Serge GoulartSerge Goulart is een van de oprichters van de PT, was een partijleider in Santa Catarina en lid van de Nationale Leiding. Sinds 2003 was hij verkozen als coördinator van het Fabriekscomité van CIPLA en Interfibra, door de arbeiders bezette fabrieken, en als coördinator van de Nationale Beweging van Bezette Fabrieken. Hij is tevens een leidend figuur in de internationale "Hands off Venezuela"-campagne.

Serge is een leidend lid van Marxistisch Links (Esquerda Marxista) in de PT, en auteur van de boeken 'Geef ons onze sociale zekerheden terug', 'Racisme en klassenstrijd', 'FTAA, NAFTA, MERCOSUL en Vrijhandelsakkoorden', en is tevens de redacteur van de krant 'Klassenstrijd' (Luta de Clases) en het tijdschrift America Socialista, naast andere publicaties.

We zetten hier Serge Goularts visie uiteen om met de gehele partij de noodzaak te bediscussiëren om met de rechterzijde en de partijen van de heersende klasse te breken, en een overheid van de arbeiders van de steden en het platteland te creëren, in de strijd voor socialisme.

Wat is de kern van het politieke betoog in de Thesen "Naar links! Terug naar socialisme!"?

Serge: De enorme economische crisis die de wereld teistert maakt de oorsprong van de PT relevanter dan ooit, omdat zij op een duidelijke manier laat zien dat er geen weg vooruit is voor de arbeidersklasse binnen de perken van dit systeem. De meerderheid van de kameraden in de Nationale Leiding van de partij koos voor de lijn van hervormingen binnen het kapitalisme, alsof deze de problemen zouden kunnen oplossen waarmee de mensheid geconfronteerde wordt. Dit is helemaal onjuist, vanuit een historisch oogpunt gezien, en ook vanuit het oogpunt van het dagelijkse leven van de massa's. Crises vinden cyclisch plaats en zijn elke keer verwoestender. Alles wat in het verleden was bereikt door hard werken en strijden, wordt nu op een gewelddadige manier in één veeg weggehaald door de kapitalisten. Hier komt nog bovenop dat de kloof tussen rijk en arm, tussen diegenen die de productiemiddelen bezitten en diegenen die alleen hun arbeidskracht kunnen verkopen, groter wordt. Dit is de realiteit. En de huidige leiders leiden de partij en de arbeidersklasse een doodlopende straat in, door illusies te verkopen en de klassenstrijd te blokkeren in naam van klassencollaboratie met de burgerij. Dit is waar we mee willen breken, en we proberen de hele partij te laten zien dat in plaats van naar rechts te verschuiven, het nodig is naar links te keren en de socialistische banieren van de arbeidersklasse weer in de lucht te steken.

En we hebben het recht om dit te eisen, want we waren altijd tegen de coalities en het beleid dat door de partijleiding en de overheid werd gevoerd. De verschuiving van de partij naar rechts versnelde toen deze in de regering kwam, en deze verschuiving breekt de banden van de partij met haar sociale basis en kan als deze onbegrensd wordt doorgezet tot een permanente breuk leiden. De sociale basis van de partij bestaat uit miljoenen arbeiders van de steden en het platteland die zich inzetten dit land te veranderen en Lula president te maken.

De strijd opnieuw opnemen tegen kapitalisme en voor socialisme: dat is de politieke grondstelling van onze Thesen en onze lijst.

Hoe wordt dit vertaald op het politieke toneel?

Serge: De leiding van de PT moet verantwoording afleggen aan de arbeidersklasse, en moet daarom strijden om te organiseren, te mobiliseren, om de meest dringende economische en sociale eisen te bereiken die nodig zijn om de sociale vooruitgang te krijgen die het kapitalisme blokkeert. Dit is de reden dat we benadrukken dat de PT naar links moet keren en opnieuw de historische banier van socialisme in de lucht moet steken.

Dit moet in de praktijk beginnen met het breken van de coalitie met Sarney, Collor, Maluf, Quércia, Jader Barbalho, José Alencar, d.w.z. met alle rechtse kapitalistische partijen. Alleen op deze manier zou het mogelijk zijn om de weg in te slaan van het nationaliseren van het financiële systeem en alle grote nationale en internationale bedrijven, een landhervorming door te voeren, en alle geprivatiseerde bedrijven zoals CSN, Vale do Rio Doce e.a. te hernationaliseren. Alleen op deze manier kan een 100 procent door de staat bezeten Petrobras verdedigd worden, door de olieconcessies te annuleren en het staatsmonopolie van olie terug te brengen.

