Iedereen die onze website de afgelopen weken heeft gevolgd, weet dat wij met onze internationale organisatie hebben deelgenomen aan het Wereld Jongeren Festival in Caracas. Zoals gewoonlijk promoten we daar de ideeën van het marxisme. Omdat we er van overtuigd zijn dat dit de weg is naar een rechtvaardige samenleving. Een van de deelnemers was Maarten Vanheuverswyn, een jonge Vonk-militant. We interviewden hem over deze ervaring.

Waarom ben je naar het Wereldfestival van de Jeugd gegaan in Caracas?

Eerst en vooral was het mijn bedoeling om de revolutie in Venezuela met eigen ogen te aanschouwen. Twee weken in Venezuela leken me een uitstekende gelegenheid om op zijn minst een idee te krijgen waar de hele zogenaamde Bolivariaanse revolutie om draait. Dat lukt uiteraard het best door direct met activisten ter plaatse te praten, met de talloze gemotiveerde vrijwilligers die van over het hele land kwamen afgezakt om te helpen, en uiteraard met de duizenden en duizenden jongeren van over de hele wereld die naar het Festival kwamen.

Wat heb je daar gedaan en gezien? En vooral, welk effect heeft de Bolivariaanse revolutie op jou gehad?

De eerste week was vooral hard werken. Ik was in Caracas met in totaal meer dan vijftig kameraden van onze internationale marxistische stroming, die kwamen vanuit Mexico, Verenigde Staten, Spanje, Italië, Denemarken, Zweden, België, Oostenrijk, Groot-Brittannië, Rusland en uiteraard Venezuela zelf, waar onze jonge maar invloedrijke organisatie voortreffelijk werk aan het verrichten is. Onze bedoeling was vooral om de ideeën van het marxisme te verspreiden en om de discussie over het socialisme aan te gaan met de festivalgangers, maar niet in het minst met de Venezolaanse vrijwilligers ter plaatse, ja zelfs met de militairen! Het is absoluut geen overdrijving te stellen dat onze boekenstand in theater Teresa Carreño in Caracas veruit de meest succesvolle en politieke stand was. Marxistische werken, uiteraard vooral in het Spaans, gingen erg vlot van de hand en in totaal verkochten we voor meer dan 11 miljoen Bolivars aan materiaal (boeken, pamfletten, T-shirts, stickers), zo'n 4500 euro, een fenomenaal bedrag in een land als Venezuela, en meer dan het dubbele dan we vooropgesteld hadden. Maar bovenal viel op hoe groot de dorst naar marxistische ideeën is. Traditioneel is het Wereldfestival sterk in handen van de gestaliniseerde communistische partijen, maar niettemin was er een grote interesse voor boeken van Trotski, uitgegeven door de Fundacion Federico Engels van onze Spaanse kameraden van El MilitanteEl Militante. Geen wonder dat we na een week nauw contact gelegd hadden met een vierhonderdtal linkse jongeren vanuit de hele wereld, maar vooral vanuit Latijns-Amerika zelf.

Wat mij het meeste opviel waren de tegenstellingen in de revolutie. Enerzijds is de armoede in Venezuela nog steeds enorm groot. Wanneer je voor het eerst Caracas binnenkomt, is dat niet bepaald een intrede in het paradijs. Bepaalde wijken (barrios) zijn werkelijk straatarm en zelfs in het centrum van Caracas valt op in welke erbarmelijke staat de meeste gebouwen zijn. Er is heel veel werk te verrichten. Laat er anderzijds geen twijfel over bestaan: in Venezuela is een revolutie aan de gang, en van nature zit die vol tegenstellingen. Het enthousiasme en de energie van de Venezolanen is werkelijk aanstekelijk. Overal waar je komt word je aangesproken. "Waar kom je vandaan? Wat vind je van ons land? Wat denk je over de situatie hier?" Dat Venezuela heel erg gepolitiseerd en gepolariseerd is, blijkt ook uit de graffiti die je overal aantreft. In het centrum van Caracas bijvoorbeeld zie je slogans als “¡Uh!¡Ah!¡Chavez no se va!” en “Chavèz, amigo, el pueblo esta contigo” (Chavez, vriend, het volk staat aan je zijde). In de rijkere buurten zie je dan weer – zij het in veel mindere mate dan de pro-Chavez slogans – slogans die Chavez brandmerken als een “Castro-communist” die het land naar de afgrond aan het brengen is. Duidelijk is echter dat de overgrote meerderheid van de bevolking (de laatste opiniepeiling sprak van 70 procent) achter Chavez staat. Soms is de bewondering van sommige Venezolanen voor hun leider op het religieuze af, maar anderzijds kun je niet naast de grote mate van zelfbewustzijn kijken van mensen waarnaar voor het eerst geluisterd wordt door hun regering. Toen we onze taxichauffeur die ons terug naar de luchthaven bracht, op de man af vroegen of hij een chavista was, twijfelde hij even en zei toen: “Neen, niet echt, ik steun Chavez wel in de talloze hervormingen die hij doorgevoerd heeft, maar hij is niet radicaal genoeg en zou verder moeten gaan.” De hervormingen in onderwijs, gezondheidszorg en landhervorming zijn erg reëel en worden terecht gezien als een grote vooruitgang. Anderzijds is er nog steeds een grote klassentegenstelling tussen arm en rijk waar je niet naast kan kijken.

