Na drie weken van strijd die revolutionaire proporties aannam, heeft Bolivia een nieuwe president en praten de arbeiders en de boeren over hoe de strijd verder moet. Op 9 juni probeerde Vaca Diez, voorzitter van het parlement, het parlement zover te krijgen hem te verkiezen als president van de republiek, na het ontslag van Mesa (zijn ontslag moest aanvaard worden door het parlement om effectief te zijn). Een regering van Vaca Diez zou betekend hebben dat het leger erop uitgestuurd werd om de orde te herstellen. Dit was de voorkeursoptie van de Amerikaanse ambassade.

De regering van Mesa heeft bewezen dat ze niet in staat is de almaar radicaliserende beweging van arbeiders en boeren te stoppen. De stakersbeweging had zich verspreid van El Alto en La Paz tot andere regio's, zoals Potosi en Cochabamba, en blokkades versperden de weg op meer dan honderd punten over het wegennetwerk van het land.

Op 8 juni richtten de massaorganisaties van de arbeiders en de inwoners van El Alto, een arbeidersstad ten noorden van de hoofdstad La Paz, een Volksvergadering op. Die dreigde uit te groeien tot een orgaan van arbeidersmacht en een alternatief op de heerschappij van de kapitalisten. De heersende klasse was bereid om president Mesa af te zetten en het leger te gebruiken om een einde te brengen aan de mobilisaties.

Op hun beurt verkozen Mesa en Evo Morales (de leider van de linkse partij MAS) om de voorzitter van het hooggerechtshof, Eduardo Rodriguez, aan te stellen als een vervanger voor de president. Wettelijk gezien moesten zowel Vaca Diez als Cossio (voorzitter van de beide parlementaire kamers) zich terugtrekken. Het argument in het voordeel van Rodriguez is dat hij de grondwettelijke plicht heeft om voortijdige verkiezingen uit te roepen. Dit alternatief zei niets over de Grondwetgevende Vergadering (wat de leiders van de MAS toch altijd hadden voorgesteld als de weg vooruit) en evenmin over de nationalisatie van olie en gas (de voornaamste eis van de beweging). Mesa begreep dat het inzetten van het leger tegen het volk de crisis verder zou aanwakkeren, en zo de meer gematigde delen van de beweging zou aanzetten om steun te geven aan de strategie die leidt tot arbeidersmacht.

Alle lagen van de beweging verenigden zich om de stad Sucre te blokkeren. Zo wilden ze voorkomen dat Vaca Diez aangesteld zou worden als nieuwe president, want hij had het parlement verhuisd naar het ‘veiligere’ Sucre, weg van de geradicaliseerde boeren en arbeiders in La Paz. Dit manoeuvre maakte de massa's nog woedender en gaf nieuwe kracht aan de beweging. In Cochabamba (waar de MAS het sterkst is) stemde een cabildo abierto (een publieke politieke vergadering) van 60.000 man een resolutie waarin het volgende te lezen staan: "De cabildo van het volk van Cochabamba heeft beslist een Volksvergadering en een regering van arbeiders en boeren op te richten, naar het voorbeeld van de Uitgebreide Vergadering van de COB en de wijkvergaderingen van El Alto (FEJUVE).” De resolutie bevatte ook nog andere punten die meer overeenkwamen met het standpunt van de leiding van de MAS (zoals de eis voor een Grondwetgevende Vergadering). Maar het was duidelijk dat de voornaamste eis de nationalisatie van de gasindustrie is. Dit bewijst de hoge mate van radicalisering bij zelfs die delen van de beweging die de strijd slechts recent vervoegden en in de gebieden waar de MAS nog steeds de grootste autoriteit heeft.