Enkel met klassenonafhankelijkheid en met een onafhankelijke politiek kunnen we de werkende mensen mobiliseren om kosteloos staatsonderwijs voor iedereen op elk niveau te verdedigen en een nationaal systeem van sociale zekerheid garanderen, gebaseerd op solidariteit. Alleen in de strijd tegen de bazen kunnen we baanzekerheid bereiken en een einde maken aan massaontslagen.

De enige weg voorwaarts is door de facto controle over de economie om over deviezen te beslissen, het staatsmonopolie van buitenlandse handel en de niet-convertibiliteit van de Braziliaanse munt.

Zonder deze maatregelen is het niet mogelijk te economie te plannen op basis van de noden van de bevolking. Onder het kapitalisme is er productie voor winsten, niet voor de noden van het volk. We moeten de wereld op z'n kop zetten zodat het gewicht van het enorme grondvlak van deze piramide de corrupte, geprivilegieerde, sociaal gedegenereerde en cynische top kapotmaakt. De piramide moet getransformeerd worden in een enorm vlak, vanuit een economisch en geometrisch oogpunt bezien.

Wat is je beoordeling van de huidige leiding van de PT?

Serge: De meerderheid van de PT-leiding heeft een reformistische opvatting en omhelst de stadiatheorie. Net zoals de oude communistische partij, de PCB, en de hedendaagse PcdoB, beargumenteert zij dat omdat Brazilië een achterlijk land is dat gedomineerd wordt door imperialisme, wij een alliantie zouden moeten vormen met delen van de burgerij die zogenaamd tegen imperialisme zijn, in de strijd voor een "nationale ontwikkeling van Braziliaans kapitalisme". Dit zou een 'stadium' van kapitalistische ontwikkeling zijn waar we noodzakelijk doorheen zouden moeten gaan, net zoals er in Frankrijk, Engeland, de VS, Italië, en andere ontwikkelde kapitalistische landen is gebeurd.

Dit is een mensjewistische, Plekhanovistische opvatting van geschiedenis en politiek. Dit is wat hun aanvaarding en steun verklaart, zoals ze allen hadden bij de 10e Nationale Bijeenkomst van de PT, voor het sturen van Braziliaanse troepen om de bevolking van Haïti uit te moorden, onder het commando van het Amerikaanse imperialisme en onder de vlag van de VN.

Aangezien ze geen inheemse burgerij konden vinden die tegenover het imperialisme stond, spelen ze zelf de rol van de burgerij, vanuit het oogpunt van het beleid dat ze voeren. Dit is duidelijk uitgelegd in de Politieke Resolutie die werd aangenomen door het 3e PT Congres in 2007:

"We moeten een interne markt creëren die, met de Latijns-Amerikaanse integratie, dynamiek geeft aan het Braziliaanse kapitalisme en een ander soort hervorming promoot. Alleen als dat punt bereikt is kunnen andere zaken, die blijkbaar verzwegen zijn vandaag de dag, bediscussieerd worden, zoals sociaal eigendom en het karakter van privébedrijven. Een socialistische perspectief zal gecreëerd worden, niet enkel een van hervormingen binnen het kapitalisme". (3e PT-congres)

Dit is een "revolutie in stadia", duidelijk gedefinieerd als de politieke oriëntatie. Dit is een doodlopend straatje dat leidde tot de vernietiging van de oude PCB. De PT werd gevormd en groeide door deze opvattingen te bestrijden.

Deze reformistische en stadiaopvattingen werden opgelegd in de partij, ondersteund door de economische groei van de laatste jaren (die schijnbaar een geleidelijke verbetering van de leefomstandigheden met zich meebracht), en door de intellectuele instorting van velen die voorheen het stalinisme ondersteunden en met de neergang van de Berlijnse Muur en het einde van de USSR overgingen naar het kamp van 'democratie', d.w.z., het kamp van het kapitalisme. We mogen de enorme druk van het interne apparaat van de sociaal-democratie niet onderschatten om de PT te 'temmen', maar dit gebeurde alleen omdat er een sociale basis voor was. Dat houdt in een verbetering van de leeftoestanden van vele lagen van de arbeiders, en in het bijzonder de aanpassing van brede lagen van vakbondsleiders aan het vakbondsapparaat, en het parlementaire en uitvoerende apparaat van de burgerlijke staat.

De revolutionaire linkerzijde in de partij droeg hier ook toe bij door zich aan te passen aan het 'parlementaire' leven binnen de partij en zich steeds meer te concentreren op de verkiezingen elke twee of vier jaar, en steeds minder weerstand te bieden aan de verdediging van de economische eisen van de arbeiders. Deze aanpassing hielp, of droeg er toch toe bij, de leiding nog meer naar rechts op te schuiven. Dit leidde de grote linkse tendensen van de partij tot een zeer onjuiste positie, die eindigde in de huidige situatie waarin het zeer moeilijk is om belangrijke politieke verschillen tussen hen te vinden, of tussen hen en het praktijkprogramma van de regering van Lula en zijn kapitalistische ministers zelf.