Worden die tegenstellingen in de revolutie ook gekoppeld aan de noodzaak om over te gaan tot het socialisme?

Dat was de positie die we gedurende twee weken hebben verdedigd en die onze kameraden van de Revolutionair Marxistische StromingRevolutionair Marxistische Stroming in Venezuela zelf dag in dag uit geduldig uitleggen. Daarom is het ook zo belangrijk dat president Chavez zelf het debat over het “socialisme voor de 21e eeuw” geopend heeft op het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre. Op de openingsceremonie in Fuerte Tiuna en in andere toespraken op het festival herhaalde hij in zijn uitstekende slotspeech zijn woorden dat er binnen het kapitalisme geen uitweg is voor de problemen van de mensheid. En dat voor een president van een van de grootste olieproducerende naties ter wereld!

Dat maakt het werk voor ons natuurlijk veel makkelijker. Als marxist kom je het niet elke dag tegen dat je zonder problemen over socialisme kan praten met zowat iedereen die je ontmoet. Het concept ‘socialisme’ mag dan veelal nog iets abstract zijn voor de meeste Venezolanen, het is veelzeggend dat het debat geopend is. Dat is broodnodig, want als er iets duidelijk werd na mijn trip, dan is dat de noodzaak voor het socialisme in Venezuela en van daaruit Latijns-Amerika. Zoals ik al zei is de armoede nog steeds enorm groot. Er zijn dan ook drastischere maatregelen nodig om dit probleem op te lossen. Hoeveel de zogenaamde misiones ook bereiken, al deze projecten kosten veel geld, dat voorlopig gepuurd kan worden uit de olieopbrengsten. Dit kan echter niet blijven duren zolang er een rijke minderheid is, een parasitaire oligarchie, die nog steeds de meerderheid van de economie in handen heeft. De grootste banken en telecommunicatiebedrijven zijn Spaans, en de media zijn nog steeds bijna volledig in handen van de reactionairen die de coup in 2002 mee organiseerden. Koppel dit aan de vaststelling dat er zich binnen de Bolivariaanse beweging een bureaucratie van reformisten aan het ontwikkelen is die constant een rem zijn op het revolutionaire proces, en het wordt duidelijk dat de revolutie hoegenaamd niet volbracht is. Permanente afzetbaarheid, rotatie van functies en vrije verkiezingen zijn democratische principes die jammer genoeg niet algemeen toegepast worden in de beweging en in de regering, met allerlei gevaren voor de revolutie van dien.

Ik kan in feite afsluiten met de woorden van Chavez zelf, die in zijn speech over het socialisme in de 21e eeuw, Karl Marx en Rosa Luxemburg citeerde. Hij stelde dat de keuze voor de mensheid “socialisme of barbarij” is. Chavez vertelde dat toen Marx en Luxemburg dit zeiden, ze aan de toekomst dachten. “Maar nu kunnen we ons deze luxe niet veroorloven”, ging hij verder. “De vernietiging van de mensheid laat ons niet toe te wachten om het socialisme op te bouwen.” En welke socialist zou de president hierbij tegenspreken?

Meer informatie over het Wereldfestival van de Jeugd en onze deelname kan je vinden in de volgende artikels: