Soms duwt de geschiedenis het gaspedaal in. Dat is wat we de laatste maanden zagen met een snelle opeenvolging van volksopstanden over de hele wereld: Soedan, Algerije, Libanon, Ecuador, Haïti, Puerto Rico, Chili, Honduras, Catalonië, Hong Kong, ... Dit zijn niet louter grootschalige demonstraties en protestacties, maar opstanden met een revolutionair karakter, gericht op systeemverandering.

Hun strijdmethoden treden buiten het kader van protesten die gemakkelijk door de regimes in kwestie kunnen worden opgevangen: opstandige algemene stakingen, de invraagstelling van het staatsmonopolie van het geweld, oproepen tot verbroedering met het leger en de politie, gewapende zelfverdediging, algemene vergaderingen die de bestaande staatsinstellingen uitdagen en elementen van dubbele macht.

De gebeurtenissen die aanleiding geven tot deze uitbarstingen zijn uiteraard anders van land tot land, elk met hun eigen specifieke omstandigheden. Maar samen zijn ze het resultaat van de radicalisering van de arbeidersklasse, arme boeren en studenten. Dit proces heeft zich voltrokken door jarenlang voorbereidingswerk, ongekende sociale tegenslagen, toenemende ongelijkheid, uitbuiting en allerlei soorten vernederingen. Ze weerspiegelen de diepe crisis van het globale kapitalisme. Door de verandering in materiële omstandigheden heeft zich een diepgaande verandering in het bewustzijn van miljoenen mensen voltrokken. Het status quo en het kapitalisme worden openlijk in vraag gesteld. Dit is wat Trotsky omschreef als het ‘moleculaire proces van bewustzijn’. Op het eerste zicht gebeurt er weinig, maar in de onderbuik van de samenleving ontstaan krachten die zich voorbereiden op diepgaande verandering.

Laten we twee voorbeelden nemen om de dynamiek van de opstanden beter te begrijpen: Chili en Libanon.

Chili is ontwaakt

Tot begin oktober prees de Chileense rechtse president Piñera zijn land in de globale financiële pers. Chili is “een echte oase van rust” op een Latijns-Amerikaans content “in convulsie.” Dit dankzij de hoge en gestage groei. Maar deze cijfers zijn slechts een rookgordijn voor een land dat binnen de OESO de hoogste ongelijkheid kent, met een quasi-volledige privatisering. Een op de twee Chilenen leeft van 480 euro in de maand terwijl de rijkste 1 percent 1/3de van het inkomen in beslag neemt.

De “rust” verdween snel toen de prijs van het openbaar vervoer steeg. Gemiddeld besteedt een gezin meer dan 15% van zijn budget aan reizen. Dit was niet de eerste prijsstijging, en zelfs niet de grootste, maar het was de druppel die de emmer deed overlopen. Middelbare scholieren reageerden het eerst. Ze organiseerden zich om pendelaars metrostations uit te krijgen zonder te betalen. De daaropvolgende politierepressie leidde tot een sociale explosie die de hele samenleving door elkaar schudde. In een paar dagen tijd veranderde een sectorale protestbeweging in een algemene opstand tegen het status-quo.

Het is belangrijk te onthouden dat de beweging begon bij jongeren die slechts 5 à 10 jaar oud waren aan het begin van de crisis in 2008. Zij hebben nooit een andere wereld gekend dan de steeds ongelijkere en meedogenlozere wereld van vandaag. De massale en moedige deelname van jongeren was, en is nog steeds, een overkoepelend kenmerk van alle opstanden van de afgelopen maanden. Ook de rol van vrouwen, en vooral jonge meisjes, was opmerkelijk. Ze namen het voortouw in acties en zij leden, meer dan anderen, onder de repressie van de ‘carabineros’ en het leger.

