Marxisme for Dummies

Inhoudsopgave

2. Dialectiek

Deel en geheel

Marx zet Hegel op z'n kopDe ideeën van Marx en Engels waren en zijn niet enkel revolutionair omwille van hun begeesterende en mobiliserende kracht; ze houden tevens een radicale breuk in met de dominante filosofische en wetenschappelijke opvattingen. Het fundament van het marxistische denken is de methode van de materialistische en historische dialectiek of, zoals het na Marx ingeburgerd raakte: het dialectisch en historisch materialisme. Die dialectiek leenden ze van de filosoof Hegel. Die was echter geen materialist maar een idealist. Hij vertrok van een soort ‘wereldgeest’ die zich in de materiële wereld verwerkelijkte en die via het bewustzijn van de mens terug tot zichzelf komt. Uiteindelijk was dit een filosofisch systeem gebouwd op religie. Marx zette de dialectiek van Hegel op zijn kop en vertrok van de reëel bestaande werkelijkheid, niet de idee van een geest.

Marx contrasteerde zijn eigen dialectische methode tegenover wat hij het 'metafysische' begrip van de wereld noemde. De metafysische visie, die vandaag nog steeds de dominante wereldbeschouwing is, ziet de wereld als een verzameling dingen, zaken of categorieën die van elkaar te onderscheiden zijn en in afzondering van elkaar bestudeerd kunnen worden. Het geheel is volgens deze theorie slechts de som van de delen.

Tegenover deze statische, analytische opvatting plaatsten Marx en Engels een dynamisch, holistisch wereldbeeld. Volgens hen bestaan de dingen niet op zichzelf, maar enkel in relatie tot andere dingen. Men kan bijgevolg niet doordringen tot het wezen van een zaak door de zaak af te zonderen; in tegendeel, juiste kennis over een fenomeen is enkel mogelijk door het fenomeen in zijn relaties te zien met andere fenomenen en met het geheel van alle fenomenen. Een geheel is immers meer dan de som van de delen en een zaak kan niet gereduceerd worden tot zijn samengestelde delen. Zowel in de natuur als in de menselijke samenleving kan men verschillende niveaus van 'gehelen' en complexiteit onderscheiden, waarbij geen enkel niveau kan herleid worden tot een eenvoudigere trap. De werking van de samenleving kan niet teruggebracht worden tot het functioneren van het individu; het individueel gedrag kan niet gereduceerd worden tot biologische reacties; het metabolisme kan niet herleid worden tot louter biochemische en atomaire reacties; enzovoort.

Een dialectische interpretatie betekent niet alleen dat een fenomeen bestaat uit een netwerk van relaties, maar ook dat deze relaties tegenstellingen inhouden. Relaties zijn dus niet statisch, maar dynamisch: door hun tegenstellingen ontstaat beweging, verandering, leven en ontwikkeling.

Wetten van de dialectiek

In zijn Anti-Dühring en zijn Dialectiek van de natuur geeft Engels een aantal dialectische wetten, waarvan de drie voornaamste zijn:

  1. De wet van de omvorming van kwantiteit in kwaliteit en vice versa
  2. De wet van de interpenetratie (wederzijdse doordringing) van tegengestelden
  3. De wet van de negatie van de negatie

Hegel en MarxDe eerste wet beschrijft een fenomeen dat iedereen kent, hoewel weinig mensen stil staan bij de betekenis ervan voor hun wereldbeeld. Dit fenomeen komt naar boven in spreekwoorden zoals “de druppel die de emmer doet overlopen” of manifesteert zich in huishoudelijke taken als het koken van water. De wet van de omvorming van kwantiteit in kwaliteit wijst ons op het moment waarop één druppel een emmer doet overlopen of een temperatuursverhoging van slechts een graadje resulteert in kokend water. In dialectische taal: een geleidelijke, kwantitatieve opeenhoping van kleine veranderingen (bvb druppels of temperatuurgraden) leidt op een bepaald punt tot een kwalitatieve sprong: de emmer loopt over, het water gaat van zijn vloeibare toestand over in een gasvormige. Niet één bepaalde druppel of één bepaald “pakket” warmte-energie brengt de verandering tot stand, maar wel het feit dat ze allen samen op een bepaalde wijze interageren en een specifiek resultaat voortbrengen van zodra zij een bepaalde kritische hoeveelheid hebben bereikt.

Ook in maatschappelijke processen kunnen we dit fenomeen onderscheiden: revoluties, opstanden, protestbewegingen, de omverwerping van dictatoriale regimes, enzovoort, worden voorafgegaan door een periode waarin schijnbaar niets gebeurt. Het is echter juist in die tijdspanne dat de tegenstellingen zich langzaam maar zeker opstapelen om uiteindelijk uiteen te spatten.  Het moment van de revolutie brengt dan weer veranderingen teweeg op alle maatschappelijke vlakken, wat op zich ook weer de omzetting van kwaliteit in kwantiteit, het tweede deel van de eerste wet, illustreert. De omvorming in “kwaliteit” begint zich kwantitatief te verspreiden. Zo plant een door evolutionaire processen aan zijn (nieuwe) omgeving aangepast organisme zich voort en ook hier kwaliteit zich weer in kwantiteit (op een hoger niveau) omzet. Volgens de bekende evolutionaire bioloog Stephen Jay Gould verklaart dit tevens de evolutionaire lacunes die werden ontdekt bij het bestuderen van het omvangrijke fossielenbestand. De evolutie voltrekt zich niet in een gestage rechte lijn, maar wel sprongsgewijs. De massale verspreiding van een bepaald organisme met een evolutionair voordelige eigenschap gebeurt op zeer korte tijd, en kan de andere organismen die deze eigenschap niet hebben volledig vervangen. Het is dus niet zo dat de organismen over een periode van vele generaties langzaam die eigenschap verwerven. Van een langdurige overgangsperiode is in vele gevallen absoluut geen enkel spoor terug te vinden.

De tweede wet, de interpenetratie van tegengestelden, beschrijft de interne tegenstellingen die in elk fenomeen vervat zitten: atomen, mensen, economische systemen enzovoort. Eenheid en evenwicht bestaan niet dankzij de afwezigheid van tegenstelling, maar juist door de aanwezigheid van tegengestelde krachten. Een atoom spat, ondanks de tegengestelde krachten van elektronen en protonen, niet uit elkaar. Wat men als polaire krachten aanziet, vormt eigenlijk twee delen van eenzelfde geheel. Zo kunnen bijvoorbeeld de twee polen van een magneet niet samenvallen, maar ook niet los van elkaar bestaan.

Het kapitalisme is een systeem vol tegenstellingen (arbeid vs kapitaal, arbeiders vs kapitalisten, productie vs consumptie, loon vs meerwaarde, enzovoort) maar het is juist het geheel van deze tegenstellingen dat het kapitalisme vormt. Zo zijn arbeiders in een kapitalistische maatschappij in principe allemaal afzonderlijke concurrenten van elkaar, maar de steeds lagere lonen en de dreigende armoede die hieruit resulteren, zorgen er net voor dat zij zich moeten verenigen in vakbonden en andere collectieve organisaties om gezamenlijk voor betere levensomstandigheden te strijden.

De derde wet, de negatie van de negatie, houdt in dat processen zich niet in een gesloten cirkel oneindig herhalen, maar dat ze zich doorheen opeenvolgende tegenstellingen ontwikkelen, van een lager naar een hoger niveau, van eenvoudig naar complex. Negatie in dialectische zin houdt dus zowel 'opheffen' als 'bewaren' in. De evolutie van soorten en de ontwikkeling van de economie weerspiegelen deze wet.

Een ander concreet voorbeeld, is het gebruik van bloedzuigers in de geneeskunde doorheen de geschiedenis. Deze kenden gedurende de voorgaande eeuwen uitgebreide medische toepassingen, maar werden met de opkomst van de moderne geneeskunde als het ware verbannen. Nu zien we echter hoe de meest recente medische ontwikkelingen toch weer in bepaalde gevallen gebruik gaan maken van deze dieren. Dit is echter niet een terugkeer naar de vroegere vorm van geneeskunde. Het is het gebruik van eenzelfde “middel” op een hoger ontwikkeld niveau van de geneeskunde. Nu bestaat een uitgebreide kennis van zowel het menselijke lichaam, als van de medische de mogelijkheden die de bloedzuigers bieden. Deze geneeskundige methode wordt nu dus heel doelbewust en nauwkeurig toegepast, waar dit vroeger allerminst het geval was. Aderlatingen werden toen als het wondermiddel voor alle soorten kwalen beschouwd, zonder dat men over voldoende kennis beschikte om te weten hoe deze methode doeltreffend kon worden toegepast.

Zie ook het uitgebreide dossier Wat is dialectisch materialisme?