De Tweede Kamerverkiezingen van 22 november waren een aardbeving. De traditionele burgerlijke partijen hebben gezamenlijk hun zwakste resultaat ooit gehaald, terwijl allerlei demagogen op rechts in het gat sprongen. De winst voor de PVV kwam voor een grote schok voor de heersende klasse van Nederland, maar ook die van andere landen.

Na het kabinet in te laten storten op het thema migratie, dachten Mark Rutte en Dilan Yesilgöz dat zij door daaropvolgend een rechtse campagne te voeren en door de deur open te zetten voor de PVV, een nieuwe elan aan de VVD konden geven. Het bleek uiteindelijk een totale misrekening te zijn.

Nederland, een van de meest geavanceerde imperialistisch-kapitalistische landen, dat een belangrijke rol speelt in de EU en de NAVO, krijgt nu mogelijk een regering waarin de hoofdrol wordt gespeeld door de PVV. Geert Wilders, die veroordeeld is voor groepsbelediging van Marokkaanse Nederlanders en jarenlang racistische en haatvolle opmerkingen heeft gemaakt over moslims en vluchtelingen, die steevast gepleit heeft voor Nederlandse uittrede uit de EU en het stoppen van hulp aan Oekraïne, gaat ineens een belangrijke rol spelen en wordt misschien wel ‘premier van alle Nederlanders’.

De Tweede Kamer heeft nu als nieuwe voorzitter de PVV’er Martin Bosma, iemand met een lange staat van dienst als ‘ideoloog’ van de partij, die de extreemrechtse theorie van ‘omvolking’ aanhangt. Dat dit soort figuren op belangrijke posities komen duidt op een verdere afkalving van de stabiliteit van de instituties van het Nederlands kapitalisme. Dit proces zien we alom in de geavanceerde kapitalistische landen plaatsvinden.

We zijn uiteraard tegen een regering met de PVV, evenals we tegen een regering met NSC, BBB en VVD zijn. Dit zijn allemaal kapitalistische partijen, die primair opkomen voor de belangen van de grote bedrijven. Onder druk van het bedrijfsleven en de DNB zullen ze overgaan tot bestedingsbeperkingen, om een einde te maken aan de extra uitgaven sinds de coronacrisis. Een meerderheids- of minderheidskabinet met deze partijen zal een rechts bezuinigingskabinet zijn.

Dit feit zullen ze proberen te verhullen door de nadruk te leggen op verdere racistische anti-migratiepolitiek, wat voor een bepaalde tijd kan werken. De racistische retoriek tegen de ‘migratiestroom’ is door de PVV op demagogische wijze succesvol gekoppeld aan woningnood, armoede en verschraling van voorzieningen zoals de zorg.

Toch is de stem voor de PVV breder dan dat. Voor achtergebleven delen van de werkende klasse en middenklasse is het een anti-establishment-stem. Ze verwachten dat Wilders voor ‘het volk’ gaat opkomen en gaat zorgen voor koopkrachtverbetering, de tandarts terug in het basispakket, de afschaffing van het eigen risico in de zorg, voor lagere accijnzen en meer woningen.

Hoewel het niet uit te sluiten is dat de PVV één van deze punten in een akkoord kan krijgen, zal dit de aard van het kabinet niet fundamenteel veranderen. Tegenover mogelijke kleine concessies zullen zware bezuinigingen staan. Overal waar we de laatste jaren rechtse demagogen tot de regering zien toetreden (VS, Zweden, Italië, Brazilië, Argentinië), zien we dezelfde rechtse kapitalistische politiek.

Rol van de arbeidersbeweging

De bal ligt nu bij de arbeidersbeweging, te beginnen bij de grootste vakbond FNV. Hoewel de FNV op correcte wijze niet met de PVV wil samenwerken wegens haar racistische politiek, is er sinds de verkiezingen radiostilte vanuit de FNV-leiding.

Uiteraard is er veel werk te doen in de verschillende sectoren en zijn er landelijke campagnes zoals die rond het minimumloon. Echter, niets erover kwijt willen duidt erop dat de FNV-leiding bang is de PVV-stemmende leden van zich te vervreemden.

Natuurlijk moeten niet de PVV-stemmers de grond in getrapt worden. Uitgelegd moet worden hoe we verbeteringen van koopkracht en arbeidsvoorwaarden kunnen realiseren: absoluut niet door een stem op Wilders, maar door middel van organisatie en een verenigde strijd tussen autochtone arbeiders en arbeiders met migratieachtergrond.

Daarnaast moet de FNV duidelijk maken dat ze zich zal verzetten tegen nieuwe bezuinigingsmaatregelen die de werkende klasse raken. Hiervoor is het nodig om tot landelijke mobilisaties over te gaan, iets dat de FNV-leiding tijdens de kabinetten-Rutte aldoor heeft nagelaten.

Een flink deel van de werkende klasse en middenklasse heeft illusies in een rechts kabinet met PVV. Na 13 jaar kabinetten-Rutte en het gebrek aan een alternatief op klassenbasis, is dit de realiteit. Het zal door eigen ervaring zijn, dat de PVV en andere demagogen ontmaskerd worden als huichelaars, wanneer duidelijk wordt dat ze niet fundamenteel verschillen van Rutte.

Verzet vanuit de arbeidersbeweging biedt de enige uitweg. Zoals eerder gezegd zal dit verzet in de eerste plaats vanuit de vakbeweging moeten komen. Echter, er is ook nood aan een politieke uiting van de arbeidersbeweging, een klassenalternatief voor zowel de rechtse demagogen als de ‘links-liberale’ vertegenwoordigers van het kapitaal. Zo’n alternatief is de enige optie om de maatschappelijke impasse te doorbreken.

Als communisten zullen we meedoen in het verzet van jongeren en de arbeidersbeweging tegen een rechts kabinet. We bouwen aan een revolutionair-communistische landelijke organisatie, die een rol kan spelen in deze processen. Ben je het met ons eens? Sluit je aan!