinnige steun aan de imperialistische politiek van de Duitse burgerij. Dat ze hierbij hun eigen resoluties en die van de gehele Internationale geweld aandeden, deed er niet toe. Tijdens de laatste vergadering van de Tweede Internationale, net voor het uitbreken van de oorlog, verklaarde Victor Adler het volgende: "Kameraden, het is van het grootste belang dat allen hier aanwezig de nodige krachten putten om in ons land alles te doen wat in onze macht ligt om ons met alle middelen te verzetten tegen de misdaad van een oorlog. Indien we hierin slagen, indien we werkelijk erin slagen het uitbreken van de oorlog tegen te houden, dan wordt dit de hoeksteen van onze toekomstige overwinning. Dat is de geest die in onze Internationale heerst."

Op 26 juni zal de krant van de Duitse partij besluiten: "We zijn geen marionetten. We strijden met alle onze macht tegen een systeem dat de mensen omvormt tot machteloze instrumenten van een blinde lotsbestemming, tegen het imperialisme dat zich klaar maakt om Europa, dat naar vrede hunkert, te herleiden tot een bloedig slagveld".

De goedkeuring van de oorlogskredieten zal gerechtvaardigd worden in het theoretische tijdschrift van de Partij, Die Neue Zeit, op 25 september 1914 op de volgende manier: "Zolang de vraag slechts overwinning of nederlaag is, verdwijnen alle andere kwesties naar de achtergrond, zelfs de doelstelling van de oorlog. Op dit ogenblik verdwijnen alle verschillen tussen partijen, klassen en naties in de schoot van het leger van de bevolking." Later, op 27 november, verscheen in hetzelfde tijdschrift een artikel met de titel "De Limieten van de Internationale". Hierin werd gesteld "dat de wereldoorlog de socialisten in verschillende nationale kampen heeft opgesplitst. De Internationale is niet in staat om dit tegen te houden. De Internationale is eigenlijk geen efficiënt middel in oorlogstijd, het is hoofdzakelijk een instrument voor de vrede. De grote historische taak van de Internationale is de strijd voor vrede, de klassenstrijd in vredestijd".

Rosa Luxemburg kon na de goedkeuring van de oorlogskredieten slechts één besluit trekken: "Na 4 augustus is de Duitse sociaal-democratie een rottend lijk geworden". Ze bleef niet bij de pakken zitten en werkte aan een programma tegen de oorlog, waarbij ze de meerderheid van de leiders van de Tweede Internationale verweet de arbeidersklasse als kanonnenvlees te hebben overgeleverd aan hun respectievelijke burgerijen. Tegenover hun chauvinistische en opportunistische politiek pleitte ze voor een internationalistische politiek. Lenin dacht eerst dat het nieuws van de goedkeuring van de oorlogskredieten in Duitsland een vervalsing door de politie was. Toen hij de waarheid te weten kwam was zijn besluit snel getrokken: "Ik haat en misprijs Kautsky vandaag meer dan iemand anders van deze schijnheilige, zelfgenoegzame, laaghartige en nutteloze bende. Rosa Luxemburg had gelijk; zij begreep lang geleden reeds dat Kautsky in hoge mate over de kruiperigheid beschikt van een intellectueel. Om het nog duidelijker te zeggen, hij is altijd een lakei geweest, een lakei van de meerderheid van de partij, een lakei van het opportunisme".

Rosa Luxemburg, Lenin en de andere internationalisten werden herleid tot een kleine groep in de schoot van de Tweede Internationale. De golf van chauvinisme had hen tijdelijk in een hoek gedrumd. Ze ondergingen de repressie, vlogen de gevangenis in, maar dat vermeed niet dat ze konden steunen op de meest vooruitstrevende en bewuste elementen van de arbeidersklasse in Europa. Grote gebeurtenissen zoals de Russische Revolutie van 1917 en de Duitse Revolutie van 1918-19 gingen hen gelijk geven.

De Spartakisten

In die tijd bouwde Rosa Luxemburg binnen de SPD aan de "Bond der Spartakisten", die later de Communistische partij ging worden. Een jaar na de Russische Revolutie brak de revolutie uit in Duitsland. Opnieuw koos de leiding van de sociaal-democratie de kant van de burgerij en liet ze Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en de meest vooruitstrevende elementen van de arbeidersklasse vermoorden. Op 11 januari 1918 kwam Ebert Noske, sociaal-democraat en Volkscommissaris van het Leger en de Marine Berlijn binnen.

