Enkele weken geleden wierpen verschillende juristen een steen in de syndicale en juridische kikkerpoel door te stellen dat er, zoals in Frankrijk, ook in België een terugtrekkingsrecht bestaat bij “ernstig en onmiddellijk gevaar” Daarop verklaarden syndicale verantwoordelijken dat dit een voortijdige aankondiging was en dat er moest gewacht (!?) worden op een wet om dit te regelen.

Dit argument houdt geen steek: de geschiedenis van de sociale strijd leert ons dat vele sociale rechten door actie van werknemers bekomen werden en in werking traden lang voordat ze in een wet werden gegoten. Bijvoorbeeld: de werknemers hebben nooit gewacht op een wettelijke regeling van het recht op staken om….. te gaan staken.

De werknemers van de MIVB hadden goed begrepen wat hen te doen stond: het terugtrekkingsrecht inroepen en collectief weigeren te werken wanneer hun gezondheid in gevaar was. Dat is wat ze massaal deden bij de start van de nieuwe fase in het versoepelen van de corona maatregelen, door beroep te doen op het bewuste “terugtrekkingsrecht”, dat opgenomen werd in de Wet op het Welzijn van 1996. Lees meer over dit recht in ons artikel.

Belangrijke test voor “het terugtrekkingsrecht”

Dit recht bepaalt dat “een werknemer die in geval van ernstig en onmiddellijk gevaar, dat niet kan vermeden worden, zich terugtrekt van zijn werkplek of van een gevaarlijke omgeving, hiervan geen enkele hinder kan ondervinden en beschermd moet worden tegen schadelijke en onrechtmatige gevolgen”.
De chauffeurs waren ontevreden over het akkoord dat hun vakbonden en de leiding van de MIVB gesloten hadden en weigerden, zich beroepend op het terugtrekkingsrecht, hun bus of tram te betreden. Deze actie, die een week duurde, heeft het openbaar vervoerbedrijf grondig door elkaar geschud. De actie van de chauffeurs was werkelijk voorbeeldig. Het was geen strikte vakbondsactie maar een sociale en politieke beweging in zover zij de gezondheid van de werknemers prioritair stelde boven de winst van het bedrijf. Enkelen zagen hier de hand in van “anarchistische leiders”, nog anderen ontwaarden de lange arm van de PTB/PVDA. “Externe oproerkraaiers” is een oud mantra dat steeds gebruikt wordt door diegenen die de werknemers in hun strijd willen diskrediteren.

Vakbonden: medebeheer of arbeiderscontrole?

Deze actie heeft vooral de syndicale organisaties en vele militanten, tot ver buiten de MIVB, in beroering gebracht. Op een “dramatische” manier hebben de werknemers van de MIVB de aandacht van de media, de politieke wereld en andere werknemers, gevestigd op het bestaan van dit terugtrekkingsrecht. Zij hebben ook getoond hoe het kan gebruikt worden: in een collectieve actie en met de bedoeling om de voorwaarden om opnieuw aan het werk te gaan te veranderen. Een andere vraag werd door het optreden van de MIVB-werknemers opgeworpen: hoe is het mogelijk dat de drie vakbondsorganisaties een akkoord over de werkhervatting tekenen, dat achteraf zo massaal en algemeen verworpen werd door de chauffeurs? Hoe komt het dat de vakbondsafgevaardigden, op een paar uitzonderingen na, de bestuurders niet steunden?

Dat ligt aan een verkeerde visie op het vakbondswerk, een visie die de relatie van de vakbond met de directie ziet als een soort “co-management”, een houding die de vakbond medeverantwoordelijk maakt voor de belangen van het bedrijf. Zelfs in een openbaar bedrijf is het medemanagement een valstrik voor de werknemers en hun organisaties, die meegesleept worden door de directie in hun rentabiliteitsstrategie. Want in een kapitalistische samenleving functioneert ook een overheidsbedrijf als een kapitalistische onderneming. In dit geval denken en reageren de vakbondsverantwoordelijken als bestuurders van het bedrijf en minder – of helemaal niet – als vertegenwoordigers van de werknemers. Deze opvatting is het tegenovergestelde van het syndicalisme van “arbeiderscontrole”. De strategie van “arbeiderscontrole” houdt een syndicalisme in dat zich niet voorstelt als “een medebeheerder” van het bedrijf, maar als een vertegenwoordiger en verdediger van de belangen van de werknemers. Dit impliceert de weigering om mee te stappen in de patronale logica van een privaat of van een publiek bedrijf.

Het is duidelijk dat de vakbondsleiding van de MIVB voor “medebeheer” gekozen hebben. Hoe kunnen we anders het volgende commentaar van Mohsine Rachik, vrijgestelde van de socialistische vakbond bij de MIVB verklaren : “We hebben een akkoord met de directie, in gemeenschappelijk vakbondsfront en we hebben al het mogelijke gedaan door te luisteren naar de chauffeurs, de maatregelen van sociale afstand te doen toepassen, ontsmettingsmiddelen ter beschikking gesteld. De tickettenverkoop blijft verboden in bus en tram, de bestuurders zitten geïsoleerd van de reizigers, en vooraan opstappen blijft niet toegelaten. We hebben hen gehoord en we begrijpen ze, maar syndicaal gezien kunnen we ze niet steunen.”

Het verhogen van democratie in de vakbonden

Hoe komt het dat een vakbondsorganisatie beweert de werknemers “te hebben gehoord en begrepen”, maar besluit om hen niet te steunen? De vakbond wordt verondersteld van de aangeslotenen te zijn en niet van de vrijgestelden. Als de vakbond niet het eigendom is van de werknemers, dan is ze het eigendom van iemand anders met andere belangen. Om daar verandering in te brengen is het de hoogste tijd om het democratisch gehalte van de syndicale organisaties van de MIVB te verhogen.

Van nu af aan moet een overeenkomst met de directie besproken en gestemd worden in een algemene vergadering alvorens te worden ondertekend door de vakbondsfunctionarissen. Dit is een eerste stap in de richting van een democratische en participatieve vakbondsbeweging.

Als resultaat van deze beweging werd een Chauffeurs Collectief opgericht. Ze schreven een brief, gericht aan de politieke verantwoordelijken van de regio. Vijfhonderd bestuurders hebben het al ondertekend. Dit is een prima instrument om de vakbonden te democratiseren en ze uit het moeras van het medebeheer te halen.

De chauffeurs hebben deze week het werk hervat. Ze bekwamen een spoedvergadering van de dienst welzijn op het werk. In een persboodschap onderlijnt het Collectief : “De bestuurders hebben het werk hervat, nog altijd met de schrik op het lijf maar met het gevoel eindelijk gehoord te zijn. De snelle organisatie van een vergadering van het welzijnscomité is een eerste erkenning dat de uitoefening van hun recht tot terugtrekking gerechtvaardigd was, dat veiligheidsmaatregelen nog kunnen en zullen genomen worden.”

We weten niet of dit eerste massaal gebruik van het terugtrekkingsrecht een precedent zal scheppen voor de rechtbanken. Aan de andere kant betekent het ongetwijfeld een sociaal en politiek precedent voor de vakbeweging van de MIVB en voor de arbeidersbeweging als geheel.