Wat een jaar hebben we achter de rug! Sinds de viering van de vorige 1 mei is er veel veranderd in de wereld. De snelheid van de veranderingen is ook adembenemend. Een paar maanden voor 1 mei 2011 werden de dictators in Egypte en Tunisië van hun troon gestoten door een ongeziene massabeweging. De hele Arabische wereld kent sindsdien grote politieke woelingen. Verleden jaar op 1 mei had nog niemand horen spreken van de ‘Indignados’ van Spanje of van de Occupy Wall Street-beweging in de States. 1 jaar geleden leek Kadhafi nog steeds stevig in het zadel, net zoals Papandreou in Griekenland of Berlusconi in Italië.

De binnenwijken van de Britse grootsteden zijn sindsdien in opstand gekomen, het Indië ‘van onderuit’, dat van de nieuwe sociale paria’s, heeft de grootste algemene staking ooit georganiseerd in het voorjaar en de Nigeriaanse arbeidersklasse heeft gedurende één week gestaakt tegen de verhoging van de olieprijzen. Er ontstond zelfs een massale Occupy Nigeria-beweging! In Noord-Amerika, meer in het bijzonder in Québec, zijn nu honderdduizenden studenten in opstand gekomen tegen de verhoging van de studiekosten. Waarnemers hebben het over ‘le printemps québequois’ of de nieuwe lente in Québec, naar analogie met de Arabische revolutie. In Indonesië organiseert een front van tientallen vakbonden het volksprotest tegen de afschaffing van de overheidstoelagen voor brandstof. De maatregel werd tijdelijk ingetrokken door de regering.

Niet toevallig besluit een toonaangevende studie in opdracht van de wereldleiders dat het grootste risico voor de stabiliteit van het systeem de sociaaleconomische tegenstellingen zijn. Het World Risks Report 2012 plaatst sociale ongelijkheid helemaal bovenaan de ranglijst van ‘risico’s’ voor de volgende tien jaar.

Alle pogingen om een zieltogende kapitalistische economie weer leven in te pompen hebben niet veel opgebracht. Duizenden miljarden euro’s die de banken werden toegestoken hebben het zwarte gat van de financiële wereld omgevormd tot een zwart gat in de overheidsfinanciën in Europa en de VS.

Het enige antwoord van de regeringen, of ze nu rechts zijn of ‘links’ zijn, is besnoeien, besnoeien en nogmaals besnoeien. Het gevolg hiervan is dat het broze economische herstel wordt gefnuikt. Landen zoals Griekenland, Italië, Spanje en Portugal ,om er maar een paar te noemen, worden zo dieper in een uitzichtloze recessie geduwd.

De fysica leert ons dat elke reactie een tegenreactie uitlokt. Zo gaat het ook in de maatschappij. Na een eerste periode van desoriëntatie en verlamming als gevolg van de crisis in 2008 en 2009 begint de arbeidersklasse in actie te komen. Door in actie te komen begint de arbeidersklasse ook haar ketenen te voelen en tegelijkertijd haar kracht. Vandaag in 2012 is de arbeidersklasse (de brede klasse van loontrekkenden) nooit zo sterk geweest. Zowel in aantal als wat haar centrale positie in de economie betreft. Niets beweegt als de arbeidersklasse het werk neerlegt. In Egypte en Tunisië is het de stakingsbeweging in de bedrijven die de genadeslag heeft gegeven aan de despotische regimes. Dat is een mooi voorbeeld van de macht van de arbeidersklasse.

De meest opvallende uitdrukking van de groeiende tegenreactie is de wereldwijde protestbeweging tegen het kapitalisme. Een groeiend aantal mensen reageren tegen het bestaande stelsel, dat miljoenen mensen veroordeelt tot werkloosheid. Mensen hebben genoeg van de eindeloze oorlogen, van het onrecht en van het racisme. Maar vooral hebben ze hun buik vol van de obscene ongelijkheid, de enorme concentratie van rijkdom in de handen van een minuscuul kleine groep terwijl 99 procent van de bevolking moet leven in armoede en verloedering. De slogan “wij zijn de 99 procent, jullie de 1 procent” drukt dit zeer grafisch uit.

Wat opvalt is dat deze bewegingen in verschillende delen van de wereld gelijke trekken vertonen. De massa-actie en vooral de massastaking staan hierin centraal, samen met een grondige invraagstelling van het systeem. In de VS heeft de Occupy Wall Street (OWS)-beweging ook de ‘general strike’ (of de algemene staking) in ere herstelt. In Oakland, een haven aan de westkust, organiseerde OWS de eerste algemene staking in de VS sinds 65 jaar!

Sommigen wijzen al snel op de tekortkomingen van de beweging: deze is nogal chaotisch, spontaan en ongeorganiseerd. De doelstellingen noch de programma’s zijn duidelijk. Maar dit is in de hele geschiedenis kenschetsend voor elke beginnende beweging en voor de eerste etappes van een revolutie.

De grote massa leert niet uit boeken maar uit haar rechtstreekse ervaring. Grote gebeurtenissen zijn nodig om de brede massa uit haar passiviteit en politieke onverschilligheid te schudden. De revolutie is hun school. Pijnlijke maar zeer waardevolle lessen worden er geleerd. Op één dag tijd kan de massa tijdens een revolutie meer leren dan in twintig jaar van haar ‘normale’ bestaan.

En wie kan ontkennen dat de Griekse arbeiders, de Spaanse ‘indignados’, de Tunesische jonge werklozen of de bezetters van Wall Street veel hebben geleerd?

Maar er is nog meer nodig. Pleinbezettingen, opeenvolgende betogingen of een reeks algemene stakingen zijn goed, maar eigenlijk zijn ze ontoereikend om de maatschappij te veranderen. In een aantal landen is de impasse ook al voelbaar. Op deze manier is er geen vooruitgang van de beweging mogelijk. Beetje bij beetje zullen de actievoerders tot het besluit komen dat de strijd op een hoger niveau moet worden getild. Grondigere middelen zijn nodig. De huidige top van de socialistische partijen en van de vakbonden vormen door hun gebrek aan een duidelijke ideologie en programma een hindernis in de strijd voor de verandering van de maatschappij. Daarom is er in de eerste plaats een revolutionair programma nodig en een echt socialistische leiding voor de strijd die vandaag wordt gevoerd.

Op 1 mei 2012 vieren we daarom de wereldwijde strijd van de jeugd en de arbeidersklasse tegen het kapitalisme en voor een echte democratische en socialistische maatschappij.