Aan het hoofd van de Freikorps (een contrarevolutionaire militaire eenheid, samengesteld uit de meest reactionaire elementen van het voormalige Pruisische leger) bezette hij de gebouwen van het dagblad Vorwärts, die waren ingenomen door de Spartakisten. Dan begint een golf van aanhoudingen en massale executies. Op 15 januari worden Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht aangehouden. Op weg van het Hotel Eden (hoofdkwartier van de Freikorps) naar de gevangenis van Moabit wordt eerst Liebknecht omgebracht, vervolgens wordt Rosa Luxemburg toegetakeld met geweerkolven en ten slotte neergeschoten. Haar lijk wordt in het "Landwehrkanal" gegooid. 's Anderdaags verspreidt de overheid het nieuws van de dood van Liebknecht na een zogenaamde "vluchtpoging" en deze van Rosa Luxemburg die door een "woedende menigte" zou aangevallen geweest zijn.

Een voorbeeldige revolutionair

De persoon van Rosa Luxemburg werd gemanipuleerd door zowel de burgerij als de reformisten en stalinisten. De reformisten zetten de meningsverschillen met Lenin over de organisatie van de partij sterk in de verf als bewijs van het autoritair en anti-democratische karakter van de Bolsjewieken die aan de basis zou liggen van de latere ontaarding van de Russische Revolutie. De stalinisten rechtvaardigen hun vergissingen en misdaden door Rosa Luxemburg nu eens rechtse en dan weer linkse afwijkingen te verwijten.

Het is waar dat Rosa Luxemburg polemieken en meningsverschillen onderhield met Lenin. De meest opvallende verschilpunten betroffen de nationale kwestie en het recht op zelfbeschikking der naties en de visie op de partij en de revolutie. Luxemburg was volledig gekant tegen het recht op zelfbeschikking. Met haar radicaal internationalistisch standpunt misprees ze deze eis als nationalistisch vergif binnen de arbeidersbeweging. Haar bedoeling was de eenheid van de arbeidersklasse te behouden boven elke nationale verdeeldheid. Maar ze vertoonde de neiging de nationale onderdrukking te ontkennen en het gevoel van onderdrukking die dit veroorzaakte onder de arbeiders van de onderdrukte natie.

Lenin verdedigde tegenover Rosa Luxemburg in zijn "Het recht op zelfbeschikking der volkeren" het standpunt van Marx. Deze drong aan om de nationale gevoelens onder de bevolking van de onderdrukte natie op te ruimen om zodoende het egoïstische en reactionaire nationalisme van de nationale burgerij te ondermijnen. Het revolutionair potentieel van het nationaal gevoel tegen onderdrukking krijgt in dit standpunt zijn juiste dimensie. Lenins verdediging van het recht op zelfbeschikking werd verbonden aan een programma van socialistische revolutie. Dit recht is echter niet absoluut, maar ondergeschikt aan de meer algemene belangen van de arbeidersklasse. In de Russische Revolutie zullen we zien hoe belangrijk de verdediging van dit recht geweest is bij de overwinning van de Bolsjewieken.

Wat de meningsverschillen over de partij betreft, zijn deze de inzet geweest van allerlei vervormingen en manipulaties van de gedachten van Rosa Luxemburg. Vooral de reformisten maakten hier gretig gebruik van om als breekijzer te gebruiken tegen de "autoritaire concepten" van Lenin. In werkelijkheid overschatte Rosa Luxemburg de spontaneïteit van de massa's. Alle revoluties hebben aangetoond dat de scheppende kracht, de spontaneïteit en de wilskracht van de arbeiders tot veel zaken in staat zijn. De Commune van Parijs, de revoluties van 1905 en 1917 in Rusland, de Spaanse revolutie van 1931-39 zijn slechts enkele voorbeelden van de mogelijkheden van de arbeidersklasse.

Maar ondanks de grote mogelijkheid tot initiatief blijkt dit onvoldoende te zijn. Het kapitalisme omverwerpen is geen gemakkelijke taak. De tegenstander is materieel en psychologisch zeer goed voorbereid om zich met hand en tand te verdedigen. Alle middelen van de burgerlijke maatschappij zijn te zijner beschikking: het parlement, het gerecht, de gevangenissen, het leger, de politie, de rijkswacht en niet te vergeten de hulp van de reformistische leiders in de arbeidersbeweging. Lenin onderschatte nooit de tegenstanders van de arbeidersklasse. Daarom drong hij zo sterk aan op de noodzaak van een revolutionaire arbeiderspartij. Deze moet de beste politieke en syndicale kaders bijeen brengen, ze politiek voorbereiden en vormen en de arbeidersklasse een programma aanbieden evenals de nodige strategie en tactiek voor de overwinning.