Een ander kenmerk van de beweging was het verdwijnen van angst. De regering reageerde door de noodtoestand uit te roepen, een avondklok in te voeren en het leger te sturen. Dit voor de eerste keer sinds Pinochet’s staatsgreep tegen de socialistische president Salvador Allende. Maar deze maakten weinig indruk op de bevolking. Ze droegen spandoeken die het sentiment van de beweging beter duidden dan eendert welke analyse:”jullie hebben ons zoveel afgenomen, waaronder ook onze angst.” De avondklok werd niet gerespecteerd en het gebruik van matrakken, geweerschoten en marteling intimideerde de bevolking niet. De gewelddadige repressie heeft de vastberadenheid, woede en wil om de regering en haar president omver te werpen enkel versterkt. De acties van middelbare scholieren en de straatgevechten bewogen arbeiders en hun organisaties, voornamelijk uit de kopermijnen en de havens, ertoe om zich aan te sluiten bij de beweging door middel van algemene stakingen. Naast deze traditionele strijdorganisaties waren er ook honderden andere organisaties, al dan niet clandestien, die mobilisaties organiseerden. Zoals de beroemde “cabildos abiertos”, algemene vergaderingen van een district of stad.

Naast repressie reageerde het regime ook met concessies. Het hoopte dat het met de combinatie van stroop en azijn de sociale golf kon stoppen. Zonder succes. Hoewel duizenden nieuwe ‘leiders’ en nieuwe bestuursorganen opdoken, werd de behoefte aan een bewuste, revolutionaire en marxistische leiding duidelijk. Het is onvoldoende om kapitalisten bang te maken met het omverwerpen van de regering. Het is noodzakelijk om een nieuwe macht en een nieuwe economie op te bouwen, die het huidige regime moeten vervangen. Dit kan niet geïmproviseerd worden en vereist het bestaan van een voorbereide en beproefde organisatie: een werkelijk revolutionaire partij. Zonder een beslissende overwinning, een echte socialistische revolutie, zullen de reactionaire krachten van het regime vroeg of laat weer de overhand krijgen.

Libanon sluit zich aan bij de revolutie in de Arabische wereld

In Libanon was het opnieuw een belasting (op communicatie via Whatsapp) die het vuur aan de lont stak. Het was één maatregel te veel. Al snel waren we getuige van een veelheid aan frustraties en wrok tegen corruptie, bezuinigingen, schandalen en religieus sektarisme. Deze uitbarsting heeft de regering totaal verrast. Het is het kenmerk van deze tijd: plotselinge veranderingen in de psychologie van de massa’s. Een schijnbaar apathische, flegmatieke en gelaten bevolking transformeert zich in ettelijke uren tot een opstandige bevolking die klaar is voor de meest gedurfde collectieve acties. Na grotendeels spontane demonstraties voor regeringsgebouwen was het hele land verlamd. Er waren blokkades opgericht op belangrijke wegen in het hele land. Het ordewoord was eensgezind: de regering moet vertrekken, wij willen een revolutie!

Libanon is een land waar religieuze verdeeldheid is geïnstitutionaliseerd en een centrale plaats inneemt in het leven van de bevolking. Maar opmerkelijk genoeg is deze opstand erin geslaagd om alle religieuze en sektarische scheidslijnen te overstijgen. Dit is een goed voorbeeld van hoe de klassenstrijd de al lang bestaande religieuze verdeeldheid kan overwinnen. Oude politieke en religieuze loyaliteit en wrok neigen te verdwijnen ten gunste van een klasseneenheid, van alle onderdrukten tegen de onderdrukker. Dit is vergelijkbaar met het fenomeen dat zich eerder dit jaar voordeed tijdens de Soedanese revolutie. Het racisme werd dagelijks onder de bevolking aangewakkerd door een dictatoriaal regime dat de bevolking op de knieën hield. In een paar dagen tijd heeft de revolutionaire massa die verdeeldheid weggevaagd.

Revolutie zonder grenzen

Deze opstanden beïnvloeden en stimuleren elkaar. Chileense studenten legden uit hoe de opstand in Ecuador hen "van hun twijfels had bevrijd" door hen "vertrouwen te geven". Meer dan in enig ander tijdperk kennen revoluties geen grenzen. Nieuwe technologieën dragen bij tot het snel verspreiden van ervaringen van strijd van mensen die soms duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn. Het is vooral het internationale karakter van de kapitalistische crisis dat het globale karakter van de huidige strijd bepaalt. De omwentelingen beginnen binnen landen maar verspreiden zich snel over de nationale grenzen heen. Ze zijn internationaal en vereisen daarom ook een internationaal perspectief en een internationaal programma. Dit is wat ons motiveert om een internationale organisatie op te bouwen, de Internationale Marxistische Tendens.