In de vorige nummers van Vonk berichtten we reeds uitgebreid over de zaak Miguel Rubio. Na de arbeidsrechtbank heeft nu ook het arbeidshof zich uitgesproken. Hoewel Miguel tweemaal het pleit heeft gewonnen, lijken de beide rechtscolleges toch niet op dezelfde golflengte te zitten. Zo stelt het arbeidshof dat er fouten zijn gemaakt, maar dat ze niet voldoende zwaarwichtig zijn om tot ontslag om dringende reden over te gaan. Waren wij te enthousiast toen wij de uitspraak in eerste aanleg als een overwinning voor de vakbeweging bestempelden? Hierna volgt een (ont)nuchtere(nde) analyse door een jurist.

De voorgeschiedenis

Voor wie de details van het geschil niet zou kennen, zetten we de feiten op een rij. Miguel Rubio treedt in 1979 in dienst van de n.v. Diamont Boart. In 1997 wordt een gedeelte van de vennootschap overgenomen door de n.v. Wendt Boart. Rubio tekent als vakbondsafgevaardigde een collectieve arbeidsovereenkomst m.b.t. de werking van de overlegorganen. Hij cumuleert vanaf 1 januari 1998 de taak van vakbondsafgevaardigde met deze van lid van de ondernemingsraad. Twee maanden later wordt hij zelfs secretaris van de ondernemingsraad. Op 31 maart 1999 zet de werkgever de procedure in gang om hem te ontslaan om dringende reden. In een brief formuleert de werkgever drie verwijten. Miguel Rubio heeft gedurende een periode van vijf maanden zich uitsluitend beziggehouden met zijn mandaat en heeft dus niet gewerkt, daarnaast heeft hij handtekeningen verzameld voor de lijst Debout van Roberto D'Orazio. Als verzwarende omstandigheid wordt hem een rebelse houding verweten tijdens een gesprek met de directie.

Deze zaak is vanuit juridisch oogpunt alleen interessant omwille van de eerste twee klachten. Zij hebben immers een uitspraak uitgelokt over de grenzen van de syndicale actie in de onderneming. Daarover bestaat nauwelijks rechtspraak.

Syndicaal verlof

Het is evident dat een vakbondsafgevaardigde, die daarenboven lid is van de paritaire overlegorganen in de onderneming, een zekere tijd aan zijn mandaat moet besteden. Het aantal uren "syndicaal verlof" dat hij mag opnemen, wordt meestal bepaald door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst. Wanneer deze goed is opgesteld, bestaat er geen discussie over de momenten waarop de afgevaardigde afwezig mag zijn, de procedure om het verlof aan te vragen, enz. De afspraken worden echter ook soms door middel van een "gentleman's agreement" geregeld. Wanneer de sociale verhoudingen verzuren, is er van gentlemanlike gedrag meestal geen sprake meer en worden dergelijke afwezigheden - zoals de zaak Rubio perfect illustreert - een punt van discussie.

Het arbeidshof en de arbeidsrechtbank komen m.b.t. de afwezigheden tot dezelfde conclusie, namelijk dat er geen sprake is van een dringende reden. Het arbeidshof is echter scherp(er). Het erkent weliswaar dat de rechter zich niet mag bemoeien met de vakbondsactiviteiten, maar kapittelt Miguel Rubio toch omdat hij alleen tweederde van het aan de volledige vakbondsafvaardiging toegestane verlof had opgenomen. Het hof besluit dat zijn houding normaliter een dringende reden zou uitmaken, m.a.w. dat zijn gedrag een fout uitmaakt die elke verdere professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. Het stelt evenwel vast dat de werkgever gedurende vijf maanden niet heeft gereageerd en dan plots de afwezigheden als een dringende reden beschouwt. Dat kan niet.

We zullen uiteraard nooit weten wat het Hof van Cassatie over de argumentatie zou zeggen. De kans is echter groot dat het de redenering van het arbeidshof m.b.t. het foutieve karakter van de afwezigheden zou verwerpen. Immers, ofwel zijn er concrete afspraken over het syndicaal verlof en dan moeten deze worden nageleefd, ofwel - zoals in dit geval - werd er niet voorzien in een specifieke schikking en dan mogen we veronderstellen dat de vakbondsafgevaardigden hun verlof onderling kunnen regelen. Indien de werkgever dit had willen voorkomen, had hij maar een ander - meer nauwkeurig - akkoord moeten sluiten met de werknemersorganisaties.