Diezelfde dag was er op de betoging in La Paz een sterke aanwezigheid van fabrieksarbeiders. Max Tola, de arbeidersleider van de bierbrouwerij Cerveceria, een van de grootste fabrieken van La Paz, zei: "Geen enkele politieke oplossing kan voortkomen uit de bourgeoisie. Waar we het hier over hebben is nationalisatie en het nemen van de macht door de arbeiders. Onze slogan is: arbeiders en boeren aan de macht". (Econoticiasbolivia.com, 9 juni) Francisco Quispe, leider van de Federatie van Fabrieksarbeiders in La Paz, zei: "Als er geen nationalisatie is, gaan we verder met de mobilisatie. Nationalisatie is de enige weg vooruit om meer bronnen voor werkgelegenheid te creëren, om een einde te maken aan de honger en de miserie die ons doodt. De enige oplossing voor ons is dat de arbeiders de macht nemen." (ibid.) Een van de belangrijkste kenmerken van de beweging, vooral in El Alto en La Paz, is dat het niet deze of gene burgerlijke politicus is die in diskrediet gebracht is, maar het hele instituut van de burgerlijke ‘democratie’.

Tegen dat de vergadering van het parlement moest starten, was er een enorme massa mensen in de straten van Sucre (inclusief mijnwerkers, boeren, onderwijzers enzovoort). Na een tijd blokkeerde de massa’s ook het vliegveld en de arbeiders van het vliegveld vervoegden eveneens de staking. Zo zouden de parlementsleden (die naar daar gevlogen waren omdat al de hoofdwegen geblokkeerd waren) niet in staat zijn Sucre te verlaten zonder de toestemming van de massa’s. De parlementaire vergadering werd opgeschort. In de namiddag kwam het nieuws dat het leger een mijnwerker had vermoord toen zij probeerden een wegblokkade te verwijderen. De spanning steeg nog meer. Vaca Diez ging zich verstoppen in een militaire barrak, terwijl de leden van het parlement terugkeerden naar hun hotels, waar ze veilig en wel waren. De macht was in de straten en het land werd overspoeld door geruchten over een militaire coup.

Uiteindelijk mislukte tegen de avond de poging om Vaca Diez als president te installeren. De dood van de mijnwerker bij de wegblokkade had de beweging zo sterk geradicaliseerd dat de eedaflegging van Vaca Diez zou zorgen voor een totale opstand. Tijdens een zeer korte vergadering namen Vaca Diez en Cossio ontslag en werd Rodriguez verkozen tot president. De manier waarop deze ceremonie werd uitgevoerd, weerspiegelt zeer goed dat dit gebeurde onder druk van de massa’s op de straat. Elk teken van grondwettelijk prachtvertoon ging verloren. Het koor dat het nationale volkslied aanhief, zong vals en de paar parlementsleden die aanwezig waren deden het niet veel beter. De nieuwe president ontving de officiële presidentiële band en staf niet, aangezien deze nog in de handen waren van Mesa, die in La Paz verbleef. De bijeenkomst was kort en de meeste leden van het parlement leken bang. Het maakte heel duidelijk hoe de krachtsverhoudingen tussen de klassen lagen. Door hun mobilisatie op de straten hadden de massa’s effectief het recht verworven om een veto te stellen tegen elke beslissing van het parlement.

De massa’s in Sucre zagen dit als een overwinning en vierden dit. Toch had de beweging veel verder kunnen gaan als het niet aan het standpunt van de leiders van de MAS had gelegen. Die verleenden hun steun aan dit bourgeoismanoeuvre en gebruikten hun autoriteit om dit te laten gebeuren. De MAS-leiders drongen er onmiddellijk op aan om de wegblokkades op te heffen en een einde te maken aan de staking, wat inderdaad werd uitgevoerd in de regio’s waar ze de sterkste invloed hebben. Onmiddellijk ontving Rodriguez de steun van de Amerikaanse ambassade, de patronale organisatie en de katholieke kerk. De leiders van de El Alto COR, Patana en Soruco (de El Alto Onderwijzersfederatie) stelden direct dat “de strijd gaat over de nationalisatie van de gasindustrie, niet over het ruilen van de ene clown voor een andere” en zeiden dat ze zouden doorgaan met de strijd.

