De meerderheid van de stakingen wordt verloren. We zijn nu echter getuige van een zeer strijdbare en lange staking die tot de overwinning heeft geleid

De schoonmakersstaking duurde 105 dagen, wat het de langste staking sinds de Tweede Wereldoorlog maakt. Door de druk en de strijdbaarheid waren de werkgevers gedwongen om een overeenkomst te sluiten met de schoonmakers, waarbij de laatste een loonsverhoging van 4,85 procent krijgen in de komende twee jaar, naast extra scholingsmogelijkheden. Daarnaast zal er meer baanzekerheid zijn voor uitzendkrachten en zullen er periodieke metingen van de werkdruk zijn. De eis van doorbetaling bij ziekte werd niet gehaald, maar ondanks dit laatste is deze overeenkomst een enorme overwinning voor de schoonmakers en de arbeidersbeweging als geheel.

De staking laat zien dat strijdbare acties tot resultaten kunnen leiden en dat overwinningen ook behaald kunnen worden in tijden van crisis. Een belangrijke factor in deze staking was het feit dat de schoonmakers de publieke opinie aan hun kant hadden staan, door hun specifieke situatie. Zij lijden immers onder zeer lage lonen en een zeer hoge werkdruk, waardoor het onmogelijk was voor rechtse media om hen af te schilderen als ‘hebzuchtig’, ‘verwend’, ‘egoïstisch’ of ‘lui’, iets wat men bijvoorbeeld nog wel eens ziet bij stakingen in de publieke sector. De meerderheid van de Nederlandse bevolking stond achter de 150.000 schoonmakers die er door de overwinning vooruit op zullen gaan. Dat is ook de reden dat sommige opdrachtgevers van de schoonmaakbedrijven van mening veranderden en verklaarden bereid te zijn toch wel iets meer te betalen voor hun schoonmaakdiensten.

De schoonmaakbedrijven zelf waren koppig en hielden het enkele weken langer vol. Voor hen gaat het niet enkel om de directe materiële kosten, maar ook om het feit dat de schoonmakers nu meer bewustzijn van de zaken hebben. De schoonmakers werden zich bewust van hun gezamenlijke kracht, ongeacht hun geslacht, huidskleur of afkomst. Het breken van de staking zou een enorme klap zijn geweest voor het organisen in de schoonmaakbranche en het strijdbare vakbondswerk in het algemeen. De schoonmaakbedrijven wisten echter ook dat deze staking niet door kon blijven gaan en moesten tot een akkoord komen om de schoonmakers weer hun werk te laten doen.

Deze staking kan men niet enkel zien als een grote overwinning voor de schoonmakers, maar ook als een overwinning en voorbeeld van de gehele arbeidersbeweging. Met de crisis in de FNV en de gesprekken over de vorming van De Nieuwe Vakbeweging (DNV), laat deze overwinning zien dat het organisen en strijdbare actie een belangrijk fundament van de nieuwe beweging zouden moeten zijn. De jaren van het polderen zijn over. De werkgevers en de overheid kan men nu niets anders meer van verwachten dan loonbevriezing en soberheid.