Verder weigerde de meerderheid van de partijleiding van de PT om de partij te leiden als een linkse partij van de klasse, en hetzelfde geschiedde met de regering. Lula doet wat hij wil zonder iemand te raadplegen en rapporteert naar de partijleiding, die hem onmiddellijk onvoorwaardelijk steunt, via de kranten. De meerderheid van de partijleiding van de PT (samengesteld uit een alliantie van verschillende tendensen) steunt de alliantie van de PT met de kapitalistische partijen. Deze allianties zijn de partij aan het vernietigen, zoals iedereen kan zien.

Mensalão (een corruptieschandaal dat over de Lula-regering heem kwam in 2005) en andere vergelijkbare gebeurtenissen zijn het resultaat van dit beleid, wat er uiteindelijk voor zorgt dat geen enkele van de eisen van de arbeiders ingewilligd wordt. Daarom, van tijd tot tijd, als de zaken heel serieus worden, wordt er een zondebok aangewezen en in de naam van de 'ethiek in de politiek' wordt er een PT-lid geofferd op het altaar van de heersende klasse. Wat zijn fouten en amorele politieke houding ook zijn (en zij zijn verantwoordelijk voor hun acties), al dit is het logische gevolg van een politieke oriëntatie die de partijleiding ertoe leidt methoden te gebruiken die vreemd zijn aan de belangen van de arbeidersklasse en de strijd voor socialisme. Dit moet onmiddellijk gecorrigeerd worden of het zal blijven gebeuren.

Tot slot zagen ze de crisis niet aankomen; ze begrijpen de oorsprong en de gevolgen niet. Men hoeft alleen maar hun steun voor de economische en theoretische onzin te zien die uitgekraamd wordt door minister Mantega, door Lula zelf en door zijn collega's in de overheid. Omdat we niet kunnen geloven dat ze het Braziliaanse volk voor de gek aan het houden waren, kunnen we enkel concluderen dat ze werkelijk geloofden dat Brazilië immuun was voor de crisis en dat het enkel een 'kleine golf' zou zijn enzovoort. Alsof het mogelijk zou zijn om 'kapitalisme in één land' te hebben. Ongelofelijk.

In feite hebben ze geen idee wat ze moeten doen om Brazilië en de arbeiders het eindeloze lijden door de kapitalistische crisis te besparen.

De leiding van de gehele PT steunt Dilma Roussef als presidentskandidaat. Wat is jouw positie?

Serge: Dilma Roussef is nog niet de PT-kandidaat. Dit zal besloten worden op het PT-congres in 2010. Ze werd voorgesteld door Lula zonder enige discussie binnen de partij en de leiding steunde haar zonder het de bediscussiëren met het partijkader. Dilma heeft geen geschiedenis binnen de partij, en haar politieke standpunten drukken op geen enkele wijze de noden van de arbeidersklasse uit, en nog minder de strijd voor socialisme.

Het moge duidelijk zijn dat iedereen kan veranderen, maar Dilma heeft al een redelijk coherente politieke geschiedenis waarin ze het idee van 'nationaal kapitalisme' verdedigt. De enige verandering die we kunnen waarnemen is dat ze vooruitstrevend dit idee aan het verlaten is, dat duidelijk geen basis in de werkelijkheid heeft, van een 'nationaal kapitalisme' bouwen, en dat ze zich klaarmaakt om het 'reëel bestaande kapitalisme' te beheren. Dit betekent: de Braziliaanse bedrijven van de multinationals en het financierskapitaal.

De steun van de meerderheid van de leiding aan de kandidatuur van Dilma, zonder discussie binnen de partij als een geheel, zonder discussie over het programma, en met hun steun voor het doorzetten van de allianties met Sarney, Collor, Maluf enzovoort, toont alleen maar aan dat de meerderheid van de huidige leiding niet de intentie heeft een debat te openen met alle petistas om over de toekomst te beslissen.

De vraag is heel serieus, en de leiding schijnt zich niet te realiseren dat de kandidatuur van Dilma de partij dreigt te laten zinken en het bestuur aan de PSDB te geven, met alle gevolgen dat dit nationaal en in de staten zal hebben, net als voor de PT's parlementaire groep. Zonder enthousiaste leden kan de PT de electorale machine van de burgerij niet trotseren en dit zal de druk verder verhogen om burgerlijke methodes van verkiezingscampagnes te gebruiken met alle gevolgen die dit al heeft gehad.