Op 10 juni besloot een spoedbijeenkomst in El Alto om door te gaan met de strijd. “Onafhankelijk van wie president is, we zullen doorgaan met de strijd. We vroegen niet om de afzetting van Mesa, maar om de nationalisatie van de gasindustrie; geen wapenstilstand”, zei Abel Mamani, voorzitter van de FEJUVE. (Econoticiasbolivia.com, 10 juni). “Het doel van nationalisatie werd niet bereikt. Degenen die de macht hebben, willen er niet aan beginnen. Zelfs Evo niet die het er enkel over had op het einde, toen zijn eigen rangen al verder gingen dan hijzelf”, zei Patana van de El Alto COR. “El Alto heeft een politieke overgang als deze reeds meegemaakt, toen president Losada werd vervangen door Mesa en voortging met een beleid in het voordeel van de multinationals en de rijken. We gaan dezelfde fout met Rodriguez niet maken”, zei Alvarez, leider van de stedelijke onderwijzers van La Paz. “We mogen ons niet laten vangen door de burgerlijke manoeuvres die hem [Rodriguez] aan de macht hebben geholpen. Hij is de voormalige adviseur van de Amerikaanse ambassade en partner van Sanchez Berzain [Losada’s minister die verantwoordelijk was voor het bloedbad in El Alto in oktober 2003, n.v.d.r.] in zijn advocatenkantoor”, zei Wilma Plata van de La Paz onderwijzersvakbond (ibid). De spoedvergadering in La Paz gaf Rodriguez een deadline van 72 uur om de gas- en olie-industrie te nationaliseren.

Vertegenwoordigers van de boeren en de inheemse volkeren in de twintig provincies van La Paz namen dezelfde lijn over en besloten om de blokkades en de mobilisaties voort te zetten, en Rodriguez geen wapenstilstand te gunnen. “Ze hebben gewoon de ene clown voor een andere ingeruild.” De leiding van de landarbeidervakbond Tupak Katari voegde daaraan toe: “In 2003 lieten we Mesa erin en we bereikten niets, deze keer gaan ze ons niet meer beetnemen.” (Bolpress)

Op hun beurt beslisten de mijnwerkers in La Paz om de nieuwe regering een deadline te geven van tien dagen en de mobilisaties in tussentijd te staken. Ze zeiden: ”De nieuwe regering heeft als voornaamste taak de nationalisatie van de olie- en gasindustrie en het uitroepen van een Grondwetgevende Vergadering.” Maar ze waarschuwden: “De mijnwerkers zijn hier al geweest en komen terug als dit nodig is.”

De Coordinadora del Agua y el Gas in Cochabamba besliste eveneens om een wapenstilstand af te kondigen, met als reden de vermoeidheid van de massa’s na twintig dagen van mobilisatie en om de tijd te nemen te luisteren naar wat Rodriguez te zeggen heeft. In hun verklaring werd ook duidelijk gemaakt dat de hoofdeisen niet verwezenlijkt werden (nationalisatie van de gasindustrie en de verwezenlijking van een Grondwetgevende Vergadering). Ze vestigden tevens de aandacht op de noodzaak om voor de volgende mobilisatie te bouwen aan een regering van het volk en zeiden dat het de volgende keer niet genoeg zal zijn om de gas- en olie-installaties te blokkeren en over te nemen, maar dat ze in staat moeten zijn ze zelf te runnen ten voordele van het volk. De MAS-boerenleider Loayza gaf de nieuwe president een deadline van tien dagen om te reageren op de eisen van de beweging. Ondertussen spraken de leiders van de MAS, en voornamelijk Evo Morales, op tv en radio en vroegen de massa’s om de wegblokkades op te heffen en een einde te maken aan de staking.