Politiek in de onderneming

De arbeidsrechtbank en het arbeidshof nemen ook een verschillende houding aan m.b.t. de klacht over de vermeende politieke agitatie. Voor het hof mag een werknemer geen actie voeren voor een politieke partij omdat een bepaling in het arbeidsreglement propaganda in de onderneming verbiedt. Het hof merkt ook op dat de werving los staat van het syndicaal mandaat; er is immers geen verband met de belangen van de werknemers. Er wordt echter rekening gehouden met het gespannen sociaal klimaat zodat het feit toch niet als een dringende reden wordt gekwalificeerd. De arbeidsrechtbank heeft meer zin voor nuance en formuleert een aantal algemene principes waaraan de feiten worden getoetst: het mandaat mag alleen maar worden gebruikt ter verdediging van de belangen van de leden, de actie moet toelaatbaar zijn en er mag geen schade worden toegebracht aan de werkgever. De rechtbank gaat uit van de veronderstelling dat aan de voormelde voorwaarden werd voldaan zodat Miguel Rubio niet kan worden ontslagen. Daarenboven wordt gesteld dat hij misschien wel in de waan was dat hij door de handtekeningenactie toch de belangen van zijn werkmakkers kon dienen.

Sommige commentatoren menen dat uitspraak van de arbeidsrechtbank impliceert dat onder bepaalde omstandigheden politieke actie mogelijk moet zijn binnen de onderneming. Zover durven wij toch niet te gaan. Temeer omdat de ganse discussie over de toelaatbaarheid van politieke actie van ondergeschikt belang is geweest voor de besluitvorming van de rechter. Vooral het feit dat het verzamelen van de handtekeningen onvoldoende werd bewezen, heeft de doorslag gegeven. De arbeidsrechtbank en het arbeidshof houden er immers rekening mee dat de brigadiers die tegen Rubio getuigden onder het gezag staan van de werkgever en dat daarom aan hun woord kan worden getwijfeld, net zoals de getuigenissen ter ontlasting met een korrel zout worden genomen.

Relatief belang van de uitspraken

In menige publicatie is het vonnis van de arbeidsrechtbank toegejuicht, maar wordt het arrest van het arbeidshof als minder positief ervaren. Het kan niet worden ontkend dat het arbeidshof kritisch(er) staat t.o.v. Miguel Rubio. Hoewel de dringende redenen niet worden erkend, meent de rechter in hoger beroep dat er de werknemersvertegenwoordiger toch wel enkele fouten kunnen worden aangewreven. De overwinning is minder eclatant dan in eerste aanleg, maar het blijft een overwinning. Men moet ook niet te veel belang hechten aan de inhoud van de uitspraken. Rechters zijn immers niet gebonden door de rechtspraak van hun collega's. Een andere rechtbank kan/mag op grond van dezelfde feiten tot een andere uitspraak komen.

Naar een aanpassing van de wetgeving?

Net zoals Miguel Rubio dragen de meeste werknemersvertegenwoordigers verschillende petjes: ze zijn zowel vakbondsafgevaardigde als lid van de O.R. en het C.P.B.W. Men verwacht van hen enerzijds dat ze zich in de paritaire organen constructief opstellen, maar anderzijds moeten ze als vakbondsafgevaardigde ook contesterend optreden. Daarnaast zijn ze zowel werknemer, als vertegenwoordiger van de vakbond(sleden). Als werknemer zijn ze aan het gezag van de werkgever onderworpen; als werknemersvertegenwoordiger moeten ze de belangen van hun collega's verdedigen en dus ook de werkgever controleren.

Moeten de vakbonden niet streven naar een nieuwe structuur voor de sociale verhoudingen binnen de onderneming opdat er een einde zou komen aan deze schizofrene toestand? Waarom de drie bestaande organen niet fuseren? Waarschijnlijk kan alleen een unitaire werknemersvertegenwoordiging een efficiƫnte syndicale tegenmacht vormen in de onderneming. Van enige "collaboratie" hoeft dan geen sprake meer te zijn. Uiteraard vergt een dergelijke operatie dat er een volledig nieuw statuut wordt uitgedokterd: een statuut waarbij de vakbondsafgevaardigde niet langer ondergeschikt is en waardoor hij voldoende ruimte krijgt voor zijn contesterend-controlerende functie. Een punt dat alleszins dringend moet worden gewijzigd, is de beschermingsregeling.

Sociaal overleg is maar mogelijk onder gelijken. Wanneer men de werkgever legio mogelijkheden geeft om werknemersvertegenwoordigers te liquideren, is dit niet het geval. Nu moeten we vaststellen dat Miguel Rubio gelijk krijgt van de rechter maar toch wordt ontslagen. Het feit dat dit een aardige duit kost, deert de werkgever blijkbaar niet. Werkgevers mogen dus uitspraken van de rechtbank naast zich neerleggen, wanneer een stakerspost dit doet, wordt met de dwangsom gedreigd. Begrijpe wie kan.