De kandidatuur van Dilma zal als gevolg een enorme crisis binnen de PT doen ontstaan, die de weg zal openen voor de terugkeer van de reactionaire rechterzijde. Deze kapitalistische rechterzijde zal, als zij weet te winnen, na de verkiezingen volledige steun krijgen van de huidige 'geallieerde kaders' van Lula, de PMDB, PP, PRTB, PDT, PR enzovoort.

De PT heeft een aantal zeer goede figuren die erkend zijn als ware petistas, zoals Eduardo Suplicy, Olivio Dutra, en vele anderen. De lijn die we voorstellen voor de kandidaat die gekozen zal worden op het PT-congres in 2010 is samengevat in ons platform "Naar links! Terug naar Socialisme!" Ons platform moet volledig uitgevoerd worden door de partij en door de overheid van onze partij.

Daarom zijn de enige mogelijke allianties met partijen die beweren socialistisch te zijn. Maar op het moment is de belangrijkste taak voor de PT om haar klassieke eigenschappen, voor de arbeidersklasse en socialistisch, weer op te bouwen, om te laten zien dat zij niks gemeen heeft met andere partijen. Om deze reden zou de PT haar eigen kandidaten moeten hebben in alle staten en voor het nationaal presidentschap.

En wat is jouw mening over de crisis in de Senaat?

Serge: Ten eerste betreffende de manoeuvres van iedereen tegen Petrobras. Het doel van de rechterzijde met de CPI (Parlementaire Commissie van Onderzoek) is erg sinister. Maar de overheid helpt ook mee aan de verwarring doordat haar beleid de deur opent voor het opgeven van Petrobras aan privékapitaal. En we praten over de controle over het bedrijf, omdat de overheid vandaag de dag 65 procent van niet-stemgerechtigd kapitaal, dat substantiële winsten geeft, toestaat in de handen te zijn van nationale en internationale kapitalisten.

Het enige serieuze ding dat we moeten doen is Petrobras te beschermen, alle veilingen van olie te annuleren en op te schorten, opnieuw 100 procent van zijn aandelen in handen van de staat brengen en het bedrijf onder de collectieve controle van de Petrobras-werknemers te brengen. Er is geen andere weg. Anders zullen we de manoeuvres van de kapitalisten en hun partijen blijven zien om Petrobras te fnuiken en de toename van verrotte overeenkomsten en slechte deals blijven zien.

Om deze en andere redenen wordt de PT aangespoord om, ook al is het op beschamende wijze, [voormalig president] Jose Sarney te verdedigen. Het is een schande voor de petistas om hun parlementaire groep en president Lula Sarney te zien verdedigen. Maar het gaat niet alleen om Sarney. Als Lula Collor omhelst en hem als een groot man erkent, dan vernedert hij de gehele partij en de opmerkelijke strijd van de meerderheid van de bevolking gedurende de Fora Collor-campagne. [Collor versloeg Lula in de verkiezingen van 1989 en trad vervolgens af in 1992 om te voorkomen dat hij afgezet werd.]

Bij Palmeira dos Indios, op 14 juli 2009, omhelsde Lula Collor en vergeleek hij hem met voormalige president Juscelino Kubitschek, Hij verklaarde: "Ik wil gerechtigheid voor de senatoren Fernando Collor en Renan Calheiros, die grote steun hebben gegeven voor het werk van de regering in de Senaat". De aanwezigen werd een tijdschrift gegeven met de volgende kop: "President Lula da Silva steunt Collor de Mello voor de overheid van Alagoas". Om maar niet te spreken over de pogingen die gedaan zijn om Ciro Gomes kandidaat te stellen voor de overheid in Sao Paulo. De Senaat is als de Stallen van Augeas, zo gevuld met droge uitwerpselen, laag boven laag, dat alleen Hercules, of een opstand van het volk, haar volledig kan schoonmaken. Wat het Braziliaanse volk nodig heeft zijn andere instituties, een andere heersende klasse, de werkende klasse, en een andere politiek, de revolutionaire politiek van het marxisme, of socialisme. Wat Brazilië en de hele wereld moeten doen, is een einde maken aan het regime van privébezit van de grote productiemiddelen en een regime van algemeen eigendom installeren van de fabrieken, het land, de bedrijven en de banken, d.w.z. een politieke economie van de arbeiders vestigen.

Dat is waar mijn kandidatuur en mijn lijst "Naar Links! Terug naar Socialisme!" voor aan het vechten zijn. We hopen alle militanten te kunnen verzamelen die loyaal aan hun eigen klasse willen blijven. We hopen dat we de stem en steun krijgen van duizenden socialistische petistas die hun partij, de partij die we 30 jaar geleden oprichtten, de strijd voor socialisme willen zien doorzetten.