De volgende dagen zal duidelijk worden welke van de twee strategieën het meeste steun wint binnen de beweging: diegene die de voorkeur heeft van de MAS-leiding, dus een wapenstilstand en vertrouwen in de nieuwe regering, of de strategie van de COB en El Alto, namelijk een voortzetting van de strijd en geen wapenstilstand. Waarschijnlijk wint de eerste strategie het momenteel. Ze hebben de steun van de media, de katholieke kerk enzovoort. Bovendien wendt Morales hiervoor de autoriteit aan die hij nog steeds bezit, vooral buiten La Paz en El Alto, onder belangrijke lagen van de massa’s (cocaboeren, coöperatieve mijnwerkers). Ten slotte heerst er een begrijpelijk gevoel van vermoeidheid onder de radicalere lagen die ook diegenen zijn die er al het langste staan.

Op zondag 13 juni was er een bijeenkomst tussen de vertegenwoordigers van El Alto en de nieuwe president Rodriguez. De president legde uit aan de arbeiders en de buurtleiders dat hij niets kon doen aan de hoofdeis van de beweging, nationalisatie van gas en olie, omdat dit de verantwoordelijkheid zal zijn van het nieuwe parlement dat verkozen zal worden in vervroegde verkiezingen. Dit geeft een nauwkeurige beschrijving van de rol van Rodriguez, met name de massabeweging wegleiden van revolutionaire mobilisaties op de straten naar het veiligere terrein van de burgerlijke democratie. De vertegenwoordigers van de FEJUVE, de El Alto COR en anderen uitten zich in zeer sterke woorden op het einde van de bijeenkomst en riepen een nieuwe cabildo abierto bijeen om de koers van de strijd te bepalen.

Op dit moment is het echter onwaarschijnlijk dat er een langgerekt proces zal plaatsvinden zoals voordien bij Mesa (die er in slaagde achttien maanden aan de macht te blijven). Het zal hoogstwaarschijnlijk een korter proces zijn. In oktober 2003 was de aandacht van de beweging gericht tegen de verkoop van gas aan Chili. Deze keer is de eis van de beweging duidelijker, scherper en met veel meer politieke inhoud: nationalisatie van gas en olie. De massa’s hebben al ervaring met een revolutionaire beweging die omgezet werd in parlementaire politiek en hebben gezien dat dit niet werkt. De idee van de nood aan een regering van arbeiders en boeren zit nu heel diep in de geest van een grote laag mensen, vooral in El Alto en La Paz, maar ook in de rest van het land. De creatie van de Nationale Originaria Volksvergadering is een enorme stap vooruit voor de beweging, ook al verkeert deze nog in een zeer vroeg stadium en heeft ze beperkte regionale politieke autoriteit. Rodriguez zal niet in staat zijn om in te gaan op de eisen van de massa’s. Hij zal gewoon proberen de gigantische breuk tussen de klassen te verdoezelen die de Boliviaanse maatschappij verdeelt.

De volgende strijd zou een beslissende strijd kunnen zijn. Er moet inhoud gegeven worden aan de Volksvergadering en er zou een bewuste strategie van de arbeidersklasse moeten zijn om het leger en de politie te splitsen. De massa’s dienen zich de politieke lessen van deze fase van de strijd eigen te maken. De taak is nu om op basis van de meest vooruitstrevende revolutionaire activisten een organisatie uit te bouwen die in staat is om volgende keer de massa’s naar een overwinning te leiden. Met de woorden van de leider van de mijnwerkersfederatie Zubieta: “We moeten doorgaan met het bouwen aan deze parallelle regering met als doel onze eigen macht op te bouwen en een regering van arbeiders en boeren te installeren. Spijtig genoeg misten we totnogtoe een revolutionaire leiding binnen de organisaties van El Alto die in staat is te begrijpen dat we zelf moeten regeren.”