De burgerij improviseert niet in de klassenstrijd. De patroons en de staat bediscussiëren perspectieven, ze bereiden zich voor, analyseren de zwakheden van de leiders van de arbeidersbeweging enzovoort. De arbeidersklasse moet zich op dezelfde wijze voorbereiden. Dat was het voordeel van de Bolsjewieken tegenover elke andere stroming in de arbeidersbeweging. Op het ogenblik van de waarheid waren ze in staat de overwinning te behalen. Dit was onmogelijk geweest zonder een democratische en participatieve massabeweging en zonder een gestaalde marxistische politieke organisatie die de beste energie van de arbeidersklasse in actie kon opvangen. Ondanks alle raad en voorstellen van Lenin opdat de Bond der Spartakisten met geduld de meerderheid van de arbeiders zou winnen en zo een echte massapartij zou opbouwen, gingen Rosa Luxemburg en haar kameraden zorgeloos om met dit werk en hoopten ze teveel op de spontaneïteit van de massa's. Deze zwakheid leidde tot het isolement van de Spartakisten van de kern van de arbeidersklasse.

Ultra-linkse tendensen doken onvermijdelijk op en lagen aan de basis van de revolutionaire opstand van januari 1919. In die omstandigheden kon de burgerij met behulp van de sociaal-democratie deze in bloed smoren. Een paar dagen voor haar moord bekritiseerde Rosa Luxemburg in een aantal brieven en artikels de improvisatie van de opstand en bleek ze bereid haar kritieken op Lenin te herzien. Maar Rosa Luxemburg was een revolutionair en verliet het strijdtoneel niet via een achterdeur. Later drong Lenin aan om zijn standpunt over Rosa Luxemburg van de minste dubbelzinnigheid te ontdoen: "Het gebeurt", schreef hij," dat arenden soms lager kunnen vliegen dan kippen. Maar een kip zal er nooit in slagen weer de hoogte in te gaan zoals arenden. Rosa Luxemburg heeft zich vergist met betrekking tot de onafhankelijkheid van Polen, ze zat verkeerd in haar analyse van het Mensjewisme, ze trapte naast de bal wanneer ze in 1914 samen met Plechanov, Vandervelde en Kautsky de eenheid tussen Mensjewieken en Bolsjewieken bepleitte, ze vergiste zich in haar gevangenisartikels in 1918 (waarvan ze de meerderheid later verbeterde). Maar ondanks haar vergissingen was ze - en voor ons blijft ze - een arend. (...) Haar biografie en haar volledig politiek werk zullen nuttige handboeken zijn voor de vorming van vele generaties communisten in de wereld. 'Sinds 4 augustus 1914 is de Duitse sociaal-democratie een rottend lijk geworden', deze veroordeling heeft Rosa Luxemburgs naam gevestigd in de internationale arbeidersbeweging. Het is onvermijdelijk dat in de achtertuin van de arbeidersbeweging de kippen 'à la' Scheidemann, Paul Levi en Kautsky verder kakelen over de vergissing van een grote communist. Elkeen doet waartoe hij in staat is."

Alle eerbied en erkenning die Rosa Luxemburg had voor de Bolsjewieken en de Russische Revolutie staat te lezen in haar gevangenisartikels van 1918: "Alles wat de partij kan doen op het vlak van de moed, de vastberaden actie, het vooruitzicht en de revolutionaire samenhang heeft ze te danken aan Lenin, Trotsky en hun kameraden. De revolutionaire eer en de actiebereidheid die de sociaal-democratie in Europa zo ontbreekt, bezitten de Bolsjewieken. Hun oktoberopstand redde niet alleen de Russische Revolutie maar ook de eer van het internationaal socialisme".

De persoon van Rosa Luxemburg is vandaag meer dan ooit een referentie in de strijd voor de bevrijding van de mensheid. Het is zeker geen toeval, maar zeer betekenisvol dat in Berlijn op de verjaardag van haar moord dit jaar meer dan honderdduizend mensen betoogd hebben. Het voorbeeld van Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht en zovele anderen zijn daarom een blijvende bron van inspiratie van allen die proberen de maatschappij te veranderen.