De Palestijnse journalist en schrijver Ghassan Kanafani (1936-1972) behoort samen met de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish en de zangeressen Umm Kulthum en Fayrouz tot de vier iconen die het Palestijnse volk hoop boden en de geest van het verzet in leven hielden. Toen de Arabische vertaler Djûke Poppinga vorige zomer in opdracht van de stichting Hope onder meer een kunstgalerij in Gaza, aan de Egyptische grens bezocht, hingen hun vier portretten in de binnenkoer. Het is opmerkelijk dat Kanafani, die 51 jaar geleden door de Israëlische geheime dienst vermoord werd, tot de verbeelding blijft spreken. Zijn bekendste werk “Mannen in de zon” werd opnieuw uitgegeven en hertaald en van een zeer verhelderend nawoord voorzien door Djûke Poppinga.

Drie generaties Palestijnen krijgen een stem

Het is het verhaal van de tocht van drie Palestijnse mannen die de ellende in de vluchtelingenkampen willen ontvluchten en in Koeweit een nieuw leven opbouwen. Hiervoor moeten ze noodgedwongen een beroep doen op een mensensmokkelaar die hen, verstopt in een lege watertank naar hun bestemming zal brengen. Voor de meesten onder ons die met een Westerse bril naar de gebeurtenissen kijken is het aangewezen om de novelle eerst te lezen als het spannende ontsnappingsverhaal, wat het zeker ook is. Na het bekijken van het nawoord kan je bij de tweede lezing de verschillende gelaagdheden in het relaas ontdekken. De drie mannen Aboe Kais, As’ad en Marwaan hebben elk hun eigen verhaal. Het wordt duidelijk hoe het leven van de Palestijnen bepaald werd door de “Nakba” (de catastrofe) toen ze in 1948 door de Israëliërs van hun land verdreven werden. Kanafani toont de onmacht, de wrok en de wanhoop van zijn personages maar ook hun solidariteit en samenhorigheid.

De mensensmokkelaar, Aboe al Khaozoeraan, nochtans zelf een Palestijn, wil vooral geld verdienen. Hiermee drukt de auteur zijn kritiek uit op de Arabische buurlanden die volgens hem de Palestijnen niet echt hielpen. Hij is ook niet mals voor de Palestijnen zelf, die hun lot veel te gelaten ondergaan. Kanafani was naast schrijver ook politiek actief. Hij was tot aan zijn dood woordvoerder van het Volksfront voor de bevrijding van Palestina van Georges Habash. Hij was er steeds meer van overtuigd dat de oplossing van de Palestijnen zelf moest komen. Hij doet met zijn verhaal ook een rechtstreekse oproep aan alle Palestijnen, in Israël, in Palestina, in de diaspora om hun stem te laten horen. Zoals het op het einde van de tocht klinkt: “ze hadden zo hard mogelijk op de wand van de watertank moeten bonzen!” Kanafani schreef een universeel verhaal over ontheemding, de Palestijnse kwestie, het vluchtelingenvraagstuk en de mensensmokkel, vandaag meer dan ooit actueel. Met “Mannen in de zon” vestigde hij in 1963 zijn naam als pionier van de Palestijnse verzetsliteratuur, niet alleen in de Arabische wereld maar ook in het westen. Het lezen méér dan waard!